Gedragsregels Luchtbeschermer VLEKKENWATER STERAVIT Abs@iute verduistering. [Hedenavond treedt de absoEute Sueiht- bescherming In werking., De bevolking dSerat volstrekt te verduisteren. Err mag niet de minste lichtstraal naar buiten doordringen. UIT PROVINGIE Beta-Bever De Maansteen TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN VRIJDAG 10 MEI 1940. De Burgemeester maakt bekend, dat door hem bij het volledig inwerkingtreden van den luchtbeschermingsdienst ingevolge art. 12 der wet betreffende bescherming tegen luchtaanvallen (wet van 23 April 1936, Staatsblad no. 302) de navolgende gedrags regels zullen worden afgekondigd. A. TOESTAND LUCHTBESCHERMING VOLLEDIG IN WERKING GESTELD. 1. Gedurende het tydvak van een half uur na zonsondergang tot een half uur vóór zonsopkomst zijn eigenaren, bewoners of gebruikers van woningen en andere ge bouwen, alsmede van schuren en schuilge- legenheden, verplicht zorg te dragen, dat het daarbinnen aanwezige licht op geener lei wyze naar buiten straalt, alsmede dat voorwerpen, welke den buitenkant van gebouwen zijn bevestigd of zich bevinden op de bij die gebouwen behoorende open perceelen geen licht uitstralen. 2. Gedurende het tijdvak van een half uur na zonsondergang tot een half uur vóór zonsopkomst is het aan bestuurders, eig- naars of houders van motorrijtuigen of an dere rjj- of voertuigen (rijwielen, bakfiet sen en handwagens daaronder begrepen) verboden zich daarmee te bevinden of deze te laten staan buiten gebouwen, tenzij de in- en uitwendige verlichting, ter beoor deeling van het politiepersoneel, in vol doende mate is afgeschermd. Een en ander met dien verstande, dat het onverlicht la ten staan van motorrijtuigen en andere rij- of voertuigen, als hierboven bedoeld, op particuliere terreinen zal zijn toegelaten. 3. Onverminderd het bepaalde sub 2 is het verboden zich gedurende het tijdvak van een half uur na zonsondergang tot en half uur vóór zonsopkomst buiten een af geschermde ruimte te bevinden in het be zit van een brandende lantaarn, fakkel of ander lichtgevend voorwerp (tenzij met toestemming van den Burgemeester), als mede aldaar eenig vuur te ontsteken. 4. Het is verboden gedurende het tijdvak van een half uur na zonsondergang tot een half uur vóór zonsopkomst op den open baren weg met motorrijtuigen of andere rij- of voertuigen (rijwielen, bakfietsen en handwagens daaronder begrepen) te rijden met een zoodanige snelheid, dat zulks ge vaar oplevert en met dien verstande, dat een maximum-snelheid van 20 kilometer per uur niet mag worden overschreden. Van des namiddags 10 uur tot des voor middags 6 uur, althans gedurende het tijd vak van een half uur na zonsondergang tot een half uur vóór zonsopkomst, is alle ry- verkeer (ook met rijwielen, bakfietsen en handwagens), behoudens in uiterste nood zaak (zooals b.v. bij ernstige ziekte, onge val of brand), verboden. In bijzondere ge vallen kan hiervan vrijstelling worden ver leend door den Burgemeester, indien het ééne gemeente betreft, of door den Com missaris der Koningin, indien het meer dere gemeenten betreft. 5. Eigenaren, bewoners of gebruikers van woningen en andere gebouwen alsmede van schuren, zijn verplicht bij afwezigheid zorg te dragen, dat de hoofdafsluiters van gas en electrischen stroom steeds afgesloten zijn. 6. Particuliere sirenes, lucht- of stoom fluiten en kerk- en torenklokken mogen niet in werking worden gesteld, zonder ver gunning van den Burgemeester. 