NOORD-BEVELANDS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD De rol van de ceintuur in de moderne kleding. No. 1861. Zaterdag 16 Februari 1935 41e Jaargang. DRUK EN UITGAVE A. G. M. MARKUSSE TE WISSENKERKE - TELEFOON No. 10 SPERWER CACAO In het land van de sneeuwsport draagt men bruin met oranje. I elegante avondtoilet van onze tweede afbeel Prijs der Advertentiën: van 1 tot 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Bij abon nement aanzienlijke korting. Familieberichten en daarop betrekking hebbende dankbetuigingen van 1 tot 6 regels 75 cent, iedere regel meer 12'/j cent. 80 CENT PER KILOPAK 45 CENT PER PONDSPAK Abonnementsprijs f 1.— per jaar bij vooruit betaling. Franco per post 12.25 per jaar. Toezending advertentiën tot Vrijdagmorgen 8 uur (wettelijken tijd). Oplaag 1800 ex. PARIJSE MODEBRIEF. K? Niet alleen mensen, ook dingen hebben een levensgeschiedenis. Wan neer b.v. onze ceintuur eens spreken kon en vertellen van al z'n bele vingen en gedaanteverwisselingen in de loop der tijden, zo zouden we een interessante geschiedenis horen, voor menigeen misschien interes santer dan de opeenvolging van oorlogen, die men gewoonlijk onder ge schiedenis verstaat. De wonderlijkste beleving voor de ceintuur zelf moet wel geweest zijn, toen ze op een goede dag van haar natuurlijke plaats, waar ze bestemd was de stof bijeen te houden, verbannen werd en als een volkomen overbodig ding midden om de heupen moest zweven. Wat zagen we er in die dagen toch dwaas uit! Ik vond onlangs in een koffer nog een japonnetje uit dien tijd terug, dat toen voor zeer modieus en elegant doorging. Ik trok het roestbrui ne toiletje van fijne, soepele wol, een creatie van de Galeries de La Fayette, eens aan voor de spiegel en vond mijzelf meer dan belachelijk in dat korte rechte hemdje met die onmogelijke afgezakte ceintuur. „Hoe heb ik mij ooit in zo iets lelijks en smakeloos kunnen verto nen?" vroeg ik mij af. Gelukkig is de modelijn op het ogenblik heel veel beter en bevindt de ceintuur zich weer op haar rechtmatige plaats. Ze speelt bovendien een belangrijke rol in de tegenwoordige kleding Er wordt bijna geen japon afgeleverd die zonder ceintuur is gemaakt, enkele robes prin- cesse uitgezonderd natuurlijk. Op vele toiletten dient de ceintuur tevens als versiering. Ze is van sprekende, contraste rende stof of leder vervaardigt. Ze sluit met een metalen gesp, met een mooie knoop of een of ander kunstnijverheidsproduct. Van soe- «pele ceintuurs legt men de uiteinden tot een k strik, op zij, van voren of in de rug. De ceintuur brengt op het ogenblik een gro- 'uk te variatie in eenvoudige japonnetjes; cein tuurtjes van bont; van felgekleurd soepel flu- weel, dat men om het middel drapeert, zeer ■f *V brede ceintuurs van lakleder. Zeer moderne /Jr l f ceintuurs zijn aan beide kanten van kleine zak- 1 jf jes voorzien als behoorden ze tot de uitrusting van een cow-boy, andere worden gevormd door t aaneengeregen benen- of ivoren ringen. Sport- 1? m jurken, namiddagjaponnen, avondtoilotten, ze J zijn alle van een ceintuur voorzien, zo ook het ding, dat een brede, soepele ceintuur heeft ij met een metalen gesp op zij. Dit fijne japon netje van violetkleurig velours chiffon heeft als MM enige garnering, brede revers van lila zijde. Til De korte mouwtjes zijn vloeiend ingezet met IJl ingestikte plooitjes aan de onderzijde. Ook de ijJP rok vertoont midden voor deze stiksels. Van ImT deze japon is een patroon voor bovenwijdte 92 en 100 cm. verkrijgbaar. Men stikt aan de voorzijde van het patroon de een kwart centimeter brede plooitjes en verbindt daarna weer de rok met de blouse. Men stikt de drie coupe naadjes van de beide voorpanden en verbindt schouder- en zijnaden. Het rechter-voorpand, dat slechts tot aan de taille rijkt, wordt in de taille gehecht. De plooitjes aan de onderzijde der mouw worden gestikt de mouwnaad verbonden en de mouw vloeiend in het armsgat gezet. De onderwijdte van het mouwtje moet glad om de arm zitten, zodat de mouw niet naar beneden zakt. De ceintuur is een 10 a 12 cm, brede ingehaalde reep, die ter hoogte van de taille door een metalen gesp wordt geschoven. De revers wordt goede op goede kant gezet, gestikt, omgeslagen en aan de halszijde onder de overslag onzichtbaar gezoomd. In de achterhals kan een licht puntig stuk ingezet worden. De onder zijde der japon werkt men met een schuine reep