Australië wordt moeilijker bereikbaar Subsidie op reisgeld wordt ge- Nederland is goedkoper dan België EEN QOEDE SCHOOLTAS OF SCHOOLETUI in verschillende prijzen en kwaliteiten is een nuttig geschenk nu. U vindt ze bij L. TANQE De kleine Bazar - U/issekerke Overeenkomsten en verschillen ffaaroin zouden wij klagen (Van onze economische medewerker) In de zomermaanden, wanneer velen onder ons de gelegenheid te baat nemen om eens een blik over de grenzen te werpen, blijkt eerst hoezeer Nederland eigenlijk een betrekkelijk laag loon- en prijspeil bezit. Om dit aan te tonen kunnen we het beste een vergelijking maken met België. Dit land is even eens klein en het heeft veel problemen, die overeenkomst vertonen met de spe cifiek: nederlandse economische vraag stukken. Voor de oorlog gingen wij graag een vacantie doorbrengen in België, maar de liefde voor het land van onze zuiderburen is in de jaren na 1945 wel bekoeld. Wij vinden de Ardennen nog altijd even rijk aan natuurschoon, de belgische badplaatsen even gezellig en Brussel e en bron van vermaak als nooit tevoren,1 maar wij vinden België te duur. En als een buitenlandse vacantie dan toch veel geld moet kosten, wel, dan heeft Parijs nog steeds meer aantrek kingskracht dan de residentie van ko ning Boude wijn. In de tijd van het rijke Nederland bedroeg het belgische loonspeil onge veer tweederde van het nederlandse. Onze munt was toen zeer sterk en wij hadden veel economische hulpbronnen. De prijsverhouding had zich daarbij aan gepast. De belgische prijzen bedroegen ongeveer 75 pet van het nederlandse niveau. Vanzelfsprekend was dus voor ons een vacantie in België niet zo duur te noemen. Na de bevrijding voltrok zich een an dere gang van zaken. Bij ons noopte de geweldige schaarste tot een straffe loon- en prijspolitiek. Onze buren had den iets minder geleden dan wij en voerden een economische politiek die erop gericht was zo spoedig mogelijk vrije prijsvorming te verkrijgen. Zo za gen we dat na enkele jaren de Belgen vier maal zo veel voor hun producten betaalden als voor de oorlog, terwijl ook het loonpeil vier maal zo hoog ge worden was. De Nederlanders konden zich een dergelijke luxe niet permitte ren en vonden een prijsverdubbeling al ernstig genoeg. Gaarne had men ook de lonen aan dit nieuwe peil aangepast, maar deze werden zelfs /twee en een half maal zo hoog. De Belgen streefden ons dus voorbij en wij gunden hun deze voor sprong van harte. Onze regering achtte van 1949 af de tijd gekomen om de prijzen een meer natuurlijke fweg te laten volgen, terwijl de lonen zo strak mogelijk in de hand werden gehouden. De subsidiepolitiek moest worden prijsgegeven en dus leek het er bij het Korea-conflict aanvankeJ lijk op, alsof wij de Belgen zouden in halen. Onze kosten van levensonderhoud stegen met ongeveer 40 pet terwijl de Belgen een stijging van nog geen 30 pet noteerden. De lonen stegen in beide landen ongeveer in gelijke mate. Nadien is in ons land een reactie ingetreden, die tot een zekere prijsda ling leidde, welke tendens in België niet zichtbaar was. Deze lijn zet zich tot op heden min of meer voort. Het omgekeerde. Wanneer wij thans de stand in de lage landen vergelijken dan blijkt het dat de loon- en prijsrollen ten opzich te van elkaar in vergelijking met de dertiger jaren zijn omgekeerd. Onze lo nen zijn een derde lager dan die der Belgen, maar wij betalen nu drie-vierde van de belgische prijs voor afgewerkte producten. Onnodig op te merken, dat deze cij fers een soort gemiddelde moeten zijn en zeker niet op één speciaal beroep of artikel kunnen worden toegepast. Is deze stand van zaken ongunstig? Bij de beantwoording van deze vraag moet men bedenken dat onze positie economisch gezien direct na de oorlog veel zwakker was dan die der zuider buren. Een hoog prijs- en loonppeil is altijd een zekere luxetoestand. Wij hebben die zelf voor de oorlog gekend. Voor onze exportpositie is deze ver houding niet ongunstig, dat is in de laatste jaren wel gebleken. De Bel gen worstelen dan ook met een werk