EEN ORGEL
FIJNE GRIND
en GRINDZAND
MARKUSSE - WISSENKERKE
j. C. VAN DE VELDE
DE BANNELING VAN EMELISSE.
3 spel, 15 registers
Uit voorraad te leveren
BURGELIJKE STAND
Telefunken 3-lamps toestel f 75.-
Telefunken 4-lamps toestel f 150.-
Telefunken 5-lamps toestel f 350.-
Arcophon 4 luidspreker f 35.-
Arcophon 3 luidspreker f 67.50
Arcophon 5 luidspreker f 85.-
Koopt een dezer radiotoestellen en luidsprekers en ge bezit
het beste wat er op dat gebied te krijgen is.
De Telefunkenagent voor Noord-Beveland
Middeleeuwsche Novelle van Noord-Bevelandsch Blinken en Verzinken
(1325—1334)
door
A. M. WESSELS.
(16
als vader er nu maar niet door ontstemd is!"
„Och kom Hertal" zei Onno „dat meen je toch niet? Op zulk
een feestdag ziet geen enkele hoevenaar op een uurtje meer of min
der. Waar zijt gij nu beter dan bij mij? Ik vind het alleen maar
jammer dat wij zoo snel vorderen. Ik heb het best naar mijn zin
Zie nu nog een paar honderd passen, bij de kromming der dijk, dan
krijgen wij reeds het Bokkegat!"
„Gelukkig!" klonk het uit Herta's mond, maar in haar stem lag
een twijfelachtigen klank. Zij begint toch te huiveren en staart
naar de kromming die zich als een donkere schaduw vertoont.
Zij hoort duidelijk de golven van de Wijtvliet klotsen en de mane
schijn giet haar mat schijnsel over dit vreedzame tooneel.
Was het nu maar geen avond geweest dan was het zoo erg niet.
Onno houdt zich groot. Hij voelt wel wat er in de gedachten
van het meisje omgaat. Levendig rijst weer voor zijn geest de Sage
die Wibold deze winter ook nog vertelde en nog hoort hij vaders
stem in zijn ooren klinken, die de Sage aldus besloot:
„Men zegt en gelooft, dat de Witte Bok of althans zijn Geest nog
steeds bij het Bokkegat rondzwerft. De geesten der roovers zijn nog
niet tot rust gekomen."
Hij past er echter wel voor op om het meisje nader in te lichten.
Doch dit ware niet noodig geweest!
Want Herta kende die Sage evengoed en menigeen was er op de
„Welsche Wacht" geweest, die terecht of ten onrechte verteld
had, dat hij het angstwekkend geluid van den Bok gehoord had.
De maan, plots weer van achter de wolken komend, wierp een
blauwachtig schijnsel over de stille omgeving
Zij hooren slechts alleen het geluid hunner voetstappen.
„Wat is daar Onno?" roept het meisje, haar hand naar voren
stekend en op iets dat nog ver verwijderd is wijzend.
„Wat dat is? Wel Herta niemendal!" sprak hij, maar zijn stem
had een vreemde klank.
„Laten wij snel voortmaken Onno" zegt de Welsche maagd op
dringenden toon „O, daar zie ik het alweer".
Ik zie met de beste wil van de wereld niets Herta, je verbeeld je
maar wat, je bent wat overstuur.
Niets Onno, heusch, ziet gij heelemaal niets?
„Neen werkelijk niet meisje en ik heb toch goede oogen hoor die
Ik beweer,
adverteer meer.
TE KOOP:
in goeden staat. Te bevragen b\j
M. DE MOL, Kamperland.
Tandarts
Groote Kade 26 - GOES - Tel. 296
zal iederen Zaterdag
spreekuur houden
van 9—11'/, in
„De Stadswijnkelder"
te Kortgene
JOH. VERBUKG Cz., Kamperland
Kortgene
Geboren 15 Augs., Cornelis, z.v.
Adriaan Kramer en Cornelia Ver
sluis. 19. Jacob Jan Marius z.v.
Jacob Abraham Wolse en Maria
Hendrikse.
Colijnsplaat.
Geboren 20 Aug., Maria Margaritha
d. v. Pieter Tazelaar Adrianavan
der Weele.
goed in den donker kunnen zien!"
Nu is het weg, ik zie ook niets meer. klinkt het op verluchten
toon.
Zie je wel meid dat het verbeelding is? Je hebt met dit Oogst
feest een drukken dag gehad vandaag heel anders als je op de
„Welsche Wacht" gewoon bent en nu zijn je gedachten van de koers.
Kom wij zullen er stapje opleggen, uw vader moest eens ongerust
worden.
„Hoe laat is het Onno?" vraagt Herta ineens met stokkende stem
en Onno antwoordt op geruststellenden toon:
„Nog een heel eind van twaalf uur hoorl"
Alle heiligen zij daarvoor dankl Gelukkig! zucht het meisje diep
ademhalend.
Doch was het twaalf uur geweest, middernacht, dan ware ook geen
mensch in staat geweest haar voorbij het Bokkegat te krijgen. Geen
Onno! Geen Vader! Geen Priester!
Immers na middernacht, het geestenuur, dwaalt daar den geest van
den Witten Bok rond, zijn angstwekkende geluiden uitstootend
Herta wist het wel, Vader had op de hoeve eens een vriend bij
zich gehad, die als een geest er had uitgezien en verklaard had dat
hij den Bok gehoord had. Of dit waar was wist vader Wigbert
niet maar dat hij nimmer na middernacht liet Bokkegat zou passeeren
was zeker. Wel overdag maar nimmer op dit uur.
En vader was toch werkelijk niet bang.
Beiden jongelui naderden de gevreesde plek.
„Ziet gij nog niets Onno?"
„Weineen, ik zie absoluut niets Herta! Wees nu flink, maar niet
bang zijn hoorl" maar zelf wandelt hij ook al langzamer, terwijl de
hoevenaarsdochter het zwoegen van zijn borst hoort.
Zij zijn er! Dreigend en geheimzinnig rijst de dijkkromming voor
hen op.
„Hier slaan wij rechts af Hertal Kom moedig zijn fneid. 'tls
maar een kwestie van een paar oogenblikken.
„O Onno ik durf niet" jammert het meisje „o waren wij toch maar
anders gegaan"
„Waarom niet durven, kom vooruit niet kinderachtig. Wat drom
mel nog toe, ik ben er toch ook nog! Je zult niets overkomen hoor
vertrouw gerust op mij! Als je bang ben doe dan je oogen maar
potdicht en geef mij dan je hand" sprak hij op eenigzins barschen
toon, maar met een wanhopige poging om zich groot te houden.
'tls alles stil.
Slechts op een afstand, waar een ijler plek door de maan besche
nen, zichtbaar wordt, is het alsof er iets slepends langs den dijk
schuifelt.
Herta ziet het, en met klimmende angst roept zij
„Daar Onno, daarl"
„Wat?"
„Het Bokkegat! De schim der witte bok! O help mij!
Een oogenblik is er bange stilte.