MIDDELBURGSCHE COUfMIT'P
"Bromnciale Jfenua sche |H
w.o. ©li GOESGIrSE COURANT A° 1813
Het gebied van Europa concentreert
zich op een nieuwe ordening»
Nummer 121 183e Jaargang
Dagblad Uitgave C.V. De Middelburgsche Courant.
Bureaux te GOES redactie en administratie Turfkade 15,
Tel. 2863 te MIDDELBURG redactie Langeviele 67, Tel.
617 administratie' Klein Vlaanderen 24, Tel. 575, Postgiro
359300. Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes 2.30,
elders 2.50 per kwartaal. Weekabonnementen in Middelburg
en Goes 18 cent.
Donderdag 30 Mei 1940
Advertentiën 30 cent per regel, ingezonden mededeelingea
60 cent per regel. Bij contract lager. Tarief op aanvraag.
Familieberichten en dankbetuigingen minimum ƒ2.10. „Kleine
Advertenties", maximum 6 regels, 75 cent, bij vooruitbeta
ling. „Brieven, of adres bureau van dit blad" 10 cent extra.
Bewijsnummers 5 cent.
Rijkscommissaris Seyss-Inquart spreekt over zijn taak
Zooals wij gisteren in het kort hebben
kunnen vermelden, heeft de Rijkscommis
saris voor de bezette gebieden in. Neder
land, Rijksminister Seyss Inquart, gister
middag in een plechtige bijeenkomst in
de Ridderzaal te Den Haag, zijn ambt
aanvaard. De Rijkscommissaris heeft
daarbij de volgende rede gehouden
Heeren bevelhebbers, kameraden in de
partij, in de weermacht en in den staat,
mijne heeren,
In dit uur gaat het hoogste regerings-
gezag in het civiele bestuur in de Neder
landen, overeenkomstig den wil van den
Führer, op mij over.
Nog geen drie weken geleden moest de
Duitsche weermacht dit land in haar be
scherming nemen, om te verhinderen, dat
het met miskenning van alle beginselen
der neutraliteit tot basis gemaakt wordt
van den stoot in het hart van het Duitsche
Industriegebied, zooals in de bedoeling lag
van de vijanden van het Duitsche volk.
Nadat alle verwachtingen en plannen der
Westersche mogendheden waren ineen-
gestori,-was het duidelijk dat dezen een
laatsten uitweg voor het dreigende nood
lot zoekend niet zouden aarzelen ook
dezen stap te doen. De Nederlanden wa
ren het tooneal geworden van de bloedig
ste en hevigste gevechten, die in hun fel-
'heid en vernietiging nog den geweldigen
slag, welke thans in Vlaanderen en Noord
Frankrijk op zegevierende wijze beëindigd
wordt, zouden hebben overtroffen.
Reeds thans is het mogelijk, dank zij
de grootmoedigheid van den Führer en
de kracht van de Duitsche weermacht, de
ordening van het openbare leven weder
zoodanig te herstellen, dat deze in den
gewonen gang van zaken slechts in zoo
verre zal ingrijpen, als de bijzondere om
standigheden van dit oogenblik zulks ver-
eischen.
Ik wil, op dit oogenblik, nu het hoogste
regeeringsgezag in het civiele bestuur in
de Nederlanden, krachtens opdracht van
den Führer van het Groot-Duitsche rijk en
Oppersten bevelhebber van de Duitsche
weermacht op mij overgaat, het Neder-
landsche volk op duidelijke wijze uiteen
zetten, waar het om gaat. Op "één ding
wensch ik aan het begin van mijn betoog
den nadruk te leggenalle wapensucces
sen en de heerlijkste overwinning, die ooit
bevochten werd en thans in Vlaanderen
werkelijkheid wordt, veranderen niets aan
het feit, dat wij Duitschers liever met de
tot een groet opgeheven open hand naar
dit land waren gekomen, dan met de
wapenen in de vuist.
Dit feit zal eens voor den rechterstoel
der geschiedenis op beslissende wijze de
verantwoording voor al het ongeluk en
alle vernietiging op de schouders leggen
van hen, die niet opgewassen waren tegen
de grootheid van dit uur.
