NOORD-BEVELANDS
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
No. 2616
Zaterdag 14 Februari 1953
56e Jaargang
IVa de week
der verwoesting
Onze waterwering
dient herzien
DRUK EN UITGAVE A. G. M. MARKUSSE TE WISSEKERKE TELEFOON No, 308 - GIRO No. 32622
Abonnementsprijs f 2.00 per jaar - Franco per post f 3.50. - Advertenties 6 cent per mm
De natuurgebeurtenis, die een stuk
van ons land overweldigde, heeft het
karakter gekregen van een nationale
ramp. Er schijnt nu een toestand van
rust te zijn ingetreden, men begint de
verwoesting te overzien. Wij treuren
over de vele slachtoffers, die door de
wateren zijn meegesleurd. Wij hui
veren, wanneer wij ons de verschrik
kingen herinneren, waarin duizenden
van onze landgenoten hebben verkeerd.
Het nederlandse volk heeft de nood
spontaan begrepen, het heeft geofferd
en het is te hulp gesneld. Het Ko
ninklijk Huis is ons voorgegaan in de
daden der vertroosting en offervaar
digheid en ons volk heeft zijn eendracht
hervonden, het heeft zijn saamhorigheid
beseft, toen zo vele leden van het grote
nederlandse huisgezin door een name
loze ellende werden getroffen.
De regering heeft het hoofd koel
gehouden en heeft op voortreffelijke
wijze het hulp- en reddingswerk ge
organiseerd. Heel de wereld is ons te
gemoet gekomen, met geld, met man
kracht, met technisch materiaal. Wij
dragen voor wat het buitenland deed
in nobele samenwerking ten bate van
onze natie, die zo zwaar bezocht werd,
een nooit verjarende dank in ons hart.
De dramatische week is besloten met
een dag van rouw en bezinning. Wij
hebben de doden beweend, wij hebben
ons rekenschap gegeven van de diepe
betekenis van deze catastrofe voor
land en volk.
-o-
Thans treedt er een n.ieuw sta
dium in van deze tragische episode.
Wij hebben de geestdrift vast te hou
den, waarmee wij begonneln te leni
gen. De nood is nog hoog en onze of
fervaardigheid mag niet verflauwen.
Maar nu het dreigend gevaar is ge
weken, nu zal het verstand de ge
voelsstroom stuiten, nu zullen er vra
gen gesteld worden naar het hoe en
waarom, en vooral zal de alles be
heersende vraag gaan rijzen: hoe kan
een herhaling van een dergelijke ramp
in de toekomst worden voorkomen?
Wij schrijven dit artikel voordat de
regering haar verklaring heeft afge
legd, dus hetgeen wij te boek stellen
geschiedt onder voorbehoud van wat
de overheid zal meedelen, mededelin
gen, die aanleiding kunnen geven tot
bestendige waardering of tot critiek.
Velen vragen zich af, of er vol
doende aandacht gewijd is aan de
toestand der dijken of de ramp niet
had kunnen worden voorkomen door
stelselmatiger zorgzaamheid. Wan
neer men die vraag voorlegt, dan!
moet men zich er rekenschap van
geven, of zij als een verwijt kan gel
den tegen de waterbouwkundige au
toriteiten van het thans levende ge
slacht.
Allereerst moet men vaststellen, dat
de catastrofe, die over ons kwam, be
hoort tot de meest onvoorziene ge
beurtenissen. Het is uite'rst waar
schijnlijk, dat onze verdediging tegen
het water op normaal terugkerende
hoge vloeden was berekend. Is de eis,
dat men opgewassen zou moeten zijn
tegen een ramp, die een|maal in de
door dr P. H. Ritter
vijf eeuwen voorkomt niet overmatig,
ook al noopt onze deernis met de vele
slachtoffers, haar te doen gelden?
Bovendien: deze natuurramp komt
onmiddellijk na een periode van vijf
jaar oorlog en daarna vijf jaren, waar
in de waterstaat onder eindeloze moei
lijkheden had te herstellen wat de oor
log vernietigde. Het is niet ondenk
baar, dat de financiële nioodtoestand,
waarin wij na de oorlog hebben geleefd,
geboden herstellingen aan ons dijk
wezen zou hebben vertraagd, maar te
gen een uitzonderlijke ramp van deze
omvang is de oude methode van ver
dediging ondoeltreffend. Men zal tot
een andere orde van landbescherming
moeten overgaan. Tot afdammingen,
tot een meer gesloten kustlijn, nadat
het eerste werk van het dichten der
dijken zal zijn voltooid.
