iets ui oot eve [etui, HUL De ontwrichte tijd waarin we thans leven noodzaakt ons om alles in het werk te stellen onze Noord-Bevelandse mensen aan onze winkels te binden. Velen, zeer velen, zijn steeds geneigd om buiten ons eiland te kopen, zeggende dat het daar beter of zelfs voordeliger is. Niets is minder waar. De winkelwaren die wij als Noord-Bevelar.dse zakenmensen onze klanten voorzetten zijn toch dezelfde als de winkelwaren die buiten ons eiland verkocht worden? Zijn wij dan duurder met onze artikelen? Wij geloven het niet en het behoeft ook niet. Onze bedrijfson- kosten zijn immers toch veel lager dan die van onze collega's uit de stad. Wat zou dan de oorzaak zijn van die lust om buiten ons eiland te kopen? Wij vermoeden: voor een groot deel het bonnenstelsel dat men daar het publiek in alle vormen voorzet. De zin tot sparen is de huisvrouw gelukkig nog niet vergaan. Welnu, l^oord-Bevelandse winkeliers, begin 1940 goed. Geeft Uw klanten ook bonnen. Geeft hun bonnen die direct hun waarde hebben, waar geen geluk bij te pas komt en die niet dienen om Uw godsdienstige overtuiging geweld aan te doen. Geeft Uw klanten de over het gehele eiland zo bekende Wapenzegels van de Kleine Bazar te Wissekerke. Voor U als winkelier zijn er geen andere kosten aan verbonden dan juist de 2 procent korting op Uwe contante omzet. Opplakboekjes, reclame enz. komen ge heel voor rekening van de Kleine Bazar. Aankomstgeld is niet verschuldigd. Het publiek moet geen honderden guldensbonnen 3 of 4 maal inzenden om een geluksprijsje te winnen. Neen, elk zegeltje dat zij ontvangt, heeft direct waarde. Probeer het eens! Vraag eens aan een winkelier die reeds enige tijd Wapenze gels geeft, naar diens bevindingen. Hij zal U vertellen dat zijn omzet gestegen is, zijn klantenkring steeds uitbreidt en de contante betaling in orde is. 20 winkeliers, die gezamenlijk bijna 400.000 Wapenzegeltjes per jaar bij contante betaling uitgeven, zijn er om bovenstaande regels te bevestigen. Sluit U thans aan. Eendracht maakt macht. De apen waren meer dan tevreden met Tarzan als hun nieuwe koning. Er was voedsel in overvloed. Hij beslechtte rustig al hun ruzies. Nu ging hij met de troep landwaarts naar de plaats, waar nooit een mens een voet had gezet. Maar hij bracht steeds meer tijd door ver van de troep. Hij had genoeg van het koningsschap en verlangde naar de hut en door de zon beschenen zee. Naarmate hij ouder werd, merk te hij, dat hij in heel andere din gen belangstelde dan de andere le den van de troep. Hij hield meer van de rust en eenzaamheid van de hut dan van zijn leiderschap o- ver de troep wilde apen. Hij had nog één vijand. Voordat hij afstand deed van zijn koningschap over de apen wilde Tarzan de gemene Ter - koz onderwerpen, zonder gebruik te maken van mes of pijl en boog. Op zekere dag overtrad Terkoz de wetten van de troep door een ou de apin aan te vallen. Hij stoorde zich niet aan Tarzan's bevel, haar met vrede te laten. Nooit had de aapmens zo'n vreselijk gevecht ge leverd sinds de dag, waarop Bol- gani, de koning der gorilla's, hem 'zo vreselijk had gewond. Maar hij behaalde de overwinning, of schoon hij zijn vijand niet doodde. Deze keer spaarde hij Terkoz na hem gedwongen te hebben uit te roepen: „Ka-goda", hetgeen bete kent: „Ik geef mij over". De hele troep hoorde dit en was ver baasd.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1940 | | pagina 4