Gedragsregels Luchtbeschermer
VLEKKENWATER
STERAVIT
Abs@iute verduistering.
[Hedenavond treedt de absoEute Sueiht-
bescherming In werking., De bevolking
dSerat volstrekt te verduisteren. Err
mag niet de minste lichtstraal naar
buiten doordringen.
UIT PROVINGIE
Beta-Bever
De Maansteen
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN VRIJDAG 10 MEI 1940.
De Burgemeester maakt bekend, dat door
hem bij het volledig inwerkingtreden van
den luchtbeschermingsdienst ingevolge art.
12 der wet betreffende bescherming tegen
luchtaanvallen (wet van 23 April 1936,
Staatsblad no. 302) de navolgende gedrags
regels zullen worden afgekondigd.
A. TOESTAND LUCHTBESCHERMING
VOLLEDIG IN WERKING GESTELD.
1. Gedurende het tydvak van een half
uur na zonsondergang tot een half uur
vóór zonsopkomst zijn eigenaren, bewoners
of gebruikers van woningen en andere ge
bouwen, alsmede van schuren en schuilge-
legenheden, verplicht zorg te dragen, dat
het daarbinnen aanwezige licht op geener
lei wyze naar buiten straalt, alsmede dat
voorwerpen, welke den buitenkant van
gebouwen zijn bevestigd of zich bevinden
op de bij die gebouwen behoorende open
perceelen geen licht uitstralen.
2. Gedurende het tijdvak van een half uur
na zonsondergang tot een half uur vóór
zonsopkomst is het aan bestuurders, eig-
naars of houders van motorrijtuigen of an
dere rjj- of voertuigen (rijwielen, bakfiet
sen en handwagens daaronder begrepen)
verboden zich daarmee te bevinden of deze
te laten staan buiten gebouwen, tenzij de
in- en uitwendige verlichting, ter beoor
deeling van het politiepersoneel, in vol
doende mate is afgeschermd. Een en ander
met dien verstande, dat het onverlicht la
ten staan van motorrijtuigen en andere rij-
of voertuigen, als hierboven bedoeld, op
particuliere terreinen zal zijn toegelaten.
3. Onverminderd het bepaalde sub 2
is het verboden zich gedurende het tijdvak
van een half uur na zonsondergang tot en
half uur vóór zonsopkomst buiten een af
geschermde ruimte te bevinden in het be
zit van een brandende lantaarn, fakkel of
ander lichtgevend voorwerp (tenzij met
toestemming van den Burgemeester), als
mede aldaar eenig vuur te ontsteken.
4. Het is verboden gedurende het tijdvak
van een half uur na zonsondergang tot een
half uur vóór zonsopkomst op den open
baren weg met motorrijtuigen of andere
rij- of voertuigen (rijwielen, bakfietsen en
handwagens daaronder begrepen) te rijden
met een zoodanige snelheid, dat zulks ge
vaar oplevert en met dien verstande, dat
een maximum-snelheid van 20 kilometer
per uur niet mag worden overschreden.
Van des namiddags 10 uur tot des voor
middags 6 uur, althans gedurende het tijd
vak van een half uur na zonsondergang tot
een half uur vóór zonsopkomst, is alle ry-
verkeer (ook met rijwielen, bakfietsen en
handwagens), behoudens in uiterste nood
zaak (zooals b.v. bij ernstige ziekte, onge
val of brand), verboden. In bijzondere ge
vallen kan hiervan vrijstelling worden ver
leend door den Burgemeester, indien het
ééne gemeente betreft, of door den Com
missaris der Koningin, indien het meer
dere gemeenten betreft.
5. Eigenaren, bewoners of gebruikers van
woningen en andere gebouwen alsmede van
schuren, zijn verplicht bij afwezigheid zorg
te dragen, dat de hoofdafsluiters van gas
en electrischen stroom steeds afgesloten
zijn.