Het Duitsche volk staat in zijn laatsten
beslissender! strijd, waarin het ook gaat
om de laatste beslissing over zijn of niet
te zijn. Er zijn nog staten en regeeringen
ln Europa, die niet willen Inzien, dat tach
tig millioen Duitschers heden tot een
Icrachüge eenheid en tot een machtig rijk
samengesloten zijn. Deze tachtig millioen
Duitschers zijn er echter en zij zullen er
altijd zijn en klaar staan, eiken strijd om
hun leven en hun toekomst te strijden.
De geheele wereld weet heden, dat de
vijanden van dit volk en dat zijn vóór
alles de bestuurders en politiek verant
woordelijke personen in de vijandelijke
•staten de verminking, de verarming en
daarmede tenslotte de vernietiging van
het Duitsche volk hebben beraamd en be
dreven. Duidelijk staat nog Versailles als
een voor altijd vloekwaardige daad voor
de oogen der wereld, dit Versailles, dat
millioenen Duitschers aan het moederland
had ontrukt, dat aan andere millioenen
Duitschers den terugkeer naar hun vader
land wilde weigeren en dat al deze mil-
Uoenen wilde uitleveren aan het misbruik
van mindere culturen, welke aan 't volk
vreemd zijn, teneinde hen te ontdoen van
hun Duitsch karakter, dit Versailles, dat
voor het Duitsche volk de toch reeds ka
rige levensruimte nog beperkt en het nog
beroofd heeft van de weinige schatten de
zer aarde, welke zich in deze ruimte be
vonden.
Het Duitsche volk weet thans, waar het
om gaat en heeft daartoe niet de belache
lijke overdrijving noodig van de zwakke
nakomelingen van Versailles onder de
huidige vijandelijke volkeren, die een
nieuw en nog scherper Versailles zouden
wenschen. Met deze fantasieën 'van een
nog scherper Versailles vonden deze He
den slechts zichzelf.
Wij Duitschers zijn nu eenmaal in een
gebied geplaatst, dat ons van het Oosten
én het Westen weerloos heeft uitgeleverd
aan den aanval van de telkens machti-
geren. Eeuwen lang waren wij blootge
steld aan de rooftochten en roof-oorlogen
van de Frcmschen, eeuwen lang brak over
ons los de drang van het Oosten, welken
wij-tot redding van het Avondland steeds
weer afweerden. Het Germaansche bloed
in onze aderen gaf ons het initiatief en de
energie, die de Nederlanders tot flinke
zeelieden en kooplieden liet worden en
ons Duitschers in den strijd om onze le
vensrechten tot de beste soldaten ter we
reld maakte.
Ons Duitschers klinkt nog het. woord
van dien man in. de ooren, wiens levens
werk in deze dagen onder de slagen van
de Duitsche weermacht is ineengestort,
en dat als laatste erfenis van den haat
is gebleven „er zijn twintig millioen Duit
schers te veel". Moge elk land, dat zich
thans tegenover Duitschland als rechter
wil opwerpen, voor oogen houden, wat
het wil zeggen, wanneer men als voltrek
king van een politieken wil, welke z.g.
den rechtvaardigen en eeuwigen vrede
dient te brengen, in het gezicht geslingerd
krijgt, dat elke vierde levende burger van
deze natie te veel op de aarde is en ver
nietigd moet worden. Het land, dat op
dezen strijdgroep niet alles in het werk
zou stellen om zijn levensrecht eens en
voor altijd onbetwist te maken, zou niets
waard zijn. Wij Duitschers zullen er in
ieder geval onder de leiding van Adolf
Hitler nog in dezelfde generatie, die den
eersten strijd gestreden heeft, voor zorgen,
dat deze levensrechten, en wel eens en
voor altijd, geen twistpunt meer vormen,
hetgeen wij zullen bereiken door ze on
aantastbaar te maken.
de Duitsche soldaten als de wapendragers
van het Duitsche volk. Gij weet, dat een
volk van tachtig millioen, dat onder de
leiding van zijn grootsten zoon met een
nog nooit vertoonde militaire macht en
met een niet meer te overtreffen offervaar
digheid den strijd om zijn levensrechten
begon, dezen strijd niet verliezen kan en
de overwinning van dien strijd niet meer
uit handen zal geven.
De toekomstige vorming van de oeco-
nomische betrekkingen onder de volkeren
van het Avondland zal in ieder geval
door de overwinningen van de Duitsche
legers bepaald worden.
Het gebied van Europa concentreert zich
op een nieuwe ordening, waarin alle gees
telijke afsluitingen zullen worden neerge
haald, welke werden opgericht in het be
lang van klassen en kapitalisme. Het zal
niet onze schuld zijn, kanneer het Engel-
sche volk aan de gevolgen eener voort
zetting van dezen oorlog zou verarmen.