loosheidsvraagstuk, dat ernstiger is dan COOMANS vaat let et Itaatl bij ons. Weliswaar komt onze vacantie in België ernstig in 't gedrang, maar het is toch prettig wanneer de Belgen jau eens bij ons op visite komen, onze deviezenpositie versterken en de hotels en pensions met een bezoek vereren. In België maken deze bedrijven helaas moeilijke tijden door. Nog verder omhoog? Een blik op de toekomst werpend, js het niet onmogelijk, dat ons prijs- en loonpeil vergeleken bij de belgische, nog iets zal stijgen in de toekomst. Wij zullen de gevolgen van een huurverho ging wel in de vorm van een loonronde ondervinden. Maar het wereldmarkt- Coöperatieve Boerenleenbanken met afzonderlijke Stichting Spaarbank „COLIJNSPLAAT" te Colijnsplaat Tel. (K 1199)-228 Postrek. 316389 „WISSENKERKE" te Kamperland Tel. (K 1107)-325 Postrek. 365567 Sparen maakt u financieel onafhankelijk Verloop vertoont een dalende lijn. Per saldo zullen vermoedelijk of beide lan den of alleen België een daling van prij zen te zien geven. In hoeverre deze ten dens zich ook in de lonen zal doorzet ten, is thans nog niet te voorspellen. Een belangrijke vraag is nog of wij bijvoorbeeld door de werkgelegenheids- politiek niet opnieuw inflatoire in vloeden moeten toelaten. Het antwoord op die vraag zal de nieuwe regering moeten geven. Het toekomstige werk loosheidsbeeld spreekt daarin ook een woordje mee. Wij zijn dienaangaande niet optimistisch maar dat geldt even zeer voor de Belgen, die zoals gezegd reeds een harde strijd tegen dit maat schappelijk spook zijn begonnen. Men zoekt zijn heil voornamelijk in het aan moedigen van de ondernemersactiviteit. De monetaire operaties zijn nog niet belangrijk. Tenslotte mag men verwachten dat België en Nederland in toenemende ma te overleg zullen plegen in verband met de hoop op een volledige Benelux. Dit overleg zal zeker lonen en prijzen om vatten. De positie der belgische me taalindustrie die in het komende Schu- mann-plan vermoedelijk meer in de knel raakt, zal daarbij van belang zijn. Hierdoor is een druk op de belgische lonen niet onmogelijk. Van een volle dige nivellering der nederlands-belgi- sche lonen en prijzen, zal echter in de naaste toekomst nog geen sprake zijn. Onze vacantie in België blijft dus voorlopig nog duur, maar anderzijds de meeste vreemdelingen benijden ons om de goede voedselpositie van Neder land en de goede ontvangst die wij de toeristen kunnen bereiden. Waarom zouden wij nu altijd klagen? Drs Mierlo. deeltelijk voortgezet in voor schot Meer geld op zak maar grote schuld (eigen berichtgeving) DEN HAAG (P.A.) Het is zedr waarschijnlijk, dat in de naaste toe komst een nieuwe regeling van kracht wordt waarbij de nederlandse emigrant die vertrekt met subsidie van austra- lische en nederlandse zijde, een deel van het daarvoor uitgegeven geld moet terugbetalen aan de staat der Nederlanden. Daar komt tegenover te staan, dat het vrijwel zeker is, dat de emigranten niet langer in Sydney aan wal zullen stappen met tien austra- lische ponden op zak, maar met een bedrag, dat de landverhuizer wat meer mogelijkheid tot handelen geeft, bevelingen, welke ir mr B. V. Haveman, Dit zijn de twee voornaamste aan- de directeur van de Emigratie, na een bezoek van ruim zes weken aan Austra lië en Nieuw Zeeland uit dit wereld deel heeft meegebracht. De heer Haveman heeft een zo gron dig mogelijk onderzoek naar de om standigheden ingesteld en tijdens de ontmoetingen welke australische jour nalisten met hem hadden kreeg men de indruk, dat hij een vrij realistische kijk op de ontwikkeling van zaken £eeft. Zo is bekend, dat in Canberra ook de veelbesproken kwestie van emigra tie van agrarische werkers ter tafel ge komen is. Zeer terecht werd daarbij van nederlandse zijde naar yoren ge bracht, dat Australië zijn productie van landbouwgewassen en veeteeltproducten wei met behulp van nederlandse emi granten kan opvoeren, doch dat men onze mensen dan de kans moet geven om b.v. na twee jaren loondienst zelf standig aan de slag te gaan. Dit is in Canada reeds