titel in de 100 en in de 400 meter
vrije slag, werd 2e in de 100 me
ter rugslag, won samen met Willy
den Ouden, Tini Wagner en Jopie
Selbach de 4 x 100 meter estafette,
terwijl Nida Senff nog juist voor
Rie aantikte in de 100 meter rug-
slag 1 In het Berlijnse zwemstadion
was het Wilhelmus niet van de
lucht, hoog wapperde het rood-wit-
blauw aan de masten, en luid schal
de onze strijdkreet „HOLLAND-
Holland spreekt een woordje meel"
Een woordje mee spraken ook
de zeilers: Daan Kachelland zege
vierde in zijn Olympia-jol. Bob Maas
werd 3e in de Star-klasse.
De ruiters kwamen ditmaal op de
tweede plaats, maar toch in 't zil
ver. De wielrenners triomfeerden
dank zij Arie van Vliet (eerste in
de 1 km-tijdrit, tweede in het sprint
nummer) en het koppel Leene-Ooms
op de tandem. De bekende hardlo
per Osendarp ontving de bronzen
medaille voor zijn prestaties op de
100 en de 200 meter.
Ons hockey-team veroverde in
1936 reeds een derde plaats (Brits-
Indië verkreeg de kampioenstitel)
en ook bij de kanoploeg kwamen
bronzen medailles terecht, n.I. voor
de 1 km éénpersoons, voor de 1
km tweepersoons kajak en voor de
10 km tweepersoons-vouwboot.
Het ging goed!
Een eervolle lijst welverdiende
zegetekenen. Met de lauweren die
Nederland thans te Londen oogstte
het resultaat van jarenlange training
en bewonderingswaardig doorzet
tingsvermogen.
,,'tGaat goedl" riepen onze land
genoten elkander toe in Londen.
Het ging héél goed. In 1920, in 1924,
in 1928, ook wel in 1932 en voor
al in 1936. Natuurlijk ook in 1948,
nu ons nationaal bewustzijn nog zo
is toegenomen.
De Olympische Spelen, altijd een
toonbeeld van sportieve prestaties,
hebben onze landgenoten opnieuw
leren winnen en ook leren
verliezen. Dat het deelnemen be
langrijker is dan het behalen van
een titel of medaille, verkondigen
reeds de wijze woorden van baron
Pierre de Coubertin, de stichter der
moderne Spelen. Dat Nederland
niet alleen deelnam, doch ook zo
vele overwinningen behaalde dank
zij de zegenrijke prestaties van on
ze landgenoten, die vochten voor
de eer van hun vlag, stemt tot
vreugde en voldoening!
Examens Pitmanschool
Op Woensdag 28 Juli j.l. werd
te Goes in de Pitmanschool een
examen gehouden vanwege de Pit-
manbond. Het diploma kantoorty
piste kon worden uitgereikt aan:
Mej. Jac. van Alten, 's H Arends-
kerke. Dhr. J. M. van Belzen, Goes.
Dhr. M. N. Eversdijk, Kapelle. Mej.
J. A. de Muijnck, Goes. Mej. H. C.
Bosma, Goes. Dhr. Jan van Doese
laar, Hoedekenskerke. Mej. Carla
M. Normann, Goes. Mej. Hendr. v.
d. Guchte, 's H Arendskerke. Mej.
Dien Sinke, Yerseke. Mej. Agje S.
van Ardenne, Goes. Dhr. C. M. Ha
melink, Goes. Mej. El. A. Magielse,
Goes. Dhr. J. J. M. Wolse, Kortgene.
Mej. M. M. Bakker, Goes. Mej. Cor-
ry de Dreu, Goes. Mej. Cath. Hou
tekamer, Wolfaartsdijk. Mej. El.
Tielkemeijer, 's H. Arendskerke. Mej.
A. E. Contant, Kolijnsplaat. Mej.
M. P. de Fouw, Kolijnsplaat. Dhr.
Chr. F. Hoornick, 's H. hoek. Mej.
El. G. v.d. Panne, 's H. Arendskerke.
Mej. El. M. Westplate, Wolfaarts
dijk. Mej. Nelly Boogaard, Goes.
Dhr. C. M. Lindenbergh, Ierseke.
Mej. H. H. G. Schapel Houman,
Wemeldinge.
3 candidaten werden afgewezen.
Voor diploma boekhouden Asso
ciatie slaagden:
Dhr. N. Sandee te Goes en Dhr.