6. Particuliere sirenes, lucht- of stoom
fluiten en kerk- en torenklokken mogen
niet in werking worden gesteld, zonder ver
gunning van den Burgemeester.
7. Gedurende het tijdvak van een half
uur na zonsondergang tot een half uur
vóór zonsopkomst is het aan voetgangers
verboden zich te bevinden op de voor het
rijverkeer bestemde gedeelten der wegen
of straten. Waar geen voetpaden zijn, mag
met niet meer dan twee personen naast
elkander worden geloopen, terwijl te allen
tijde in de richting van voortbeweging
rechts van den weg moet worden gehou
den. Oversteken van den rijweg dient, ten
zij anders .noodzakelijk .js of speciale over
steekplaatsen zijn vastgesteld, te geschie
den op de hoeken van kruispunten of zij
wegen.
8. Het is verboden onnoodig lawaai te
maken, met uitzondering van het zoo kort
mogelijk geven van waarschuwingssigna
len met motorrijtuigen en rijwielen, ter be
oordeeling van het politie-personeel.
9. Alle brandbare voorwerpen behooren
zooveel mogelijk van de zolders c.q. boven
ste verdiepingen, te worden verwijderd.
Datgene wat niet verwijderd kan worden,
behoort zoo brandvrij mogelijk te worden
opgesteld.
Op iederen zolder c.q. bovenste verdie
ping, behoort met gebruikmaking van de
beschikbare middelen, brandbluschmateri-
aal aanwezig te zijn.
B. BIJ IIET SIGNAAL
„L U C' H T A L A R M"
GELDEN DE VOLGENDE BEPALINGEN:
1. Zij, die zich binnenshuis bevinden, mo
gen zich niet op den openbaren weg bege
ven.
2. Een ieder begeeft zich oogenblikkelijk
en langs den kortsten weg in zijn woning,
(schuilplaats), of als men deze niet spoedig
kan bereiken, naar de naastbijgelegen
openbare schuilplaats, voor zoover die aan
wezig is.
3. Zoodra het signaal „LUCHTALARM"
wordt gegeven, is alle verkeer met rij- of
voertuigen (rijwielen, bakfietsen en hand
wagens daaronder begrepen) verboden.
Een ieder, die op het einde van het sig
naal „LUCHTALARM" nog geen schuil
plaats heeft kunnen bereiken, behoort ter
plaatse, waar hij zich dan bevindt, dekking
te zoeken in afwachtig van eventueele aan
wijzingen van personeel van politie- of
luchtbeschermingsdienst.
4. Alle motorrijtuigen of andere rij- of
voertuigen (rijwielen, bakfietsen en hand
wagens daaronder begrepen) worden bij
het signaal „LUCHTALARM" geplaatst:
a. op wegen of straten met éénrichtings
verkeer: aan de rechterzijde;
b. op wegen of straten met tweerich
tingsverkeer binnen de bebouwde kom:
aan de zijde der even huisnummers;
c. op wegen of straten buiten de bebouw
de kom: aan de rechterzijde, waarbij er
op moet worden gelet, dat ruimte voor het
doorgaand verkeer wordt vrijgelaten.
Op wegen of straten binnen de bebouw
de kom, waar de even huisnummers zich
niet aan één zijde bevinden, moet het plaat
sen van rij- of voertuigen (rijwielen, bak
fietsen en handwagens daaronder begre
pen) zoo mogelijk worden vermeden. Is
dit niet mogelijk, dan wordt zulk een weg
of straat beschouwd als gelegen buiten de
bebouwde kom. 1-Iet stilzetten van motor
rijtuigen of andere rij- of voertuigen (rij
wielen, bakfietsen en handwagens daar
onder begrepen) op korteren afstand dan
8 meter van de hoeken der wegen of stra
ten is verboden. Ieder plaatselijk parkeer
verbod wordt geacht te zijn opgeheven.
