NOORD-BEVELANDS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD Noord-Beveland rampgebied Ms roepstem in Zijn gerichten Hij rampen helpt het Rode Kruis Zeeuwse landgenoten. Beva-overall Slechts 14.90 Mo. 2615 Zaterdag 7 Februari 1953 56e Jaargang DRUK EN UITGAVE A. G. M. BSARKUSSE TE WISSEKERKE TELEFOON No. 308 - GIRO No. 32622 Arbeidskrachten Abonnementsprijs f 2.00 per jaar - Franco per post f 3.50. De Nationale Ramp, die een groot gedeelte van ons vaderland en ook bijzonder ons eiland ge troffen heeft, heeft ons verbijsterd. Daar zijn zo vaak stormen over ons eiland gegaan, zonder dat er iets verschrikkelijks gebeurde. Onze dijken waren sterk! Was Nederland niet wereldbe roemd om zijn waterbouw- en dijkwerken? Steeds ging de tech niek vooruit. Wij hebben daarop vertrouwd en geleefd, alsof ons niets gebeu ren kon. Lazen wij van grote na tuurrampen in andere landen, dan prezen wij onszelf gelukkig, dat wij in het veilige Nederland woon den. Nu is die droom in één nacht, ach neen, slechts in een klein ge deelte daarvan, verstoord. Hebben wij wel waarlijk gere kend met de Almacht van God? Onze hoogontwikkelde techniek is ook een gave van Hem. He laas wordt door duizenden de Ge ver van alle gaven niet erkend en wordt door ons allen practisch met Hem te weinig gerekend. Nu is Gods stem uitgegaan in Zijn gerichten. Zijn hand was in het geweld van de storm en in het gebruis van de kokende golven. Zijn stem riep ons tot verant woording: „Wie zijt gij, o ijdele mens, die meent zelf uw leven en uw lot in de hand te hebben? Waarom hebt ge uw volstrekte afhankelijkheid niet erkend en Mij als uw Schepper en God aange roepen?" God komt om Zijn vruchten in ons leven. Hij is de grote Eige naar, die over ons aller leven sou- verein beschikt en die dat leven in Zijn dienst opeist. In de Heilige Schrift heeft God ons Zijn rechten bekend gemaakt. Maar als wij het Woord uit die Schrift niet horen of het afwijzen, heeft God ook andere middelen om ons te kastijden en tot Zijn orde te roepen. Als wij nu maar horen en op merken. Gods stem is niet alleen een stem van oordelend gericht, maar het is ook een nodigende roep stem. Tot allen die gespaard werden gaat Zijn Evangelie-roep uit. God heeft geen lust in de dood van de zondaar, maar daarin heeft Hij lust dat de zondaar zich bekere en leve Hij heeft in wonderbare ont ferming Zijn eniggeboren Zoon gegeven, opdat een iegelijk die in Hem geloott, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Die Zoon, Jezus Christus, de Heiland en Ver losser der wereld, roept ook door de schrikkelijke feiten die plaats grepen, tot ons allen als zonda ren: „Komt tot Mij, allen die ver moeid en belast zijnIk zal u rust geven. Neemt Mijn juk op uMijn last is licht". Die roep zal in allerlei toon aard stellig wel in alle kerken van Noord-Beveland op de aanstaande Zondag worden gepredikt. Laat ons volk dan niet uit de samenkomsten wegblijven, maar als een enig man God danken voor ons behoud en roepen om Zijn genade. Wie niet gewend is naar de kerk te gaan, die kome toch nu. In de verschrikkelijke nacht van Za terdag op Zondag werden wij om onge veer 2.15 uur door de telefoon gewekt „Komt ons van het steiger halen" klonk de kreet van onze dochter. Voor half drie stonden wij met de wagen reeds in Kort gene, waar toen nog maar enkele perso nen bij de vloedplanken aan de haven aanwezig waren. Eén blik over de havendijk deed ons direct het onmogelijke van een tocht naar het veerhuis inzien. Een ziedende en kol kende watermassa, zo ver het oog kon zien. We troostten ons met de gedachte het veerhuis staat nog overeind. Reeds spoedig werden onze gedachten tot de dreigende werkelijkheid geroepen: de vloedplanken dreigden uit de spon ningen gedrukt te worden. Door het kleine aantal aanwezigen is toen met inspanning van alle