1
SEPTEMBER 1933
I
EEN VREDESBLAD VOOR
NOORD-BEVELAND
LEVEN!
Wij zijn geen geoefende auteurs,
Wachter, wat is er van den nacht?
1STE JAARGANG.
No. 1
LEVEN
REDACTIE-ADRES
VOORSTRAAT 75 KORTGENE
ADMINISTRATIE-ADRES
VOORSTRAAT 58
KORTGENE
Er is velerlei leven. Het stille vegetatieve leven van
planten, en het leven op straat, van jachtende fietsenjon-
gens en jakkerende motoren over het asfalt. Het leven van
vóórt-tingelende trams en keurbendes straatmuzikanten,
en het leven lawaai op een sportterrein. Er is ook
het leven het beschouwende, wijsgeerige van de
denker in zijn studeervertrek. Het Leven is oud als de
wereld en het blijft jong tot op de laatste dag.
Dit geldt vooral het geestelijke Leven.
Heel veel van de geestelijke strijd, die in de wereld ge
streden wordt, ontgaat ons. Wat weten wij, eilandbewo
ners, mee te praten van heftige debatvergaderingen of
van provocatie, wat weten wij van de felheid en omvang
van de klassenstrijd.
Tot op zekere hoogte is het gelukkig, dat zooveel men-
schenwee aan ons voorbij gaat, dat wij rustig en geregeld
verderleven .tusschen onze suikerbieten en granen
Tot op zekere hoogte. Ons isolement, onze afgezonderd
heid van het meerendeel der wereldburgers mag nimmer
de oorzaak worden van een ONVERSCHILLIGHEID ten
opzichte van de groote vraagstukken van deze tijd. Niet
dat wij wanen, daarvoor een oplossing te weten, verre van
dat! Maar wij meenen, dat de BELANGSTELLING voor
een probleem als b.v. dat van oorlog of vrede hier op
Noord-Beveland niet mag ontbreken. Daarom dit nieuwe,
voorloopig nog ongeregeld verschijnend blaadje: „LEVEN".
Het ligt niet in onze bedoeling, de Noord-Bevelanders
op te wekken tot daadwerkelijke actie; dus geen propa
ganda voor een van de vele Vredesbonden, en geen op
wekking tot dienst-weigeren.
WIJ WILLEN MET ONS BLAD „LEVEN" SLECHTS
BELANGSTELLING WEKKEN VOOR DE VREDES-STRIJD.
Daarom bespreken wij boeken en brochures die in de
strijd om Vrede van beteekenis zijn.
Daarom houden wij onze lezers op de hoogte van wat
er in de vredes-beweging gebeurt.
Daarom durven wij zoowel goed als kwaad van ROOD
EN ZV/ART, van de meest revolutionnaire tot de meest re-
actionnaire partij onder 't oog van onze lezers brengen.
Met dit standpunt als het voor ons juiste te aanvaarden,
loopen wij kans dat sommige links- en rechtsgerichte par-
tijmenschen zich van ons af zullen wenden. Welnu, laat
ze gerust „dank je" zeggen, wanneer onze colporteurs het
blad komen aanbieden. Tenslotte vertrouwen wij, dat on
ze pogingen niet zullen falen door de afkeerigheid van
enkele kortzichtige of verblinde fanatieken. Veeleer zijn we
er vast van overtuigd, dat menschen die nog een open oog
hebben voor het goede, dat er ook schuilt in iedere an
dere richting dan de hunne, ELK No. VAN ONS BLAD
ZULLEN KOOPEN, ENLEZEN, daarmee op de
eerste plaats zichzelf verrijkende.
Alzoo: wij vertrouwen, dat dit blaadje „Leven" ingang
zal vinden. En mocht bij de colportage van dit eerste no.
al blijken, dat wij hebben misgetast, dat onze zeer be
scheiden oplaag niet eens aan de man kan worden ge
bracht, dan bewijst dit nog geenszins ons verkeerd inzicht.
Dit bewijst dan alleen, dat het volk op Noord-Beveland
heerlijk is ingedut. Redactie: L. B. I
wij bezitten geen vaardigheid in het schrijven van kranten
artikels, wij kunnen nergens op bogen en hebben maar
één ding gemeende ernstige wil, het vredes-ideaal ook
op Noord-Beveland zooveel mogelijk te verbreiden. De
redactie van dit blad vertrouwt, dat de lezers dit bij hun
critiek op de vorm der verhandelingen tenminste éénigszins
in aanmerking zullen nemen.
Thans, nu door dit blaadje het vraagstuk van „Christen
dom en Oorlog" met allen ernst U wordt voorgelegd,
schijnt het oogenbiik te zijn gekomen, dat wij met een
beroep op Uw geweten U meenen te moeten verzoeken,
beslist partij te kiezen in den strijd der geesten omtrent
de vraag: „Moet ik, die belijd een volgeling van Jezus
Christus te zijn, mij al of niet aansluiten bij hen, die den
modernen oorlog veroordeelen als in strijd met het Evan
gelie, met Gods woord; veroordeelen, als een der grootste
zonden in het leven der volkeren; kortweg: moet ik dien
oorlog veroordeelen als zonde?" Zonde, die ons „ver
doemelijk" maakt voor God.
Zooals gij weet, is reeds in het Kellog-pact door de
vertegenwoordigers van alle regeeringen der wereld de
oorlog een „oneerbaar en ontoelaatbaar middel voor het
beslechten van geschillen (welke ook) tusschen de volken"
verklaard en zedelijk in den ban gedaan.
Wanneer zoo, geleid door de gemeene gratie, het ge
weten der „wereld" spreekt, moogt gij dan nog van verre
blijven staan en U blijven vastklemmen aan vroegere be
grippen omtrent de „rechtvaardigheid" ook van den mo
dernen krijg, die immers in beginsel en uitvoering spot met
alle recht; in beginsel, omdat zoo moeilijk is uit te maken
wat recht is; omdat, indien al het beginsel rechtvaardig
ware, de mate van het toegebrachte leed zulke abnormale
proporties aanneemt tegenover het bedreven of bedreigde
kwaad (zooals wanneer vroeger in Engeland menschen
werden gehangen voor het stroopen van een haas).
Het is U niet onbekend, dat een groote groep menschen
waaronder vele positieve Christusbelijders, in ons land en
daarbuiten van oordeel is, „dat de doorwerking van de
Christelijke beginselen wordt tegengegaan door zondige
gebruiken, waarvan de oorlog de verderfelijkste is, en dat
zij alle Christenen oproept om mee te strijden, opdat de
naam van Jezus Christus niet meer op die gruwelijke wij
ze wordt geschonden, als in de jaren die achter ons lig
gen het geval is geweest".
Waar zoo reeds andere Christenen oordeelen, moet ook
gij U bezinnen, of ook dit U niet geldt, U, die steeds
nauw tracht te leven en te belijden en in alles Uw oor
dicht wilt te luisteren leggen aan Gods Woord.
Gij weet, dat de Anglicaansche Kerk, de grootste Pro-
testantsche kerk ter wereld, in haar laatst gehouden Con
ferentie van Bisschoppen, het uitspreekt, „dat in het vraag
stuk van Oorlog en Vrede de Kerk de leiding moet ne
men, want de Christen moet den oorlog veroordeelen nietalleen
omdat deze verspillend en verwoestend is en een oorzaak
van niet uit te spreken ellende, maar veelmeer, omdat hij
ingaat tegen Gods wil en onvereenigbaar is met de leer en