EEN OUDE NfldM SCHIEDAM STOMEN EN VERVEN Advertentiën en Drukwerk- EEN 60 EDE KWALITEIT EN NIET DUUR raaiiwe IW Koninklijke Ververij AUG. BIERENS Chemische Wasserij DORDRECHT FRANCO ZENDING INGEZONDEN STUKKEN OPGERICHT 1714 Prijs per Literkruik f 3.10 Prijs per l/% Literkruik f 1.60 Verkrijgbaar bij: P. DE REGT, Kortgene, Telefoon 3 J. C. BEIJE, Wissekerke, Telefoon 14 Wed. M. C. VERBURG, Kamperland Telefoon 3 ADR. VERBURG, Kolijnsplaat, café „Juliana" ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING DISTILLEERDERIJ„DEGRAAUWE HENGST" Vraagt eens prijscourant aan, het is Uw voordeel. Agenten: A. G. M. Markusse, Wissenkerke; J. A. de Vos, Kortgene, W. Bosselaar, Geersdijk; M. J. Leendertse Gz., Winkelier, Kamperland; P. Goulooze, Colijnsplaat; P. Eikenhout, Kat?. bestellingen worden gaarne aangenomen door I. P. van der Moere te Kamperland. Welverzorgde Handen! Met Purol blijven ze zacht en mooi, Doos 30 en 60 ct. ROTTERDAM AMSTERBAH S-GRAVENHAGÏ (Buiten verantwoordelijkheid van den Uitgever). Mijnheer de Uitgever, Het is nu zo ongeveer 13 maan den geleden, dat U een opwekkend woord richtte tot de abonné's van Uw blad, om eens wat te schrijven. Met meer dan gewone belang stelling nam ik daar kennis van. Hoewel er tot op heden nog wei nig gebruik van gemaakt is, ben ik thans zo vrij om, indien Uw gast vrijheid op dat punt nog de zelfde is, er eens gebruik van te maken. Men zal zich afvragen, nu pas na 13 maanden. Ja, inderdaad, waar om? Och, er zijn van die dingen in ons leven, die in ons persoon lijk iets kunnen wakker schudden wat dreigt te gaan sluimeren. Zo verging het mij ook. De vorige week hadden wij, Ne derlanders, het voorrecht en de gro te eer, dat onze geliefde Koningin een ernstig woord tot haar volk ge sproken heeft, waarvan „Clinge" heeft gedicht: „Er is van Zuid tot Noord Een lieve Stem gehoord". En zie, onweerstaanbaar dringt van binnen zich een stem aan mij op, de roeping, die ieder mensen kind heeft in deze; wat zeg ik? Heeft dan ook een doodgewone landarbeider een roeping? Mijnheer de uitgever, ik wist ei genlijk moeilijk te beginnen, maar ik geloof dat ik er opeens midden in zit met wat ik bedoelde te schrij ven. Wie de rede van H.M. leest, met die belangstelling, die dat waard is, die ontmoet spoedig dat gedeel te waar onze Koningin zegt: „Wil die krachtsinspanning de sterke hef boom worden, die ons volk opheft boven zich zelf uit, boven de on derlinge verdeeldheid en de druk van de tijd, dan moet zij omgezet worden in de levenshouding van „draagt elkanders lasten" in de ge hele samenleving". In bovenstaande is sprake van „verdeeldheid", „druk van de tijd" en „draagt elkanders lasten". Voor wie zijn die woorden bedoeld? Ik vermeen voor alle Nederlanders, een roeping dus, die tot ieder onzer komt, van hoog tot laag, arm of rijk. Geachte lezers en lezeressen, wat beleven wij toch een moeilijke tijd en ik geloof ook van een gevaar lijke tijd. Neen, het is niet zo dat wij eigenlijk niet weten wat er rond om ons geschiedt, het is niet zo dat wij niet weten met hoeveel zorg sommige medeburgers hebben te kampen, die getroffen zijn door werkloosheid, en toch, men ontmoet mensen die door hun houding en handelingen blijk geven dat zij min stens tot in de 5e graad geen werk lozen in hun familie aantreffen. Maar ik dwaal af, want ik ga als het wa re verwijten maken, wat niet mijn bedoeling is, maar ik wil een ieder opmerkzaam maken op de roeping die hij heeft te vervullen, juist in een tijd als wij thans beleven. Hoevelen zijn er niet die door hun houding te kennen geven dat ze er niets van hebben begrepen dat ook zij een roeping hebben te vervullen. Veler houding in de sa menleving van vandaag geeft blijk dat men van mening is, dat hun roeping is om het voor zich per soonlijk maar zo goed mogelijk te maken, ook ten koste van anderen, en men begrijpt niet, dat men voor zijn medeburgers een bron van er gernis is. Maar alweer, ik dwaal af en verwijt mijn medemensen er maar op los. O, ik zou schrijven over de roeping. Hoe moeilijk is het elkander aan te sporen waar dig Uw roeping te vervullen, zon der het verkeerde van onze hande ling in het licht te stellen. Dat wij een roeping hebben zal, naar ik vermeen, wel niemand be twisten. Welnu, dat wij dan van nu af aan gaan trachten die roeping te vervullen. Wij beleven een hoogst ernstige tijd. Niemand kan ons vertellen wat het jaar 1939 ons brengen zal, maar dat wij dan on ze roeping vervullen voor datgene waarvan wij weten dat ze ons bren gen zal. Dan begin ik om er op te wijzen, dat wij, mannen en vrouwen, dit jaar ook weer geroepen zijn om ons uit te spreken over „Provincie en Gemeentebestuur". Ook een roe ping die men waardiglijk moet ver vullen. De kieswet van 1920 geeft U het recht, neen, verplicht U, U uit te spreken. Laat ik U nu ook in dit opzicht eens iets mogen zeg gen maak U, wie ge ook zijn moogt gereed voor dat werk, neemt Uw respectievelijke plaatsen in, in die politieke vereniging, waar ge U tot aangetrokken gevoeld. Geeft niet langer den wetgever het gevoel dat hij zich deerlijk vergist heeft, door voor allen mogelijk te maken zich uit te spreken hoe men geregeerd wil worden. Geeft geen vreemde geestesstromingen kans, maar kent Uw roeping. Daar werd in Oost en West, Daar werd in Zuid en Noord, Een lieve Stem gehoord. En nu allen aan die lieve stem gehoor geven, aan dat Koninklijke woord, laten wij allen ons geluk kig prijzen dat we een Koningin bezitten, een Vorstenhuis, dat Ne derland tot op heden wist te stu ren door de branding van onze tijd. Nu door H.M. een oproep wordt gericht aan haar volk, nu ook al len als één man gehoor geven aan die oproep, onze roeping, die wij kunnen verzaken, maar niet anders dan tot schade voor ons zelf, voor onze kinderen, ja, tot schade voor de gehele samenleving. de S. te W. 241. En plotseling zagen ze hem, den machtigen ouden man, met zijn trawanten, die hun dood en in ieder geval hun vrijheid wilde. Hij had geraden waar de jacht ongeveer zou plaats hebben en naar deze plek zijn kudde buffels doen drijven, die halfdoi van woede door de lansste ken van de krijgers, thans een aanval op de bereden jachtstoet deden. 242. De koningin had den priester het eerst gezien en wierp hem een toornige blik toe, maar zij zag niet het gevaar dat dreigend op haar af stormde.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1939 | | pagina 4