NOORD-BEVELANDS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD Zwakheid r Voor strand en vacantie kleding No. 2478 Zaterdag 3 Juni 1950 53e Jaargang kenmerk van onze regering hebben wij alles wat u zoekt. SCHRIJVER'S STOFFENHANDEL, GOES DRUK EN UITGAVE A. G. M. MARKUSSE TE WISSEKERKE TELEFOON No. 308 GIRO No. 32622. Abonnementsprijs f 1.50 per jaar. - Franco per post f 3.00. - Advertenties 5 cent per mm - 2250 betalende abonné's Wie meent, dat met de overdracht der souvereiniteit het indonesisehe vraagstuk tot het verleden is gaan behoren en dat er door Nederland geen actieve rol meer kan gespeeld worden in de politiek overzee, toont geen begrip van een vraagstuk, dat Nederland nog tot het vervullen van dure plichten roept. Ten aanzien vari Indonesië heb ben wij meer te doen dan treuren over een onberaden en ontijdig prijs geven van macht ten nadele van een inheemse bevolking, die na het verdwijnen van Nederland in de chaos is gestort. De onderhandelingen ter ronde tafelconferentie zijn van nederlandse zijde uitgegaan van het beding, dat de zelfstandigheid der autonome ge bieden zou worden gewaarborgd en die waarborg is in de wet betref fende de souvereiniteitsoverdracht ingelijfd. De nederlandse regering is er dus toe gehouden, te waken tegen de schennis der zelfstandig heidsrechten. Deze schennis is aangevangen, terstond nadat de conferentie uit eenging. Zij kwam niet voort uit vergissingen of incidentele gevallen, zij was een gevolg van welbewust, principieel indonesisch beleid. Dat beleid heeft gevoerd tot een op dwingen van de eenheidsstaat aan daartoe onwillige gebieden, zij kan leiden tot bloedbaden. Terecht vroeg onze volksvertegenwoordiging aan de regering: waar zijn uw daden? Die daden bleken te bestaan in een schuchtere, informerende nota aan de indonesisehe regering, eerst in deze maand, terwijl de tragedie der kneveling van de autonome ge bieden reeds lang aan de gang is. Het ligt in de rede, dat aan de Ka mer het vertrouwen in de bewinds man voor Overzeese Gebieden ont zonk en dat mr Oud, die daarbij stem gaf aan wat in het hart leeft van het nederlandse volk, voor zijn motie van wantrouwen een zo groot aantal stemmen verkreeg, dat zij, al werd zij verworpen, voor de rege ring een vermaan beduidt. Staat het vast, dat allen, die be horen tot de partijen, welke haar steun aan de regering hebben ver nieuwd een zo groot vertrouwen in het indonesisch beleid koesteren als in het meerderheidsvotum tot uiting kwam? Wie zijn oor te luisteren legt, komt te weten dat er veel op positie bestaat, ook buiten de Op positie. Maar om de indonesisehe Noppé fantasie f 1.89.Vistra,kleurecht fl.95. Gebloemde dessins in frisse kleuren f 2.55. Voor alles wat u zoekt op kledingstof fen-gebied slaagt u naar genoegen in HET SPECIALE STOFFENHUIS OPRIL MARKT, BI| DE KADE politiek van de Kamer goed te be grijpen, moet men zich rekenschap geven van het feit, dat het indo nesisehe probleem, een landsbelang, wordt doorkruisd door overwegin gen van binnenlandse politiek. De inzet van het spel op het Binnen hof is het behoud der huidige re gering. En toen de regering ver klaarde te zullen aftreden na de aanvaarding der motie-Oud, speelde zij een troef uit, die zij in handen had. Dat het regeringsgebouw slechts waggelde en niet omver viel, ver hindert niet op te merken, dat de minister van Overzeese Gebieden zijn houding tegenover de stijgende onrust en het stijgende onrecht in Indonesië uitermate zwak verde digde, zich zelfs vergiste in de for mulering van een kardinaal punt van zijn beleid, een vergissing, die eerst door het indienen van de motie-Oud werd ontdekt. Het ver hindert evenmin op te merken, dat ook in de motie-Romme, die de re gering redde, een duidelijke waar schuwing lag aan het adres van de minister, een grotere activiteit te betrachten ten aanzien van het recht der zelfbeschikking. De minister stelde de noodzaak van „wijsheid" tegenover de daden- drift van de Kamer. Maar waar ligt de grens tussen wijsheid en weife ling? Indien de regering de belangen der Nederlanders in Indonesië wil beschermen door een uiterste rekke lijkheid tegenover de wederpartij, dan is dit een begrijpelijke overwe ging. Maar is dat vertrouwen in de wederpartij gewettigd, nu zij ge maakte afspraken schendt en in haar gehele bewindvoering duidelijk blijk geeft, ieder nederlands verlangen te weerstreven? Terecht riep mrOud uit: „Er zal een Unie van samen werking zijn of geen Unie!" Wat is de Unie waard, indien zij aldus moet worden opgevat, dat Indonesië straffeloos door kan gaan met het breken van afspraken? Deze opvatting wordt aangewak- DEZE WEEK 2 stukken zeep en 1 stuk toiletzeep voor slechts 65 cent. W. DINGEMANSE Levensmidd.bedrijf, Kolijnsplaat. kerd door de velen, die niet moede worden te constateren, dat Indo nesië beschikt over een volledige souvereiniteit. Deze vaststelling be oogt slechts een psychologische in vloed. Zij bedoelt te zeggen: „laat ons nu maar niet modderen in de Indonesische zaken, laat de nieuwe souvereine staat zijn gang nu maar gaan 1" Maar enerzijds zou voor hem, die het uniestatuut bestudeert, die volledige souvereiniteit juridisch be twistbaar zijn, anderzijds verleent die souvereiniteit niet het recht, overeenkomsten te verbreken, waar toe men tegenover de bond-staat gehouden is. De vrees voor wat komen zal verlamt de daadkracht onzer toe gefelijke bewindslieden. Zij zijn er van overtuigd, dat een conflict over het zelfstandigheidsrecht, wanneer het wordt op de spits gedreven, tot een uiterste bekoeling en tot een uiteenvallen der unie kan leiden, die men zo voortvarend en zo kun stig heeft opgebouwd. Maar de unie in haar huidige uitwerking blijkt hoe langer hoe meer te zwak om haar eigen beginselen te vervullen. Wij mogen er niet tegenop zien, indien Djakarta onwillig blijft, met het zelfbeschikkingsrecht re kening te houden, van onze be voegdheid ex art 2 van de wet op de souvereiniteitsoverdracht gebruik te maken en de kwestie voor te leggen aan de Verenigde Naties. Nederland is niet alleen gemach tigd tot daadskracht, wij zijn ertoe verplicht. De bijstand aan de auto nome gebieden behoort tot de er fenis van onze koloniale positie. De waarde van het Nederlands be wind over Indonesië heeft behalve om wat wij daar tot stand brach ten, gelegen in onze erkenning en regeling van de eigen aard van alle gewesten die door onze opperhoog heid werden verbonden. Deze zorg voor de federatieve structuur dient de belangen van in heemse bevolkingen en zij is inge lijfd, als Nederlands plicht in de souvereinileitsoverdracht.Volharden wij in lijdelijkheid ten aanzien der verdragsschendingen, dan zijn wij te berispen. In eigen oog, maar ook in het oog van de wereld. Ziet hier dan een natie, die haar rechten mis kent en haar plichten verzaakt! P. H. Ritter Ir

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1950 | | pagina 1