Wij zelf zullen met de gelatenheid van
den machtige de verdere ontwikkeling
tegemoet zien. Zeker is, dal er een nieuw
Europa gevormd wordt, dat sterk is in
zijn grootheid en sterk door het evenwicht
zijner behoeften, waarvoor de Nederlan
den een thans versterkte en in haar oeco-
nomisch achterland geveiligde uitgangs
poort aan de monding van den Rijn kun
nen zijn.
Ik hoop, dat de Nederlanders moedige
en vastberaden personen zullen vinden,
die zich hiervan rekenschap geven.
STADSNIEUWS
Gedragen door de zedelijke kracht van
deze grootste inspanning voor het eigen
volk kwamen wij ook naar dit land. En
ook al liggen de doode strijders van onze
weermacht in de Nederlandsche aarde,
toch zijn onze harten niet van vijandschap
vervuld. Ook het Nederlandsche volk
heeft als gevolg van een geschiedkundige
dwaling zijn bloedige tol betaald. De Ne
derlandsche soldaten hebben zich in den
strijd goed geweerd. De Nederlandsche
burgerbevolking heeft zich tegenover de
strijdende groepen ordelijk gedragen. Er
is niets, wat ons zou kunnen verhinderen
elkander met achting te bejegenen.
Wij Duitschers echter, die door dit land
gaan met een blik, welke gescherpt is
door het begrip voor de waarden van de
banden des bloeds en de ontbinding des
bloeds in een volk, verheugen ons over
de Nederlandsche menschen. Wij verheu
gen ons over de kinderen, wij wenschen,
dat de jongens hier moedige, krachtige
en energieke mannen en de meisjes ge
lukkige moeders in groote gezinnen zul
len worden. Wij gevoelen ons heden
steeds en in alle omstandigheden verant
woordelijk voor het goede bloed, want
bloed verplicht ook over uitertijke feiten
en ontbrekend begrip heen.
Uit dit inzicht en de daaruit opkomende
verandering worden de krachten gevormd,
welke de hoogste waarden van ware men-
schelijkheld laten onderscheiden en ont
wikkelen.
Wij komen niet hier om een volkska
rakter in het nauw te brengen en te ver
nielen en om aan een land de vrijheid
te ontnemen. Wij kennen de ware vrij
heidsoorlogen van dit land, welke eens
tegen den geloofsdwang en tegen Habs-
burg werden uitgevochten. Maar ditmaal
is het niet gegaan om volkskarakter en
geloof en om vrijheid.. Deze goederen
des lands waren nooit bedreigd. Ditmaal
Is het er om gegaan, of de Nederlanden
zouden worden misbruikt tot springplank
voor een aanval tegen het geloof, de vrij
heid en het leven van het Duitsche volk.
Wij willen dit land en zijn bevolking
noch imperialistisch in het nauw drijven,
noch aan dit land en zijn volk onze poli
tieke overtuiging opdringen. Wij willen
ons in ons optreden alleen laten leiden
door de noodzakelijkheid van den huidi-
gen bijzonderen toestand. Bovendien ech
ter zullen wij niet anders werkzaam zijn
dan daar onze houding en door het voor
beeld, dat de kracht van onze gezindheid
en de onvoorwaardelijkheid van ons stre
ven voor het volk in het Rijk kunnen ge
ven. Vanwaar ook mannen uit het Duit
sche land komen, de Nederlanders zullen
inzien, dat deze mannen uit het Noorden,
het Zuiden, het Oosten, het Westen van
het Rijk in de eerste plaats altijd slechts
Duitschers zijn en arbeiders en strijders
voor den Führer en het Rijk.
