mOHHE DE SOOMER-VEREST
SPECIALITEIT IN
BRUIDSJAPONNEN
GOES - Langs Vurststraat 25 - Tel. 175.
CHIQUE EN VOORDEELIS.
Gordijnen gemaakt van Allover, Voile, Marquisette, Richelieu
zijn een sieraad voor Uw venster, mits deze keurig netjes
gemaakt zijn. Welnu DE BIJENKORF zal Uwe gordijnen
keurig netjes maken en wel GRATIS tot 15 NOVEMBER a.s,
Verzoek van den Heer G. F.
Maris e.a. om verbetering van het
gemeentelijk speelterrein werd in
handen van B. en W. gesteld ter
afdoening.
Verzoek der herbergiers inzake
vermindering aanslag Pers. Belas
ting door gelijkstelling met winkels
of gemeubileerde kamers of lage-
ren aanslag voor biljarten. Besloten
werd om de belasting op biljarten
te brengen op f 2.50.
Het adres der Schippersvereen.
om verlaging der scheepvaartrech
ten werd voor kennisgeving aange
nomen.
Verzoek van dhr. D. v. d. Vreug
de te Kamperland om vergoeding
in de kosten van arbeidsbemidde
ling. Besloten werd f 25.per jaar
te geven.
In de Rondvraag vraagt dhr. Bal
kenende verbetering van de vuilnis
belt te Kamperland. Dhr. Kramer
bespreekt het nut van den wegwij
zer op den hoek bij Buijze en vraagt
een dergelijke op den hoek bij de
Looze. Dhr. wenscht een dergelijk
op den hoek bij Bakker. De Voorz.
zegt nader onderzoek toe.
IV) De Openbare School.
(een gewetensvraag)
Het Christendom zal zich op het
platteland, evenals in de groote ste
den, dóód-vechten in de onderlinge
concurrentie-strijd van groepen en
richtingen en op het politiek en
godsdienstig slagveld een eerloozen
dood sterven, óf het zal zich dóór
zetten dwars door de geijkte onder
scheidingen van „Christelijk" of „niet-
Christelijke" neen en boven alle kleine
partij-groepeering uit. Voor het eerste
heb ik geen belangstelling, dat vecht
zich toch wel dood; voor het laat
ste wil ik met hart en ziel mee
werken, omdat daaraan lot en leven
van menschheid en wereld hangt.
Ik wil zoo graag (mag ik dat
even openlijk erkennen en, al is
het niet m'n gewoonte daar zoo
mee op de lippen rond te loopen
U Christelijk onderwijzer, een blik
geven in het binnenste van m'n le
ven, het is immers een persoonlijk
gesprek dat wij samen voeren) ik
wil zoo graag de eenige meester,
die ik in m'n geweten hoor spreken,
volgen de wereld-in en de wereld
door en de wereld-uit. Die meester
houdt niet halt, noch voor een Chris
telijke noch voor een Openbare
School. Die is overalen nergens
héélemaal thuis. Hij is overal waar
menschen zich laten leiden door hun
mede-geweten-met-de-Bijbel. Zoo
moeten wij ons ook, als leerlingen
van Hem, met ieder mensch ver
bonden voelen, die het mes van
de waarheid tot op het merg en
been van deze wereld er diep in
zet. God is overal, waar wij het
orgaan van ons geweten laten spre
ken. Dan deert het weinig of de
menschen zich aangesloten hebben
mi
bij het Christelijk onderwijs of niet,
(dat is hun zaak, niet de mijne)
dan deert het ook weinig of ze
voor hun naam zetten „Christelijk"
of niet. Ik heb maar één onder
scheiding des geestes, niet of de
menschen voor Christelijk onderwijs
zijn ja dan neen; niet of ze bij de
Gereformeerde, Evangelie of Lu-
tersche Kerk behooren, maar of zij
Protestanten zijn of niet: protestee-
rende menschen, tegen alles wat
niet door de beugel der Evangelische
critiek kan. De rest laat mij koud.
Laat dan ieder zijn weg, de eene
in die, en de ander in gfndsche
richting gaan, om ieder op eigen
terrein, te wieden, te zaaien, te
planten en wie weet straks
te oogsten. Dat terrein ligt ver
schillend voor ieder mensch, da's
niks erg, je meetlat om het terrein
af te bakenen heb je bij je: da's
je geweten-samen-met-de-Bijbel.
Zie zoo, nou kunnen we allemaal
aan 't werk. Gij zijt onderwijzer aan
een Christelijke School; dat is een
uitstekend arbeidsveld om op te
meten hoeveel korrels waarheid hier
uitgestrooid kunnen worden; een
ander heeft zijn arbeidsveld op de
Openbare School. Wie zich daartoe
geroepen voelt, laat hij daar vooral
heengaan. En dan moogt Gij noch
ik daarop critiek geven; want van
een geweten blijven we af, handen
thuis, hier is heilige grond. Ik ver
oordeel U niet als Gij in uw Chris
telijke school werkzaam zijt, dan
zou ik een slecht Protestant zijn
en een enghartig wezen. Gij moogt
mij ook niet veroordeelen als mijn
weg elders heen zou voeren. En
dat zult Gij ook niet doen.
Zoo is dan al ons werk, in ge
loof verricht goed, al zou het ook
zoo gering zijn alseen
stroohalm op te rapen" (Luther).
