NOORD-BEVELANDS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD DAT WAS 1949.... No. 2456 Maandag 2 Januari 1950 53e Jaargang 4 DRUK EN UITGAVE A. G. M. MARKUSSE TE WISSEKERKE TELEFOON No. 308 - GIRO No. 32622. Abonnementsprijs f 1.50 per jaar. - Franco per post f 3.00. - Advertenties 5 cent per mm - 2250 betalende abonné's Het oude jaar is haast voorbij, nog resten enk'le uren, En dan heeft weer de slag van twaalf het nieuwe ingeluid; De grijze Vader Tijd beleefde heel wat avonturen, En zet zich in zijn leunstoel voor het jaarlijkse besluit. De struise Nederlandse Maagd, ondanks haar vele plichten, Geeft tijdelijk het roer van staat in een vertrouwde hand, En wil met Vader Tijd nog eens het oude jaar belichten, Dat zoveel heeft betekend voor ons kleine vaderland. „We hadden", zo begint de Maagd, „in 't algemeen geen klagen, Ik ben en blijf toch altijd nog maar graag wat optimist, Al zijn we in de voetbal dan door Belg en Deen verslagen, En heeft zich onze leeuw dan in de duiveltjes vergist „Hoor toch eens aan", bromt Vader Tijd, „Wie had dat kunnen denken, Het vrouwenhoofd raakt ook al vol van spelen en van sport, Er is wel iets van méér belang om aandacht aan te schenken, Let maar eens op wat politiek ons kleine landje schort: We bleven weer een heel jaar lang gestaag aan 't confereren, De Ronde Tafel bracht een diplomatenstroom hierheen, Maar 'k heb toch het idee, dat onze mensen die regeren Wel voelen dat ze achter staan, en méér dan slechts nul-één „Dat weet ik nog zo net niet", valt de Maagd hem in de rede, „Wij moeten samenwerken„t>ok ten bate van óns Rijk, We kijken naar de toekomst en zien niet meer naar 't verleden, Wanneer wij zó ten aanval gaan wordt vast de stand gelijk 1" „Dat zullen we dan hopen, maar 'k hecht weinig aan je oordeel, Het vrouwelijk verstand heeft niet zo'n beste naam en faam „Dat is nu óók voorbij, de tijd verandert in ons voordeel, In '50 wordt de Vrouw zegt Wyers handelingsbekwaam 1 Het wetsontwerp daartoe is, vind ik, een der mooiste dingen Die 'tafgelopen jaar aan onze sexe heeft gebracht, Dan zullen al die mannen wel een toontje lager zingen, En krijgen we na veel geduld dan óók een beetje macht „Gelukgewenst, heer Maagd, dat je die vrijheid moogt gebruiken Tot voorspoed van ons land en volk, dus van ons allemaal; Ik zie, net als van 't zomer, hele scharen vrouwen duiken En spartelen ter onzer eer in 't engelse Kanaal I Ik zie ze home-gepermanent da's ook dit jaar gekomen Verscheuren tot de laatste bon de distributiekaart „Natuurlijk, dat is 't ideaal waarvan wij vrouwen dromen, De koffie en de steenkool nog, dat is ons alles waard; De prijzen bleven hoog, dat is verdrietig voor ons bruintje, Maar heerlijk is de kaalheid van de bonkaart-algemeen, Haast net zo kaal en glad als wijze mannen op hun kruintje, Maar daarvoor kwam dit jaar het kleine kappertje in Eén! Een flesje vocht, een hoogtezon „Daar moet je niet mee spotten, Want elke man ziet graag zijn hoofd natura toegedekt; 'k Geloof niet dat de man expres dunharigen bedotte, AI heeft de volle maan allicht zijn buidel wel gespekt Zelfs kale Duitsers kwamen om bij "hem weer haar te krijgen, Maar moesten halverwege naar hun Heimat weer weerom". ,,'tWas jammerlijk, en laten we daar verder over zwijgen, Daar Michel toch al volop in de narigheden zwom; In 't westen, daar ging Nederland de grenzen corrigeren, In 'toosten, ondoordringbaar, bleef het ijzeren gordijn „Dat vond ik niet oprecht, wat Holland deê was annexéren, Al mag er in de politiek