1
„DE ZEEUWSCHE PAPIER
COMMISSIEHANDEL"
Fa. PIET OGHTMAN.
OFFREERT AAN H.H. WINKE
LIERS ENWEDERVERKOOPERS,
STERK CONCURREEREND,
VOOR DE A.S. SCHOONMAAK:
INGEZONDEN STUKKEN
op te merken het streven naar re
organisatie van de Ned. Herv. Kerk,
wijziging van de bestuursinrichting
der Kerk als middel tot Kerk-her-
stelKerkrechtelijke handhaving der
belijdenis, derhalve wordt de Ker
kelijke tucht beklemtoond.
In 1906 is opgericht de Gerefor
meerde Bond, die toen heette „Ge
reformeerde Bond tot vrijmaking
der Ned. Herv. Kerken" maar in
1909 werd deze naam veranderd in
„Gereformeerde Bond tot verbrei
ding en verdediging van de waar
heid in de Nederlandsche Hervorm
de (Gereformeerde) Kerk."
Het doel, zooals dat omschreven
wordt in het Kerkelijk Handboek
v. Alphen (1934) is: „naar uitwij
zen van de Heilige Schrift, opge
vat in overeenstemming met de
drie Formulieren van Eenigheid
(16181619,) te arbeiden tot ver
breiding en verdediging der Gere
formeerde Waarheid in het midden
van de Nederl. Herv. (Geref.) Kerk,
om mede daardoor te komen tot
oprichting van de Hervormde Ker
ken uit haar diepen val en tot we-
derverkrijging van hare plaats in
het midden van ons volk, haar van
ouds door den Heere aangewezen,
met vasthouding aan de Dordtsche
Kerkorder 1619."
Bij dezen Gereformeerde Bond
valt wel op zijn vasthouden aan
1618—1619. Ook is merkwaardig
dat deze Geref. Bond niet kan mee
gaan met de Confessioneele Ver-
eeniging.
De Kohlbruggianen zijn meer als
een theologische richting te beschou
wen, dan als een Kerkelijk-politie-
ke groep. Zij zelf willen eerder Ge
reformeerden genoemd worden dan
heeten naar een hunner voorman
nen: Dr. H. F. Kohlbriigge (1803
1875.) Nadruk wordt gelegd op het
WOORD van God. Dat moet het
doen. Menschelijke activiteit of or
ganisatie kan het niet.
Hiermede is het overzicht van de
richtingen in de Ned. Herv. Kerk
ten einde. In een slotartikeltje zou
ik gaarne nog enkele opmerkingen
willen neerschrijven.
KATS. M. HANSEN.
OVERDAAD SCHAADT.
TE VEEL KALI IS EVENMIN
GOED ALS TE WEINIG.
Er dreigt een lang niet denkbeel
dig gevaar. Enkele jaren aaneen
zijn de prijzen van kali, in verge
lijking met andere kunstmeststof
fen zeer hoog geweest. Ze werden
geregeld op hetzelfde peil gehou
den, terwijl de prijzen der andere
kunstmeststoffen met vele percenten
daalden.
Dat de kalimijnen alle in handen
waren van één groote combinatie,
was aan dezen hoogen prijs niet
vreemd.
Toen echter in Spanje een be
langrijk kaligebied in exploitatie
kwam en men vandaar ook de Ne
derlandsche markt ging voorzien,
kwam al spoedig veranderingen.
Voor de gebruikers, boeren en tuin
ders, is het te hopen, dat pogingen
om deze nieuwe producenten in de
combinatie op te nemen, mislukken.
De resultaten hebben de kunst-
mestgebruikers ervaren; de prijzen
daalden tot ongeveer de helft van
voorheen.
Nu kan weer kali gebruikt wor
den, wat in de laatste jaren veel
te wenschen overliet. Er wordt dan
ook heel druk gekocht.
Men moet echter niet gaan over
drijven en nu maar eens dubbel en
dwars gaan geven. Zoo ergens, dan
is bij het bemesten met kali de maat
kostelijk. Dat wil niet zeggen, dat
men als bij den uitgehongerde, be
ginnen moet met mondjesmaat. Men
kan gerust geven de giften, die men
vroeger als de meest rendabele
wist. Hier hangt zooveel van grond
soort en gewas af, dat men moei
lijk hoeveelheden kan opgeven.
Houdt men zich bij de giften, die
men in normale tijden uitstrooide,
dan is men op den veiligsten weg.
Mits men toen goed bemestte.
