TWEEDE BLAD van de Prov. Zeeuwscbe lleidelburgscbe Gwurant ei Goescbe Cfflirauf (tevens ïllsslipche tea mat) m 2§ Hel 1940 Kroniek v. cl Dag De fatale achttien dagen FEUILLETON Penibele toestand voor de Geallieerden. Het is niet mogelijk een nauwkeurig overzicht te geven van het verloop der fronten in België en Noord-Frankrijk. Slechts globaal is dat verloop te schetsen. Maar ook daaruit blijkt voldoende het belangrijke feitde geweldige overmacht der Duitsche wapenen. In veertien dagen tijds zijn de Duitschers er in geslaagd, om dwars door de Fransch-Belgische grens-gebieden door te stootem naar de kust van het Kanaal, het vaarwater tus- Bchen Frankrijk en Engeland. Zij bezetten o.a. de Fransche havenstad Calais, waar aan de smalle zeestraat tusschen Kanaal en Noordzee haar naam ontleent. Hier door wordt Engeland thans rechtstreeks bedreigd door de mogelijkheid van een inval. Napoleon moet eens gezegd heb ben, dat wie het Nauw van Calais be- heerscht, Engeland een pistool op de borst kan zetten. Uit de reactie, welke de verschijning der Duitsche troepen aan de kust van de smalle zeestraat, in Engeland heeft teweeg gebracht, kan men afleiden, dat John Buil er niet veel anders over denkt. Uiteraard moeten wij ons hier onthou den van eenigerlei voorspelling omtrent den verderen gang der militaire zaken, verband houdende met de summier ge schetste, voor het Britsche rijk voo gevaar lijke situatie. Te Londen houdt men echter wel degelijk rekening met de eventualiteit van een strijd op Engelschen bodem zulks blijkt uit de evacuatie der burger bevolking van tal van plaatsen aan de Britsche kust in het Zuid-Oosten. Dat zou voor den heer Churchill en de zijnen dan een heel bitter ding worden. De Engel schen zijn het vermoedelijk als een soort van goed recht gaan beschouwen, om, als hun wereld-heerschappij bedreigd wordt, op andermans grondgebied te gaan vechten, en dan nog liefst zoo, dat hun bondgenooten de kastanjes uit het vuur halen. In hun eigen land hebben ze sinds menschenheugenis het eigenlijke geweld van een krijg niet ondervonden. Misschien zou de wereld er beter uitzien, indien ze ten deze ervaringen hadden opgedaan, ervaringen gelijk België en Frankrijk in den wereld-oorlog en met de ze landen thans helaas ook ons dierbaar vaderland Doordat de Duitschers er in slaagden naar de Kanaalkust door te dringen, wer den de geallieerde legers in twee groepen gesplitsteen Noordelijke groep in West- België, een Zuidelijke groep in Noord- Frankrijk. De Noordelijke groep, bestaan de uit Belgen, Engelschen en Franschen, raakte dus geïsoleerd. Zij heeft gepoogd de Duitsche wig te doorbreken, doch slaagde daarin niet. Vooral in Vlaande ren werd hard gevochten, echter zonder eenig succes voor de geallieerden. Ko ning Leopold zag eergister het hopelooze van verderen tegenstand in en gaf, wat betreft het Belgische leger, den strijd op. Of zich nog veel geallieerde troepen in West-België bevinden, was toen we dit schreven niet na te gaan. Vermoede lijk bevond het Britsche expeditie-leger zich reeds in vollen aftocht, evenals de Fransche troepen, om via de Belgische Duiisch legerbericht. Het Duitsche legerbericht van gister avond meldde o.m., dat de slag in Vlaan deren zijn hoogtepunt naderde in de buurt van Brugge en Thielt, toen gisternacht het Belgische leger de wapenen neerlegde. Bij Valenciennes hebben de Duitsche troepen sterke Fransche stellingen door broken. Vijandelijke aanvallen met pantserwa gens aan den benedenloop der Somme zijn afgeslagen; 30 vijandelijke pantser wagens werden vernietigd. In den loop van gisteren zijn 91 Fran sche