Twee Levens Victor. v. ONS FEUILLETON. door Licht, ruimte en inrichting vallen me echter verbazend mee en wan neer je nu maar niet te veel hin der van je buren zult hebben, dan kan ik me voorstellen dat je in je element bent. Maar zeg eens eer lijk collega, de schel staat nu ze ker niet stil bij je om aanvragen? Want voor het soort van mensen, waartussen je nu zo echt vertrou welijk woont, vertegenwoordigt een dominee alleen het begrip van ge ven in allerlei vorm. En wanneer hij daaraan niet kan voldoen, wel nu, dan is hij een kwezel en hui chelaar. Maar iedere dominee komt door zijn werk we! eens met ge vallen in aanraking, waarin alleen vrome, meelevende woorden niet voldoende zijn, maar waarin directe finantiële hulp geboden is en daar om tracht ieder er voor te zorgen een fondsje te hebben, waaruit dan kan worden geput. Nu wil ik je wel verklappen, dat ik het in dit op zicht al bijzonder goed getroffen heb door de relatie met een ver mogende dame, maar die anoniem moet blijven, en die zeer liefdadig is en die door mijn bemiddeling hulp biedt, na door mij te zijn in gelicht. Zodoende behoef ik nooit te bedelen bij anderen en tref je op dat punt mijn naam nooit aan in het kerkblad. Je ziet dus, collega, dat ik me ook wel op dat terrein beweeg, al doe ik het dan anders en minder opvallend dan jij. En ik verwacht, dat jij ook die richting zult moeten volgen, want anders kom je er niet. Nou collega, zo begon hij zijn antwoord, ik merk dat je de zelfde verkeerde kijk op de volksklasse hebt als ik had toen ik ze alleen maar bezag vanaf de kansel. Toen dacht ik ook, dat met geldelijke steun veel goed te maken is, maar nu ik onder haar verkeer en dus het leven dat .daar geleefd wordt meer van nabij leer kennen, nu weet ik dat met geld hier niet af doende te verbeteren is. De kwaal zit dieper. Ook hier heerst de wet van oorzaak en gevolg en zijn het de zonden der vaderen die aan de kinderen worden bezocht. De men sen vragen dan ook niet in de eer ste plaats om geldelijke steun, maar om rechtvaardigheid. Hun zielen schreeuwen om hulp en meeleven. Zij vragen om zon in hun verdon kerde levens. En die wil ik ze zo veel mogelijk brengen. Ik wil we ten hoe er onder die mensen ge leden wordt en wil delen in hun smart en wanhoop. Dat wil heel wat zeggen denk je misschien en dat is het ook, maar alleen dit „willen" is voor hen al als een lichtpuntje in donkere nacht. Het toesteken van een nog weifelende hand is al bemoedigend. Ja, er wordt hier vele malen ge scheld en dat waardeer ik, want het is voor mij het bewijs dat ze mij hun vertrouwen beginnen te schenken. Maar om liefdadigheid vragen ze niet, die moet zoveel doenlijk zijdelings worden bewezen. Daarentegen storten zij hunne har ten uit, waaronder er zijn die dat doen in harde, onbeschaafde ter men, waarbij de kerk het soms zwaar te verduren krijgt, maar dat ik als medeschuldige aanvaard en waarbij zij om recht vragen. Maar, vroeg zijn bezoeker, wan neer het nu niet in de eerste plaats gaat om financiële hulp, maar om verbetering in de maatschappelijke verhoudingen en toestanden, waar van we de gewenstheid en de nood zakelijkheid allen erkennen, maar die niet in een handomdraai te verkrij gen zijn, wat kan jij daaraan dan veranderen en hoe bevredig je dan de mensen, zodat ze met een ver licht en opgeruimd hart je huis ver laten, want zo moet het toch zijn wil je kunnen spreken van succes. Zijn wij domine's eigenlijk wel de geschikte mensen om dergelijke diep ingrijpende maatschappelijke problemen tot oplossing te brengen? Zijn wij daartoe niet te veel idia- listen? Alleen op de kansel lijken we misschien iets en delen we din gen uit die daar waarde hebben en waaraan we zelf ook geloven, maar die in de praktijk van het leven voor de volksmassa non-valeurs zijn. Vandaar dat ellendige gevoel van onmacht dat me bekruipt wanneer ik tegenover die toestanden geplaatst wordt en dat me schuchter maakt mij er mede in te laten, waarom ik mij dan ook maar liever verdekt op stel en niet doe zoals jij die een reclamebord op de deur plaatst door hier te gaan wonen en dat zoveel zegt als: adviseur in maat schappelijke problemen. |e ziet, collega, ik spreek openhar tig- Maar denk je dan dat ik de moed zou hebben gehad mij hier, zoals je dat qualificeert, als geestelijk adviseur te vestigen wanneer ik niet onvoorwaarlijk geloofde in de macht van het woord dat wij te brengen hebben, ook voor de dagelijkse levenspraktijk, dus ook in het le ven van deze mensen? Ja, ik stem toe dat het beklemmende vragen zijn waarvoor de godsdienst in on ze tijd geplaatst wordt, want de economie en de psychologie lopen storm tegen ons geloof, maar dat geloof in Christus heeft er toch een antwoord op en wee ons wanneer wij dat schuldig blijven Iemand heeft de beraadslagingen te Gene ve eens genoemd, de club der hulpe lozen maar is die naam wat deze materie betreft, ook niet op ons toepasselijk? je hebt gelijk we zijn onpractici. We staan onhandig te genover de toestanden in de kel derverdieping van de maatschappij en wat we er van weten dat heb ben we uit de literatuur die veelal eenzijdig is. Daarom is het meren deel ons vijandig gezind, maar bij nadere kennismaking valt dat mee. Ik