Als Luther, waar we allemaal 99%
van ons geestelijk leven aan te dan
ken hebben, zoo iets zegt, dan zou
het wel dwaas zijn wanneer zijn
geestelijke zonen, wij Protestanten
durfden beweren dat we God niet
kunnen dienen op de Openbare
School, waar we inplaats van met
stroohalmen met kinderen mogen
omgaan. Wij mogen ook niemand
verdacht maken, die op de open
bare school werkzaam is, dan zijn
we slechte Protestanten. Dat zult
gij ook niet doen Christelijke on
derwijzers. Integendeel gij hebt
bijzondere hoogachting, voor ie
mand, die zich in zijn geweten ge
roepen wist op de Openbare School te
werken. (De gewetensloozen, die
alleen maar naar een verantwoor
delijk baantje jagen tellen hier na
tuurlijk niet mee, die zijn er trou
wens overal, een apart soort volk,
gelijk te stellen met goedaardige
schurken, waarvan de wereld (wij
zelf inbegrepen) tjokvol is). Gij
zoudt bijzondere hoogachting heb
ben voor een eerlijke werker op
de Openbare School, die zich daar
door God geroepen wist (en waar
roept God een mensch niet in zijn
geweten aan? immers overal!) Zoo
iemand heeft het véél moeilijker:
Waarom? Die moet eerst recht zijn
overtuiging uitdragen en aan zijn
omgeving strijdend ontwringen. Die
moet toonen met zijn léven, met
zijn persoon dat de kinderen en de
wereld hem lief is alsof het Gods
oogappel zelve was. Die kan niet
met woorden bidden, die moet het
met zijn leven. Een waarlijk Chris
telijke onderwijzer, z'n taak in de
Openbare School vindend zal ook
daar uitblinken! Hebben we niet
zoo'n pientere kerel op ons eiland?
Als het waar zou zijn dat
de Openbare School apart van God
verlaten is, dan hoorden daar de
trouwe, ijverige werkers te zetten.
Die zouden zich niet Christelijk
kunnen noemen, die zouden moeten
trachten tot ze door anderen Christe
nen genoemd werden. Zoo is het ook
in de Geschiedenis van het Chris
tendom gegaan, niet waar. Het
waren een paar gewezen Joodjes in
Antiochië. Ze leefden daar midden
in een heidensche stad. Langzamer
hand vielen ze op: hé, wat zijn
dat „voor menschen?" vroegen de
inwoners. Dat? 0 dat zijn Chris
tenhonden. Dat is de geschiedenis
van het woord „Christen": het wa
ren zulke bijzondere menschen, ze
vielen op en hun scheldnaam is
hun tot groote eere-titel geworden.
Zoo gaat het altijd met waarlijk
gróóte bewegingen. Wij doen het
anders niet-waar? Wij zetten zelf
de pluim van onze Christen-naam
op onze hoed. Het wordt heusch
tijd we allemaal in stilte dit woord
„Christen" beginnen te haten, want
we verdienen dien naam niet, niet
eerder dan dat anderen ons zoo
noemen. Wij slingeren elkaar tek
sten naar het hoofd, dat je er tu-
reluursch van wordt. Een buiten
staander moet er wel heelemaal
niets van begrijpen maar wij moes
ten het toch eindelijk ook eens af
schaffen 't is voor mij altijd een
spel van gewetens-moord en denk-
luiheid, wanneer de menschen el
kaar met teksten gaan bejegenen.
Van wie hebben we toch die rare
gewoonte afgekeken? Ziet U, daar
hadden de eerste Christenen geen
tijd voor en daar heeft elk ernstig
mensch van heden tijd noch gele
genheid toe. Waarom niet? Waar
heid is voor een waarachtig ernstig
mensch niet wat daar in een boek
geschreven staat, (dan zou de bijbel
een wetboek wezen, met artikelen
om elkaar mee te kunnen gaan ste
ken, prikken) waarheid is datgene
wat ik mij uit dat boek waar gemóókt
heb, in en door mijn geweten, door
Heiligen Geest! De waarheid is er
niet voor om er mekaar mee om je
ooren te slaan en zoodoende zelf
lekker gelijk te krijgen, maar er
déksels-hard voor te werken. Daar
om haal ik ook geen tekst aan om
die van hier naar een ander dorp
te gooien; daar is hij niet voor be
stemd; die is voor mij geschreven
en voor niemand anders. Die is voor
mij geschreven om als ik waarheid
wil zoeken dat woord als een zaad
korrel in m'n leven te laten vallen.
Nou, daar heb ik m'n handen vol
aan. Waarom zijn we toch, en dat
nog wel in Gods naam, zoo kwistig
met bijbelteksten; ligt dat alles zoo
aan de oppervlakte van ons leven?
Maar dat is niet meer mijn terrein,
daarin moet ieder maar zijn eigen
weg zoeken, die hij te gaan heeft.
Dat weet ik wel: als we met bijbel
teksten moeten gaan werken om
ons leven te rechtvaardigen en ons
recht tegenover anderen kramp
achtig vast te houden, dan is dat
een kaal vertoon, waar weinig
Heiligen Geest bij te pas komt.
Dat weet ik wel: ik zal nooit
zeggen tegen iemand (wie ook):
kijk, het is waar, want het staat
daar en daar. Toen ik klein was
en ik had gelogen of iets gedaan
wat niet goed was, weet ge wat ik
dan deed? Dan viel ik neer op m'n
bed, dan werd de wereld zwart en
donker voor je, dan snikte je als
een klein wezentje dat bang is voor
zichzelf. Stel voor als er iemand
gekomen was en die had gezegd
Jan, m'n jongen, dat was verkeerd
van je want het staat daar en daar.
Dan zou ik gezegd hebben: nee
dominë, nee Christelijke onderwijzer