5. Trekdieren worden uitgespannen en,
indien zij niet ergens kunnen worden opge
sloten, stevig vastgebonden en wel op zoo
danige wijze, dat het verkeer over het
voor het rijverkeer bestemde gedeelte der
wegen niet wordt belemmerd of in gevaar
gebracht.
Andere dieren worden, hetzij vastgebon
den, zoodanig, dat het verkeer over het
voor rij- en voertuigen bestemde gedeelte
der wegen niet wordt belemmerd of in
gevaar gebracht, hetzij ergens opgesloten.
Met uitzondering van geleide-honden
voor blinden, die van een muilkorf zijn
voorzien en aan een lijn worden vastgehou
den, is het verboden dieren in de openbare
schuilplaatsen te brengen.
C. TOESTAND „LUCHTALAR M".
1. Het is verboden de plaats, waar men
zich bij het signaal „LUCHTALARM" in
veiligheid heeft gesteld, te verlaten vóór
het signaal „LUCHTALARM GEëINDIGD"
is gegeven. In bijzondere gevallen kan daar
voor echter toestemming worden verleend
door politie- of luchtbeschermingsdienst
functionarissen.
2. In gesloten schuilplaatsen mag niet
worden gerookt, noch een vuur of eenig
brandend voorwerp aanwezig zijn. Onder
brandende voorwerpen zijn in dezen niet
te verstaan electrische lampen en electri-
sche verwarmingsapparaten.
STRAFBEPALINGEN.
Opzettelijke overtreding of niet-nako-
ming van de sub A, B en C vermelde voor
schriften wordt gestraft met gevangenis
straf van ten hoogste vier jaren of geld
boete van ten hoogste tweeduizend gulden.
Hij, aan wiens schuld te wijten is, dat
deze voorschriften worden overtreden of
niet nagekomen, wordt gestraft met gevan
genisstraf van ten hoogste twee jaar of-
geldboete van ten hoogste duizend gulden.
De ambtenaren van rijks- en gemeente
politie, naar wier oordeel opzettelijke over
treding of niet-nakoming van deze voor
schriften plaats vindt, of plaats heeft ge
vonden, zijn bevoegd na aanmaning en op
kosten van den overtreder de noodi'ge
maatregelen te treffen of te doen treffen.
Zij zijn in dat geval bevoegd zoo noodig te
allen tijde een woning tegen den wil van
den bewoner te betreden.
Maakt voorts algemeen bekend, dat het
volgende wenscheljjk moet worden geacht:
1. In iedere woning; werkplaats, kantoor
of althans daar direct in de nabijheid op
het eigen erf, behoort met gebruikmaking
der beschikbare middelen een sehuilgele-
genheid te worden ingericht voor de aldaar
vertoevende personen. Deze schuilgelegen-
heid moet bescherming bieden tegen scherf-
gevaar of neerstortende gedeelten van mu
ren en zolders.
2. Tenzij een ieder is voorzien van een
deugdelijk gasmasker, behoort, hetzij deze
schuilgelegenheid, hetzij de ruimte, waar
zij zich bevindt, gasdicht te kunnen wor
den afgesloten.
Bepaalt, dat inwoners van de gemeente
Middelburg, wonende nabij de kom der ge
meente Nieuw- en St. Joosland, verplicht
zijn de door den Burgemeester van laatst
genoemde gemeente te geven bevelen of
aanwijzingen bij lucljtgevaar terstond op
te volgen.
Geenerlei aansprakelijkheid wordt aan-
vaard voor schade, welke uit de vermelde
voorschriften kan voortvloeien.
Middelburg, 10 Mei 1940.
De Burgemeester:
J. VAN WALRé DE BORDES.
BIEMSTBODENMOOD
'fiSS SCHOONMAAK
'Als ortdonks de schoonheidsmid
delen Üw huid ruw en rood wordt,
kloven vertoont of kleine verwon-
doe bij hel slapen gaan hand
schoenen c
Iv/oken.