krachten een ijzeren steun aan gebracht en het geheel met zandzakken versterkt. Spoedig kregen wij de indruk dat én de storm én het buitengewoon hoge water anders was dan anders. De alarmklok werd geluid en er wer den zoveel mogelijk omwonenden gewaar schuwd. Het inlopen van de Willem Adriaan- polder geschiedde, tot onze verbijstering, zo onverwacht en in zo snel tempo, dat aan waarschuwen of redden door het klein aantal aanwezigen niet te denken viel. Enige minuten daarna stroomde het wa ter reeds over de hoge Torendijk en liep de Stadspolder, het dorp Kortgene binnen. Wij konden bijtijds onze auto, die wij bereids bij kapper Scherp voor de deur geparkeerd hadden, bereiken en daarmee naar Wissekerke ontkomen. Door het waarschuwen van de waar nemend burgemeester, de brandweer als mede door het luiden van de klok, kon den wij de bevolking van het verschrik kelijk gebeuren in ons nabuurdorp in kennis stellen. Inmiddels werden wij door een inwoner van Geersdijk gewaarschuwd dat daar de Willempolder inliep en kort daarop werd bekend dat op verschillende plaatsen de noordelijke zeedijken zwakke, gevaarlijke punten vertoonden. Het was een nacht vol alarm en vol geruchten. De aanbrekende morgen gaf ons al spoedig een beeld van de ramp die ons mooie eiland getroffen had. De helft van het eiland was geïnundeerd en wat het ergste was, Geersdijk en Kortgene waren in het water gezet. De Torendijk was een en al verwoes ting. Daar waren vele huizen door de allesverwoestende stroom weggesleurd en vele inwoners hadden de dood in het ijs koude water gevonden. De redding kon beginnen. Maar hoe? De toegangswegen stonden voor het me rendeel onder water of waren bedolven onder wrakhout e.d. Van alle plaatsen uit Noord-Beveland stroomden de auto's naar de getroffen plaatsen en velen wer den reeds spoedig uit hun benauwde po sitie bevrijd en menslievend bij anderen opgenomen. Het was een exodus. De daaropvolgende dag, Maandag, kwam er reeds hulp van buiten, zowel te water als uit de lucht en des avonds kon men gelukkig zeggen: de mensen zijn uit de huizen. Door velen, zeer velen is prachtig werk geleverd, neemt het ons echter niet kwa lijk dat wij geen namen noemen, wij wil len niemand naar boven steken, maar wij willen ook niet de kans lopen iemand te vergeten. Zou het niet vreselijk zijn als Gods roepstem voor ons vergeefs ge klonken had? Of eigenlijk vergeefs is Gods Woord, ook in de ge richten, nooit. Het Woord Gods Wanneer de toestand weer zoveel mo gelijk normaal is en wij een beter en juister oordeel over al het gebeurde be zitten hopen wij een uitgebreid relaas aan onze bevolking te kunnen geven. Woensdagmiddag was er een zware gang voor de nabestaanden van de ver dronkenen. Op het kerkhof te Colijnsplaat werden 15 slachtoffers begraven n.l. P. A. de Looff, 69 jaar, Mej. J. C. Schrier, 46 jaar, mej. A. Verhulst, echt. van J. Ver burg, 56 jaar, H. van Vliet, 60 jaar, mej. C. Bolle, echtg. van M. Nijsse, 30 jaar, H. A. Kramer, dochtertje van M. Kramer, 5 maanden, Gerritje van Vliet, 47 jaar, Jantje Boer, 4 jaar, Lena Koster, wed. van J. Gillesse, 53 jaar, J. M. En gelvaart, 83 jaar, zijn echtg. Janna Koets, 79 jaar, Adriaan Clement, 40 jaar, zijn echt. Chr. Huige, 40 jaar, hun zoon tje Jacob, 10 jaar, hun dochtertje Blazi- na 6 jaar, Krijn Jansse, 70 jaar, Wille- mina S. Timmerman, 3 jaar, J. F. Weijs, 43 jaar en zijn dochtertje Nellie, 7 jaar. Te Wissekerke werd het slachtoffer M. van der Maas, 75 jaar, begraven. Het aantal omgekomenen is nog niet definitief bekend doch men schat hun aantal op 40. Naarstig wordt naar hen gezocht. Het aantal stuks verdronken vee wordt geraamd op 350 stuks. Hun kadavers wor den met de meeste spoed geborgen en van ons eiland afgevoerd. Men moet de verdronken delen van ons eiland hebben bezocht om zich een oordeel te