NOORD-BEVELANDS ADVERTENTIEBLAD
zmm
NAAR BETERE TIJDEN.
2D pCt. Korting
Gewest ZEELAND der S.D.A.P.
OPENBARE VERGADERINGEN
Spreker: J. H. KLOOSTER
4pCt. PANDBRIEVEN a 99 pCt.
No. 1601.
Zaterdag 12 Jan. 1929.
35e Jaargang.
A. MULLIE - KAMPERLAND
op MAANDAG 14 JANUARI
op DINSDAG 15 JANUARI
Raadslid te Ellewoutsdijk
ONDERWERP:
Zeeuwsche Hypotheekbank
Middelburg.
Koninklijke Ververij,
AUG. BIERENS
Chemische Wasscherij
DORDRECHT.
ENTREE VRIJ.
DEBAT VRIJ.
Thans voor korten tijd
op alle Stoom- en Verfprijzen.
fT FRANCO ZENDING.
DE BANNELING VAN EMEUSSE.
DRUK EN UITGAVE A. G. M. MARKUSSE TE WISSENKERKE - TELEFOON No. 10
Prijs der Advertentiën: van 1 tot 5 regels 50
cent, iedere regel meer 10 cent. Bij abon
nement aanzienlijke korting. Familieberichten
en daarop betrekking hebbende dankbetuigingen
van 1 tot 6 regels 75 cent, iedere regel meer
12'/a cent.
DAMES- en HEERENKLEERMAKERIJ
Abonnementsprijs tl.— per jaar bij vooruit
betaling. Franco per post f2.25 per jaar.
Toezending advertentiën tot Vrijdagmorgen
8 uur (wetteiijken tijd). Oplaag 1800 ex.
te KORTGENE
's avonds 7 uur in „De Stadswijnkelder".
te WISSENKERKE
's avonds 7 uur in het Gymnastieklokaal der
Openbare School.
KAPITAAL f 2.000.000.
De Bank geelt uit:
RESERVE f 388.152.
in stukken van f 1000.f 500.en f 100.
De Directie:
Mr. A. A. DE VEER. Mr. M. C. VAN DER MINNE.
Gevraagd met Mei een flinke
dienstbode bij P. J. v. d. ZANDE
Welgelegen, Colijnsplaat.
Met Maart een knecht gevraagd
(woning beschikbaar) -bij JAC.
DIELEMAN, landb. Kamperland.
Agenten: A. G. M. Mnrkusse, Wissenkerke: J. A. de Vos, Kortgene
W. Bosselaar, Geersdijk; G. P. Leendertse Jz. Kamperland-, D. Wil-
derom Colijnsplaat; P. Eikenhout, Kats.
Middeleeuwsche Novelle van Noord-Bevelandsch Blinken en Verzinken
(1325—1334)
door
A. M. WESSELS.
(5
Bij eenige kleine twisten had hij het moeten verliezen van Onno,
daar de bevolking der Burcht diens partij gekozen had.
Ook nu was het weer een doorn in zijn oog, nu hij Onno zag
.wandelen in gezelschap van Weyert van Emelisse, een van Heer Ni-
colaas meest vertrouwde raadgevers, en terwijl hij die beide zoo ge
noeglijk bijeen zag, welden booze plannen in zijn hart op.
„O" mompelde hij, „kon ik die Onno maar eens uit Cats wegkrij-
gen. Hij is het struikelblok op het pad voor mijn roem. Zoolang
deze met Heer Nicolaas omgaat, is mijn kans, ommeer in diens gunst
te komen nihil. Kon ik dat nog eens klaar spelen, wat zou mij dat
gelukkig maken. Ik ben toch niets minder dan die Catsche Poort-
wachterszoon? Maar ik zal mijn tijd en gelegenheid afwachten! En
dan, wee U Onno, zoet zat het mij zijn, als ik u van uw voetstuk
afgestooten heb".
Met dergelijke voornemens en bespiegelingen bezield, liep hij tus-
schen het wachtende volk, wier aantal geregeld aanwies.