IMPORTEUR G. LINDNER CO. SINGEL 115 - AMSTERDAM-C.
30 en 60 ct.
per doos
De „UTRECHT" sluit
alle verzekeringen
op het leven, ook
Collectieve.
Het verzekerd kapitaal van die
verzekerden, welke volgens de
polisvoorwaarden rechtop winst
hebben, werd dit jaar wederom
1V,
rhoogd
TOTAAL VERZEKERD BEDRAG 478 Ml
IOEN GULDEN
WALCHEREN.
WESTKAPELLE. Loop der bevolking
over April 1940. Ingekomen: Wille-
mina Westerbeke, dienstbode, uit Middel
burg; Adriana Verhulst, zonder beroep, uit
Borssele. Huibrechl de Kok, gemeenteveld
wachter uit Sluiskil (gem. Axel).
Vertrokken: Maarten Tanker, zon
der beroep, naar Middelburg. Jan Pouwelse,
onderwijzer, en gezin, naar Middelburg.
Frangois Hermanus Steketee, maréchaussee
Philippine.
ZUID-BEVELAND.
YERSEKE. Benoemd tot lid van de com
missie belast met het afnemen van het exa
men ter verkrijging van het Middenstands
diploma te Terneuzen, mr, M. H. Tigelaar,
alhier.
Z.-VLAANDEREN W.D.
Kringstierenkeuring voor
West Zeeuwsch-Vlaanderen.
Woensdag werd te Oostburg een stieren
keuring gehouden uitgaande van de ver-
eeniging tot bevordering van het rundvee
in Zeeland.
Voor deze keuring bestond groote belang
stelling. Handel werd echter niet gedreven.
De resultaten van deze keuring zijn als
volgt:
A NIET-STAMBOEKSTIEREN.
Rubriek I: Minstens 9 maanden, geen
breede tanden, geboren op of na 1 Mei '39.
Een le prijs behaalden: Apollo van I. Ris-
seeuw-Haartse, Zuidzande, Lodewijk van
M. de Bruyne, Cadzand, Anko van M. de
Bruyne, Cadzand.
Eervol een stier van Pr. Plasschaert,
Oostburg.
Rubriek H: Geboren tusschen 1 Jan. 1939
en 1 Mei 1939.
Een le prijs behaalden: Hugo, L. de
Bruyckere, Sluis; Elza's Rudolf, C. F. Ver-
craeye, Aardenburg; Turk, O. Buysse,
Eede; Hans Kuilsburg, de Nood, Water
landkerkje; Hertha's Dries, A. Risseeuw,
Cadzand; Lucas, R. A. M. de Rijcke, Eede;
Bram, J. J. Riemens, Groede; Tom, A. J.
Quaak, IJzendijke.
Een 2e prijs behaalden: Nelis, Abr. v. d.
Slikke, IJzendijke; Wodan Junior, C. H.
Rijckaert, Biervliet; Graaf II, J. J. Riemens,
Groede; Jaap van Driew, W. J. Naaye
Weeda, Biervliet; Apollo II, Cl. Ramme-
laere-v. Rie, Eede; Hollenbergs Fr., Ch.
Gernaerd, Biervliet; Graaf II, Corn. Cy-
souw, Groede.
Eervol: Robert, C. E. v. d. Hemel, Groede;
Daladier, A. J. M. Dusardeyn, Groede. Een
stier van M. Buysse, Oostburg.
Rubriek Hl: Geboren voor 1 Jan. 1939.
le prijs Bertus, Adr. Risseeuw, Cadzand;
Benno, H. J. Aernaudts, Sluis; Frans, Stie-
renvereeniging, St. Kruis.