en Engelsche vliegtuigen neerge haald; 23 Duitsche vliegtuigen keerden niet terug. Gisternacht heeft een Duitsche Schnell- boot een Engelsch transportschip van 3000 ton tot zinken gebracht. De Belgische capitulatie. Aan Koning Leopold is een kasteel als verblijfplaats aan gewezen. Naar het D.N.B. meldt, - is het besluit van Koning Leopold tot capitulatie geno men tegen den wensch van de meerder heid der Belgische regeering. Dit minis terie, dat in de eerste plaats verantwoor delijk is voor de ramp, welke België trof, aldus het D.N.B., schijnt dus zijn Fransch- Engelsche opdrachtgevers te willen blij ven volgen. De Führer heeft beslist, dat aan het Belgische leger tegemoet moet worden getreden op een wijze, waarop dappere strijders recht hebben. Koning Leopold, die zich bij zijn leger bevond, is als voorloopige verblijfplaats een landelijk kasteel aangewezen. Zuid-Slavische reservisten naar huis. Naar het D.N.B. uit Belgrado meldt, heeft de Zuid-Slavische regeering gisteren besloten, de reservisten, welke de laatste dagen waren opgeroepen, naar huis te rug te zenden. Successen van de „Schnellbooten" De Duilsche bladen schenken graote aandacht aan de berichten van 't opper bevel' der weermacht, volgens hetwelk Duitsche „Schnellboote" (kleine torpedo- motorbooten) een Britschen torpedojager en een vijandelijke duikboot respectieve lijk voor Oostende en Den Helder vernie tigd- hebben. havens op schepen te vluchten. In elk geval is de strijd daar in Vlaanderen thans vrijwel beslecht. Zeer spoedig zul len de Duitschers ook de Belgische kust geheel bezetten. In Noord-Frankrijk, waar de frontlijn eenigszins grillig schijnt te loopen, is de laatste dagen vermoedelijk minder hard gevochten. Verwacht kan worden, dat de stijd hier nu België heeft gecapitu leerd binnen weinig dagen in alle he vigheid opnieuw zal ontbranden; tenzij natuurlijk de Duitschers zich een directen aanval op Engeland tot hun voornaamste taak zouden hebben gesteld. Duitsche persstemmen, over de capitulatie van België. De geheel© Duitsche pers, staat, zooals te begrijpen valt, geheel in het teeken van de capitulatie van Bplgië. Alle bladen beginrien hun commentaar met te wijzen op den wederom merkwaar- digen samenloop van omstandigheden, dat het noodlotsgetal van achttien moei lijke dagen yan strijd wederom voldoende was de capitulatie van een land af te dwingen. In achttien dagen, zoo schrijft de Deut sche Allgemeine Zeitung, werd het Pool- sche leger verslagen. In wederom acht tien dagen sedert het begin van het Duit sche offensief, heeft thans ook, na de ca pitulatie van Nederland, het Belgische le ger opgehouden te bestaan, niettegen staande het Fransche noordelijke leger en het geheele Britsche expeditiecorps te hulp waren gesneld, zoo begint de com mentaar van de Berliner Lokal Anzeiger. Achttien dagen na het begin van den Duitschen opmarsch is de capitulatie van het Belgische leger gevolgd, schrijft de Berliner Boersenzeitung. Eenstemmig komt in de bladen tot uiting, dat de Bel gische Koning zich in zijn houding waar dig heeft getoond en dat hij zijn soldaten en daarmede zijn volk de onvermijdelijke' offers aan bloed, die bij den toestand der geallieerde legers een onontkoombare massa-moord zouden hebben beteekend, alsmede den val in den afgrond tegen den wil zijner ministers te elfder ure heeft willen besparen. De rede van den Franschen minister president met haar hatelijke aanvallen op Koning Leopold, ontmoet in de Duitsche pers slechts de verachting van het Duit sche volk. Men ziet in deze verklaringen van Reynaud slechts het zoeken vcm een zondebok in