Luid klaroengeschal kondigde het einde van den dienst aan en de
Graaf van Holland en Zeeland verliet de parochiekerk, om zich, om
stuwd door het juichende volk, naar den Burcht te begeven.
Vanaf de kanteelen van dit hechte bolwerk, klonken de hoornen
en trompetgeschal, die hem het welkom toeriepen.
Bij het begin van de zware ophaalbrug stond de Burchtvrouwe,
Cathariena van Cats, geboortig uit het Edelengeslacht van Baersdorp -
en daardoor regelrecht afstammend uit het Roemrijke geslacht der
van Borseltens, omringd door een keur van maagden, den hoogen
Gast op te wachten.
Zoodra den Graaf en zij elkaar begroet hadden, bood zij in een
zuiver kristallen bokaal op een zilver blad met de Catsche wapens,
hem een heildronk aan, welke, onder dank, gaarne werd aanvaard.
En terwijl buiten het gejuich steeds aanhield, deed Graaf Willem
III zijn intrede in den hechten Burcht, om in meer intiem gezelschap
uit te rusten van de vermoeienis van den dag en tevens de Noord-
Bevelandsche belangen te bespreken en nieuwe krachten te verzame
len, voor den dag van morgen, op dewelke men een jacht ter eere
van zijn bezoek, had georganiseerd.
Zoodra de Adel binnen de Ridderzalen der Burcht was, trad een
minstreel naar voren, door Heer Nicolaas bescheiden, teneinde de
bezetting eenige genoeglijke uren te verschaffen.
Juichend werd deze minstreel door hen begroet.
Men moet de overgeerfde, diepgewortelde liefde der Burchtlieden
voor sagen en gezang kennen, om de blijde opwinding, welke de
verschijning van den zanger deed ontstaan, te kunnen begrijpen.
Het was een van die rondzwervende kunstenaars, die met een plat
te zak en een viool in de hand, van stad tot dorp en van Kasteel
tot Kasteel, hun vroolijke en droeve zangen laten hooren.
De Catsche bezetting genoot van zijn Ridder-Sagen en zang, en het
was al laat, toen de bezetting, dankbaar en zeer voldaan over hetge-
notene, ziclt ter ruste begaf.
Hoofdstuk II.
RIDDERVERMAKEN.
Den volgenden dag waren allen vroeg op de been en de dageraad
was allen op den Burcht welkom.
Het was een blijden schitterenden morgen, de dauwdroppels flon
kerden als diamanten op de natte bladeren. Geen wanklank werd
gehoord en allen zijn vol blijde verwachting in de dingen die komen
zullen.
Ieder is druk in de weer. Immers, heden zal plaats hebben de groo-
te jacht, waarvan hun Heer Nicolaas hun reeds weken te voren, ge
sproken had.
Teneinde deze jacht des te beter te doen slagen, had den Heer van
Emelisse het bevel uitgevaardigd, dat er in de voorafgaande weken
van het Grafelijk bezoek, niet in het „Welsche Bosch" mocht gejaagd
worden.
Woedend was de Edelman dan ook geweest, toen hij een paar da
gen te voren, van Emelisse naar Cats terugkeerende, een hert voor
zijn oogen zag aanschieten. Een onmiddelijk ingesteld onderzoek
naar den dader leverde geen resultaat op, daar deze in het rijke hout
gewas onvindbaar was.
Nadat de morgenmaaltijden waren afgeloopen, leidde den Burcht
heer den Genadigen Graaf naar de jachtzaal, teneinde wapenen voor
de jacht te kiezen. De wanden der groote zaal prijken met een kost
bare verzameling van speren en pijlen. De fraaie huid van een wit
hert en de bloedige, grimmige kop van een everzwijn ontbreken niet.
Op den buitenhof stonden reeds een aantal in 't groen gekleede
mannen, met ongeduld op de Edellieden te wachten. Hun ongeduld
word op geen te lange proef gesteld. Met blijdschap begroeten zij de
hooge personen.