7. Gedurende het tijdvak van een half uur na zonsondergang tot een half uur vóór zonsopkomst is het aan voetgangers verboden zich te bevinden op de voor het rijverkeer bestemde gedeelten der wegen of straten. Waar geen voetpaden zijn, mag met niet meer dan twee personen naast elkander worden geloopen, terwijl te allen tijde in de richting van voortbeweging rechts van den weg moet worden gehou den. Oversteken van den rijweg dient, ten zij anders .noodzakelijk .js of speciale over steekplaatsen zijn vastgesteld, te geschie den op de hoeken van kruispunten of zij wegen. 8. Het is verboden onnoodig lawaai te maken, met uitzondering van het zoo kort mogelijk geven van waarschuwingssigna len met motorrijtuigen en rijwielen, ter be oordeeling van het politie-personeel. 9. Alle brandbare voorwerpen behooren zooveel mogelijk van de zolders c.q. boven ste verdiepingen, te worden verwijderd. Datgene wat niet verwijderd kan worden, behoort zoo brandvrij mogelijk te worden opgesteld. Op iederen zolder c.q. bovenste verdie ping, behoort met gebruikmaking van de beschikbare middelen, brandbluschmateri- aal aanwezig te zijn. B. BIJ IIET SIGNAAL „L U C' H T A L A R M" GELDEN DE VOLGENDE BEPALINGEN: 1. Zij, die zich binnenshuis bevinden, mo gen zich niet op den openbaren weg bege ven. 2. Een ieder begeeft zich oogenblikkelijk en langs den kortsten weg in zijn woning, (schuilplaats), of als men deze niet spoedig kan bereiken, naar de naastbijgelegen openbare schuilplaats, voor zoover die aan wezig is. 3. Zoodra het signaal „LUCHTALARM" wordt gegeven, is alle verkeer met rij- of voertuigen (rijwielen, bakfietsen en hand wagens daaronder begrepen) verboden. Een ieder, die op het einde van het sig naal „LUCHTALARM" nog geen schuil plaats heeft kunnen bereiken, behoort ter plaatse, waar hij zich dan bevindt, dekking te zoeken in afwachtig van eventueele aan wijzingen van personeel van politie- of luchtbeschermingsdienst. 4. Alle motorrijtuigen of andere rij- of voertuigen (rijwielen, bakfietsen en hand wagens daaronder begrepen) worden bij het signaal „LUCHTALARM" geplaatst: a. op wegen of straten met éénrichtings verkeer: aan de rechterzijde; b. op wegen of straten met tweerich tingsverkeer binnen de bebouwde kom: aan de zijde der even huisnummers; c. op wegen of straten buiten de bebouw de kom: aan de rechterzijde, waarbij er op moet worden gelet, dat ruimte voor het doorgaand verkeer wordt vrijgelaten. Op wegen of straten binnen de bebouw de kom, waar de even huisnummers zich niet aan één zijde bevinden, moet het plaat sen van rij- of voertuigen (rijwielen, bak fietsen en handwagens daaronder begre pen) zoo mogelijk worden vermeden. Is dit niet mogelijk, dan wordt zulk een weg of straat beschouwd als gelegen buiten de bebouwde kom. 1-Iet stilzetten van motor rijtuigen of andere rij- of voertuigen (rij wielen, bakfietsen en handwagens daar onder begrepen) op korteren afstand dan 8 meter van de hoeken der wegen of stra ten is verboden. Ieder plaatselijk parkeer verbod wordt geacht te zijn opgeheven. 5. Trekdieren worden uitgespannen en, indien zij niet ergens kunnen worden opge sloten, stevig vastgebonden en wel op zoo danige wijze, dat het verkeer over het voor het rijverkeer bestemde gedeelte der wegen niet wordt belemmerd of in gevaar gebracht. Andere dieren worden, hetzij vastgebon den, zoodanig, dat het verkeer over het voor rij- en voertuigen bestemde gedeelte der wegen niet wordt belemmerd of in gevaar gebracht, hetzij ergens opgesloten. Met uitzondering van geleide-honden voor blinden, die van een muilkorf zijn voorzien en aan een lijn worden vastgehou den, is het verboden dieren in de openbare schuilplaatsen te brengen. C. TOESTAND „LUCHTALAR M". 