HOORD-BEVEUMDS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD NV. HEilSE Cos BINK - GOES WISSERKERKE Hotel „De tan" (G. VERBORG) COLIJNSPLAAT Hotel „De Patrijs" (C. P. J. GAST) KORTGENE Hotel „De Korenbeurs" (P. de Ragt) Dozen en Mappen LUXEPOST No. 2088. Zaterdag 15 Juli 1939 45e Jaargang DRUK EN UITGAVE A. G. M. MARKUSSE TE WISSENKERKE - TELEFOON No. 10 KLEINE BAZAR TE WISSEKERKE VAN BERENMUTS EN SJAKO! houtfi Zitdag te: Ie en 3e WOENSDAG DER MAAND 2e en 4e WOENSDAG DER MAAND Iedere Donderdag. EFFECTEN - COUPONS - ASSURANTIËN CREDIETEN aan HANDEL en LANDBOUW Rekening-courant LIPS' KLUISINRICHTING DEPOSITO'S met hoge rentevergoeding u's. Prijs der Advertentiën: van 1 tot 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Bij abon nement aanzienlijke korting. Familieberichten en daarop betrekking hebbende dankbetuigingen van 1 tot 6 regels 75 cent, iedere regel meer 121/, cent. Abonnementsprijs f 1.per jaar bij vooruit betaling. Franco per post f 2 25 per jaar Toezending advertentiën tot Vrijdagmorgen 8 uur (wettelijken tijd). Oplaag 1800 ex Bij de Regimenten Grenadiers en Jagers zullen binnenkort een 275 man, w.o. de Kon. Militaire Kapel, weer voorzien wor den van de bekende Berenmutsen en Sjako's. Wie hoorde niet, uit vroeger tijd Z'n Grootpapa verhalen? En menig roemrijk heldenfeit Met gouden glans omstralen? Wie zag dan in gedachten niet Die kleur'ge uniformen, Zo menig bevend meisjeshart Op bal of feest „bestormen"? De Berenmuts en de Sjako, Zo sierlijk en vol gratie, Ze hoorden in die gouden eeuw Van onze trotse natie! De Berenmuts en de Sjako, Wat stonden ze niet kranig? Die stoere kerels, stuk voor stuk, Ze imponeerden danig! Dat alles het is lang voorbij Het zijn vergleden dromen, En in de plaats daarvan is nü 't Eentonig grijs gekomen. En op z'n hoofd draagt de soldaat Een potje, grauw en saai, Natuurlijk wij zijn tóch paraaf, Maar 't staat niet bijster fraai 1 En nu Daar lees ik in de krant: Het oordeel is geveld, Twee regimenten in ons land In ere weer hersteld. De Berenmuts en de Sjako Voor Grenadiers en Jagers Wat zullen we weer trots zijn, straks, Op deze fiere dragers! De oude romantiek herleefd, Ik zie ze al marcheren, Terwijl het meisjeshart weer beeft De toekomst zal het leren! En 'kvraag me af: waarom ook niet? In deze tijd van thans Behoeft ons leven méér dan ooit Een beetje kleur en glans! ALLE BANKZAKEN RIJK LAND ARM VOLK. Nederland heeft in het buitenland over het algemeen de roep, rijk te zijn. Aan die roep hebben wij het zelfs te danken dat de Duitser spreekt van „steinreichen Hollander".. De meeste mensen zijn er op gesteld in de ogen van anderen door te gaan voor welgesteld rijk zelfs. Doch er is een groot verschil tussen schijn en wezen. Is Nederland inderdaad zo rijk? Baadt onze bevolking zich in weelde? Wij weten het wel beter. Maar dat wij in vele opzichten zover verwijderd zijn van rijkdom, als wij zouden moeten opmaken uit een geschrift, dat ons dezer dagen in handen kwam, was toch ook voor ons een verrassing, en geen aangename. Dit geschrift dankt zijn ontstaan aan de pen van iemand, die een voor aanstaande positie inneemt bij een onzer grootste Nederlandse onderne mingen en is gebaseerd op vergelijkingen, die de schrijver maakt op grond van een recente reis door het land van de dollar. Hoewel de schrijver in verschillende opzichten niet is vrij te pleiten van eenzijdigheid, bevat zijn studie een leerrijke strekking; en de meeste Nederlanders, die er kennis mede maken, zullen even verwonderd staan over verschillende nuchtere feiten, als wij. Wie zou b.v. ooit hebben gedacht, dat wij Nederlanders, bewoners van het zuivelproductenland bij uitnemendheid, op een lijstje van 16 landen de bedroevende plaats in nemen van