kunnen vormen over de el lende, die over deze streek is gekomen. voor geteisterde gebieden Daar de spontane aanbieding van ar beidskrachten voor hulpverlening in de geteisterde gebieden tot nu toe via ver schillende adressen verliep is het wense lijk gebleken thans een definitieve rege ling hiervoor te treffen. Het Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid deelt in dit verband me de, dat arbeiders uit de omgeving van de geteisterde gebieden zich kunnen aan melden bij de arbeidsbureau's. Door deze gedragslijn wordt het mogelijk een cen traal overzicht te verkrijgen van het aan bod van arbiedskrachten voor de gebie den, zodat zij, indien nodig, naar die plaatsen gezonden kunnen worden, waar hulp noodzakelijk is. De arbeidsbureu's dienen aan het Rijks- arbeidsburau te 's-Gravenhage (toestel 312 of 324) op op te geven, over welke ca tegorieën en aantallen arbeiders zij voor dit doel kunnen beschikken. De namen en adressen van deze personen zullen door de arbeidsbureau's worden genoteerd. De gemeentebesturen in de geteisterde gebieden worden verzocht hun behöefte aan arbeidskrachten zo nodig kenbaar te maken bij het Ministerie van Binnen landse Zaken, dat hierover in contact staat met het Rijksarbeidsbureau. Ter voorziening in de plaatselijke be hoefte aan arbeidskrachten buiten de ge teisterde gebieden, b.v. voor de verzor ging van geëvacueerd vee, dient men zich als gewoonlijk te wenden tot het arbeids bureau ter plaatse. De aandacht wordt er op gevestigd, dat de huidige vraag naar extra arbeids krachten voor de geteisterde gebieden voorlopig nog geen groter aanbod van werkkrachten nodig maakt. Een ieder, die werk heeft, blijve aan het werk. Advertenties 6 cent per mm is een reuke des levens ten leven of een reuke des doods ten dode. Inwoners van Noord-Beveland Hoort het Woord des Heren! Colijnsplaat. Ds H. Retel. Vrijwillige arbeidskrachten uit de ver der van de geteisterde gebieden gelegen delen van het land zijn voorhands nog niet onmiddellijk nogdig. 250 gr. koekjes 100 gr. choc.-nougat blokjes samen 98 ct 100 gr. amandelbonen 2 ct samen 100 ct W. Dingemanse, Colijnsplaat Helpt het Rode Kruis helpen door lid te worden van deze organisatie Wie nog geen lid is geve zich op bij ds Van Aller of bij de heer M. Verburg A 146 D te Wissekerke respectievelijk secretaris en penningmeester der afdeling Noord-Beveladd Diep getroffen door de ramp, die u is overkomen, betuigen wij van hieruit onze deelneming. Wees er van overtuigd dat wij hier met u meeleven en alles doen wat wij kunnen om de nood te helpen lenigen. Familie Blok - van Oeveren en kinderen. Tromplaan 15, Velp (G). Koop nu een aan reclameprijs Wt Dingemanse, Colijiispiaat Na de ramp der bezetting, na de verarming waardoor wij in de magere jaren na de oorlog werden getroffen, kwam in de nacht van Zaterdag een nieuw onheil over Nederland: het wassend water. Het eerst gaan onze gedachten uit naar de nagedachtenis der velen, die het leven verloren onder de drang der vloeden. Wij zijn verbijsterd door hun tragisch lot, wij delen in de smart der nabestaanden. Het zijn onze eigen men sen, de rouw over hen, is de rouw van het land. De overlevenden bevinden zich in de beklagenswaardigste omstandigheden. Zij hebben have en goed verloren, hun bedrijven leden onnoemelijke schade. Bovendien, het verlies aan vee, de verzilting van de bodem, het treft alles hen, die er het leven afgebracht hebben in hun bestaan. Wij werden ten zeerste getroffen door de bereidheid tot hulpverlening bij onze bevolking. Het feit dat onze grond bedreigd wordt, dat wij deze wederom moeten „ontwoekeren aan de baren", spreekt tot aller gemoed. Er zijn nu geen partijen en religieuze richtingen, er is maar één gebodhelpen waar te helpen is.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1953 | | pagina 1