Otto Kringelein, assistent-boek houder van Prey- sing's fabriek, heeft een specia list bezocht en vernomen, dat hij nog maar enkele weken te levea heeft. Hij heeft al zijn spaarpen ningen opgeno men en wil van die laatste weken zooveel mogelijk genieten. Ook hij neemt zijn intrek in het Grand Ho tel. Hier maakt hij kennis met baron Von Gai- gern, met wien hij goed vrienden wordt. Preysing heeft een steno-typiste in dienst geno men, Flammchen geheeten, die, ter zij op den direc teur wacht, ken nis maakt met den baron en Kringelein. De conferentie dreigt te mislukken en voor het eerst van zijn leven neemt Preysing zijn toevlucht tot onware verklaringen. Hij weet hierdoor een fusie door te voeren, maar de spanning en wroeging doen hem zijn moreel even wicht van degelijk huisvader verliezen. Hij stelt Flammchen voor hem op een „zaken"-reis te vergezellen en neemt een kamer voor haar in het hotel. Grusinskaya komt onverwacht van het theater terug en vindt den baron in haar kamer. Hij heeft haar parels in zijn zak. Hij maakt haar het hof en zf) gelooft in hem. 's Morgens toont hij haar de gestolen sieraden, maar weet haar te overtuigen, dat zijn liefde voor haar ongeveinsd is. Zij laat hem beloven, dat hij den volgenden dag met haar mee zal gaan naar Weenen. Dien avond is Preysing in de kamer van Flammchen. Hij hoort iets in zij* kamer en vindt daar den baron. Een worsteling volgt en Preysing doodt den indringer. Hij probeert Kringelein om te koopen om een gunstige verklaring af te leggen, maar deze lacht hem uit en waarschuwt de politie. De dag breekt aan. Het stoffelijk overschot van Von Gaigern wordt door een achterdeur uitgedragen. Preysing wordt geboeid weggevoerd. Flammchen heeft haar toevlucht bij Kringelein gezocht en samen vertrekken zij naar Parijs. Grusinskaya verlaat vroolijk lachend het hotel, de baron heeft belooft in den trein te zijnNieuwe gasten komen, een nieuwe dag begint in het Grand Hotel

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1932 | | pagina 10