1. Het is verboden de plaats, waar men zich bij het signaal „LUCHTALARM" in veiligheid heeft gesteld, te verlaten vóór het signaal „LUCHTALARM GEëINDIGD" is gegeven. In bijzondere gevallen kan daar voor echter toestemming worden verleend door politie- of luchtbeschermingsdienst functionarissen. 2. In gesloten schuilplaatsen mag niet worden gerookt, noch een vuur of eenig brandend voorwerp aanwezig zijn. Onder brandende voorwerpen zijn in dezen niet te verstaan electrische lampen en electri- sche verwarmingsapparaten. STRAFBEPALINGEN. Opzettelijke overtreding of niet-nako- ming van de sub A, B en C vermelde voor schriften wordt gestraft met gevangenis straf van ten hoogste vier jaren of geld boete van ten hoogste tweeduizend gulden. Hij, aan wiens schuld te wijten is, dat deze voorschriften worden overtreden of niet nagekomen, wordt gestraft met gevan genisstraf van ten hoogste twee jaar of- geldboete van ten hoogste duizend gulden. De ambtenaren van rijks- en gemeente politie, naar wier oordeel opzettelijke over treding of niet-nakoming van deze voor schriften plaats vindt, of plaats heeft ge vonden, zijn bevoegd na aanmaning en op kosten van den overtreder de noodi'ge maatregelen te treffen of te doen treffen. Zij zijn in dat geval bevoegd zoo noodig te allen tijde een woning tegen den wil van den bewoner te betreden. Maakt voorts algemeen bekend, dat het volgende wenscheljjk moet worden geacht: 1. In iedere woning; werkplaats, kantoor of althans daar direct in de nabijheid op het eigen erf, behoort met gebruikmaking der beschikbare middelen een sehuilgele- genheid te worden ingericht voor de aldaar vertoevende personen. Deze schuilgelegen- heid moet bescherming bieden tegen scherf- gevaar of neerstortende gedeelten van mu ren en zolders. 2. Tenzij een ieder is voorzien van een deugdelijk gasmasker, behoort, hetzij deze schuilgelegenheid, hetzij de ruimte, waar zij zich bevindt, gasdicht te kunnen wor den afgesloten. Bepaalt, dat inwoners van de gemeente Middelburg, wonende nabij de kom der ge meente Nieuw- en St. Joosland, verplicht zijn de door den Burgemeester van laatst genoemde gemeente te geven bevelen of aanwijzingen bij lucljtgevaar terstond op te volgen. Geenerlei aansprakelijkheid wordt aan- vaard voor schade, welke uit de vermelde voorschriften kan voortvloeien. Middelburg, 10 Mei 1940. De Burgemeester: J. VAN WALRé DE BORDES. BIEMSTBODENMOOD 'fiSS SCHOONMAAK 'Als ortdonks de schoonheidsmid delen Üw huid ruw en rood wordt, kloven vertoont of kleine verwon- doe bij hel slapen gaan hand schoenen c Iv/oken. IMPORTEUR G. LINDNER CO. SINGEL 115 - AMSTERDAM-C. 30 en 60 ct. per doos De „UTRECHT" sluit alle verzekeringen op het leven, ook Collectieve. Het verzekerd kapitaal van die verzekerden, welke volgens de polisvoorwaarden rechtop winst hebben, werd dit jaar wederom 1V, rhoogd TOTAAL VERZEKERD BEDRAG 478 Ml IOEN GULDEN WALCHEREN. WESTKAPELLE. Loop der bevolking over April 1940. Ingekomen: Wille- mina Westerbeke, dienstbode, uit Middel burg; Adriana Verhulst, zonder beroep, uit Borssele. Huibrechl de Kok, gemeenteveld wachter uit Sluiskil (gem. Axel). Vertrokken: Maarten Tanker, zon der beroep, naar Middelburg. Jan Pouwelse, onderwijzer, en gezin, naar Middelburg. Frangois Hermanus Steketee, maréchaussee Philippine. ZUID-BEVELAND. YERSEKE. Benoemd tot lid van de com missie belast met het afnemen van het exa men ter verkrijging van het Middenstands diploma te Terneuzen, mr, M. H. Tigelaar, alhier. Z.