gebruikelijk en wil men deze suggestie van australische zijde niet accepteren, dan kunnen onze jon ge boeren daar beter wegblijven. De agrarische industrie in Australië is te zeer „big business", dan dat een straatarm emigrant kans krijgt om ooit voldoende kapitaal te vergaren, daaraan deel te nemen zonder hulp van overheidswege. Niet meer deviezen? Over de plannen aangaande het om zetten van een deel der subsidie in een „voorschot''' kan men op het eer ste gezicht bepaald niet enthousiast zijn. Men krijgt de indruk, dat wat met de ene hand wordt gegeven (het grotere bedrag aan landingsgeld) met de andere weer wordt teruggenomen. Klaarblijkelijk is men in Den Haag dus nog steeds niet bereid om werke lijk meer deviezen voor de emigratie naar Australië beschikbaar te stellen. Men dient niet over het hoofd te zien, dat een emigrant in de eerste ja ren van zijn verblijf in de vreemde prac- tisch overal voor heeft te zorgen. Hij ,moet zijn bestaan weer van de grond af aan opbouwen en maar weinig men sen, die dat nooit bij de hand hebben gehad, kunnen zich voorstellen wat dit precies inhoudt. In Australië betekent £iet meestal, dat men ook met eigen hand een huis moet bouwen, wil men althans niet ten slachtoffer vallen van de enorme zwendel, welke er gaande is met betrekking tot het verhuren van woningen. Gezien de heersende t endens van eco nomische neergang, welke tot gevolg heeft, dat het al niet meer zo gemakke lijk is om maar naar willekeur een be trekking te vinden en het in vele in dustrieën onmogelijk is om nog over uren te maken, zou het voor een emi grant wel eens dc nekslag kunnen be tekenen, wanneer hij ook nog een schuld moet aflossen. Dit kan nietl Het zou er toe leiden/ dat de Nederlanders in Australië een verarmde groep gaan worden en de el lende zou niet te overzien zijn. Steun gevraagd. Het is integendeel juist sterk aan te raden, dat van nederlandse zijde iets ge daan wordt om de positie van de Ne derlanders daar te verstevigen, door b.v. het verstrekken van bouwcredie- (ten aan onze mensen te vergemakke lijken. Zonder dat dit Nederland direct geld behoeft te kosten kan in dat opzicht belangrijk werk voor de emigranten worden gedaan. De plannen, welke de heer Haveman in zijn actetas had, zullen Australië voor vele Nederlanders moeilijker be reikbaar maken. Het zou met name voor gezinshoofden onverantwoordelijk worden om zich met zware schulden in dat land te vestigen. Lagere lonen? Er is in Australië thans ook een stro ming, welke er op aandringt, om nieuw aangekomen immigranten gedurende e- nige tijd lagere lonen te geven, dan australische arbeiders. Deze stem is inet name te beluisteren in werkge verskringen, waar men van de gedachte uitgaat, dat mensen, die de australische omstandigheden en ook dikwijls de taal niet kennen, geen volwaardige arbeidskrachten vormen. Toen de kwes tie in het parlement ter sprake kwam, verwees de minister de heren naar het (Hof van Arbitrage, doch deelde tevens mede, dat de kwestie inderdaad lang durig overwogen was. Het is niet te verwachten dat het Hof van Arbitrage iets van de immi grantenionen zal afknabbelen, want de arbeidersbeweging zou direct in het geweer komen. Deze wil geen import van goedkope krachten. Dit is ook een van de redenen, waarom men in dat werelddeel geen Aziaten binnenlaat. Het voorstel kal dus wel van de baan gaan, doch het illustreert duidelijk dat voor de immigranten de room van de melk Zwendel. Ook de categorie „vrije emigranten", [dus zij die uit eigen middelen de reis naar Australië maken, heeft de aan dacht van de heer Haveman gehad. jVoor deze had hij een waarschuwing in petto zich vooral te overtuigen van de echtheid van eventuele huisvestings- en werkgeversverklaringen wanneer men de grote tocht gaat ondernemen. Tal rijke mensen zijn het slachtoffer ge- Worden van zwendelaars, die voor een zacht prijsje wel van dergelijke papieren konden leveren. Bij aankomst in het vijfde werelddeel bleek dan alles op los-|

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1952 | | pagina 2