KRONIEK VAN DEN DAG WEK UW LEVER-GALOP De uitvoering der distributiemaatregeSen Koop eers4 een andere tandpasta De Maansteen TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN WOENSDAG 8 MEI 1940. No. 108. Oorlogsschip en vliegtuig. Eea Duitsehe suggestie: het verloop van den strijd in Noorwegen zou hebben bewe zen, dat er een grondige verandering is in getreden ten aanzien van de militaire strijdkrachten, het luchtwapen zou de waarde van een sterke zeebouwende vloot illusoir hebben gemaakt. Toen de oorlog begon, was voor. de mili taire deskundigen, gelijk men weet, deze kwestie van lucht- tegenover strijdkrach ten een spannend probleem. Men zag als het ware reikhalzend uit nu de krijg eenmaal was aangevangen naar het ant woord, dat de praktijk zou geven; vooral met het oog op een gewichtig strategisch principe: „die de zee beheerscht, zal op den duur winnen". Tot dusver werd de zee beheerscht door de sterkste vloot, met als kern een aantal kapitale schepen (slag schepen en zware kruisers). Maar dat zou anders kunnen worden, indien deze sche pen zeer kwetsbaar zouden blijken voor aanvallen uit de lucht. Is dat thans reeds gebleken? Volgens de Duitsehe suggestie moet deze vraag met een stellig ja worden beantwoord. De En- gelschen, aldus hun redeneering, hebben geen kans gezien het vervoer van Duitsehe troepen en materiaal1 over zee naar Noor wegen te beletten, hoe groot het Britsche maritieme overwicht ook is. En evenmin slaagden ze er in, een sterk geallieerd le ger naar Noorwegen te verschepen. Het Duitsehe luchtwapen kwam tusschenbeide. De redeneering snijdt hout. De geallieer den hebben hun nederlaag in Noorwegen inderdaad voor een groot deel te wijten aan de Duitsehe luchtmacht. Ze konden daar niet tegen op tenzij misschien, in dien ze groote offers hadden willen bren gen. Maar dat hiermee nu stellig bewezen is, dat de luchtstrijdkrachten de heerschappij ter zee van een sterke vloot hebben ge broken, zullen buiten Duitschland weinigen beamen. De strüd in en bij Noorwegen had hiervoor een te incidenteel karakter, ter wijl tevens vermoed moet worden, dat de geallieerden er weinig risico hebben geno men. Bovendien konden zü, doordat de Duitschers zich in het bezit wisten te stel len van alle bruikbare vliegvelden, geen voldoende tegenactie in de lucht ontplooien, Voor zoover valt na te gaan, zijn de ver liezen aan schepen, welke de geallieerden leden, betrekkelijk gering geweest. Daar uit zou moeten worden afgeleid, dat het voor een vliegtuig wel heel moeilijk is, een oorlogsbodem, voorzien van lucht afweergeschut, vernietigend te treffen. Het spreekt overigens vanzelf, dat de strijd in en bij Noorwegen evenmin heeft bewezen, dat de heerschappij ter zee van de machtigste vloot ongerept is gebleven. Indien Duitschland niet over een krachtig luchtwapen beschikte, zou de expeditie in Noorwegen zeer waarschijnlijk op een fiasco zijn uitgeloopen, nademaal de ge allieerden dan betrekkelijk gemakkelijk het transport van Duitsehe troepen en mate riaal hadden kunnen verhinderen. In be paalde omstandigheden kan een groote luchtvloot de maritieme heerschappij dus wel degelijk afbreuk doen. Dat is echter heel wat anders dan een eigenlijke vernie tiging dier heerschappij. Wellicht kan men het voorshands aldus stellen: de groote verbindingslijnen blijven door de sterkste vloot beheerscht; kleinere kunnen door het luchtwapen aan die heerschappij worden onttrokken. ün n zult 'a morgens uit bed springen, gereed om bergen te verzetten, lederen dag moet uw lever een liter lever- aral In uw Ingewanden doen vloeien. Wanneer deze stroom van lever-gal onvoldoende la. ver teert uw voedsel niet. het bederft. U voelt u opgeblazen, u raakt verstopt. Uw lichaam ls Vergiftigd, u voelt u beroerd en ellendig, u Klei alles zwart. De meeste laxeermiddelen zUn slechts lap- middelen. U moet CARTER'S LEVER-PIL LETJES nemen om'deze liter lever-gai vrij te doen vloeien enuzultu een geheel ander mensch Voelen. Onschadelijk, plantaardig, zacht, on overtroffen om de lever-gal te doen vloeien. Blscht Carter's Lever-Pllletjea bij apothekers en drogisten, t. 0.75. De directeur van Middelburg s distribuliedienst zal straf optreden tegen vervalschers Een belangwekkende oiteenzetting. De vereeniging „Handelsbelang" te Mid delburg hield gisteravond in St. Joris een buitengewone algemeene vergadering. De voorzitter, de heer L. A. Stofkoper, opende de vergadering met een welkomst woord, in het bijzonder tot den heer H. P. Staal, directeur van den Gemeentelijken Distributiedienst, die op deze vergadering een rede zou houden. De heer Stofkoper wees er op, dat de maatregelen, welke de regeering heeft ge nomen om te komen tot een gelijkmatige verdeeling der goederen, thans nog een eenïgszins vrijwillig karakter dragen. Zy hebben de strekking om den druk voor het bedrijfsleven en voor den consument zoo gering mogelijk te houden. Met een kort woord