veertiende als verbruikers van boter, zelfs nog na Duitsland, waar boter, naar het in het buitenland heet, tot de rang van weelde-artikel is verheven? Wij kunnen het niet als een pleister op de wond beschouwen, wan neer de schrijver daarbij tevens vermeldt, dat wij hier van al de 16 be doelde landen het bedenkelijke voorrecht genieten, op één na de hoogste kleinhandelsprijs te betalen!! Wat suiker betreft, een van de andere meest noodzakelijke levensbehoeften, betalen wij dit voorrecht iets min der duur: daar zijn wij, van 14 landen, degenen die op 3 na de hoogste kleinhandelsprijs moeten neerleggen. Kan het ons dan verwonderen, dat wij in het buitenland, behalve voor een rijk land, ook voor een buitengewoon duur land doorgaan? Rijkdom, in geld uitgedrukt, is voor de bevolking van bepaalde lan den een bedriegelijke maatstaf. Zeker, er zit geld in Nederland. Dat weet weet men in het buitenland en dat weten wij Nederlanders zelf ook. Op de buitenlandse geldmarkt neemt Nederland een zodanige plaats in, dat daaraan niet valt te twijfelen. Doch geen mens is zo dwaas om het re kensommetje te vertonen: Nederland bezit in totaal zóveel, dus bezit de Nederlander, wanneer men dit bedrag omslaat over het aantal bewoners, per hoofd gemiddeld zóveel. In dit geval gaat de regel van Bartje niet op. Terwijl enorme kapitalen in één hand zijn verenigd, zijn er honderd duizenden Nederlanders, die geen cent bezitten van het gezamenlijke in Nederland aanwezige kapitaal. Naast klassen, die zich in weelde baden, treft men hier, zo goed als elders, klassen aan, die niet het minste deel hebben aan de betekenis van ons land als kapitaal-reservoir. Er bestaan ook in ons land, helaas, standen die het peil der armoede hebben bereikt, of die het bedenkelijk dicht naderen. Dat dit zo is en dat de nood veel hoger is gestegen dan velen denken, blijkt overduidelijk uit het lijstje, dat de schrijver geeft van het verbruik van consumptie-artikelen in Nederland. Een dergelijk lijstje kan men beschouwen als de barometer voor de welvaart van de bevolking van ons land. Welnu, dit lijstje geeft een afschrikwekkend beeld van de stand van zaken in ons land. Men oordele zelf. Van 14 landen komt Nederland, zoals wij reeds opmerkten, op de 14e plaats als verbruiker van boter; van 14 landen op de 11e plaats als verbruiker van suiker; van 15 lan den op de 9de plaats als verbruiker van melk; van 4 landen op de laatste plaats als verbruiker van eieren; van 9 landen op de 3e plaats als verbruiker van thee; van 9 landen op de 6e plaats als verbruiker van koffie; van 16 landen op de 11e plaats als verbruiker van vlees; van 8 landen op de 7e plaats als verbruiker van bier; van 8 landen op de 8e plaats als verbruiker van wijn; van 8 landen op de 4e plaats als verbruiker van gedistilleerd. Wat het aantal telefoons aangaat, nemen wij op 20 landen de 13e plaats in. Voor bioscopen van 9 landen de 8e plaats. Voor radiotoestel len van 18 landen de 15e plaats. Voor badkamers op 11 landen de 6e plaats. Voor electriciteit op 10 landen de 8e plaats. Verheffend is dit lijstje waarvoor wij de verantwoordelijkheid ge heel voor rekening van den schrijver moeten laten alles behalve. Het merendeel onzer landgenoten zal er van schrikken, wanneer men moet vaststellen dat Nederland een zeer achterlijke plaats inneemt op het ge bied van consumptie-artikelen. Het lijstje levert het bewijs, dat een aan zienlijk deel van ons volk op de rand van ondervoeding leeft. Rijkdom van een volk is een rekbaar begrip. De eenling heeft er bit ter weinig aan, dat zijn land onder de andere landen als „rijk" bekend staat. Voor hém komt het er op aan, over voldoende middelen te be-

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1939 | | pagina 1