Wij waarschuwen er echter tegen
dat men abnormaal groote hoeveel
heden zal geven. Noch het gewas
noch den bodem komt dit ten goe
de en soms, zooals bij aardappe
len, zal de kwaliteit schaden.
Een goede gift is een
practische gift.
Abnormaal hooge giften zijn een
verkwisting. Dit komt niet te pas
in dezen tijd.
REDACTIE.
GROSSIERDERIJ
Lange Nobelstraat. ZiERIKZEE.
Rollen en vellen wit en ge
kleurd Kastpapier, wit en ge
kleurd Kastpapier met schulp-
rand, rolletjes a 10 M. losse
Kastranden, koperen en cellu
loid Punaises. Goud-, Zilver-,
Koper- en Groenbrons. Maho
nie-, Noten- en Eiken Meubel-
politoer. Amerikaansche Boen
was „met den Arend1', Reckits'
en Erdal Poetsartikelen, Be
zems en Borstelwaren. Prima
zeemleder in alle prijzen. Bij
zondere aanbieding in sponsen.
DE LEVENSKOERS.
I
Het leven wordt zeer terecht
vaak vergeleken met een reis, en
menigmaal is het een moeilijke reis.
Soms kan een enkele afwijking van
de juiste koers tot onmiddellijk
zichtbare ondergang leiden, zooals
een misstap op een smal bergpad.
Maar meestal zijn de gevolgen niet
direct zichtbaar: een schip op de
oceaan, dat uit de koers raakt, ver
gaat niet ineens, alleen het einde
kan toch niet de behouden haven
zijn.
't Is dus noodig de aard van die
eerste, haast onmerkbare afwijkin
gen te kennen en Christus onze
trouwe levensleidsman, heeft ons
daarin het juiste inzicht gegeven.
Bij zijn voorbereiding voor de eigen
grootsche levenstaak herkende hij
het gevaarlijke karakter van die
geringe afwijkingen en, hoewel er
niemand bij tegenwoordig was, is
er ons iets ter leering over meege
deeld.
Wanneer het kwaad zich in af
zichtelijke gedaante aan ons ver
toont, is het zelden een verzoeking
voor ons. Maar welgemeende vrien
denraad gemakkelijk te bereiken re
sultaten kunnen het zijn. Daar is
de vriendenraad van Petrus aan zijn
meester om toch niet de lijdensweg
te gaan. Dat is verzoeking en het
antwoord als een donderslag is:
„Ga weg achter mij, Satan!"
Rondom is de woestijn met hier
en daar een steen en in het lichaam
is de knaging van de honger (zie
Lukas4:l13.) Wat is brood toch
een eerste levensbehoefteAls daar
maar in voorzien wordt! Dat is de
groote kwestie voor de menschheid
en voor den enkeling. En voor den
eenzame in de woestijn, die nog
niet zoolang geleden bij de doop
in de Jordaan de verzekerdheid
heeft ontvangen van de geheel
eenige Iiefdf en het welbehagen
van den Vader in de hemelen, nu
een goede raad„Zeg tot dezen
steen, dat hij brood worde."
Is dat nu ook voor ons, men-
schen van de twintigste eeuw, een
verzoeking? Mogen we dan niet
om brood verlangen? Zeer zeker
mogen we streven naar vervulling
van de levensbehoeften en zelfs
naar levensvreugden. Het zondige
ligt hierin: om STEEN EN tot
brood te willen maken. Maar
zulke pogingen tot tooverij zijn toch
geen verzoeking uit de levensprak
tijk van het heden Alleen in
sprookjes is sprake van een tafel-
tje-dek-je.
Ook nu is er een toovermiddel
om zooiets tot stand te brengen,
namelijk het geld. Geen wonder
dan ook, dat de heele wereld er
naar jaagt, want daarmee kunt ge
zonder zelf een vinger uit te ste
ken in ieder hotel de tafel gedekt
krijgen.
Maar het gebruik van geld is
toch niet zondig?
Dat hangt er van af. Het geld
is iets heel bijzonders, daardoor
raakt menig levensschip uit de koers
Een klein stukje ijzer, dicht bij het
kompas gelegen, veroorzaakt een
miswijzing, en een klein beetje
goud, als 't maar na aan het hart
ligt, voert van de juiste levenslijn.
Dan is het onmogelijk om tot het
Koninkrijk Gods in te gaan.
Meestal vragen wij menschen ons
niet nauwkeurig af, HOE we aan
onze verlangens voldoen, A L S er
maar aan voldaan wordt. En wan-
weer we dan door onze wonderlij
ke middeltjes in onze levensbehoef
ten en vreugden hebben voorzien,
dan blijkt, dat we toch niet ver
zadigd zijn, dat het leven onvol
daan is, dat we toch nog steenen
voor brood hebben.
