Oranje
10©KD-BÊ¥EL^1DS
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
HOLLAND'S GLORIE
Wij
hebben nog
een
No. 2438
Zaterdag 27 Augustus 1949
52e Jaargang
DRUK EN UITGAVE A. G. M. MARKUSSE TE WISSEKERKE
TELEFOON No. 308
GIRO No. 32622.
Abonnementsprijs f 1.50 per jaar. - Franco per post f 3.00. - Advertenties 5 cent per mm - 2250 betalende abonné's.
Ons land en volk gaan langs een
diep ravijn. Velen merken het niet,
omdat de duisternis verjaagd wordt
door de op een hoge pit gedraaide
lamp van kunstmatig optimisme. En
om die pit staat een lampeglas,
waarop de wind geen vat heeft.
Het is helemaal niet rustig op de
weg, welke het riederlandse volk
moet gaan. Tal van jonge kerels
sneuvelen, doch hun laatste adem
is niet krachtig genoeg om het licht
binnen het glas maar te doen flak
keren en daarom ziet het volk nog
steeds niet hoe groot de duisternis
wel zal zijn als de lamp is leeg-
gebrand.
Ook zijn er wijze mannen onder
de voorttrekkende karavaan van
ons volk, die in hun lange leven
rijke ervaring hebben opgedaan en
reeds menigmaal duistere ravijnen
passeerden zonder zich te laten lei
den door een slechtgevulde lamp.
Zij zagen bijtijds de scherpe ran
den van de afgrond zich aftekenen
en hun geoefend oog is ook thans
niet verblind. Zij trachten door luid
geroep de leiders van het volk te
overreden, de misleidende lamp te
doven, doch hun stem wordt slechts
door weinigen beluisterd. De massa
is verrukt van de hoge vlam, welke
voor haar oplaait.
„Ze zijn dol geworden, die se
niele mannetjes", zeggen de over-
moedigen onder de schare, maar zij
vergeten, dat die oude leiders het
volk eens met succes door de vuur
poel van een oorlog voerden.
En wanneer zo nu en dan grote
groepen van de voorttrekkende ka
ravaan een andere weg wensen in
te slaan, roept de fouragemeester
met luide stem, en gesteund door
alle leiders van de stoet, dat hij wei
gert om voedsel aan zulke dwalen-
den te verstrekken. „Wilt ge dan
verhongeren roepen zij pathetisch
uit. „Ge kunt op die andere weg
zelf uw voedsel vinden", trachten
de oude gidsen nog te raden, doch
zij worden overschreeuwd en moe
deloos zet het volk de tocht voort.
En tijdens de lange reis komen
de hoofdmannen van het volk lei-
de'rs van een andere karavaan te
gen, die een weg langs dezelfde af
grond hebben gekozen. De mensen
in die karavaan kijken met smeken
de ogen op naar onze eigen man
nen en vrouwen, doch zij spreken
niet. Lopen hun leiders niet zwaar
gewapend en heeft de fouragemees
ter van de karavaan der blanken
die zelf niet verstrekt?
Voorop in onze eigen karavaan
lopen hooggeachte mannen. Velen
van hen dragen onderscheidingen,
verkregen uit verdienste voor het
vaderland. Aan het hoofd van de
andere karavaan gaan ook mannen
met onderscheidingen. Zij dragen
ze aan de achterzijde van hun revers,
waht het zijn japanse en de rijzende
zon is nu eenmaal niet zeer gewild
meer.
Toch geven de leiders van beide
groepen elkaar de hand en ledigen
samen een glas op eikaars welzijn.
In hun achterste rijen vallen wat
verdwaasde jongemannen. Dat is
onbelangrijk. Zet hun naam maar in
de krant met een zwart kader er
omheen. Natuurlijk meneerCritchley,
we zullen opschieten, anders wordt
het vuren niet gestaakt
Het is te somber om te geloven,
dat ons volk en onze regering zich
door dik en dun zullen laten ver
blinden door een ongemotiveerd op
timisme. Het is ook te somber om
te denken, dat een deel van het
fiere Koninkrijk der Nederlanden
voor enkele milliarden Marshall
dollars wordt verkocht aan een groep
machthebbers, die van democratie
evenveel weten als een Sovjet-bur
ger van vrije verkiezingen. Het is
te somber om te geloven, dat een
nederlandse regering „wat gul" is
met het weggeven van macht en
grondgebied aan onbetrouwbaar ge
bleken politici, ook al heeft een dr
Van Royen dit reeds als wenselijk
omschreven.
Het is vreselijk somber, doch bij
dit alles is één lichtstraal, die klaar
en helder is als van de zon zelve:
wij hebben nog een ORANJE. Wij
geloven niet dat de traditie van ons
vorstenhuis gedoogt, dat met ons
volk en met onze wetten wordt ge
sold, ook niet al komt er een UNCI
bij te pas. Wij weten, dat onze kroon
nog immer de bevoegdheid heeft
parlement en regering te ontbinden,
wanneer beslissingen zouden wor
den genomen tegen de wil van het
volk in. Wij geloven niet, dat de
meerderheid van Nederland ons rijk
verscheuren wil en daarom hopen wij
in deze bange dagen, dat de deelne
mers aan de rondetafelconferentie
het ook voor ogen zullen houden,
dat Oranje in het verleden tegen de
wil van de machtigste heersers der
aarde heeft opgetornd. Moge dit be
sef van de historie aanleiding zijn
om voor Nederland aanvaardbare
voorstellen ter tafel te brengen,
welke ons garanderen, dat ons werk
in de tropen niet voor niets is ge
weest en onze bezittingen ons niet
zullen worden ontstolen.
