NOORD-BEVELANDS ADVERTENTIEBLAD
een Hofstede
Bouwland
een Woonhuis,
ZANGUITVOERING
I. C. VAN DE VELDE
No. 6035.
Zaterdag 23 Febr. 1929.
35e Jaargang.
A. MULLIE - KAMPERLAND
TE KOOP GEVRAAGD:
groot 20 tot 40 gemeten
Zaterdag 2 Maart 1929
openbaar te verkoopen:
netten Inboedel
Zaterdag 2 Maart 1929
openbaar te verkoopen:
met grooten Tuin,
Schuurtje,
Kippenhok en Erf,
„SOU DEO GLORIA"
TE KAMPERLAND.
op Donderdag 28 Febr. 1929
DE BANNELING VAN EMEL1SSE.
DRUK EN UITGAVE A. G. M. MARKUSSE TE WISSENKERKE - TELEFOON No. 10
Prijs der Advertentiën: van 1 tot 5 regels 50
cent, iedere regel meer 10 cent. Bij abon
nement aanzienlijke korting. Familieberichten
en daarop betrekking hebbende dankbetuigingen
van I tot 6 regels 75 cent, iedere regel meer
12j/2 cent.
DAMES- en HEERENKLEERMAKERIJ
Abonnementsprijs fl.— per jaar bij vooruit
betaling. Franco per post f2.25 per jaar.
Toezending advertentiën tot Vrijdagmorgen
8 uur (wettelijken tijd). Oplaag 1800 ex.
Heden overleed zacht en
kalm, onze zeer geliefde Va
der, Behuwd-, Groot-, Over
groot- en Over-overgrootva-
der
CORNELIS MOERMAN,
in den ouderdom van ruim
92 jaar.
Familie MOERMAN.
Colijnsplaat, 16 Febr. 1929.
of losse perceelen
niet in Calamiteuse polder.
Verkooper kan desverlangd
pachter blijven.
Aanbiedingen te doen aan Deur
waarder G. 11EIJBOER te Kort-
gene.
Een koewachter gevraagd bij
J. C. LUIJK, Kamperland.
Deurwaarder G. HEIJBOER te
Kortgene, is voornemens op
des namiddags om 2 uur aan het
woonhuis en ten verzoeke van
den Heer A. L. DE LOOFF,
te Wissenkerke, wegens vertrek
naar Amerika, in het
als: eiken linnenkast, dito ta
fel, dito spiegel, 6 stoelen met
lederen zittingen, diverse ande
re stoelen, naaimachine (Sim
plex) als nieuw, schilderijen,
kapokbed met toebehooren,
klokstel, penanttafeltje met
beeld, vloerkleeden, matten, e-
lectrische lamp, wollen tafel
kleed, zeil, glas- en aardewerk,
emmerkachel, keukenkachel,
geschilderde tafels, petroleum
stellen, potten, pannen, tobbe,
emmers, stoomketel, heerenfiets
kleerkist, droogpalen en latten,
3 broeiramen 85x1.53, 10 kippen,
kuikenhok met ren, timmer- en
metselaarsgereedschap, enz.
Betaaldag 1 Juni 1929.
Adverteeren doet verkoopen I
De Notaris J. K. C. MATTHIJS
te Kortgene is voornemens op
des avonds 7 uur in het Hotel
„Z e e 1 a n d i a" van den lieer M.
J. Schikker te Colijnsplaat, in het
voor de familie Joh. LIEFBROER
te Colijnsplaat aan de Achterkerk
buurt B 156, uitkomende aan den
Oostelijken Achterweg, groot 10
Aren 65 centiaren; in 5 percee
len en combinatie.
Te aanvaarden bij de betaling
op 5 April 1929.
Te bezichtigen Dinsdag en
Woensdag 26 en 27 Februari a.s.
van 2—4 uur.
Nadere inlichtingen bij den No
taris.
Met Maart een inwonende 2e
knecht gevraagd b/y P. DE REGT
Kats.
der Chr. Zangvereeniging
(Dir. A. te Gussinklo)
in Ned. ITerv. Kerk
TE KAMPERLAND.
Aanvang 's avonds 7 uur
Programma's aan den ingang
a 25 cent.
HET BESTUUR
Tandarts
Groote Kade 26 - GOES - Tel. 296
zal iederen Zaterdag
spreekuur houden
van O—10uur 'in
„De Stadswijnkelder"
te Kortgene
Met Mei een flinke dienstbo
de benoodigd bij M. C. v. NIEU
WEN HUIJZEN, Kamperland.
Met Mei een koewachter ge
vraagd bij JACOB v. d. MOERE,
Kamperland.
Middeleeuwsche Novelle van Noord-Bevelandsch Blinken en Verzinken
(1325—1334)
door
A. M. WESSELS.
(10
overmachtigen vijand onstuimig aan".
Met levendige kleurei schilderde Wiboid, de Burclitknechten dien
tijd voor de oogen en roemde hemelhoog de dapperheid der Catsche-
naren.