deze voor de Westelijke mo gendheden wanhopige uren, waarop de plutocratische oorlogsdrijvers den gehee- len last der verantwoording voor hun mi litair falen 2ouden kunnen afwentelen. Zij hebben waarachtig niet het recht, zoo schrijft het Hamburger Fremdenblatt, in opstand te komen tegen het besluit van een monarch, die tot het laatste oogenblik bij zijn troepen is gebleven en wiens eeni- ge fout berust op het feit, dat hij niet de kracht bezat zijn betere politieke inzichten te doen gelden teg.enover de tot oorlog drijvende politiek van de door hem be roepen regeering. Die mannen, die zich thans hehben aangesloten bij de steeds toenemende emigranten vereeniging in Londen, hebben niet het recht, zich te be roepen op het Belgische volk, dat alleen wordt vertegenwoordigd door het Belgi sche leger, dat tot het laatst zijn plicht heeft gedaan aan het front in Vlaanderen. Het Duitsche Nieuwbureau meldt in zijn frontbericht als commentaar op de over gave „De capitulatie, die door den Koning der Belgen gisteren is aangeboden, en waarin de geëischte onvoorwaardelijke overgave werd aangenomen, trekt de slot- streep onder den Engelschen oorlog op Belgischen bodem. De Engelschen had den gehoopt de beslissing op het Belgisch- Nederlandsche voorterrein tot stand te brengen, nadat hun voornemen om van daar een aanval op het Duitsche Roer gebied te ondernemen door den bliksem snellen Duitschen slag terug verijdeld was. Een beslissing is gevallen, maar zij brengt het tegendeel van datgene, wat de Britten hoopten. Zelfs met hulp van de bondgenooten is het hun niet gelukt de Duitsche troepen belangrijk op te houden. Veeleer werden de Engelschen volkomen verslagen. De Britsche troepen, die over Het Kanaal naar Engeland terug gebracht konden worden, zijn voor het grootste deel hals over kop en met achterlating van hun wapens en hun tros ingescheept. Tijdens de Noorsche onderneming hebben de En gelschen het begrip der „succesrijke we- derinscheping" een stempel gegeven. Voor de houding der Engelsche troepen bestaat echter alleen het woord „vlucht". Op het vasteland laten zij, evenals in Noorwegen, behalve duizenden gevan genen, wapens en gereedschap, alleen gemengde gevoelens achter bij de troe pen, die zij aan zij met hen moesten strijden, en bij de bevolking, die getuige moest zijn van de machtelooze vernie lingswoede der naar de inschepingsha- vens stroomende Britsche colonnes. De strijd tot den laatsten Belg heeft den En gelschen geenerlei nut gebracht. Het was hoog tijd, dat de Belgen er van af zagen zich volledig op te offeren voor de wes telijke mogendheden. Churchill acht den toe stand ernstig. Churchill heeft gister in het Lagerhuis een redevoering uitgesproken, waarin hij allereerst de capitulatie van het Belgische leger door koning Leopold mededeelde. Blijkens het D.N.B.-verslag vervolgde Churchill hierna De Britsche en de Fransche regeeringen hebben daartegenover hun generaals on middellijk bevolen zich verre te houden van dit optreden en de operaties voorf te zetten. Het Duitsche opperbevel heeft toe gestemd in de Belgische capitulatie. Het Belgische leger heeft sedert heden ochtend vier uur opgehouden den Duit schers tegenstand te bieden. De Belgi sche regeering heeft zich niet solidair verklaard met deze handeling van koning Leopold en heeft in allen vorm bekend ge maakt, dat zij vastbesloten is den oorlog voort te zetten aan den kant van de ge allieerden. De toestand der Britsche en Fransche legers, die in een der heftigste veldslagen gewikkeld zijn, en van drie kanten, be nevens uit de lucht ingesloten zijn, is kennelijk buitengewoon