NOORD-BEVELANDS
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Problemen
industrialisatie
No. 2497
Zaterdag 14 October 1950
54e Jaargang
DRUK EN UITGAVE A. G. M. MARKUSSE TE WISSEKERKE TELEFOON No. 308 - GIRO No. 32622.
Abonnementsprijs f 1.50 per jaar. - Franco per post f 3.00. - Advertenties 5 cent per mm - 2250 betalende abonné's
der
De industrialisatie waarin velen
de oplossing zien van de economi
sche moeilijkheden, die voor een
dichtbevolkt land, dat groeit naar
de overbevolking, liggen opgetast,
is niet alleen een economische strijd
vraag, maar behoort ook onder al
gemeen sociaal aspect te worden
bezien. De industrialisatie heeft zich
aan te passen bij de geestelijke ge
steldheid van de bevolking. Men
kan niet gaan industrialiseren, zon
der dat de sociale zijde van dit
vraagstuk voldoende bekeken is.
De aandacht voor die sociale kant
begint wakker te worden. De Stich
ting voor Maatschappelijk werk in
Friesland heeft de hoogleraren
Groenman en Banning uitgenodigd
daarover korte inleidingen te hou
den, waarvan men de verslagen
aantreft in het Bulletin van het So
ciologisch Instituut van „Kerk en
Wereld". Er komen daarin belang
rijke uitspraken voor, die wij onder
de aandacht willen brengen van
onze lezers en waaraan wij eigen
gevolgtrekkingen willen verbinden.
Prof. Groenman maakt ons hierop
indachtig, dat wij bij de industria
lisatie behoren te letten op de schei
ding tussen agrarische en industri
ële sfeer. Bij een vermenging van
deze sferen zal aan de landbouw
schade worden toegebracht. Agra
rische arbeid vergt meer de gehele
mens, de totale persoonlijke belang
stelling dan industriële arbeid. Werk
in de landbouw is niet productie
per uur, per stuk binnen afgepaalde
uren, maar eist liefde op voor leven
de zaken, voor groeizame natuur,
voor het dier; liefde die niet binnen
tijdslimieten is te vatten of in tijds
eenheden is uit te drukken, zo min
als in gestandaardiseerde handelin
gen. Als industriearbeiders en agra
riërs in een en hetzelfde gezin voor
komen of als buren naast elkaar,
leidt dit tot wrijving of vervlakking,
Binnen het gezin van de kleine boer
krijgen wij naast elkander het bezits-
denken en het arbeids-denken. Mis
schien dat de industrie een ver-
ZOJUIST ONTVANGEN
Zwarte sajet (scheepje) f 2.75 p. kn
Molton flanel f 2.48 p. m.
Borstrokken (maat 5) f 5.- p. st.
Khaki overhemden vanaf f 8.75
Blauwe overhemden vanaf f 7.90
W. DINGEMANSE
Textielhandel, Kolijnspl., tel. 255.
menging met de agrarische sfeer zou
toejuichen. De werkloze industrie
arbeider immers, valt dan terug op
een bedrijfje en slaagt er min of
meer in, in zijn onderhoud te voor
zien. Maar men mag dit de land
bouw niet aandoen. Het platteland
bezit waarden; gevoel voor maat,
voor verhouding, voor stijl, die ge
vaar lopen bij een mengingsproces.
Prof. Groenman herinnert er ons
aan, dat industrialisatie betekent
maatschappelijke structuurwijziging.
Dient die wijziging zich te voltrek
ken, dan moet men nadrukkelijk
kiezen voor de evolutie, voor de
geleidelijkheid.
De industrie moet de tijd hebben
te groeien in een industrie-kern. Zij
moet niet als groot-industrie bezit
nemen van een plattelands-centrum.
Ook moet er geleidelijkheid zijn in
de aard van het industrialisatie-pro
ces zelf. Men moet op het platteland
de voorkeur geven aan overzichte
lijke bedrijven, waarin nog persoon
lijke betrekkingen kunnen bestaan.
Bedrijven waarin de directeur, de
bedrijfsleider nog wordt gekend door
de arbeiders, en waarin deze om
gekeerd ook zijn arbeiders kent.
De plattelander is niet gewend
om als arbeidskracht een nummer
te zijn, om in de massa van het
arbeidsleger onder te gaan. Men
moet niet menen, dat alleen grote
bedrijven rationele bedrijven zijn.
In industriële kringen richt men juist
het oog op de „menselijke factor".
Niet „hoe groter" maar „hoe beter"
is de leuze. Er zijn tal van voor
beelden te noemen van voortreffe
lijke rationele bedrijven van onge
veer 50 of 100 arbeiders. Men kieze
overigens bij de industrialisatie de
volkomen natuurlijke weg van het
bekwaam geleide kleine bedrijf naar
midden of groot bedrijf. Het opvan
gen van de gevolgen der industria
lisatie is minstens even belangrijk
als de industrialisatie zelf.
Prof. Banning gaat nog dieper in
op de kwade gevolgen, welke de
industrialisatie met zich mee kan
slepen. Industrialisatie betekent: een
terugdringen van de agrarische gees
tesgesteldheid en beschaving, een
overheersen van het moderne ste
delijke type, ook daar waar men
door decentralisatie en een vooruit
ziende politiek de moderne steden
niet tot steenwoestenijen zou laten
ontaarden.