Ik geloof, dat de Nederlanders hun
nuchteren zin voor de werkelijkheid in
deze dagen niet verloren hebben. Zij be
leefden de onweerstaanbare kracht van
Als Rijkscommissaris oefen ik het hoog
ste regeeringsgezag in hei burgerlijke be
stuur in de onder de bescherming der
Duitsche' troepen staande Nederlandsche
gebieden uit, om de openbare orde en het
openbare leven te waarborgen. Ik zal alle
maatregelen ook van v/etgevenden aard
nemen, die noodig zijn, om deze opdracht
te vervullen. Het is mijn wil, hierbij het
tot dusver geldende Nederlandsche recht
in werking te laten, tot uitoefening van het
bestuur de Nederlandsche autoriteiten er
bij te betrekken en de onafhankelijkheid
van de rechtspraak te garandeeren. Voor
waarde voor de verwezenlijking van de
zen mijn wil is, dat alle in actieven dienst
staande Nederlandsche rechters, ambtena
ren, beambten en onderwijspersoneel niet
slechts de onveranderlijkheid, doch ook
de logische juistheid, van deze ontwikke
ling zullen inzien en nauwgezet mijn deze
doeleinden dienende verordeningen zullen
nakomen, en dat het Nederlandsche volk
met begrip en beheersching deze mijn lei
ding zal volgen.
Het Duitsche volk vecht onder zijn
Führer den beslissenden strijd uit om zijn
of niet te zijn, een strijd welke de haat
en nijd van zijn vijanden dit volk hebben
opgedrongen. Deze strijd gebiedt het Duit
sche 'volk al zijn krachten op het spel te
zetten, en. geeft dit volk het recht alle ter
beschikking staande middelen te gebrui
ken. Dit gebod en recht van den nood
zal ook zijn uitwerking hebben op het
teven van het Nederlandsche volk en op
zijn oeconomie. Ik zal er echter naar stre
ven, dat het met het Duitsche volk bloed
verwante Nederlandsche volk niet in on
gunstigere levensomstandigheden zal ge
raken, dan de bestaande lotsgemeenschap
en de vemietigingswil van onze vijanden
in dezen tijd noodig maken.
Als Rijkscommissaris moet ik de Rijks
belangen. in de onder de bescherming van
de Duitsche troepen staande Nederland
sche gebieden behartigen en ik zal ze
behartigen. Het Nederlandsche volk zal
door de vervulling van de taak, die uit
het gemeenschappelijke lot voortvloeit, in
staat zijn zijn land en zijn vrijheid voor
de toekomst te verzekeren.
Middelburg.
De Middelburgsche Abdij wordt
herbouwd.
Opdracht van den Rijksgebou
wendienst is reeds verstrekt
Met groote vreugde zal men vernemen,
dat de Abdij zal worden herbouwd, en
dat zelfs reeds de opdracht hiertoe is ge
geven, zoodat men zeer binnenkort met
de werkzaamheden zal beginnen.
Het hoofd van den Rijksgebouwen
dienst, graaf van Lynden, heeft zich gis
teren alhier ter plaatse op de hoogte ge
steld van de verwoesting.
Het is hem daarbij gebleken, dat een
belangrijk deel van het complex zoo
o.m. het Muntplein en de Kapittelzaal
nog volkomen intact was.
Met bekwamen spoed is -een beslissing
genomen en de herbouw van de Abdij
is opgedragen dan den architect van den
Rijksgebouwendienst, ir. H. de Lussanet
de Favlonière. Deze is ook de architect
geweest, die met zooveel succes het
Thoolsche Huis heeft gerestaureerd.
In beginsel is van het departement van
Financiën reeds de toezegging gekregen,
dat de benoodigde credieten beschikbaar
zullen worden gesteld. De architect van
den Rijksgebouwendienst is te Middel
burg gebleven om onmiddellijk zijn krach
ten aan ait mooie werk te kunnen wijden.
Zooals men weet, was het grootste ge
deelte van het gebouwencomplex der
Abdij eigendom van het Rijk.
In verband met de plannen tot her
bouw van de Abdij is besloten den toe
gang tot het Abdij plein te verbieden.
Hierbij reeft men ook overwogen, dat er
toch geen bewoners meer waren.
Men wijst ons er speciaal op, dat de
heer C. Barentsen, districtsbouwkundige
van de Rijksgebouwen, belast blijft met
de leiding over alle Rijksgebouwen in
Zeeland.
De werkzaamheden voor behoud
van het Stadhuis.
In de Helm zijn thans twee groote hou
ten soliede schoren geplaatst, waarbij
nog drie andere zullen volgen, die te
samen den zijgevel zullen houden, totdat
deze bij herbouw van het binnenwerk
weer voldoende verankerd zal zijn.
Dit land heeft onder de gevechtshande
lingen geleden. De Engelschén, die het
Nederlandsche volk als vrienden en hel
pers waren aanbevolen, stellen ook thans
nog pogingen in het werk deze schade te
vergrooten. Op zinnelooze en doellooze
wijze werden tallooze verkeersmiddelen
an bruggen volgens een blijkbaar alleen
aan den Engelschen nuttig toeschijnend
plan vernield. Installaties en woonsteden
hebben door den oorlog schade geleden.