Op die gevaarlijke verzoeking is
Christus' antwoord: „Er is geschre
ven, dat de mensch bij brood al
leen niet zal leven, maar bij alle
woord Gods."
De weg volgens Gods woord voor
het verwerven van het dagelijksch
brood is die van de arbeid, van het
dienend besteden van het leven.
Zeker het brood is Gods gave, want
de menschelijke arbeid bij het zaai
en en opwassen van het graan is
vruchteloos als niet van boven zon
neschijn en regen komt, maar toch
wordt geen van Gods gaven tot
zegen als de mensch niet gehoor
zaam de weg gaat van arbeid, in
spanning, strijd. En alles wat ver
kregen wordt door slimmigheden,
of door het domme geld, of door
het van zich afschuiven der levens
moeilijkheden op anderen, is slechts
schijn, steenen tot brood!
Dat geldt voor alle levenster
reinen. Gezondheid gave Gods, maar
niet bestaanbaar zonder lichamelij
ke inspanning en matigheid.
Wetenschap en kunst, gaven van
hoofd en hart zijn er voor noodig
maar al brengt boek of radio U de
geestesschatten nog zoo dichtbij,
zonder geestelijke inspanning kun
nen ze niet toegeeigend worden en
blijven ze onverteerbare steenen
voor de geest.
't Geluk der liefde wat is on
danks het begeerig jagen van de
menschen op dit gebied veel on
verzadigdheid door het miskennen
van de Goddelijke levenswet; het
geluk is niet verkrijgbaar door ne
men, stelen, koopen, afbreken; al
leen door levensopbouw, door ver
antwoordelijkheden te aanvaarden,
door tegenover het ontvangen het
geven te stellen.
En verlangt Uw hart naar hooger
geestelijk leven, naar de levensver
nieuwing, naar het kindschap Gods?
't Is een genadegave; volg niette
min gehoorzaam de weg van Gods
woord; stel U niet tevreden met
uiterlijke godsdienstigheden, die an
ders zouden blijken steenen voor
brood te zijn, maar: „Zoek, bid
zonder ophouden, bekeer U, onder
houd de geboden, strijd om in te
gaan
Kamperland. G. FLIPSE.
(Buiten verantwoordelijkheid
van de Redactie.)
Den Haag, 6 Febr. 1934.
M.M.
Naar aanleiding van het ingezon
den stuk van den Heer P. Noord-
hoek „Iets over dansen," opgeno
men in Uw nummer van het Noord-
Bevelands Nieuws- en Advertentie
blad d.d. 3 Februari 1934, verzoek
ik U beleefd het volgende
in Uw blad te plaatsen;
Op sommige punten heeft dhr. N
gelijk, maar overigens neemt hij de
allures vaneen zedelijkheidsapostel
aan. Het zou aanbevelenswaardig
zijn als de Heer N. een poosje in
een groote stad zou vertoeven, dan
kon hij iets van het werkelijk le
ven leeren kennen, waarvan hij
volgens zijn ingezonden stuk niet
erg goed van op de hoogte blijkt
te zijn. En als de Heer N. er zoo
een voorstander van is om in de
vrije natuur te dansen, dan zou ik
hem willen aanraden in Noord-Be
veland aan NAAKTCULTUUR te
gaan doen. Dat is werkelijk beter
dan in een besloten kroeg te zitten,
waar „Tubercen de poriën binnen
kunnen sluipen."
U bij voorbaat dankend voor de
plaatsruimte, teeken ik met de mees
te hoogachting.
H. W. PAASE.
(Een trouw lezer van Uw Blad.)
Weigeliaplein 73. Den Haag.
NOGMAALS
EN VOOR HET LAATST:
HET DANSEN.
In een artikel van vele regelen
druks heeft Piet Noordhoek in het
laatst verschenen nummer van ons
blad gepoogd over het dansen be
langrijke dingen te zeggen. Kort
samengevat stond er in het stuk
(als wij de bedoeling niet verkeerd
hebben gevat tenminste:) dans niet,
want het dansen is moreel (d.i. zede
lijk) niet verantwoord!
Wij willen daar, met minder
woorden, na ampele overweging,
het onze van zeggen. Da dans, als
uiting van vreugde en bij primitie
ve volken van droefenis, is niet
slecht Het Oude Testament met al
zijn strenge wetten heeft herhaal-