-o-
Een vraag is opgeworpen omtrent
de samenwerking tussen de weerkun
dige en de waterstaatkundige dienst.
Sommige bedreigde gemeenschappen
waren onmiddellijk paraat en tot eva
cuatie gereed. Andere onthielden zich
van snelle actie en lagen verloren en
zonder hulp in de eindeloze watervlakte.
Is het gevaar overal tijdig genoeg be
kend geweest en doorgegeven, zodat
de bevolking op tijd kon worden ge
alarmeerd?
Men moet zich, wanneer men zulke
vragen stelt, rekenschap geven van het
geheel uitzonderlijk karakter van de
toestand. Hetgeen er gebeurd is, was
door niemand te voorzien. Misschien
zouden slachtoffers gespaard zijn ge
bleven als de verkenningsdienst ^spoe
diger was ingeschakeld, indien het le
ger nog sneller zou zijn gemobiliseerd.
Let men op het onverwachte en onver
hoedse van de ramp, dan kan men toch
niet ontkenlnen, dat de organisatie
van haar bestrijding vlot en ordelijk
heeft gefunctioneerd.
De waarde van de in wording zijnde
dienst van de bescherming der burger
bevolking heeft zich intussen duidelijk
geopenbaard. Men denkt daarbij aan
oorlogsgevaar, maar blijkt deze dienst
ook niet als geschapen voor catastro
fes als ons thans zijn overkomen?
-o-
Het gevolg van de ramp zal zijn, dat
de aandacht van het volk en over
heden, scherper dan ooit, op de ver
hoging der beveiliging tegen na-
tuurgevaren zal zijn gericht. De wa
terstaatkundigen overwegen de ra
dicaalste afweer. Niet alleen de dij
ken zullen ons moeten beschermen,
maar ook afdammingen, die her
inneren aan de Zuider^ee-werken,
wijzigingen van de aardrijkskundige
situatie.
Hetgeen nu moet gebeuren zal stro
men van geld kosten. Waarschijnlijk
veel meer dan de fabelachtige bedra
gen, die uit binnen- en buitenland,
zijn ingekomen, waarschijnlijk meer
dan de machtige steun, waartoe Am'ef
rika bereid is. Reeds de eerste maat
regelen om de dijken te dichten en te
versterken en om de schade te her
stellen, door de getroffen bevolking
geleden, zullen ontz/aglijke sommen
vorderen. En het valt bijna niet te
overzien, welke kosten er gemoeid
zullen zijn met de radicale verandering
van de aardrijkskundige toestand.
Het lijkt niet uitgesloten, dat de
toch reedi kwestbare economie van Ne
derland door de gevolgen van deze
ramp nóg aanzienlijk zal worden ver
zwakt. Of het mogelijk zal zijn onder
de nieuwe omstandigheden een zo gro
te bijdrage te leveren aan de militaire
verdediging van Europa, dit is eeiï
kwestie, welke men ernstig onder het
De hevige storm is geluwd. De nood
is gekomen, gebleven of nog erger
geworden. Het water heeft ons ver
rast. Wij kunnen nu uitgebreid gaan
discussiëren over de toestand waarin
onze dijken verkeerden. Sommigen
menen dat wij onvoldoende voorbef-
reid waren om hevige stormen het
hoofd te bieden. Anderen wijzen op
de uitzonderlijk woedende elemenjten.
Voor zover er niet sprake is van
direct levensgevaar, heeft een groot
gedeelte van West-Nederland op zijn
minst natte voeten gekregen. Bij dit
alles hebben wij het hoofd koel ge
houden. Dat is wel gebleken uit de
enorme hulp, die allerwegen geboden
wordt en de doelmatigheid van de
organisatie. Weldra zullen de ,vluchté-
lingen in hun tijdelijke woonplaatsen
zijn ondergebracht. Het verjaagde vee
zal een nieuwe voederbak hebben ge
vonden. De afvoer van bedreigde le
vend 3 wezens zal eindigen. Het geredde
goed wordt opgeslagen. De herbouw
van ons gedeeltelijk verwoeste vader
land neemt weer een aanvang.
Wij behoeven niet te discussiëren
over wat geschied is. Een zware op
gaaf ligt voor ons, die alle hens aan)
dek roept. Het ondergelopen landi
moet droog gemalen, de vernielde stre
ken moeten weer bestaansmogelijkheid
scheppen aan hen, die er hun woon
plaats nog voor kort vonden. Wij voe
len deze ramp aan als een nationale
zaak. Wij in de niet verzwolgen stre
ken hebben het leed van de ongeluk-
kigen willen delen. Wij zullen als volk
ook het herstel tot stand moeten bren
gen.