Wij willen ook thans reeds het Neder
landsche volk onze medewerking verlee-
nen, deze schade te herstellen. Daarom
zal Ik de aan mij als Rijkscommissaris ge
geven mogelijkheden en met name de
verleende volmacht van. den Führer ge
bruiken, om er toe bij te dragen, deze
schade in den kortst mogelijken tijd te
herstellen.
Als eerste handeling in mijn functie van
Rijkscommissaris voor de bezette Neder
landsche gebieden gelast ik daarom de
oprichting van een fonds voor den weder
opbouw. In dit fonds zullen alle bedragen
vloeien, die in de openbare begrooting na
dekking van de noodige uitgaven en van
de op het land rustende verplichtingen,
bespaard of als aanvulling kunnen wor
den opgebracht. Met name zal ik gelas
ten, dat na afweging van de belangrijk
heid, aan de verschaffing van middelen
voor deze herstelwerkzaamheden dezelfde
plaats wordt ingeruimd als aan de ver
richtingen, waarop de Duitsche weermacht
en het Duitsche bestuur in dit land recht
hebben.
Zie hier de woorden, die ik heden bij
de overneming van het hoogste regee
ringsgezag in de Nederlanden tot het Ne
derlandsche volk te zeggen heb. Wij zijn
niet gaarne met 'wapengeweld gekomen.
Wij willen beschermers en bevorderaars
zijn, om dan vrienden te btijven. Dit alles
echter in den zin van de hoogere taaie,
die wij Europeanen hebben. Want het
gaat er om, een nieuw Europa te bouwen,
dat als richtsnoer tot grondbeginsel heeft
nationale eer en gemeenschappelijke!!
arbeid.
Het Duitsche volk houdt van zijn Grooi-
Duitschland, en is bereid daarvoor alles
op het spel te zetten. Het gevoelt echter
de hoogere beteekenis van den tot het
Duitsche volk gerichten "roep, mede te
werken aan den opbouw van een nieuw-
geordend en vreedzaam Europa. De groot
heid van deze taak inziende, is het bereid
geweest zijn hoogste goed namelijk
Groot-Duilschland in de waagschaal
der geschiedenis te werpen, om het nieu
we en schoonere Europa te helpen vor
men. -
Wij Duitschers aarzelen niet, wij zijn ver
vuld van het vertrouwen van hen, die we
ten, want ons lot wordt geleid door den
Führer. Wij zingen niet de belachelijke
liedjes der vijandelijke soldaten over de
Siegfried-linie, doch wij weten, dat wij op
bevel van den Führer elke vijandelijke
linie zullen overrompelen. Wij weten, dat
de laatste zin der daden van onzen
Führer blijvende vrede en zedelijke orde
ning is voor allen, die van goeden wil
zijn. Het is het hoogste geluk van eiken
thans levenden Duitscher, de uitvoerder
te zijn van den wil van den Führer en
daarmede van de geschiedenis.
Wij groeten den Führer.
Tot slot van zijn toespraak stelde dr.
Seyss Inquart een driewerf Sieg Heil in,
dat metnadruk werd overgenomen.
Met het spelen van Deutschland über
alles en het Horst Wessellied werd de
plechtigheid besloten.
De Rijkscommissaris en zijn gevolg ver
trokken op dezelfde wijze als zij waren
gekomen, waarbij de buiten opgestelde
eerewacht bij hun aankomst de eerbe
wijzen deden. Spoedig daarop marcheer
den de troepen af en verspreidden zich.
de toeschouwers.
Waarschijnlijk zullen
Lange Jan en Stadhuis weer onze
stad gaan sieren.
De Abdijtoren, de beroemde Lange Jan,
.was eigendom van de gemeente. De
toren was verzekerd tegen rnolest-risico,
waaronder volgens onze officieele inlich
tingen ook deze oorlogsschade valt. De
assurantiesom bedraagt 900.000.
ƒ450.000 voor den houten bovenbouw,
300.000 voor het inwendige, het carillon
enz. en 150.000 voor den steenen onder
bouw. B. en W. hebben in beginsel be
sloten den Rijksgebouwendienst te ver
zoeken den herbouw van den Abdij toren
op zich te nemen.