heb hier nu ten minste al enke le vrienden gemaakt en dat is het wonderlijke. Zonder dat er ook nog maar iets in hun maatschappelijke omstandigheden ten goede is ver anderd. Maar innerlijk is er iets aan 't verbeteren. Het is me soms of zij weer vertrouwen beginnen te krijgen in de toekomst en zij op dat nog maar kleine lichtpuntje aansturen. Gisteravond liep ik langs een van onze grachten. De volle maan stond in reine blankheid aan de wolkenloze hemel, maar de weerspiegeling in het water was oneffen en gerimpeld tengevolge van de bewogenheid van het wa tervlak. Is het ook zoo niet vaak bij een mens Onze gevoelens staan, meestal onbewust, onder de invloed van de wereldbewogenheid en ge ven daardoor de hogere dingen on zuiver weer, maar de liefde van Christus schijnt onbewogen aan de geestelijke hemel en daarop moeten wij het oog richten. Maar ik vraag nog eens, zei z'n collega, wat geef je die mensen dan toch? Wel precies hetzelfde als in de kerk, maar alleen wat anders toegediend, dus twee tafels met dezelfde gerechten, maar ver schillend bereid en dan zoveel mo gelijk de praktijk er bij, dus min der dogmatiek en wat meer het mystieke element in de godsdienst naar voren gebracht, zoals een goed zendeling tegenover de on wetende oosterling doet, want je staat tegenover een heidendom met een eigen karakter. Dus toch ook financiële steun, merkte zijn collega op. Ja zeker, ook dat, maar vooral morele steun door belang te stellen in hun zor gen en dagelijkse kwellingen en ne derlagen op fabriek of werkplaats en vooral door te laten zien dat de Bijbel zo buitengewoon actueel is en dus niet buiten hun leven staat. Het is soms verrassend om te zien welke indruk het op hen maakt te ontdekken dat de Bijbel niet uit-" sluitend toestanden beschrijft die dui zenden jaren geleden zouden ge beurd zijn, maar dat die ook nog onverminderd van kracht zijn in onze tijd en daarin vraagstukken worden behandeld en opgelost die nu ook aan de orde zijn en de wereld beroeren. Dat wekt hun be langstelling en doet ze vragen naar het geheim dier oplossing. En wan neer zij dan vernemen dat Christus in zijn persoon en optreden dat geheim heeft verklaard, dan wil len zij meer daar van weten en daardoor ontstaat dan de gelegen heid de dingen van het dagelijks leven te bezien bij het licht van het Evangelie. Ik weet nog niet welke betekenis deze ontdekking voor 't vervolg hebben zal. Het is allemaal nog maar een begin en het plantje is zo teer. Maar je doet soms wondere en moedgevende ontdekkingen, waaruit blijkt dat het toch geen „non-valeurs" zijn zoals je zei, die wij als geestelijke herders hebben aan te bieden. Zo kwam ik onlangs in een gezin waar ook veel behoeften waren en toen ik met hen gebeden had en wees op de kracht van het gebed zeide de manDominé, ik bid meer met m'n pet op dan met m'n pet af. Getuigt dit niet van een voortdu rend-gebedsleven? Maar wat nu de maatschappelijke toestanden zelf betreft. We noemen het „vraag stukken" en dat zijn het ook, en ieder, ook in eigen gezinsleven komt er mede in aanraking, maar moeten we niet eerlijk bekennen dat het z.g. zoeken naar een mid del ter oplossing een zoeken is naar de bekende weg omdat we die bekende weg niet op willen en nu modderen we maar zo'n beetje met allerlei hulpbetoon, maar waardoor de kwaal niet in de hart ader getroffen wordt. Wanneer de vraagstukken van het leven teveel op ons aandringen dan zoeken we afleiding om de moeilijkheden maar spoedig te vergeten evenals bij de radio die in de bonte scha kering van haar program een afspiegeling van het leven is, en we schakelen over. Toen gaven ze elkaar de hand en de bezoeker zeide blij te ziin dat ze elkaar op dat punt eens na der hadden gesproken. Wel begrijp ik nog niet hoe het je gelukt je mensen met die beschouwing te bevredigen, want ze vragen.om tastbare resultaten, maar toch heb je me een enigszins andere kijk op de ze materie gegeven en stof om o- ver na te denken. Denk jij nu in tussen ook maar eens na over zo'n anonieme medewerkster want die zult ge op de duur niet kunnen missen. Adieu. HOOFDSTUK IV Een verrassing. Inmiddels was het nu al ruim drie jaar geleden dat Ds Wijkhuis in zijn tegenwoordige gemeente zijn intrede had gedaan en sedert twee jaren woonde hij nu al in het mid den van zijn wijk, waar hij zich veel vrienden had verworven en waar hij een populaire persoonlijk heid was geworden. Zijn huis was ook een algemene toevlucht voor geestelijk en maatschappelijk „on- behuisden" en hij zelf een vraag baak en hulp in veel moeilijkheden en kwesties die zich in het leven der omwonenden voordeden. Het werd een zware taak, want zijn medewerking werd vaak ingeroepen ter oplossing van loongeschillen of werkloosheids-uitkeringen. Hij was daardoor goed ingewijd ge worden in de huishoudelijke aan gelegenheden van zijn buurtbewo ners, maar tegelijk ook in de wet telijke bepalingen, waaraan zij in het sociale leven onderworpen wa ren en die hen tegelijk dienden ter bescherming tegen uitbuiterij of willekeur, zodat de spottitel die zijn collega indertijd hem had ge geven van „adviseur in sociale za ken", hem inderdaad toekwam. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1947 | | pagina 4