-VLAANDEREN W.D. Kringstierenkeuring voor West Zeeuwsch-Vlaanderen. Woensdag werd te Oostburg een stieren keuring gehouden uitgaande van de ver- eeniging tot bevordering van het rundvee in Zeeland. Voor deze keuring bestond groote belang stelling. Handel werd echter niet gedreven. De resultaten van deze keuring zijn als volgt: A NIET-STAMBOEKSTIEREN. Rubriek I: Minstens 9 maanden, geen breede tanden, geboren op of na 1 Mei '39. Een le prijs behaalden: Apollo van I. Ris- seeuw-Haartse, Zuidzande, Lodewijk van M. de Bruyne, Cadzand, Anko van M. de Bruyne, Cadzand. Eervol een stier van Pr. Plasschaert, Oostburg. Rubriek H: Geboren tusschen 1 Jan. 1939 en 1 Mei 1939. Een le prijs behaalden: Hugo, L. de Bruyckere, Sluis; Elza's Rudolf, C. F. Ver- craeye, Aardenburg; Turk, O. Buysse, Eede; Hans Kuilsburg, de Nood, Water landkerkje; Hertha's Dries, A. Risseeuw, Cadzand; Lucas, R. A. M. de Rijcke, Eede; Bram, J. J. Riemens, Groede; Tom, A. J. Quaak, IJzendijke. Een 2e prijs behaalden: Nelis, Abr. v. d. Slikke, IJzendijke; Wodan Junior, C. H. Rijckaert, Biervliet; Graaf II, J. J. Riemens, Groede; Jaap van Driew, W. J. Naaye Weeda, Biervliet; Apollo II, Cl. Ramme- laere-v. Rie, Eede; Hollenbergs Fr., Ch. Gernaerd, Biervliet; Graaf II, Corn. Cy- souw, Groede. Eervol: Robert, C. E. v. d. Hemel, Groede; Daladier, A. J. M. Dusardeyn, Groede. Een stier van M. Buysse, Oostburg. Rubriek Hl: Geboren voor 1 Jan. 1939. le prijs Bertus, Adr. Risseeuw, Cadzand; Benno, H. J. Aernaudts, Sluis; Frans, Stie- renvereeniging, St. Kruis. Rubriek IV. Stieren met 2 of meer bree de tanden. le prijs Tinus, M. de Bruyne, Cadzand; Heiman, G. V. M. Doens, IJzendijke; Nico, P. J. Mullaert, Biervliet. B. STAMBOEKSTIEREN. Rubriek V: Nog geen 2 jaar, voorloopig ingeschreven. le prijs Bravo, P. M. v. Iwaarden, Cad zand; William, 17805, Stierenvereeniging, Biervliet; Adolf, 17804, A. J. Cambier, Bres- kens; Deyne Ursus, 17803, Stierenvereeni ging, IJzendijke; Gines, Anth. Geluk, Nieuw- viiet. Rubriek VI: Tot 2 jaar en 10 maanden, definitief ingeschreven. le prijs Anna's Graaf 17S01 S., Stieren vereeniging, Sluis; Adolf 17062 S., Stieren vereeniging, Waterlandkerkje. Rubriek VH: Boven 2 jaar en 10 maan den, definitief ingeschreven, le prys Dries Kuilburg 16352 S., Stierenvereeniging, Cad zand; Rudolf 16353 S., Stierenvereeniging, Aardenburg; Dagobert Kuilsburg 16429 S Stierenvereeniging, Schoondijke. le Prijs met afstammelingen. Graaf 15776, Stierenvereeniging, Groede; Dries Kuils burg, 16352, Stierenvereeniging, Cadzand. Dalende werkloosheid in West Zeeuwsch-Vlaanderen. Bij de regionale arbeidsbeurs te Oost burg valt deze week weer een daling van het aantal ingeschreven werkzoekenden waar te nemen. Stonden de vorige week 71 personen als werkzoekenden ingeschreven, thans be draagt het totaal werkzoekenden 63. De lijst luidt als volgt: Biervliet: 32 landarbei ders en 2 bouwvakarbeiders; Breskens: 3 landarbeiders, 3 visscliers, 7 transportarbei ders; 5 ongeschoolde arbeiders en 1 bouw vakarbeider; Hoofdplaat: 3 landarbeiders; Nieuwvliet: geen; Oostburg: 7 landarbei ders; Retranchement, Schoondijke, St. Kruis, Waterlandkerkje, IJzendijke en Zuid zande geen. Hsm kalL fia MS¥fi£] meer. 25 ££Dt Bij óïQgislök Door VVTLKIE COLLINS. Nederlandsche bewerking van A. A. HUMME Jr. 41). Nadat de advocaat vertrokken was, trachtte ik mü de namen van de personen, die op het verjaardagsdiner aanwezig wa ren geweest, te herinneren, maar ik wist zelfs niet meer, uit hoeveel personen het gezelschap had bestaan. Het idee was bij mij opgekomen, ieder der aanwezigen te vra gen, of zy op dien gedenkwaardigen avond iets bijzonders hadden opgemerkt, dat mis schien eenig licht zou kunnen werpen op de daaraan volgende gebeurtenissen, en nu ik reeds bij