een mooie term voor zijn! Zo werd ons land wel groter, maar ons geld werd heel wat minder, Al riep men maanden „nee", tenslotte kwam het er toch van, En stiekum op een Zondag, want dat gaf de minste hinder, Kwam onze grote Piet met zijn devaluatie an! De gulden moest omlaag de grootste strop was voor de vrouwen, |a, Vader Tijd, we werden met een gulden toeslag blij, Behalve de ministers dan, die kregen voor hun sjouwen Naast achttien mille per jaar er toch nog gauw zesduizend bij „Vergeet de Kamerleden niet, die gaan ook al beginnen, Want morgen mag de werkman met zijn loon een riks vooruit, Dus waarom zij dan niet? Je weet, wat binnen is is binnen, En 'tgaat voor deze heren om een heel wat vett're buit!" „Wat dat betreft bleef ook dit jaar de wereld net als vroeger, De rijken werden rijker en wie arm was méér verarmd, De gulden van de toeslag was het fooitje van de zwoeger, En wie er dicht bij 'tvuur zat, heeft zich wéér het best gewarmd!" „Dat vind je bij de dictatuur, doch ook bij democraten, Jan Boezeroen staat altijd nog het eerste in zijn hemd. Maar laten we vooral toch over leuke dingen praten: We hebben weer opnieuw voor de gemeenteraad gestemd! We streden voor de zwarten, voor de rooien of de blauwen, We hebben op ons stembiljet de beste keus gedaan „Doch in de grote politiek voelt Truman zich verkouwen, Het kostbare atoomgeheim is practisch naar de maan! De Rus heeft óók een bom nee-nee, niet van die nare zaken, Ze stoorden ook de radio, 't was net weer oorlogstijd, Maar dat is iets, daar kun je je zelfs vrolijk over maken, Dat geldt ook onze Stotteraar, die zich weer had bevrijd „We bleven in de woningnood, voor vrouwen om te huilen, Want vele jonge paartjes trouwden weer bij moeder in, En als je wou verhuizen moest je wel met tien man ruilen, Waarvan er negen waren met een portie tegenzin; Hoewel, daar was Faas Wilkes maar die kon er aan verdiénen, Die trapt nu in Italië om handen vol met geld, Wij voelen ons bedrogen en het is haast om te grienen We kregen van de Denen klop, nog wel op eigen veld „Zo was er, Vader Tijd, weer veel te prijzen en te laken, Er werden valse tekeningen van Van Gogh ontdekt, En om de griep te keren gingen we aan 't eitjes maken, Waardoor juist een klein griepje bij de mens wordt opgewekt; Er was een suikeroorlog en een veldslag om gebitten, De tandarts was in Holland heus wel goed maar lang niet mal „Dan zijn we ook wat vaster aan de Benelux gaan zitten, Doch vraag niet naar het resultaat, want da's nog niemendal 1 Voorts hebben we met een dozijn, dat mag je niet vergeten, Ons hecht aaneengesloten in een Noordatlantisch Pact; We hebben Beel en Lovink glad in Indië versleten, En naar een schaarse Zondag zonder rijverbod gesnakt „Ik dien als Hollands Maagd de jubilea te gedenken, Met luchtvaart, voetbal en toneel zat ik er middenin, Plus nog een grote Julidag met kostbare geschenken: De vorstelijke bruiloft in ons prinselijk gezin 1" „Dit zou een aardig slot zijn, maar ik moet nog één ding noemen, Dat in de Iandshistorie eeuwenlang te boek zal staan: De ooievaar was niet werkloos en mag zich dus beroemen: Ik bracht nog in dit jaar ons land de tienmiljoenste aan! „Met tien millioen dan, Vader Tijd, het nieuwe jaar bekeken, We zullen méér ons best doen dat is zo ons wiegelied ....-— Al zal op oujaarsavond, net als altijd, zijn gebleken: Een vos verliest zijn haren wel, maar toch zijn streken niet 1" (Nadruk verboden) Jaap Mijderwijk.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1950 | | pagina 1