ernstig. De over gave van het Belgische leger vergroot het ernstige gevaar. Maar de Engelsche troepen zijn in een goede stemming en vechten. Vloot en luchtvloot verleenen dezen legers krach tige ondersteuning. Churchill wilde het Huis een verklaring afleggen over den algemeenen toestand, wanneer het resultaat van den ontzaglij ken strijd, die thans geleverd wordt, be kend- is en overzien kan worden. Dit zal waarschijnlijk niet voor het begin van de volgende week zijn. Inmiddels zal het Huis er goed aan doen, zich voor te be reiden op harde en zware tijden. Parijs terneergeslagen, en boos op Koning Leopold. Het bericht van de capitulatie van het Belgische leger heeft, volgens het D.N.B., in politieke en journalistieke kringen te Parijs de grootste onrust en terneergesla genheid gewekt. Men verheelt zich niet, dat Frankrijk en Engeland na het neer leggen der wapenen door het Belgische leger, zich in een veel ernstiger toestand bevinden dan ooit tevoren. Zelfs Wey- gand zou, naar men hier vertelt, den toe stand van Frankrijk als in den hoogsten graad in gevaar gebracht hebben aan geduid. Reeds voor het bekend maken van de capitulatie vcm België door Rey naud gaven de militaire critici van de dag bladen Matin, Figaro, Journal, Petit Pari- sien en Jour toe, dat de toestand van de Fransch-Engelsche legers in het Noorden wanhopig is. Zij schreven, dat de groote slag in Vlaanderen op zijn hoogtepunt is gekomen en dat de troepen der Weste lijke mogendheden aanvallen van de grootste felheid het hoofd moesten bieden. Het opperbevel, zoo schreven de Jour en de Petit Parisien, heeft zich gedwongen gezien bevel te geven voor een nieuw terugtrekken der troepen. De Matin en de Figaro leggen er den nadruk op, dat de Duitsche aanvallen uiterst heftig zijn en dat Duitschland zijn strijdkrachten aan de tegenover Engeland liggende kust" wil opstellen. Alle Fransche avondbladen, meldt het D.N.B., keeren zich met ongekende felheid tegen koning Leopold, dien zij bedelven onder alle mogelijke beleedigingen en scheldwoorden. De bladen verklaren, dat de afzetting van koning Leopold door de in Parijs zetelende, geëmigreerde Belgi sche regeering, nog slechts een kwestie van uren is. Zij eischen de vorming van een voorloopige regeering. De Intransi- gecmt zet als opschrift boven zijn commen taar op de gebeurtenissen„de verrader". WIE HEEFT NOG COURANTEN VOOR ONS? Daar het vuur onze kantoren en maga zijnen vernietigd heeft, gingen alle cou ranten van vorige jaren, die in boeken gebonden waren, verloren. De lezers, die nog Middelburgsche couranten in hun bezit hebben, en ze ons zouden willen afstaan, zullen ons daarmede ten zeerste gerieven. Men kan ze bezorgen Klein Vlaan deren 24, Middelburg of Turfkade 15 te Goes of resp. aan onze telefoonnummers opgeven, waar ze kunnen worden afge-' haald. NIEUW FEUILLETON Wij beginnen vandaag met een nieuw feuilleton. Het vorige is helaas verbrand, zoodat wij dat niet kunnen vervolgen. Wij hopen dat het nieuwe evenveel ontspan ning aan onzen trouwen feuilleton-lezers zal brengen, als het spannende verhaal, waaraan het vuur zulk een ontijdig einde heeft gemaakt. DE LAATSTE BUS door CECIL FREEMAN CREGG. 