scenario zelf heb
ben. Men zou dus
Toch moeten wij voorbehoud blijven maken. Er gebeuren te veel „louche"
dingen in deze film, die zonder meer passeeren. De film is beter dan het
boek en beter dan het tooneelstuk, daar behoeven wij geen woorden over te
verspillen. Noch wat Kringelein, noch wat zijn schijnbrave directeur doet,
is passabel, maar de feiten worden hier niet prikkelend voorgesteld, het
dégoutante dringt zich niet op. Men heeft blijkbaar égards gehad voor hen,
die ziöh aan roman en tooneelstuk hebben gestooten. Om deze redenen en
met nadrukkelijk verwijs naar onze toelichting en motiveering, waartoe juist
de filmrubriek ons de gelegenheid biedt, achten wij de film voor geestelijk
volwassenen toelaatbaar.
zeggen: er is wei
nig van hem zelf
bij. De verdiensten
van de film zijn de
verdiensten van 't
boek: een dwars-
snee door hotel
kamers, een gaan
en komen óók van
onze aandacht van
de eene naar de
andere plek, voor
bijgaande belang
stelling en verlaten
van wat nauwelijks
begon, illusie en
een eind, dat altijd
eender is.
De Residentiebode
zegt van de film
„Menschen in 't
Hotel": Heel het
hotel gaat voor
ons leven, de en
tourage, de mise
en scène spelen
mee en soms krij
gen foto-aspecten
als dat kijkje diep
iaar beneden in de
hal, die een rou
lette suggereert,
een bijna symbo
lisch leven.
Natuurlijk doet Greta Garbo prachtige dingen, en op zoo'n moment weet
men weer, dat er maar één Greta Garbo is. Maar toch zou ik die Lionel
Barrymore al genoegzaam recht deed wedervaren een eloge willen schrijven
op Joan Crawford.
O, ik weet wel, de figuur, welke zij uitbeeldt: Flammchen is niet achttien
karaat. Maar even scheiden wij karakter van uitbeeldingen en dan zeggen
wij: hoe .vlamt" werkelijk dat spel. Die oogen geheimzinnig met iets van
het onheilspellende van een najade en die ietwat wrange mond; daar heeft
men het karakter van Flammchen, verleidelijk, lief, een serene, die lokt, maar
toch: heelemaal slecht is Flammchen niet. Bittere levenservaringen hebben
haar zoo gemaakt.