Rubriek IV. Stieren met 2 of meer bree
de tanden.
le prijs Tinus, M. de Bruyne, Cadzand;
Heiman, G. V. M. Doens, IJzendijke; Nico,
P. J. Mullaert, Biervliet.
B. STAMBOEKSTIEREN.
Rubriek V: Nog geen 2 jaar, voorloopig
ingeschreven.
le prijs Bravo, P. M. v. Iwaarden, Cad
zand; William, 17805, Stierenvereeniging,
Biervliet; Adolf, 17804, A. J. Cambier, Bres-
kens; Deyne Ursus, 17803, Stierenvereeni
ging, IJzendijke; Gines, Anth. Geluk, Nieuw-
viiet.
Rubriek VI: Tot 2 jaar en 10 maanden,
definitief ingeschreven.
le prijs Anna's Graaf 17S01 S., Stieren
vereeniging, Sluis; Adolf 17062 S., Stieren
vereeniging, Waterlandkerkje.
Rubriek VH: Boven 2 jaar en 10 maan
den, definitief ingeschreven, le prys Dries
Kuilburg 16352 S., Stierenvereeniging, Cad
zand; Rudolf 16353 S., Stierenvereeniging,
Aardenburg; Dagobert Kuilsburg 16429 S
Stierenvereeniging, Schoondijke.
le Prijs met afstammelingen. Graaf 15776,
Stierenvereeniging, Groede; Dries Kuils
burg, 16352, Stierenvereeniging, Cadzand.
Dalende werkloosheid in
West Zeeuwsch-Vlaanderen.
Bij de regionale arbeidsbeurs te Oost
burg valt deze week weer een daling van
het aantal ingeschreven werkzoekenden
waar te nemen.
Stonden de vorige week 71 personen als
werkzoekenden ingeschreven, thans be
draagt het totaal werkzoekenden 63. De
lijst luidt als volgt: Biervliet: 32 landarbei
ders en 2 bouwvakarbeiders; Breskens: 3
landarbeiders, 3 visscliers, 7 transportarbei
ders; 5 ongeschoolde arbeiders en 1 bouw
vakarbeider; Hoofdplaat: 3 landarbeiders;
Nieuwvliet: geen; Oostburg: 7 landarbei
ders; Retranchement, Schoondijke, St.
Kruis, Waterlandkerkje, IJzendijke en Zuid
zande geen.
Hsm kalL
fia MS¥fi£] meer. 25 ££Dt Bij óïQgislök
Door VVTLKIE COLLINS.
Nederlandsche bewerking van
A. A. HUMME Jr.
41).
Nadat de advocaat vertrokken was,
trachtte ik mü de namen van de personen,
die op het verjaardagsdiner aanwezig wa
ren geweest, te herinneren, maar ik wist
zelfs niet meer, uit hoeveel personen het
gezelschap had bestaan. Het idee was bij mij
opgekomen, ieder der aanwezigen te vra
gen, of zy op dien gedenkwaardigen avond
iets bijzonders hadden opgemerkt, dat mis
schien eenig licht zou kunnen werpen op
de daaraan volgende gebeurtenissen, en nu
ik reeds bij den aanvang op moeilijkheden
stuitte, wist ik er niets anders op dan naar
Yorkshire terug te keeren, om Better edge
te vragen, mij een lijst van de genoodigden
te verschaffen.
Het was reeds te laat om den middag
trein te halen, dus moest ik drie uur wach
ten op den volgende, en ik besloot in dien
tijd mijnheer Bruff in zijn kantoor op te
zoeken.
Hij vond mijn idee nogal ver gezocht en
verwachtte in het geheel geen succes van
mijn nasporingen in die richting. Bovendien,
mynheer Murttnvaite was weer op reis;
juffrouw Clack had een paar financieele
stroppen gehad en had zich uit zuinigheids
overwegingen in Frankrijk gevestigd en
mijnheer Godfrey Ablewhite zou misschien
ook niet in Londen aanwezig zijn. Hij raadde
mij aan, op zijn club naar hem te informee-
ren en gaf mij daarop te kennen, dat hij hel
erg druk had, zooclat ik hem niet langer op
hield.