1) HOOFDSTUK I. Waarin Scotland Yard een brief ontvangt. Een groote, breedgeschouderde, athle- tisch uitziende man stapte haastig de groote toegangspoort vcm Scotland Yard binnen, terwijl hij met een glimlach en een achteloos tikje aan zijn hoed den groet van den agent op wacht beant woordde. „Morgen l „Goeden morgen, inspecteur l" Inspecteur Cutbhert Higgins stak vlug de binnenplaats over. Als altijd was hij weer onberispelijk gekleed. Alles harmo nieerde met elkander. Hij leek meer op een welvarend city-man dan op hetgeen hij werkelijk was detectieve-inspecteur van de hoofdstedelijke politie. En toch, wanneer het noodlot het eens anders be schikt zou hebben, mocht men bijna voor zeker aannemen, dat hij in elk beroep succes gehad zou hebben. Meer nauwge zet dan brillont huiverig voor intuïtie, maar toch niet bang een leans te wagen geneigd te wachten, liever dan tot een Verkeerde conclusie te geraken, was hij bereid tot elk offer op het altaar van den plicht, welk woord hij altijd met een hoofd letter P schreef.. Zijn haast werd niet veroorzaakt door het feit, dat hij te laat was hij was boven dergelijke kleinzielige beperkingen verheven doch het was karakteristiek voor den man. Hij bereikte zijn privé- kcmtoor, hing zijn hoed aan den kapstok, *ette zijn wandelstok ln den parapluiebak in een hoek van de kamer en terwijl hij langzaam zijn overjas uittrok, overzag hij de brieven, die op zijn schrijftafel lagen. Na zijn jas onder zijn hoed gehangen te hebben, ging hij aan het bureau zitten. Hij haalde zijn pijp. te voorschijn, die hij langzaam stopte, greep zijn automatischen aansteker en was verrast en duidelijk merkbaar verheugd, toen zijn eerste po ging al beloond werd met een aarzelend vlammetje. Hij beschutte dit met de hand, als vervrachtte hij een windvlaag, zoog haastig aan de pijp, welk tempo daalde naarmate de tabak beter ging branden, blies dan het vlammetje uit en trok zijn stoel wat dichter naar het bureau. Zijn dag was begonnen. Voorzichtig en methodisch sneed hij met een soort dolkmes, dat zijn eigen historie had, achtereenvolgens alle enveloppen open. Daarna begon hij de brieven te lezen, waarna deze op verschillende sta peltjes gesorteerd werden. Plotseling stopte hij, terwijl hij een brief overlas, welke hij uit een gele enveloppe met den opdruk „Dienst, portvrij" had gehaald. Er stond geen datumstempel op het couvert. Hij drukte op een belknopje, dat direct onder zijn bereik stond. In antwoord daarop verscheen een agent in uniform. „Deze brief van het postkantoor is hier afgegeven. Wanneer is die afgegeven „Tien minuten voor u binnenkwam, in specteur." „Merci. Schrijf voortaan den tijd van ontvangst van zulke brieven op het cou vert. Stuur eh hoe heet die nieuwe ook weer?" „Summers, mijnheer?" „Dat is ie. Stuur Summers bij me." Hij knikte ten teeken dat de man kon verdwij nen en begon den bewusten brief opnieuw te bestudeeren. Even later werd er zacht jes op de deur geklopt en op zijn kort „binnen" verscheen er een man, die be scheiden afwachtend voor het bureau van den inspecteur bleef staan. Een flink gebouwde vent van een jaar of vier en twintig, recht-op, zelfbewust, intelligent uiterlijk, hoewel onervaren. „U hebt naar mij gevraagd, mijnheer Inspecteur Higgins overhandigde hem den brief en enveloppe. „Lees eens en zeg me dan, wat je er van denkt." De man nam het couvert en haalde er een brief met een andere enveloppe uit. Toen las hij Aan de hoofdstedelijke Politie. Scotland Yard, S. W. 1 Mijne Heeren, Ingesloten schrijven, voorzien van Uw bovenstaan adres, werd in een andere enveloppe aangetroffen, welke wegens onvolledig adres door de afdeeïing „On bestelbare Brieven" is geopend. De brief was gezegeld en voor het geval het een dringende zaak mocht betreffen, laten wij een en ander per specialen bode brengen. Hoogachtend, Afd. Onbestelbare Brieven, Voor den directeur, D. R. Daarop wijdde agent Summers zijn aan dacht aan de andere enveloppe, welke in specteur Higgins reeds geopend had, en van welks Inhoud hij bereids