„En" zoo besloot Wiboid „wij wonnen den slag. De drie duizend
Vlamingen moesten voor drie honderd Zeeuwen wijken, en met roem
overladen trokken wij terug. De vijand liet vele dooden en gevan
genen achter. Waarlijk, het was een waardig tegenstuk van de
vlucht der Hollanders bij Rijswijk, onder Lodewijk van Loon, in 1204
waar eveneens heftig gestreden werd.
Jammer, zeer jammer was het echter dat een-vlek deze Baarland-
sche zege ontsierde. Dit kwam, omdat de Edelman Hugo van
Baarland, door tegenspoed zich ging scharen, aan den kant der mis
noegden en deelnam aan de samenzwering tegen onzen Graaf Floris
V en bij den gruwelijken moord op 27 Juni 1296, dus slechts 1 jaar
later, aanwezig was. Te Dordt werd hij echter op het rad gedood
en de Heerlijkheid verbeurd verklaard.
De Heerlijkheid kwam in 1312, dus nu 15 jaren geleden, zeer tot
mijn genoegen, aan het zoo schandelijk belasterde, maar dappere
Edelen geslacht der Renesse's, zoodat Hendrik en Costijn, daar nu
Heer en meester zijn."
Een gloed ging door de lieden heen, want de meesten hadden de
zen strijd, die eenig in de Zeeuwsche Geschiedenis der Middeleeuwen
is, niet meegemaakt en wisten van die glorie slechts door overleve
ring, hetzij door ooggetuigen of minstreelen, dan wel door het ge
dicht van hun tijdgenoot Melis Stoke, die het in zijn Rijmkroniek
vermeld.
Toen Wiboid klaar was met deze vertelling, werden er veel vragen
gesteld, die hij uitvoerig beantwoordde.
Een oogenblik was er stilte en hoorde men alleen het hout vroo-
lijk knetteren in den haard, toen er plotseling een riep:
„Och Wiboid vertel ons nog eens een keer die Sage van het Bok-
kegat, die gij de vorige winter ons eens verteld hebt."
„Ja, ja" stemden nu de anderen mee in „Kom Wiboid, toe vertel
ons dat weer opnieuw 1 Verschillende nieuwelingen zijn erbij die het
nog niet weten."
Ook Onno ondersteunde deze dringende verzoeken en de oude
poortwachter liet zich weer overhalen, om die Bokkegat-Sage te
vertellen.
„Jullie weten allen" aldus Wiboid, terwijl hij eenige blokken op
den haard gooide „dat ons eiland Noord-Beveland oorspronkelijk vele
grooter was, doch de zee, als een gedurige vijand, knaagde er aan
en zoo ontstonden er vele diepe inhammen en donkere kloven, die
met houtgewas omgeven, tot schuilplaaats strekten voor rooverbenden.
Als men dan op de Scheldewateren weer een roof gepleegd had,
bracht men den buit, naar een diepte in 't midden van een bergach-
tigen top, hun alleen bekend, welke het Bokkegat genaamd werd.
Daar was het hoofdkwartier van het gespuis, hetgeen zooveel
schrik inboezemde, dat niemand der Noord-Bevelanders hen durfde
aanvallen.
Wel werden daartoe wel eens plannen gemaakt, maar wilde men
hen dan verrassen, dan was daar de zee, die hunne vletten en sche
pen, een veilige vlucht bood. Aldus roofden de bandieten onverhin
derd, totdat zij op een merkwaardige wijze een groot verlies leden,
doordat zij hun leiders kwijt raakten.
Op een laten avond, het was zeer donker, reed een eenzame
reiziger, die de Wijtvliet was overgestoken, het Bokkegat voorbij,
teneinde zich naar de plaats Curtagosum te begeven. Hij hoorde
allerlei vreemde geluiden, terwijl plotseling uit de duisternis, een
groote witte bok te voorschijn trad, die nare geluiden uitstiet, het
welk hem met zulk een ontzetting vervulde, dat hij spoorslag naar
Cortgene rende en bleek en ontsteld de gelagkamer der taveerne
binnentrad.
Daar hij er vol van was, vertelde hij dadelijk wat hem overko
men was en hierdoor werd hij het voorwerp van den spot der aan
wezigen, daar men beslist weigerde geloof te hechten, aan zijn ver
klaringen.
Dit verdroot hem zoozeer, dat hij een groote geldsom uitloofde
voor deigeen, die den moed zou hebben, op staanden voet, naar
het Bokkegat te gaan en ten bewijze, dat hij er inderdaad geweest
was, zijn halsdoek aan den ijzeren stang te binden, die aldaar als
een merkteeken voor de schippers was opgericht.
Nu zonk den zwetsers het hart in de schoenen en ten slotte had
niet één den moed, het avontuur te ondernemen. Men wilde met de
witte tooverbok niet in aanraking komen.
Toen de meid der taveerne, die onverschrokken genoeg entevens
zeer arm was, dit hoorde, wilde zij de toegezegde geldsom gaarne
verdienen en ondanks alle betoogen, nam zij den halsdoek van den
reiziger aan en ging alleen in den donkeren nacht naar buiten. De
lieden uit de taveerne besloten, gewapend aan den ingang van Cur
tagosum haar op te wachten.