In de vestibule van de club sprak ik een
van de leden, die een goed vriend was van
mijn neef en dien ik ook kende. Hij ver
telde mij, dat Godfrey op dokters advies een
reisje op het vasteland ging maken en dat
ik my moest haasten, als ik hem nog voor
zijn vertrek wilde spreken. Ik begaf mij
daarop onmiddellijk naar zijn woning, om
daar van zijn bediende te vernemen, dat
hij den vorigen dag reeds naar Oostende
was vertrokken en waarschijnlijk drie
maanden zou wegblijven.
1-Iet was een teleurstelling, dat drie per
sonen, die ik gaarne had willen spreken,
buiten mijn bereik waren en mijn laatste
hoop was nu op Betteredge gevestigd.
Bij aankomst in Yorkshire begaf ik m'o
regelrecht naar Frisinghall, van waaruit ik
een boodschapper naar Betteredge zond,
met het verzoek mij in mijn hotel op le
zoeken. Op zijn vroegst zou hij pas na twëe
uur bij mij kunnen zijn en ik besloot in dien
tijd bij dokter Candy aan te gaan, die te
kennen had gegeven, mij te willen spreken.
Na hetgeen ik van Betteredge had ge
hoord, verwachtte ik wel, dat de oude dok
ter nog sporen van zijn ziekte zou vertoo-
nen, maar toen ik Jiem ontmoette, schrok
ik van de groote verandering, die hij had
ondergaan. Zijn oogen waren dof, zijn ge
zicht ingevallen en hij was geheel grijs ge
worden.
„Ik heb dikwijls aan u gedacht, mijnheer
Blake", zei hy, „en ik ben erg blij u weer
eens terug te zien. Kan ik iets voor u
doen
Met het doel, dat ik voor oogen had, be
greep ik, dat het noodig zou zijn, de men-
schen, die ik wilde ondervragen, een ge-
Wie een groote taak wil vervullen,
moet zoo weinig mogelijk ballast bij
zich hebben.
illlllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllll'
deeltelylte uitlegging te geven van de si
tuatie, en ik had al vooraf een plan opge
maakt omtrent mijn te volgen gedragslijn.
Ik greep de gelegenheid, die de dokter mij
bood, aan, om direct ter zake te komen.
„U herinnert zich zeker wel, dat onge
veer een jaar geleden een Inclischen dia
mant uit het huis van lady Verinder ver
dween. Door omstandigheden is de hoop ge
wettigd, dat hij terecht zal komen, en als
lid van de familie ben ik zelf in het op
sporingswerk geïnteresseerd. Ik verzamel
daartoe al het beschikbare feitenmateriaal,
en nu hoop ik, dat alle vrienden van mijn
overleden tante my hiermede behulpzaam
willen zyn".
Ik had myn speech zoover afgedraaid,
toen ik op dokter Candy's gezicht kon zien,
dat ik my verdere moeite kon sparen. Hij
keek mij aan met een afwezige uitdruk
king en plukte zenuwachtig aan zijn vinger
toppen. Ik probeerde zijn geheugen te hulp
te komen en vervolgde liet gesprek.
„1-Iet is een heele tyd geleden, sedert wy
elkaar het laatst ontmoetten. Dat was op
het verjaardagsdiner by myn tante.
„Juist!" riep de dokter uit. „Het verjaar
dagsdiner!" Hij sprong op en deed een stap
naar mij toe. „Ik wilde u wat zeggen over
dat diner".
Hij zweeg, trachtte zich te herinneren
wat hij wilde vertellen en toen, blijkbaar
in een poging om zyn gebrek le verbergen,
vervolgde hij: „Het was een echt gezellig
dinertje". Hij zei dit op een loon, alsof dit
de mededeeling was, die hij wilde doen,
knikte en glimlachte zelfvoldaan over zijn
tegenwoordigheid van geest, waardoor hij
zijn geheugenverlies voor zijn bezoeker had
weten te verbergen.