A. de Jonge te Kruiningen.
Allen zijn leerlingen van de Pit
manschool te Goes. Voor nieuwe
cursussen, die in September begin
nen, wordt verwezen naar de ad
vertentie in deze courant.
ZUTPHEN,
bakermat der Nassau's?
Langdurige oorlogen, plunderin
gen en brand hebben vele waarde
volle archieven verloren doen gaan.
De oudste documenten, die er nog
bestaan, zijn soms ongedateerd, ver
melden zelden of nooit een geslachts
naam en stichten door gelijkluiden
de aanduidingen veel verwarring.
Bekend is echter een aantal oor
konden, dat over de stichting van
de burcht Nassau aan de Lahn (zij
rivier van de Rijn) handelt en da
teert uit de eerste helft van de 12e
eeuw. De bouwvallen liggen nu nog
als zwijgende getuigen boven op
een bergtop en bewaren angstval
lig het grote geheim van een roem
rijk geslacht.
Niet ver daar vandaan vinden
we een tweede ruïne. Een vreemd
uit de rotsen oprijzende toren, vier
kant van vorm en massaal van
omvang. In lang vervlogen tijden
stond daar de Laurenburg, het stam
slot van de latere Nassau's. Wie
woonden er in de Laurenburg?
Verschillende geschiedenisvorsers
hebben hun tijdgenoten gewild of
ongewild op dwaalsporen geleid.
Berucht zijn de „Rijngouwse Oud
heden" van een te goeder naam
en faam bekend staande Bodmann,
rechtsgeleerde en hoogleraar, wiens
complete documentenverzamelingop
een ongelooflijke mystificatie be
rustte. Dan is er het standaardwerk
van C. D. Vogel, waarop lang is
voortgebouwd en terugvoerde tot
814 met een doorlopende reeks van
graven, die later bleken niet be
staan te hebben Er is een
Darmstadtse archivaris geweest, die
op zijn beurt de „volledige oplos
sing" bracht door het Huis van
Nassau via vele gegiste verwant
schappen en samenvoegingen van
bekende en onbekende graven af
te laten stammen uit Zutphen
(„hetgeen ik nader aantonen zal"-
wat dan ook wel nodig is, maar
opmerkelijk genoeg nimmer ge
schiedde!)
Dertien eeuwen geleden.
Is Zutphen de bakermat der Nas
sau's
Allerlei nasporingen zijn gedaan
in die richting. Stamvader van ons
Vorstenhuis heet zelfs graaf Bero,
raadsheer aan het hof van de Me-
rovingische koning Dagobert I. De
zoon van Bero, grootmeester Otto,
voerde de vazallen aan van Dago-
berts opvolger Sigebert, die leefde
van 633 tot 656. Ons land behoor
de destijds tot het Frankische rijk,
waarvan het Oostelijk deel (Austra-
sië) o.m. uit Frisia en Nassau be
stond. Deze eerste Otto sneuvelde
in 642.
Volgens Schenk zu Schweinsberg
heerste de zoon van Otto VII, een
zekere Heribert en een vriend van
Wichardus van Gelre, in de IJssel-
gouw, waar het gehucht Suttfine
(Zuid veen) lag. De derde zoon
kreeg naar zijn kasteel op de rech
ter Rijnoever bij Andernach de bij
naam Otto van Hammerstein. Deze
was het, die „de Westergouw in
Nassau en de Boven-IJsselgouw in
leen ontving", zo lezen we in la
tere werken.
Ziedaar weer zo'n duister dool
hof van mystificaties, In Nassau
hebben nimmer Wester-, Ooster-
of Zuidergouwen bestaan. De juiste
titels luiden: „comes Westeroviae",
graaf van de Wetterau, en dit is
het stroomgebied van de Wetter,
het zijriviertje van de Nidda ten
Oosten van de Beneden-Lahngouw
Dan zou volgens Schenk Otto's
jongste broer „die oorspronkelijk
tegenover Hammerstein aan de Rijn
woonde" en daarom „graaf van
Rheineck" zou-heten, zich ook te
Zutphen gevestigd hebben. Zijn zoon
Rubert huwde daar (in 1059) met
Otto's dochter Irmentrud. Hun kin
deren voerden allen de titel graaf
(of gravin) van Zutphen. „Maar",
betoogt prof. dr. F. J. L. Kramer,
men zoekt vergeefs waaraan die
toegedichte waardigheid ontleend
is." Terecht. Er bestaan nergens
gegevens, dat Otto van Hammer
stein ook graaf van Zutphen werd.