A.B.H.
WAT DOET V.V.V.?
OVER ONZE GRENZEN
Maar voor het zover is,
zijn heel wat artikelen, folders en foto's
in buitenlandse bladen verschenen!
Wie als Nederlander over onze grenzen toeft, voelt even een stroom
van trots over al zijn leden, wanneer onze vlag of een ander teken hem
aan zijn vaderland herinnert. In de toekomst moeten wij in het buiten
land meer en meer herinneringen van Holland vinden, wil ons land de
bekendheid en goede naam verwerven, die wij ons zo gaarne toewensen.
Tot deze conclusie kwamen wij na een collegiaal gesprek, dat wij hadden
met de perschef van de Algemene Nederlandse Vereniging voor Vreem
delingenverkeer, mr C. A. de Vries. Het is deze vereniging, die de naam
van Nederland tot in de uithoeken van de wereld uitdraagt en als brood
in de sneeuw de vreemde trekvogels op nederlandse bodem doet neer
strijken. Vanzelfsprekend is voor het vreemdelingenwezen, gelijk voor
elke industrie, een goed functionnerend reclamewezen nodig.
Wat doet Nederland om toeristen
naar zijn polders en heide te trek
ken Het antwoord hierop vinden
we aan de wanden van talrijke bui
tenlandse kantoren en in de brie
venbussen van ontelbare mogelijke
liefhebbers voor een reisje naar wa
termolens en Zuiderzeewerken. Sta
pels kleurrijke affiches en dito fol
ders in bloemrijke taal met schit
terende foto's vinden jaarlijks hun
weg naar alle windstreken, doch
speciaal naar de Verenigde Staten.
Want wij moeten in de eerste plaats
Amerikanen trekken, om hun grotere
welvaart, waardoor zij gemiddeld
een grotere koopkracht bezitten dan
andere vreemdelingen, maar vooral
om hun dollars. Toch worden an
deren niet vergeten, want ook naar
Portugal, Frankrijk, België, Zuid-
Amerika, worden brede papieren
reclamewegen aangelegd, waarlangs
stromen vreemdelingen naar ons
Ter kennismaking met
onze heerlijke
Likeurschijfjes
deze week V/2 ons voor slechts
35 cent
en voor de kinderen V/2 ons
Anijsbeestjes voor slechts 30 ct
W. DINGEMANSE
Levensmidd.bedrijf, Kolijnsplaat.
kleine land worden getrokken om
hier over heide en waterland, bos
sen en stranden te vervloeien. E-
gyptenaar en Italiaan wordt op vlot
te wijze in eigen taal verteld van
nederlandse klederdrachten en bloei
ende bollenvelden.
Ook de buitenlandse pers wordt
bewerkt, al moet een moeilijke weg
bewandeld worden om de alkmaar-
se kaasmarkt of een zeeuwse schone
onder ogen van het noord- of zuid-
amerikaanse publiek te brengen. De
advertentiekolommen van de kran
ten in de nieuwe wereld zijn daar
voor ongeschikt, want de massa in
het land van Marshall is wars van
propaganda maar belust op nieuws.
Daarom wordt de hulp ingeroe
pen van vooraanstaande ainerikaan-
se publiciteitsbureau's, die over
nauwe relaties beschikken met de
grote courantenconcerns. Vakmen
sen in het perswezen werken in
Nederland samengestelde propagan-
da-artikelen om tot licht verteerbare
kost voor de typisch gërichte ame-
rikaanse geest. Met' ongelooflijke
handigheid en doorgewinterd vak
manschap weet men de kanalen,
die leiden naar het hart van de reis
lustige Amerikanen, te bevaren om
daar de fakkel van het enthousias
me voor Nederland te ontsteken.
En zo vindt men bij tussenpozen
de kolommen van de meest voor
aanstaande bladen in Amerika ge
vuld met „nieuws uit Holland", dat
ware het niet op de juiste wijze be
werkt, op de redactiebureau's als
onwaardig propagandamateriaal
naar de prullemand zou verhuizen.
Handige fotögrafen uit Detroit of
New York komen naar de Betuwe
en Walcheren en maken foto's van
de Betuwe in bloei en zeeuwse
meisjes, bij het zien waarvan zelfs
het stugge nederlandse hart moet
opengaan.
In tientallen amerikaanse kranten
kunnen we geïllustreerde reportages
volgen over de alkmaarse kaasmarkt
of de omstreken van Arnhem, be
roemd in de vreemde om haar rol
in bange dagen. En het pijprokend
staphorster boertje, dat ons wel hon
derd maal argeloos aanstaart uit
evenzovele kranten en tijdschriften
uit het land van Uncle Sam, zal in
zijn mooiste dromen niets hebben
ontwaard van de eer, hem aange
daan. Evenmin de charmante Frie
zin, die in nationale dracht gesto-