Ongetwijfeld zal de industrialisa
tie de differentiatie van het onder
wijs bevorderen, omdat het industri-
alisme van de belangrijkste arbeids
krachten een zekere technische be
gaafdheid eist. Daarmede zal gepaard
gaan een aandrang tot verhoging
van de leerplichtige leeftijd en daar
mede een verhoging van het intel
lectuele peil der bevolking. Maar
ook de versterking der rationele en
rationalistische strekkingen, eerst in
het arbeidsleven, maar verder ook
in het gehele beschavingstype. De
sfeer van het heilige zal steeds meer
uit de arbeid van de andere men
selijke verhoudingen worden terug
gedrongen. De contractuele regelin
gen zullen de patriarchale en familiale
gaan verdringen, hetgeen neerkomt
op een verzakelijking van het leven.
De mogelijkheid is groot, dat de
industrialisatie het gezinsleven zal
verzwakken. In het agrarische maat
schappij-type is het gezin de plaats
waar de opgroeiende jonge mens
meisje en jongen de voorberei
ding vindt voor het leven, ook voor
het arbeidsleven; het gezin helpt
hem ingroeien in de maatschappij
op geleidelijke en onopzettelijke
wijze; hij verwerkt daar ook de be
langrijkste levenservaringenin een
industrialistisch maatschappij-type
wordt een deel van de opleiding
voor arbeidsproces en maatschappij
aan speciale instituten toevertrouwd,
de ontspanning wordt voor een groot
deel buiten gezinsverband gezocht.
Het is van het grootste belang
voor de samenleving, dat de gezins-
verwoestende werking van een on
geleide overgang van de agrarische
naar de industriële toestand wordt
voorkomen.
Wij deden slechts enige grepen
uit de belangwekkende vertogen,
waarmee de studie over de sociale
gevolgen der industrialisatie min of
meer wordt ingeleid. Zij bevatten
een grote bezorgdheid over de fu
neste gevolgen, die een te schielijke
en onoordeelkundige industrialisatie
kunnen meebrengen. De vraag in
hoever de industrialisatie nodig en
nuttig is voor de oplossing van ons
economisch probleem gaat nog voor
af aan de bescherming van haar
invloed op het sociale leven.
Maar indien de industrialisatie on
vermijdelijk is, dan is het zaak dat
men, alvorens men haar op grote
schaal toepast, zich rekenschap geve
van het feit, dat zij een operatief
ingrijpen betekent in het tere weef
sel onzer bestaande maatschappe
lijke verhoudingen. Men moet er op
letten, dat er geen edele delen wor
den weggesneden en dat bestaande,
door de traditie gegroeide en dik
wijls gezegende psychische toestan
den en verhoudingen niet abrupt
worden vernietigd.
De samenhang van de verschil
lende functies en geledingen in het
DEZE WEEK
Amandel speculaas 52 ct p. >/2 p.
Wit speculaas 42 en 48 ct p. '/2 p.
Bruss. kermis 49 ct p. '/2 p.
Biscuit 39 ct p. '/2 p.
W. DINGEMANSE
Levensmiddelenbedrijf
Kolijnsplaat, tel. 255.
maatschappelijk leven is zeer innig.
En er schuilt gevaar in, dat men
door het genezen van de ene kwaal
een andere oproept. Dat er een grote
mate van geleidelijkheid bij de toe
passing der industrialisatie in acht
moet worden genomen, dat is wel
een zo dwingende noodzaak, dat zij
door mannen die de industrialisatie
onontkoombaar achten wordt inge
zien.
Dr P. H. Ritter Jr.
De burgemeester van Wissen-
kerke deelt mede, dat de collecte
voor de Gezamelijke Militaire Fond
sen, welke gehouden werd in de
week van 2 t.e.m. 7 October j.l.
heeft opgebracht de som van f 74.25,
t.w.
Wissekerke f 23.19
Kamperland f 38.59
Geersdijk f 12.47
Makende f 74.25
Aan allen die hieraan hebben ge
geven en medegewerkt hartelijk
dank.
De burgemeester voornoemd,
J. J. van der Maas.
Noord-Bevelandse
Damvereniging opgericht.
Vrijdag 6 October kwam de Dam
club Kamperland en de Damclub
Kortgene in het gemeentelokaal te
Kamperland in vergadering bijeen,
met het doel om te komen tot de
oprichting van één noordbeveland-
se damvereniging.
Nadat de aanwezigen hierover
hun mening te kennen hadden ge
geven, kon tot .de oprichting hier
van worden overgegaan, waarvoor
16 personen zich als lid opgaven.
Bij stemming bestuursverkiezing
werden gekozen de heren P. Bou-
terse, M. j. Leendertse, W. j. Kos
ter en C. j. Hollestelle, resp. als
voorzitter, secretaris, penningmees
ter en alg. adjunct.
Besloten werd toe te treden tot
de Ned. Dambond, benevens deze
winter deel te nemen aan de club-
comp.wedstrijden le klasse Zeeuwse
Dambond.
Aan het eind der vergadering
sprak de voorzitter de wens uit,
dat er nog vele damliefhebbers, in
het bijzonder van de overige plaat
sen van het eiland, tot deze Vere
niging zullen toetreden, en sloot
hiermede de vergadering na eerst
dank te hebben gebracht aan allen
voor hun spontane medewerking.