Een graaf van Rheineck heeft nooit
bestaan, ook al ligt ergens aan de
Rijn een ruïne van die naam. Wel
heeft een stadje Rhineck zijn naam
gegeven aan enkele graafjes van
minder allooi, doch dit plaatsje lag
aan de Kinzig, die bij Hanau in de
Main uitmondt
En helemaal bont wordt het ta
fereel, wanneer een „Hendrik van
Nassau" ten tonele gevoerd wordt
omdat op een oude munt uit de
Xlle eeuw staat: „Henricus" „NA''
„SA", waaruit men weliswaar een
Hendrik van NA(s)SA(u) kan aflei
den, doch in werkelijkheid alleen
maar de wél historische Hendrik
van SA(y)NA mag herkennen 1 En
deze niet bestaande Hendrik „van
Nassau" heeft een al te ijverig ge
schiedvorser, teneinde zijn stamboom
te completeren, tot een broer van
een der Ruperts gemaakt en laten
huwen met de gravin van Arnstein,
met wie hij anders ook geen raad
wist.
De Laurenburg.
Rupert II, die vergeefs geprobeerd
heeft de rechten van Otto van Ham
merstein op te eisen, schijnt daarin
niet geslaagd te zijn en moet daar
om de Laurenburg gesticht hebben.
Volgens Schenk is hij in 1060 te
Suttfine geboren en daarom „Ne
derlander" (voor zover men in die
tijd der bisdommen en graafschap
pen van Nederlandschap kon spre
ken!) Hoe dan ook, de Laurenburg
werd het stamslot van de Nassau's.
Zeker is alleen, dat de graven
Rupert en Arnold, nazaten van de
gravin van Arnstein en een niet
nader bekende Nassau'er, die zich
het eerst „graaf van Nassau" noem
den, geboren graven van Lauren
burg waren.
Daarna bestaan er meerdere aan
knopingspunten. We weten van de
Walram, die in 1195 alle Nassause
bezittingen erfde. Zijn enige zoon
was Hendrik de Rijke, wiens erfe
nis zo aanzienlijk was dat deze in
1255 gemakkelijk in twee helften
kon worden verdeeld ten behoeve
van zijn beide zonen: Walram en
Otto. Sindsdien bestaat het huis
van Nassau uit twee takken, de
Walramsedie voortleeft in de Groot-
hetogin van Luxemburg; de Ottose
met Koningin Wilhelmina en Haar
dochter juliana.
Nassau en Nederland.
De Nassau's raakten nauw ver
bonden met de Nederlanden, toen
Engelbert I van Nassau in 1404
huwde met Johanna van Polanen,
die hem Breda en talrijke andere
Nederlandse heerlijkheden aan
bracht. De hieraan ontsprbten „Ne
derlandse Nassau's" waren trouwe
leenmannen der Bourgondische vor
sten. In Breda vindt u hun laatste
rustplaatsen onder marmeren mo
numenten. Maar deze tak stierf in
1544 onverwachts uit en zo moest
de oudste zoon van de „Dillenburgse
Nassau's", die tevens erfgenaam
was van het prinsdom Oranje, naar
Nederland komen om te treden in
alle rechten, baron van Breda, burg
graaf van Antwerpen, heer van Diest,
heer van Vianden, enz. enz.
„Wilhelmus van Nassauwe, ben
ick van Duitschen bloet" dichtte
eens de grote Marnix van St. Al-
degonde onze Willem de Zwijger
toe. Zou het mogelijk zijn, dat de
Prins van Oranje in werkelijkheid
van Nederlandse (lees Zutphense)
afkomst was?
Dr. Phil. O. S.
Schrijfmachinelint
Boekhandel Markusse
Wissekerke.
PREDIKBEURTEN.
Ned. Herv. Kerk Kats.
Zondag a.s. 2 uur Ds Nutbey, be
diening H. Doop en 6.30 uur dhr
Kraak.
Oud Ger. Kerk Kolijnsplaat.
A.s. Dinsdag- en Donderdagavond
7 uur Ds B. Hennephof.
STICHTING VOOR DE LANDBOUW
KRING NOORD-BEVELAND.
Verbetering.
In de rondgezonden circulaire aan de werkgevers en werknemers is ver
meld: Consumptie rijp gewas met uitzondering van Z. bonte en Z. blauwe
f 120.00 f 155.00
maar dit moet zijn f 85.00 - f 120.00 per h.a.
Consumptie rijp gewas Z.B. en Z.BI. f 120.00 f 155.00.
De Stichting voor de Landbouw,
J. D. de Regt, secretaris.