NOORD-BEVELANDS
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
N.V. HEIRIKSE Cos BANK - GOES
Dozen en Mappen
LUXEPOST
Tarzan van de Apen
WISSENKERKE Hotel „De Km" (G. VERBURG)
COLIINSPLAAT Hotel „De Patrijs" (C. P. I. GAST)
KORTGENE Hotel „De Korenbeurs" (P. de Regt)
STOMEN EN VERVEN
No. 2078
Zaterdag 6 Mei 1939
45e Jaargang
DRUK EN UITGAVE A. G. M. MARKUSSE TE WISSENKERKE - TELEFOON No. 10
KLEINE BAZAR TE WISSEKERKE
GRENSSOLDATEN.
houdt Zitdag te:
Ie en 3e WOENSDAG DER MAAND
2e en 4e WOENSDAG DER MAAND
Iedere Donderdag.
EFFECTEN - COUPONS - ASSURANTIËN
CREDIETEN aan HANDEL en LANDBOUW
Rekening-courant
LIPS' KLUISINRICHTING
DEPOSITO'S met hoge rentevergoeding
Koninklijke Ververij - Chemische Wasserij
AUG. BIERENS - - DORDRECHT
Vraagt eens prijscourant aan, het is Uw voordeel.
w FRANCO ZENDING
Abonnementsp: ijs f 1 per jaar bi] vooruit
betaling. Franco per post f 2 25 per jaar
Toezending advertentiën tot Vrijdagmorgen
8 uur (wettelijken tijd). Oplaag i800 ex
Prijs der Advertentiën: van 1 tot 5 regels 50
cent, iedere regel meer 10 cent. Bij abon
nement aanzienlijke korting. Familieberichten
en daarop betrekking hebbende dankbetuigingen
van 1 tot 6 regels 75 cent, iedere regel meer
- 12'/, cent.
We beginnen deze week met een nieuw verhaal n.l.
naar het beroemde boek van Edgar Rice Burroughs.
Moge dit spannende verhaal met evenveel genoegen gelezen worden
als het pas beeindigde verhaal van Rob en Oude Daan is de wens van
DEN UITGEVER DEZES.
ja, ook voor hen een liedje, hier,
In deze, zo benarde tijden,
Die ginder niet voor hun plezier
Een bange toekomst thans verbeiden.
ja, ook voor hen een enkel woord,
Die van hun werk, hun stad en dorpen
Op zeek'ren dag zijn weggespoord,
En in de grensstreek neergeworpen.
Daar liggen ze nu ginds, verspreid,
Klaar voor de taak, hun opgedragen,
Hun plicht, in toch al zware tijd,
Die thans ook dit nog weer kwam vragen.
Ver van de huiselijke haard,
Ver van het werk, dat daag'lijks wachtte,
En dat misschien? wel wordt bewaard
Zoals zij hopen, in gedachten.
En 'kvraag me af: zij doen hun taak,
En waken over onze grenzen,
Is het voor ons dan ook geen zaak,
Een steun te zijn, voor al die mensen?
Hebt gij de moed, om ooit wanneer
Hun werk daarginds is afgelopen
Te zeggen 'k heb geen arbeid meer,
Hier is een ander ingeslopen?
En gij, die thans die ander zijt,
En zonder werk Uw weg moet banen,
Gij vindt die weg hier geplaveid,
Laat gij u thans niet langer manen 1
Zij doen hun plicht daar ook voor u,
Durft gij die plicht met hen te ruilen?
Uw eigenschappen toon ze nu
De beste, die er in U schuilen 1
Gij grenssoldaten houdt Uw moed,
Wij zijn u dankbaar voor uw streven.
Gij grenssoldaten houdt u goed,
In dit, voor u zo ander leven.
Door U voelt Nederland zich sterk,
Zelfs, als de noden mochten stijgen.
Maar laat ons bidden, dat Uw werk
Slechts bij.beveiliging" mag blijven I
ALLE BANKZAKEN
WIJ ZIJN BEREID.
Waar gaat de wereld heen? Dat is de beangstigende vraag, die men
zich in welhaast ieder land der aarde stelt. Van enige opluchting, van
enige opklaring van de politieke hemel is geen sprake. Er heerst stilte,
op het ogenblik. Doch is dit een stilte, waaruit iets goeds belooft voort
te komen, of is het integendeel de stilte, die aan de storm voorafgaat?
