NOORD-BEVELANDS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD Zonderlinge toestanden in Indië? No. 2345 Zaterdag 1 November 1947 51e Jaargang ORUK EN UITGAVE A. G. M. MARKUSSE TE WISSENKERKE TELEFOON No. 308 - GIRO No. 32622 Abonnementsprijs f 1.50 per jaar. Franco per post f 3.00. 2240 betalende abonné's. Temidden van de vele hoopgevende berichten uit Indië, berichten die spreken van „hard aanpak ken" en herstel, dringen er sommige tot ons door, waarbij we toch even nadenkend stil moeten blij ven staan. Het zijn vooral brieven van onze solda ten en de telkens weer terugkerende klachten van pas aangekomen evacué's, die een eigenaardig licht werpen op de toestand aldaar. Weliswaar moeten we bij de beoordeling hiervan uiterst voorzichtig zijn hoe licht worden immers mis standen niet overdreven doch iets van die verhalen zal toch wel waar zijn. Zo wordt veelal het woord „cor ruptie" gehoord. Het schijnt, dat in Batavia en ook elders schandalen het onderwerp van de dag zijn. Men klaagt over ambtenaren, hoog en laag, die voor goed geld be reid zijn dingen te doen of te laten waarvoor een behoor lijk mens zich zou schamen. Het moet zelfs zo erg zijn, dat voor de minste dienst die men van sommige overheidsinstanties vraagt (verzoe ken, die overigens volkomen binnen de perken van het normale en behoorlijke blijven) geld op tafel moet komen. Zo schijnt er in Batavia een ware zwendel te bestaan in vestigingsvergunningen en woningtoewijzingen. De stad is n.I. eivol en iedere Europeaan, die zich er wil vestigen, moet wil hij tenminste rantsoenkaarten ontvangen een vestigingsbewijs kunnen tonen. Vanzelfsprekend wor den voor dergelijke bewijzen soms fantastische prijzen be taald. Het gevolg is, dat wie geen geld heeft, alleen z.g. „clandestien" in de stad kan wonen, maar dan zal hij het zonder levensmiddelenbonnen moeten stellen. Dat dit meest al geen overwegend bezwaar is, is op zichzelf al tekenend, want dit bewijst dat er een uitgebreide zwarte handel moet bestaan. En deze is er dan ook. De Indische zwarte handel bestaat eigenlijk min of meer officieel, want de eerste Chinees, die zich schuldig maakt aan prijsopdrijving, moet nog gegrepen worden. Erger, de Indische regering zou deel hebben hieraan in die zin, dat zij e^ke prijs betaalt voor goederen die ze be slist nodig heeft. Zo zou met name het leger één der be langrijkste afnemers zijn. Er gaat een hardnekkig gerucht, dat zich in Batavia een kapitein bevindl, die als inkoper optreedt en die al leen voor het zetten van een handtekening onder een le- gerbestelling 3.000 tot 5.000 gulden rekent. Dat deze ka pitein ondanks die geruchten nog niet is gearresteerd, be wijst óf dat het gehele verhaal verzonnen is, óf dat er bij de corruptie zoveel andere officiële personen betrokken zijn, dat een arrestatie achterwege moet blijven. Treurig is verder de mentaliteit aldaar, die zwarte handel blijkbaar erg gewoon vindt. Zo wordt door ai wie geld heeft, van hoog tot laag zwart gekocht. Meermalen blijken ook sommige van onze jongens door deze men taliteit te zijn aangetast. Zo wordt het vrij normaal ge vonden en weet bijna iedereen, dat Nederlandse leger- chauffeurs tegen hoge beloning smokkelwaar voor Chine zen naar en uit Batavia vervoeren. Zo wordt ook vaak de Nigeo (officiëel exportorgaan der Ned. Indische rege ring) als leverancier van de zwarte handel genoemd. Dat zelfs het Roode Kruis, met name de afdeling in Soerabaya, zich aan ergelijke praktijken moet schuldig maken en dat men, hierover klagend bij bevoegde instanties met een smoesje de deur uitgestuurd wordt, is toch wel bewijs dat het kwaad diep en ver om zich heen gegrepen heeft. Nogmaals: de beriphten hierover zullen wel enigszins overdreven zijn, maar de enkele hierboven genoemde fei ten worden door een ieder, die pas uit" Indië kwam, ten volle beaamd. Er is er niet één, die geen gevallen van corruptie weet te noemen. Sterker nog, iedereen is van mening dat er in alle regionen wordt geknoeid. „Pluk de dag" is er het parool. „Aprés nous Ie déluge" na ons de zondvloed Dit alles moet de regering toch weten en zo zij mocht menen, dat de feiten schromelijk overdreven zijn, dan is het juist haar taak om een diepgaand onderzoek in te stellen. Alleen dan kan het publiek vertrouwen in zijn overheid gaan stellen. Zijn echter de gestelde feiten waar en heeft de corruptie diep wortel geschoten in Indië, laat zij dan het goede voorbeeld van Oost-Indonesië volgen en aanstonds het mes in de wonde plek zetten. Zonder aanzien des persoons.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1947 | | pagina 1