af. Men heeft ongeveer 4 m. stof nodig a 100 cm. breed en 50 cm. garneerstof. Ons eerste plaatje geeft een groen wollen mantelcostuum, met beige bont gegarneerd. De taillelijn is op zeer originele wijze aangegeven met een in vorm geknipte ceintuur, waaronder een klokvormig schootje uit komt. De zeer moderne, gladde rok heeft, voor meerdere wijdte, voor en achter ingezette plooien, en, achter in de rug, twee coupenaadjes bij de ceintuur. Een klaargeknipt patroon voor bo venwijdte 88 en 96 cm. is van dit aardige mantelpak verkrijgbaar. Het costuum heeft uit lopende mouwbiais. Men zet voor en achter de plooien in de rok. (Het patroon der plooien is slechts een maal bijgevoegd, daar deze voor en achter hetzelfde zijn). Men stikt de zijnaden en laat de linkerzijnaad van boven ongeveer 25 cm. open voor het split met de drukknoop sluiting. De coupenaadjes achter in de rok worden gestikt, de rok op tailleband gezet en |y:: |i met boorlint afgewerkt. In de onderzijde wordt WÏ>wÈÊëÈÈ een cm" brede zoom onzichtbaar tegenge- ?£^Pfllsil| zoomd. Nadat men van de mantel de coupe naden gestikt heeft, verbindt men schouder en zijnaden. Het met gemerkte deel (de revers), wordt van het patroon afgeknipt en dan nogmaals van stof geknipt, goede op goeden kant aangestikt, van linnen voorzien, omgekeerd en platgeregen. Men knipt de voe ring volgens het mantelpatroon, stikt en strijkt ze en rijgt ze in de geperste mantel. In de onderkant van de mantel wordt een zoom on zichtbaar gekruist en de voering daarop ge zoomd, alsook tegen het beleg gezoomd. Men stikt en perst de mouwnaden, ook van de voering en zet de mouw ingehouden in het armsgat. De binnennaad van de mouw valt ongeveer 5 cm. naar voren. De mouwvoering wordt tegengezoomd. Het klokkend geknipte schootje is het mooiste, wanneer men het met zijde voert, doch het kan ook omgestikt worden. Het wordt met een onzichtbaar stuk op de mantel bevestigd, doch kan ook aangestikt worden, voordat de mantel van voe ring voorzien is. Men knipt de onderkraag van schuine stof en voorziet deze van linnen. Het laatst wordt het bont opgenomen. Men heeft on geveer 3.50 m. stof nodig van 130 cm. breedte. In de landen, waar men op het ogenblik van sneeuw en ijs geniet, heeft men natuurlijk behoefte aan dikke, warme kleren. De meest nio- dieuse kleuren-samenstelling voor gebreide kledingstukken van allerlei aard is bruin met oranje. Een aardige wollen gebreide muts bestaat b.v. uit een ronde bol in oranje, waarop kruisgewijze smalle banden lopen van bruine wol, die in de top samenkomen en daar een strikje vormen. De shawl, die bij dit garnituurtje behoort, is van bruine wol met oranje uiteinden en de handschoenen zijn eveneens van bruine wol met oranje kappen. Deze kleurensamenstelling, hoe warm en vrolijk ze ook mag zijn, is velen nog niet bont genoeg. Ze geven de voorkeur aan garni- tuurtjes met veelkleurige strepenoranje, steenrood, roze, groen en bei ge bijv., waarvan elk der strepen door een smal zwart lijntje van de volgende gescheiden is. Bij een zwart of donkerblauw sportcostuum staat deze veelkleurige wol heel vrolijk en decoratief. Wie de skisport ernstig neemt en grote tochten maakt in het prachtig besneeuwde berglandschap, denkt in de allereerste plaats aan de prak tische zijde van het skicostuum. Dit zal meestal donkerblauw of zwart zijn, eenvoudig en praktisch gemaakt. Van het mutsje wordt geëist, dat het licht en prettig zit en toch bij de grootste snelheid niet afwaait. De handschoenen zijn van ondoordringbare stof. De dames en jongemeisjes echter, die haar dagen doorbrengen op vrolijke oefenweitjes of in gezelschapjes lichte tochtjes maken, kunnen alle fantasie te pas brengen die op het ogenblik voor sport is toege staan. Een leuk skicostuum is b.v. van Engelse stof in een beige en bruine ruit met een oranje pullover, of van blauwe stof met een rood-wit wollen garnituur. Aardige baretten met een wollen pluim op de bol of vlugge polomutsjes. We zagen beeldige skipakken van lichtgrijs laken, ja zelfs van sneeuwwitte wollen stof, die eigenlijk alleen maar bruikbaar zijn in een salon, daar ze er in de werkelijkheid in een minimum van tijd ontoonbaar zouden uitzien. Dat zijn dan ook de skicostuums der da mes, die zich in de wintersportplaats alleen maar kleden om gezien te (Zie Slot op de laatste pagina).

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1935 | | pagina 1