Wij kunnen de toekomst niet doorgronden. Wij kunnen slechts hopen
dat de grote mogendheden in deze bange dagen zich te volle bewust
zullen zijn van de grote verantwoordelijkheid, die op hen rust. Velen,
ook in ons land, zullen bijvoorbeeld met grote bezorgdheid hebben ge
zien, dat Engeland zich van de medewerking tracht te verzekeren van
de Sovjetrepubliek om de vrede te handhaven. Het lijkt een beden
kelijk procédé.
Indien de vrede inderdaad gehandhaafd kan worden, heeft een even
tuele overeenkomst tussen beide mogendheden niet veel om het lijf. Wij
zijn er de laatste tijd, meer dan ooit in de geschiedenis het geval is ge
weest, aan gewoon geraakt om overeenkomsten tussen staten te gaan
beschouwen als dingen, waarmede geen rekening wordt gehouden, als
dit niet strookt met het belang van een der ondertekenaars.
Van het in de luc.ht hangende verdrag tussen een der eerste demo
cratische staten en het bolsjewistische Rusland kan men slechts hopen,
dat het niet van woorden tot daden zal komen en het bolsjewisme geen
gelegenheid zal krijgen om, in geval van conflicten, te trachten vaste
voet te krijgen in het overigens hermetisch voor Russische invloeden
gesloten gehouden Europa. Wij weten nu eenmaal, dat in troebel water
vissen een van de meest geliefde middelen is, waarvan de volgelingen
van Lenin zich plegen te bedienen.
Is het van Engelse zijde wel de juiste taktiek, om tegenover een e-
ventuele dreiging van andere zijde de dreiging van het bolsjewisme te
stellen? Dit laatste zou een bedreiging vormen, niet tegen een of twee
landen in het bijzonder, doch van de beschaving van geheel Europa,
van de gehele wereld zelfs! Dit voelt b.v. ook Polen zo goed, dat het
zich er tegen verzet, de rode troepen eventueel door zijn gebied te la
ten trekken.
Zo staat ook Nederland tegenover de situatie. Wij zijn waakzaam
naar alle kanten. Wij gevoelen ons niet speciaal van een of andere zijde
bedreigd, doch wij hebben onze maatregelen genomen om ons althans
niet als een weerloos volk te laten overrompelen. Wij hebben, helaas,
te veel leerzame voorbeelden gezien, om niet op onze hoede te zijn. Wij
gevoelen ons gerust door de zekerheid, dat door de autoriteiten alles is
gedaan, wat slechts gedaan kon worden, om het hoofd te bieden aan
het gevaar, onverschillig van welke zijde dit ook moge komen. Wij zijn
bereid 1
Wij, Nederlanders, zijn geen militaristisch volk. Chauvinisme is bij
ons ver te zoeken. Wij laten iedereen met rust en wensen met iedereen
in vrede te leven; doch wij wensen wederkerig met rust en vrede te
worden gelaten.
Dit wil echter geenszins zeggen, dat wij weerloos zijn. Wij zijn ge
reed en bereid om onze vrijheid te verdedigen; en wanneer wij zien
hoe onze jongens aan de grenzen en de kust waken, hoe zij een even-
tuelen indringer zouden ontvangen, dan mogen wij gerust zeggen: Wij
zijn bereid.
Met dat al hebben wij slechts één wens, één gedachte, die al het an
dere overheerst: moge het gevaar van oorlog aan de ganse wereld
voorbijgaan, en vooral: moge het niet nodig blijken, dat er één droppel
bloed wordt gestort van onze soldaten, die zonder aarzelen gehoor heb
ben gegeven aan de roepstem van het vaderland. Wanneer zij daar staan,
met de wapenen in de hand, is het niet om aan te vallen, doch om te
verdedigen. Er wordt slechts van hen gevraagd, er toe bij te dragen, dat
onze neutraliteit wordt geëerbiedigd. Daartoe zijn wij bereid.
Agenten: A. G. M. Markusse, Wissenkerke; J. A. de Vos, Kortgene,
W. Bosselaar, Geersdijk; M. J. Leendertse Gz., Winkelier, Kamperland;
P. Goulooze, Colijnsplaat; P. Eikenhout. Kats.