Ik begreep, dat ik niet behoefde te pro-
beeren, hier inlichtingen te vragen, en
bracht het gesprek op plaatselijke onder
werpen, waarin de dokter zich beter thuis
voelde waarbij liy allerlei verhalen wist te
doen over schandaaltjes en praatjes in de
stad.'
Toen ik afscheid nam, kwam hij weer te
rug op het diner.
„Ik ben zoo blij, dat ik u weer gespro
ken heb", zei hij. „Ik wilde u wat zeggen
over dat diner dat diner bij lady Verin
der, u weet wel een gezellig diner ja,
was het niet gezellig?"
Een droevige uitdrukking kwam op zijn
gezicht, en het scheen hem te hinderen, dat
hetgeen hij mij wilde zeggen, hem ontgaan
was. Hij maakte aanstalten, mij naar de
deur te begeleiden, doch bedacht zich en
belde zijn bediende, om mij uit te laten.
Toen ik de trap afliep, hoorde ik bene
den een deur open gaan en in de vestibule
gekomen, zei een Stem achter mij:
„U zult dokter Candy wel erg veranderd
vinden".
Ik keerde mij naar den spreker en bevond
mij tegenover dokter Ezra Jennings.
HOOFDSTUK IX.
„Loopt u met mij mee, dokter Jennings?"
vroeg ik, daar ik zag, dat hij een hoed in
zijn hand hield. „Ik ga naar mijn tante, me
vrouw Ablewhite".
Hij zei, dat hij een patiënt moest bezoeken
en denzelfden kant op moest, zoodat hy mij
gaarne een eindweegs wilde vergezellen.
Na zyn opmerking over den toestand van
dokter Candy, wilde hij het blijkbaar aan
mij overlaten, op dit onderwerp terug te ko
men, indien ik dit zou wenschen, want hij
bleef zwijgend naast mij loopen.
„Te oordeelen naar zijn uiterlijk, is dok
ter Candy's ziekte veel ernstiger geweest,
dan ik dacht", begon ik.
„Het is een wonder, dat hij haar te boven
is gekomen", meende dokter Jennings.
„Is zijn geheugen tegenwoordig altijd zoo
slecht? Hij probeerde mij iets te zeggen
„Over iets dat voor zijn ziekte gebeurd
is?" vroeg zijn assistent, toen ik aarzelde.
„Ja".
„Zyn geheugen laat hem daar vrijwel ge
heel in den steek. Hij herinnert zich nog
vaag iets over plannen, over dingen, die hy
had willen doen of zeggen, voor hij ziek
werd, maar het is hem onmogelijk zich de
bijzonderheden te herinneren. Hy lijdt onder
dit gebrek en doet alle moeite het voor an
deren te verbergen. Het zou voor hem ge
lukkiger zijn geweest, als hy zijn geheugen
geheel en al verloren had. Misschien zou
den wij allemaal veel gélukkiger zijn, als
wij het verleden konden vergeten", voegde
hij er met een droevigen glimlach aan toe.
„In het leven van ieder mensch zullen
toch wel herinneringen zijn", antwoordde,
ik, „die zij niet gaarne zouden missen".
„Dat geldt, hoop ik, voor de meeste men-
schen, mijnbeer Blake, maar dat kan, vrees
ik, niet van iedereen gezegd worden. Heeft
U reden om aan te nemen, dat het feit, dat
dokter Candy zich te binnen wilde brengen,
voor u van eenig belang is?"
Hij had hiermede het onderwerp aange
raakt, waarover ik hem had willen spre
ken, en ik antwoordde hem dan ook zonder
omwegen, dat ik had gehoopt, een belang
rijke mededeeling te zullen hooren. „Kunt
u mij geen middel aan de hand doen om zijn
geheugen te hulp te komen?" vroeg ik.
(Wordt vervolgd).