BIJVOEGSEL
Je kan zeggen wat
je wilt ik gebruik
alleen Persil*
BURGERLIJKE STAND
PREDIKBEURTEN
INGEZONDEN STUKKEN
van het Noord-Bevelands Nieuws-
en Advertentieblad d. d. 2 Novem
ber 1935, No. 1898.
Wissenkerke.
Geboren: 26 Oct. Paulus z.v. Cor
nells Geldof en Wilhelmina Pie-
ternella de Wit. 29 Oct. Leunis z.v.
Johannes Cornelis Douw en Barba
ra Steketee. 30 Oct. Janna Pieter-
nella d.v. Jan Kastelein en Elisa
beth Heijstek.
Getrouwd: Cornelis Hollestelle 30
jr. jm. te Kloetinge en Lena van
Goudswaard 23 jr. jd.
ZONDAG 3 NOVEMBER
Oud Geref. Kerk Colijnsplaat.
9.30 en 6 uur Ds. L. FRANKE. Dins
dag 9.30 en 6.30 uur Ds. L. FRAN
KE.
Enige en algemene
kennisgeving.
Heden overleed, na een
langdurig lijden, onze geliefde
zeer zorgzame Man, Vader,
Behuwd- en Grootvader, de
Heer
WILLEM VAN DER ROOST,
in de ouderdom van 75 jaar.
Alkmaar:
C. G. VAN DER ROOST-
Govers.
Den Helder:
H. VAN DER ROOST.
G. VAN DER ROOST-
Grande.
Kortgene:
C. G. KLEIN POELHUIS-
van der Roost.
Den Helder:
J. VAN DER ROOST,
en Kleinkinderen.
Alkmaar, 28 October 1935.
„Huize Westerlicht".
Voor de zeer vele bewijzen van
belangstelling, gedurende de ziekte
en na het overlijden van onze zeer
geliefde Man en der kinderen zorg
zame Vader, de Heer
G. DE MOOR,
betuigen wij onze hartelijke dank.
Uit aller naam,
Wed. C. M. DF. MOOR-
de Wilde,
Kinderen en Familie.
Wissenkerke, 2 Nov. 1935.
(Buiten verantwoordelijkheid van
den Uitgever).
Geachte Redacteur,
„Een splintertje in eens ander
mans oog" is nog steeds van kracht.
Het raadslid den Boer vroeg in
de j.I. gehouden gemeenteraad stren
ger toezicht op het naleven van de
bouwverordening, o.a. voor de vele
leien vloeren en vochtige wonin
gen.
Ik juich dit ten zeerste toe, maar
heeft dhr. den Boer wel eens nage
dacht over de gestrengere toepas
sing van die verordening? Ik denk
van niet. Het onbewoonde huisje
in de buurt van zijn garage (dat
toch zeker wel een gevaar voor de
daar altijd spelende schooljeugd is)
is daar het beste bewijs voor.
Met dank voor de plaatsing.
OPMERKER.
Geachte Redactie.
Gaarne zag ik dat, naar aanlei
ding van het door dhr B. ingezon
den stukje in Uw blad van 26 Oct.
j.I., het volgende werd opgenomen,
waarvoor bij voorbaat vriendelijk
dank.
Alvorens de vrager te beantwoor
den, wil ik er op wijzen, dat het
zelfde artikel, wat ik schreef in de
Noord-Bevelander, ook geldt voor
de Chr. sportbeweging in het al
gemeen, zodat ik nu niet bepaald
bij „voetbalsport" zal blijven.
Vraag I en 2.
Inzender schijnt het woord „na
tionaal" anders op te vatten dan
ik. Een organisatie, welke ten doel
stelt de Chr. jongelui, hun spel te
laten spelen in een sfeer die niet
vloekt met hun beginsels en die
zich niet beperkt tot een „kringe
tje", doch haar duizenden leden in
alle delen van het land heeft, is
dat geen nationale Christelijke or
ganisatie Mij dunkt van wel.
Wat dan verder betreft de zeke
re categorie, komt mij, in verband
met de vorm waarin de vragen zijn
gesteld, voor, dat ook dit vaak ver
keerd begrepen wordt. Velen denken
dat de leden der Chr. sportprganisatie
afgeperkte kringetjes vormen, waar
men dan gezellig bij elkaar eigen
princiepjes aait. Buitenstaanders
schelden wel eens dat Chr. sport-
werk sectarisch is. Om dit te kun
nen beantwoorden, moeten we we
ten van welke basis het uitgaat en
wat de doelstellingen zijn. Grond
slag van Chr. sportorganisatie's is
de erkenning dat de aarde des He
ren is, mitsgaders, hare volheid. Dat
is een geijkte term, zal men zeggen.
Dat is ook zo. Maar is dat een
bezwaar De ijk is een keur van
echtheid. Dat houdt in, dat er geen
gebied is, waarop Christus niet als
Koning heerst. Niet wie het eeuwig
recht Gods op de wereld erkent is
sectarisch, maar wie zich algemeen
noemend en de massa achter zich
hebben, desondanks het algemeen
recht Gods ontkent en met Zijn wet
der liefde niet rekent. Wie bouwt
op erkentenis dat God recht heeft
op zijn schepping en er in endoor
moet worden grootgemaakt, die is
op de juiste weg.