had kennis genomen. Aan de hoofdstedelijke Politie l Ik ga er een eind aan maken. Jullie kent me Henri Hamper. Ik heb er ge noeg van. Ik heb spijt van wat ik gedaan heb, maar niet vcm. wat ik ga doen. Hef adres is Bulstroade's Buildings. Kom niet met een onbeschermd licht binnen als je me niet reeds nu in de hel wilt ontmoeten, inplaats van over een paar jaar. Zien zullen we elkaar daar onheroepelijk I H. H. „Wel Summers, wat zeg je ervan in formeerde Higgins, die den ander tijdens het lezen van den brief scherp had gade geslagen. Summers moest eens weten, dat hij nu op de proef gesteld werd door den scherpzinnigen inspecteur, die altijd alle nieuwelingen aldus ongemerkt exa mineerde. Ten eerste inspecteur, is er de origineele enveloppe. De onbestelbare schijnt hier niet bij te zijn." „Goed. De post heeft die niet meege stuurd. Verder." „Dan is „onheroepelijk" verkeerd ge speld." Inspecteur Higgins knikte. „Nog iets „Het schijnt een geval van zelfmoord te zijn, inspecteur." „H'm.". De inspecteur scheen niet zoo ingenomen te zijn met de conclusie van zijn ondergeschikte. „Is er geen alter natief Summers keek zijn chef even onder zoekend aan, toen zei hij „U denkt toch zeker niet aan moord, mijnheer Inspecteur Higgins lachte kort. „Moord, natuurlijk ja, dat is een alternatief, maar is er geen kans, dat het niets anders dan een flauwe grap blijkt te 2ijn?" „Grap, mijnheer? Niemand zou het toch durven wagen „O neen?" viel Higgins den ander in de rede. „Zouden ze dat niet Wanneer je net zoo lang bij de politie dient als ik, Summers, zul je beseffen, dat er een massa halve gekken rondloopen, die het het toppunt van geestigheid schijnen te vinden, de politie voor den mal te houden." „Wilt u, dat ik het ga onderzoeken?" „Ja, Bulstroade's Buildings is ergens in het East End. Kijk het maar na. Vraag dokter Pape of hij met je mee gaat en mocht hij je eenigen raad geven, wees er dan niet boven verheven dien op te vol gen. Dat is alles." Summers stak brieven en couverten bij zich, boog voor zijn chef en ging naar de deur, waar hij op een woord van zijn chef bleef staan. „Een kleine waarschuwing. Neem mijn opmerking, dat het een brutale grap kan zijn, niet al te ernstig op. He zal verrast zijn als het niet zoo is, maar loop die kamer niet ineens binnen met een bran dende sigaret. De man kan wel zelfmoord gepleegd hebben door gasverstikking, zooals hij schrijft, en eh we willen dokter Pape eh nog niet missen, zie je." „Neen, inspecteur.". Rechercheur Sum mers voelde zich eenigszins onzeker hoe hij dit gezegde van den inspecteur moest opnemen. Maar met een ernstig gezicht vervolgde hij„In elk gevalik rook niet, inspecteur." De deur ging dicht en met een glim lach hervatte inspecteur Higgins de lec tuur van zijn correspondentie. De kwestie van dien brief was er een, welke een ondergeschikte, zelfs een onervaren on dergeschikte,'wel kon uitzo .-een. Higgins was zich wel bewust van de waarde van zijn eigen tijd en hij werd betaald door den staat. Niet dat hij een overdre ven idee had van zijn eigen belangrijk heid, maar enkel, dat hij eerlijk was. HU geloofde niet in „het houden van een hond en zelf blaffen". Nauwelijks had Summers het kantoor van den inspecteur verlaten of hij kreeg het gevoel, dat hij op de proef werd ge steld, dat zijn gedrag in deze aangelegen heid den inspecteur bij alle verdere kwes ties steeds voor den geest zou staan. HU nam zich voor het er in elk geval zoa goed mogelijk af te brengen. Een zelf moord was nu wel niet zoo'n mooi geval, maar hei was tenminste een begin. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 5