Het bruidje in de voorzomer.
De sluier ver naar achterenp de sleep op kniehoogte bevestigd
Bruidsmeisjes in roxe en vsit.
PARIJSE MODEBRIEF.
Sinds Mei in het land is, trekt bruidsstoet na bruidsstoet naar stad
huis en kerk. Chipue auto's, onhoorbaar voortglijdend, chauffeur in li
vrei, auto's van mindere rang eenvoudige taxi'smaar in al
le zit eenzelfde lieflijk-witte gestalte, een jong bruidje, dat vol verwach
ting de toekomst tegemoet gaat.
Zo nu en dan wil een modesnufje, dat men het bruidstoilet in zacht
rose of teer blauw kiest. Wij voor ons vinden niets zo mooi en zo wer
kelijk jong staan als de aloude blanke bruidsjapon.
Het moderne bruidstoilet is juist, zoals men zich het kleed voor deze
gewichtige feestelijke gelegenheid wenst. Het is eenvoudig en recht van
lijn, met gesloten hals en lange mouwen, hetgeen de gestalte lang en
smal maakt en er iets ernstigs, zelf iets plechtigs aan geeft, zoals zo
goed bij de betekenis van de dag past. Heel, heel weinig garnering wordt
over het algemeen genomen, soms niet anders dan een klein tuiltje o-
ranjebloemen aan de schouder of aan de ceintuur. Dikwijls wordt dit ge
mis aan garnering vergoed door de rijkdom van de stof der bruidsjapon.
Men neemt er veel satijn voor, lainé, matte
crêpe, gebrocheerde zijde, faille, moiré-zijde,
enz. Ivoorkleurige crêpe satin staat eveneens
zeer fijn.
Zeer elegante bruidstoiletten zijn van een
sleep voorzien. Eigenaardig is de plaats, waar
van deze sleep uitgaat. Niet van de hals, ook
niet van de taille; ze wordt zeer dikwijls, door
middel van een grote strik, een plissee, of een
andere garnering, ongeveer op kniehoogte ach
ter op de rok bevestigd.
Het mooiste sieraad van de bruid, de sluier,
is zowel van tulle als van kant. Ze wordt op
het ogenblik zeer naar achteren bevestigd, laat
niet alleen het voorhoofd en de zijkanten, maar
soms bijna het gehele hoofd vrij.
We zagen een snoezig bruidstoiletje, bestaan
de uit een strak aangesloten jasje met uitsprin
gend schootje en een wijd uitstaande rok. De
ze japon was van zeer stijf, glanzend satijn;
een andere, van heel soepele zijde, had een
smalle aansluitende rok, die in een sleep ein
digde, mouwen die, tot aan de hals doorliepen
en een, van boven eventjes ingehaald, gladval-
lend lijfje.
Bruidsmeisje zijnhet ideaal van elk
bakvisje, van elk jong meisje. Is er iets heer
lijkers denkbaar dan in een feestelijk toiletje met bloemen in de hand
de bruid te mogen volgen en, na het bruidspaar, overal de ere-plaats te
bekleden?
Voor het bruidsmeisje wordt op het ogenblik bij voorkeur wit of zacht-
rose genomen en het liefst satijn. De jurk valt lang, tot op de grond.
Meestal bestaat ze uit een glad lijfje, al of niet versierd met een korte
cape of pelerine of een fichu, die tot over de schouders valt, en een rok
die aan de taille gefronsd is aangezet. Het japonnetje heeft ballonmou
wen en het ere-dametje draagt er lange handschoenen bij, die de kleur
van de japon hebben, maar ook wit mogen zijn. De garnering bestaat
gewoonlijk uit plissees, plooien, ruches en strookjes, ook uit stiksels die
men dikwijls van goud- of zilverdraad neemt.
Satijn, hoe mooi en glanzend de stof op zichzelf ook is, kan toch
voor menig meisje ietwat te rijk, te gekleed zijn. Daarom vinden we
ook tal van bruidsmeisjesjaponnen van het tere, schuimige en bij uitstek
jeugdige organdi.