De grondslag der Chr. sportbe
weging is wel goed, zal men zeg
gen, al komt ze overigens in de
practijk weinig te pas, maar in haar
uitwerking zijn die bonden typisch
sectarisch, leiden ze tot groepsvor
ming en sluiten de mensen van
beginsel op in het kleine kringe
tje, terwijl die juist in het volle
sportleven daarvan moeten getui
gen. Ook hier is het weer de schijn
die bedriegt.
Elke organisatie heeft haar doel.
Dus ook een sportorganisatie. Het
op zich zelf goede kan door de in
werking der zonde zich ontwikke
len tot het kwade. Wij hebben daar
van juist op sportgebied de bewij
zen overvloedig gezien. Indien de
sport de ontwikkeling van het li
chaam, welke toch achter moet staan
bij de ziel, zozeer naar voren schuift,
dat de laatste er als het ware door
wordt overwoekerd, dan verkeert
de lichamelijke oefening in de diep
ste ellende, dan gaat ze heersen in-
plaats van te dienen. De sportorga-
tie nu, welke niet heel haar werk
bouwt op de grondslag van Gods
Woord kan nimmer in dit opzicht
positief zijn in haar doelstelling.
Nooit kan een „algemene" or
ganisatie de sport beoefenen als een
middel ter verheerlijking Gods. Toch
is juist die doelstelling voor de
Christen beslissend. Wij erkennen
immersUit U en door U en tot
U zijn alle dingen.
Wie het recht Gods erkent op
heel de schepping, ontkomt niet
aan de dringende roepstem om God
in alle dingen van ons leven de e-
re toe te brengen. Die weet
dat ook zijn sportbeoefening ge
dragen moet worden door gebed,
dat hij in en door zijn organisatie
maar ook persoonlijk opzendt tot
Hem, die gezegd heeft „zonder Mij
kunt gij niets doen" en gericht
moet worden op Zijn verheerlijking.
Vraag 3.
Wanneer er geen vereniging wordt
aangetroffen, waarin dezelfde sfeer
is, als waarin men is opgegroeid,
zeer zeker. Ze moeten zich dan
maar „aanpassen" terwijl met zul
ke jongemensen de spot wordt ge
dreven, wat zo erg kan worden,
dat zo iemand op de duur door de
omgang met dergelijke elementen
die hem op een ander pad trach
ten te brengen, onverschillig wor
den tegenover de eeuwige dingen
en met zijn kameraden meegaan
en desnoods ook Zondags gaan
meespelen. Dat neemt echter niet
weg, dat er Gode zij dank, nog
andere jongemannen zijn, die ste
vig staan en de stormen trotseren.
Voor zulke personen moet men eer
bied hebben. Die weten wat ze
willen.
Dat U het stukje wat ik schreef
in de N.B. misschien wat vlug hebt
doorgelezen, blijkt weer uit de vraag
dat men, om hiervoor te waken
niet de Heilige Schrift, doch naar
P. Hoogstrate moet schrijven.
Nu is de aard der mensheid zo,
dat men vlugger naar de verkeerde
dan naar de goede dingen grijpt.
En wanneer nu niemand ons op een
ander spoor tracht te brengen en
ons maar laat gaan, waar komen
we dan terecht?
Dan is het ook niet nodig dat
een predikant b.v. ons op het eeuwi
ge wijst. Dan moeten we de Bijbel
maar lezen en we komen er van
zelf. Doch helaas, de practijk van
het leven wijst dat wel uit. In de
eerste plaats wordt misschien niet
eens de Bijbel gelezen en ten twe-
de heeft God de mens geschapen
om de mens te helpen. Samen te
strijden. De mens alleen valt zo
spoedig. Elkaar de hand te reiken.
Elkaar op de levensweg voort te
helpen, in alles Gods eer zoeken.
Hand aan hand reizen naar het-
eeuwig Vaderhuis. Ook wij willen
de mensen, trachten bij te brengen,
dat ook op het sportterein Gods
geboden heilig zijn. Maar uit zich
zelf komen er helaas zo weinig. Is
dat in strijd met doel en grondslag
der C.N.V.B.?
Op de laatste vraag zal ik maar
geen antwoord meer geven. Wan
neer U dit stukje aandachtig door
leest, is ook deze vraag opgelost.
P. HOOGSTRATE.
Wilhelminalaan A 17 - Kloetinge.
Secretaris C.N.V.B. afd. Zeeland.
Wz5Béês0
Daar kan niemand mij van af
brengen. 27 jaar ben ik huisvrouw.
27 jaar, dus reeds meer dan een
kwart eeuw, bleef Persil mij trouw
met haar niet te evenaren kwaliteit.
En dat wil wat zeggen! Ik gebruik
Persil voor alles. Voor de groote
wasch, voor wol- en fijngoed en
tevens voor de hygiënische be
handeling van ontelbare dingen
in mijn huishouding. Er bestaat
voor mij geen ander waschmiddel
dan Persil.
E. Ostermann Co's Handel-Mij. N.V. Amsterdam Fabrieken te Jutphaas b. Utrecht