Ook ons mooie Stadhuis zal naar alle
waarschijnlijkheid de stad weer sieren.
Zooals men weet, staat een groot gedeelte
van den gevel nog. Het Stadhuis was
tegen molestrisico verzekerd voor een som
van 1.245.000 voor het gebouw zelf en
ƒ228.000 voor den inboedel.
Het gemeentebestuur pleegt overleg
met de Rijkscommissie voor Monumenten
zorg over het herstel van het Stadhuis.
Reeds zijn een aantal architecten uit
naam van deze commissie naar Middel
burg gekomen om te bestudeeren hoe de
voorbereidingen voor den herbouw van
het Stadhuis geleid moeten worden.
De marktdag op den Dam.
Nu het plantsoen op den Dam bijna
geheel is weggegraven en door een tegel
bestrating vervangen, konden daar heden,
voor het eerst de marktkramen worden
geplaatst, wat bij ons eerste bezoek van
morgen een goeden indruk maakte. Het
was nog in het begin; daarom komen
wij morgen op dit onderwerp nader terug.
Een nieuw winkel-centrum te
Middelburg.
Groote sympathie in den lande.
Vandaag wordt de eerste markt gehou
den op het nieuwe marktterrein aan den
Dam. In een minimum van tijd is dit
marktterrein geschapen. Het plantsoen
om het standbeeld van wijlen H. M. Ko
ningin-Moeder Emma is verkleind, zoodat
er een flinke ruimte vrij kwam, terwijl ook
achter de boompjes nog veel plaats is.
Het gemeentebèstuur heeft gemeend de
nieuwe markt niet te moeten laten begin
nen te midden van de puinhoopen in het
centrum van de stad. Dit zou waarschijn
lijk psychologisch een verkeerde uitwer
king hebben gehad. Het werd beter ge
acht de markt te beginnen in een gave
buurt. Hier kunnen, de bezoekers van
buiten meteen winkelen. Het is de be
doeling in deze buurt noodwinkel-straten
te creëeren. Deze zouden niet n.l. alleen
komen op den Dam, maar ook op de
Bierkaai, de Houtkaai, de Londensche
Kaai en de Rouaansche Kaai.
Op dit centrum zullen verkeer en zaken
leven worden geconcentreerd tot de bin
nenstad herbouwd zal zijn.
Bij de voorbereiding van deze plannen
wordt steeds de grootst mogelijke mede
werking geconstateerd van de regeerings-
irvstanlies.
Wij hebben reeds medegedeeld, dat
mr. Frederiks, secretaris-generaal van het
ministerie van Binnenlandsche Zaken, en
waarnemend minister, een bezoek aan
onze stad heeft gebracht. Dit bewijst wel,
dat het met Middelburg gebeurde de be
langstelling heeft in wijden kring. Dat de
sympathie met de Zeeuwsche hoofdsiad
alom in den lande groot is, blijkt dag na
dag.
Reeds kort na de ramp heeft Monumen
tenzorg een aantal ambtenaren hierheen
gezonden, van wie er verscheidene ge
bleven zijn. Zoo gauw hei cheque-verkeer
weer functionneerde, stuurde de Rijksge
bouwendienst een cheque van 10.000.
Er kwamen ook andere giften.
Zoo vernemen wij, dat de burgemeester
een brief had ontvangen van zijn hena-
denmaker, waarin deze mededeelde met
innig leedwezen vernomen te hebben,
welke groote ramp het mooie Middelburg
getroffen heeft. De schrijver zeide de re
kening van den burgemeester, welke op
dat oogenblik 26.52 bedroeg, voor dit
bedrag te quiteeren, met het verzoek het
geld over te dragen aan het Hulpcomité.
„En daarbij komt zeide de burge
meester dat ik niet eens een goede
klant van den man was."
Uit dergelijke blijken van belangstel
ling spreekt sympathie, welke niet alleen
bij de deskundige autoriteiten voor onze
zwaar getroffen stad bestaat, maar ook
bij velen, die uit eigen aanschouwing het
voor-oorlogsche Middelburg hebben lee-
ren kennen.
De heer Vermeulen overleden.
De heer W. Vermeulen, die gistermor
gen met zijn auto naar Bergen op Zoom
reed en daar bij een ongeluk ernstig ge
wond werd, is kort daarop overleden.
Ds. Hommes, die licht verwond werd.
kon denzelfden, dag naar Middelburg
terugkeeren.