Bij een elegante huwelijksplechtigheid, die dezer dagen plaats vond,
waren de bruidsmeisjes in organdi gekleed, van een heel teer, bijna flets
roze. De japon was van voren aan de taille en hier en daar op de rok
met grote vlinderstrikken van dezelfde stof versierd. De meisjes droegen
er grote, oud-blauwe hoeden bij, terwijl het corsage met bloemen in
dezelfde tint was versierd.
Bij een ander huwelijk merkten we bruids
meisjes op in witte organdi. Het japonnetje was
aan de zoom en aan de schouders met een
brede strook gegarneerd, die van onderen en
van boven met koraalroze zijde was omboord.
Om het middel een brede ceintuur met bijna
tot aan rokzoom reikende slippen, eveneens
van roze zijde. Een luchtige grote witte hoed
met een band van roze zijde aan de bol vol
tooide dit snoezige toiletje. We zagen ook
bruidsmeisjes in effen wit met een veelkleurig
bouquefje aan de taille. En zeer in de smaak
kenbaar door de vele ah's en oh's die uit
het publiek opstegen vielen toiletjes van fris,
helder roze organdi. De zeer wijd-uitstaande
korte mouwen waren met een brede, stijf-in-
gehaalde witte ruche afgezet. Rondom de rond
uitgesneden hals was, op de japon, een brede
krans van witte bloemen bevestigd.
De keurige mantelcostuums, die we hier af
beelden en die beide tot de uitzet van een
bruidje behoorde, geven een beeld van hetgeen
op dit gebied voornamelijk gedragen wordt
Het eerste pakje bestaat uit een effen rok en
een wijd geruit mantelje. Ceintuur en knopen
hebben de tint van de rok. Van dunne, beige
wol is het twede costuum. Blouse, hoed en handschoenen moeten er de
vrolijke noot in aanbrengen.
WILHELM1NE
Onze lezeressen, die uitvoerig wensen ingelicht te worden over de
laatste mode, zowel voor dames als kinderen, raden wij dringend
aan een abonnement te nemen op „Het Nieuwe Modeblad".
Dit uiterst practische Nederlandse modetijdschrift, hetwelk ook een
schat van gegevens biedt voor handwerken in alle genres, is bij de
uitgever dezer courant verkrijgbaar.
De abonnementsprijs van het Nieuwe Modeblad 2 maal per maand
verschijnende in 24 bladzijden met telkenmale 2 gratis knippatro-
nenbladen, bedraagt slechts f 1.20 per kwartaal franco per post f 1.50.
100. Verscheiden minuten stond Rob op het
smalle plat, hoog boven de rivier en staarde
langs de kloof naar de heuvels aan de over
kant. Toen volgde hij z'n geheimzinnige gids
terug naar diens kwartieren onder de tempel.
„Nu laat ik je een poosje alleen," zei Robs
vriend in nood. Een poosje later, terwijl Rob
de papyrusrol, welke het geheim van de schat
bewaarde, hoorde hij het geschuifel van voe
ten en zag de man in de deuropening staan.
101. Haastig sprong Rob overeind en nadat
hij de geheime stenen deur boven aan de trap
doorgegaan was, zag hij een troep kamelen op
de tempel afkomen, „Zijn zij het niet, die je
zoekt vroeg de oude man.
102. Reeds had Rob Ouwe Daan, Prof. Prewe
en de Arabische bedienden herkend en met
een kreet van vreugde schoot hij vooruit, om
hen te begroeten. Ouwe Daans vreugde was
niet minder groot dan die van Rob bij hun
ontmoeting: „Van de inlanders in de bazar
hoorden we, dat je achtervolgd werd door A-
bu Hassein en z'n rovers," zei hij, „maar toen
jouw kameel alleen terugkwam, dachten we,
dat je omgekomen was in de woestijn."