den aanvang op moeilijkheden stuitte, wist ik er niets anders op dan naar Yorkshire terug te keeren, om Better edge te vragen, mij een lijst van de genoodigden te verschaffen. Het was reeds te laat om den middag trein te halen, dus moest ik drie uur wach ten op den volgende, en ik besloot in dien tijd mijnheer Bruff in zijn kantoor op te zoeken. Hij vond mijn idee nogal ver gezocht en verwachtte in het geheel geen succes van mijn nasporingen in die richting. Bovendien, mynheer Murttnvaite was weer op reis; juffrouw Clack had een paar financieele stroppen gehad en had zich uit zuinigheids overwegingen in Frankrijk gevestigd en mijnheer Godfrey Ablewhite zou misschien ook niet in Londen aanwezig zijn. Hij raadde mij aan, op zijn club naar hem te informee- ren en gaf mij daarop te kennen, dat hij hel erg druk had, zooclat ik hem niet langer op hield. In de vestibule van de club sprak ik een van de leden, die een goed vriend was van mijn neef en dien ik ook kende. Hij ver telde mij, dat Godfrey op dokters advies een reisje op het vasteland ging maken en dat ik my moest haasten, als ik hem nog voor zijn vertrek wilde spreken. Ik begaf mij daarop onmiddellijk naar zijn woning, om daar van zijn bediende te vernemen, dat hij den vorigen dag reeds naar Oostende was vertrokken en waarschijnlijk drie maanden zou wegblijven. 1-Iet was een teleurstelling, dat drie per sonen, die ik gaarne had willen spreken, buiten mijn bereik waren en mijn laatste hoop was nu op Betteredge gevestigd. Bij aankomst in Yorkshire begaf ik m'o regelrecht naar Frisinghall, van waaruit ik een boodschapper naar Betteredge zond, met het verzoek mij in mijn hotel op le zoeken. Op zijn vroegst zou hij pas na twëe uur bij mij kunnen zijn en ik besloot in dien tijd bij dokter Candy aan te gaan, die te kennen had gegeven, mij te willen spreken. Na hetgeen ik van Betteredge had ge hoord, verwachtte ik wel, dat de oude dok ter nog sporen van zijn ziekte zou vertoo- nen, maar toen ik Jiem ontmoette, schrok ik van de groote verandering, die hij had ondergaan. Zijn oogen waren dof, zijn ge zicht ingevallen en hij was geheel grijs ge worden. „Ik heb dikwijls aan u gedacht, mijnheer Blake", zei hy, „en ik ben erg blij u weer eens terug te zien. Kan ik iets voor u doen Met het doel, dat ik voor oogen had, be greep ik, dat het noodig zou zijn, de men- schen, die ik wilde ondervragen, een ge- Wie een groote taak wil vervullen, moet zoo weinig mogelijk ballast bij zich hebben. illlllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllll' deeltelylte uitlegging te geven van de si tuatie, en ik had al vooraf een plan opge maakt omtrent mijn te volgen gedragslijn. Ik greep de gelegenheid, die de dokter mij bood, aan, om direct ter zake te komen. „U herinnert zich zeker wel, dat onge veer een jaar geleden een Inclischen dia mant uit het huis van lady Verinder ver dween. Door omstandigheden is de hoop ge wettigd, dat hij terecht zal komen, en als lid van de familie ben ik zelf in het op sporingswerk geïnteresseerd. Ik verzamel daartoe al het beschikbare feitenmateriaal, en nu hoop ik, dat alle vrienden van mijn overleden tante my hiermede behulpzaam willen zyn". Ik had myn speech zoover afgedraaid, toen ik op dokter Candy's gezicht kon zien, dat ik my verdere moeite kon sparen. Hij keek mij aan met een afwezige uitdruk king en plukte zenuwachtig aan zijn vinger toppen. Ik probeerde zijn geheugen te hulp te komen en vervolgde liet gesprek. „1-Iet is een heele tyd geleden, sedert wy elkaar het laatst ontmoetten. Dat was op het verjaardagsdiner by myn tante. „Juist!" riep de dokter