Voor ons ligt de kaart van Neder-'
land. Alle zeeuwse en zuidhollabjdse
eilanden zijn rood gemerkt. Een ge
deelte van Brabant is verdronken. De
gehele zuidwesthoek van Nederland is
één vlakte van ellende.
De oorzaak van de dood en schade
ligt naast onze kust in de zee. H,et
opgezweepte zoute nat heeft nu eeuwen
lang de gelegenheid gehad om via
Ooster- en Westerschelde, langs de
Nieuwe en Oude Maas, door Volkerak
en Hollands Diep ons land binnen te
dringen. Wij hebben dit toegestaan,
omdat wij die binnen zeetjes als
scheepvaart-aderen niet kodden mis
sen. In dagen van stormen en nood
weer bedreigen ze echter telkens op
nieuw wat door geslachten is opge
bouwd.
Handel en verkeer nodigen ons uit
op stormvrije dagen om de bestaande
waterrijke toestand in zuidwest Ne
derland te handhaven. De landbouw
heeft op goede en kwade dagen tegen,
oog zal moeten zien.
Dit artikel kan slechts voorlopige
vragen stellen. Wij wachten de exacte
gegevens van de regerin{g. Het laatste
woord over de gevolgen der ramp is
zeker nog niet geschreven en een na
der onderzoek is dringend noodzake
lijk.
Wij staan voor een grote taak. Moge
de geestdrift waarmee men hielp in
de eerste ure zich bestendigen en ons
volk dr moed behouden om ons zwaar
geteisterde land tot nieuw leven te
wekken!
de zoute watermassa's te kampen. Naast
de dreigende watersnood is er het ver-
ziltingsprobleem dat een groot de.'el
van Nederland met onvruchtbaarheid
bedreigt. Desondanks besteden wij
jaarlijks millioenen om de grote bui
tendijken om de eilanden en de klei
nere binnendijken rond de polders te
beveiligen.
Op critieke dagen blijkt de be
stede moeite waardeloos. Dat is nu
weer overduidelijk gebleken. Wij la.-
J:en het zeewater door tal van ope
ningen tot bijna midden in ons land
doordringen. Op een kwade dag
worden wij verraden door dijkbreuk,
op goede dagen vreet het zout aan
onze bodem.
Eén zeedijk.
Wij staan voor een schadepost van
millioenen. Het aantal dijken dat moet
worden hersteld en verbeterd is zo
talrijk, dat het onbegonnen werk lijkt.
De kans op watersnood zal wellicht
door een milliardenwerk verminde
ren, doch het verziltingsprobleem blijft.
Buitengaats, waar ons land tegen de
zee leunt, zal onze strijd tegen de
stormwoede tot in lengte van dagen
blijven voortduren. Binnengaats, waar
de meeste schade en ellende is aange
daan, kunnen wij én het water én het
zout keren door beide uit te bannen'.
Er dient een indrukwekkende dijk te
vkomen van Hoek van Holland, tot
Westkapelle op Walcheren, die de
macht van de zee over de Oosterschei-'
de, de Oude en Nieuwe Maas, Volke
rak en Hollands Diep uitschakelt^
Grote stukken land zullen droog val
len. Er kan meer land terugge,won
nen worden dan wij nu verloren.
Waar eens Krammer en Greyelin-
gen als vazallen van de Noordze(e>
onze eilanden regeerden, daar kan een
vredig zoetwatermeer worden gevormd
als symbool van onze overwinning na
de vloed, die ons nu zo verbijstert.
De Oosterschelde en het Haringvliet
kunnen eveneens tot zoetwatermeren
worden gespecificeerd. Het Rijnwater
kan er voor zorgen dat deze meren,
overvloedig worden gevuld, waarvoor
een kanalisatie van de Rijn wel nood
zakelijk zal worden.
Het juiste ogenblik.
Dit plan, dat reeds enige tijd be
staat, in verband met de toenemende
verzilting van onze bodem, zou nu
direct ter hand kunnen worden ge
nomen. Immers, de totale vernieling
van Zeeland en eqin groot deel van
Zuid-Holland zal zoveel millioenen vér
slinden, dat „lapwerk" onvoldoende
bevrediging zou schenken en boven-
Met een enkele dijk kunnen alle zeegaten worden afgesloten
Eén hechte afsluiting kost minder dan herstel van vele kleine dijken