uit. „Het verjaar dagsdiner!" Hij sprong op en deed een stap naar mij toe. „Ik wilde u wat zeggen over dat diner". Hij zweeg, trachtte zich te herinneren wat hij wilde vertellen en toen, blijkbaar in een poging om zyn gebrek le verbergen, vervolgde hij: „Het was een echt gezellig dinertje". Hij zei dit op een loon, alsof dit de mededeeling was, die hij wilde doen, knikte en glimlachte zelfvoldaan over zijn tegenwoordigheid van geest, waardoor hij zijn geheugenverlies voor zijn bezoeker had weten te verbergen. Ik begreep, dat ik niet behoefde te pro- beeren, hier inlichtingen te vragen, en bracht het gesprek op plaatselijke onder werpen, waarin de dokter zich beter thuis voelde waarbij liy allerlei verhalen wist te doen over schandaaltjes en praatjes in de stad.' Toen ik afscheid nam, kwam hij weer te rug op het diner. „Ik ben zoo blij, dat ik u weer gespro ken heb", zei hij. „Ik wilde u wat zeggen over dat diner dat diner bij lady Verin der, u weet wel een gezellig diner ja, was het niet gezellig?" Een droevige uitdrukking kwam op zijn gezicht, en het scheen hem te hinderen, dat hetgeen hij mij wilde zeggen, hem ontgaan was. Hij maakte aanstalten, mij naar de deur te begeleiden, doch bedacht zich en belde zijn bediende, om mij uit te laten. Toen ik de trap afliep, hoorde ik bene den een deur open gaan en in de vestibule gekomen, zei een Stem achter mij: „U zult dokter Candy wel erg veranderd vinden". Ik keerde mij naar den spreker en bevond mij tegenover dokter Ezra Jennings. HOOFDSTUK IX. „Loopt u met mij mee, dokter Jennings?" vroeg ik, daar ik zag, dat hij een hoed in zijn hand hield. „Ik ga naar mijn tante, me vrouw Ablewhite". Hij zei, dat hij een patiënt moest bezoeken en denzelfden kant op moest, zoodat hy mij gaarne een eindweegs wilde vergezellen. Na zyn opmerking over den toestand van dokter Candy, wilde hij het blijkbaar aan mij overlaten, op dit onderwerp terug te ko men, indien ik dit zou wenschen, want hij bleef zwijgend naast mij loopen. „Te oordeelen naar zijn uiterlijk, is dok ter Candy's ziekte veel ernstiger geweest, dan ik dacht", begon ik. „Het is een wonder, dat hij haar te boven is gekomen", meende dokter Jennings. „Is zijn geheugen tegenwoordig altijd zoo slecht? Hij probeerde mij iets te zeggen „Over iets dat voor zijn ziekte gebeurd is?" vroeg zijn assistent, toen ik aarzelde. „Ja". „Zyn geheugen laat hem daar vrijwel ge heel in den steek. Hij herinnert zich nog vaag iets over plannen, over dingen, die hy had willen doen of zeggen, voor hij ziek werd, maar het is hem onmogelijk zich de bijzonderheden te herinneren. Hy lijdt onder dit gebrek en doet alle moeite het voor an deren te verbergen. Het zou voor hem ge lukkiger zijn geweest, als hy zijn geheugen geheel en al verloren had. Misschien zou den wij allemaal veel gélukkiger zijn, als wij het verleden konden vergeten", voegde hij er met een droevigen glimlach aan toe. „In het leven van ieder mensch zullen toch wel herinneringen zijn", antwoordde, ik, „die zij niet gaarne zouden missen". „Dat geldt, hoop ik, voor de meeste men- schen, mijnbeer Blake, maar dat kan, vrees ik, niet van iedereen gezegd worden. Heeft U reden om aan te nemen, dat het feit, dat dokter Candy zich te binnen wilde brengen, voor u van eenig belang is?" Hij had hiermede het onderwerp aange raakt, waarover ik hem had willen spre ken, en ik antwoordde hem dan ook zonder omwegen, dat ik had gehoopt, een belang rijke mededeeling te zullen hooren. „Kunt u mij geen middel aan de hand doen om zijn geheugen te hulp te komen?" vroeg ik. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 5