leidde de voorzitter daarop den heer Staal in. DE UITVOERING DER DISTRI BUTIE-MAATREGELEN. De heer Staal had voor zijn rede het wel zeer actueele onderwerp „Nadere beschou wing van de uitvoering der distributie maatregelen in het algemeen en die met betrekking tot de brandstoffenvoorziening in het bijzonder". De heer Staal sprak er allereerst zijn verwondering over uit, dat er nog midden standers in Middelburg blijken te zün, die geen lid z\jn van „Handelsbelang". In een zeer bewogen tijd als thans is het toch zeker van groot belang zich aan te sluiten bij de organisatie, welke de belangen be hartigt van de betrokkenen. Spr. heeft steeds verklaard gaarne mede te werken om de distributie zoo vlot mogelijk te doen verloopen. Maar daartegenover moest staan, dat de winkeliers van hun kant het hunne moesten doen. Spr. heeft reeds eer der de hoop geuit, dat in dezen slechten tijd de winkeliers niet zullen trachten el kaar „klanten af te snoepen". Al spoedig echter brak een suikerprijzen- oorlog uit, helaas. Dit nu acht de heer Staal om een voorzichtig woord te gebruiken zeer onsportief. Het gaat niet aan, dat o.a. kapitaal krachtige filiaalbedrijven de zelfstandige winkeliers op deze manier, met bijbedoelin gen, beconcurreeren en kleine middenstan ders zoo den nek omdraaien. Spr. doet een dringend beroep op alle middenstanders, om deze practijken niet toe te passen. Met nadruk- waarschuwt de heer Staal, dat hij in tien vervolge deze practijken zal tegengaan met alle middelen, welke hem ten dienste staan. In Middelburg heeft de Distributiedienst bemoeiingen ge had met 157 detaillisten en 58 instellingen, een zeer groot aantal voor een plaats van deze grootte. Verder had de dienst te maken met de verzorging van zieken en militairen. Spr. is niet voor 100 content met de inlevering van de opplakvellen door de win keliers. Hierbij komt het voor, dat deze vellen te laat worden ingeleverd, en ook dat bonnen worden vervalscht. Men kan er op rekenen, dat in den ver volge met strenge hand wordt opgetreden legen vervalschers. Tot nog toe heeft spr. deze vervalschin- gen niet onder de aandacht van den straf rechter gebracht, doch men kan er van verzekerd zijn, dat degenen, die een der gelijke unfaire truc trachten toe te passen, de gevolgen die niet malsch zijn spoedig zullen ondervinden. Bonnenvellen, welke te laat worden in geleverd, worden door Den Haag niet meer aangenomen. NIEUWE MAATREGELEN. Naarmate de distributie functionneert, worden de maatregelen, zoo noodig, gewij zigd. Enkele dezer wijzigingen behandelt spr. in den breede. Zoo wijst hij er bv. op, dat de blauwe gróssiersbonnen voortaan strikt persoonlijk zullen zijn. Verder zullen distributiegoederen door de winkeliers niet meer verwerkt mogen worden in andere goederen. Dit slaat b.v. op de verwerking van suiker in consump tie-ijs. Het spreekt vanzelf, dat op andere manier hierin wordt voorzien. De lijst der distributiegoederen is thans met 1 artikel verminderd. De peulvruchten n.l. zullen zonder .distributie verkrijgbaar zijn. Spr. heeft daar zelf nog geen officieel bericht van ontvangen', doch zegt het ge lezen te hebben in de Middelburgsche Cou rant, welk blad hij in dezen als officieel beschouwt. Het is ook logisch, dat de distributie van peulvruchten in den zomer als snert toch geen lievelingskost is wordt inge trokken. Spr. hoopt, dat het' niet komt tot een oliedistributie. Mocht het echter zoover ko men, dan hoopt spr-,dat de te dïstribu- eeren hoeveelheid méér zal zijn dan 1 liter per week en per gezin, zooals officieus is genoemd. Deze hoeveelheid is zeer weinig. De heer Staal wijst er op, dat ongeveer een derde deel der autobezitters hun iden titeitskaarten niet hebben afgehaald. Zij kunnen deze thans niet meer krijgen aan het plaatselijk distributiekantoor, doch moeten zich wénden tot het Rijksdistribu- tiebureau voor aardolieproducten, sectie 4 te Den Haag. Als een donderslag uit helderen hemel kwamen de voorschriften om de voorberei ding te verzorgen voor een eventueele be perking van den verkoop van brandstof fen. Let wel: geen distributie, maar beper king van den verkoop. Het Rijksbureau voor kolenvoorziening gaat aan de hand van de uitgereikte en ingevulde enquêteformulieren na, welke handelaren worden ingeschreven als erken de brandstoffenhandelaren. In Middelburg zijn 24 enquêteformulieren uitgereikt en ingevuld. Dit wil niet zeggen, dat daarmee ook ai deze 24 handelaren worden inge schreven als erkende brandstoffenhandela- ren. Dat beslist Den Haag. De heer Staal spreekt er zijn verwonde ring over uit, dat de Middelburgsche mid denstand zoo weinig belang blijkt te stel len in de distributiemaatregelen. Op deze vergadering had het bezoek o'ok veel groo- ter kunnen zijn, in het eigen belang der middenstanders. De heer Staal brengt dank aan den heer Tavenier en zijn staf, die belangeloos vele vrije uren hebben gegeven voor het schrij ven van de ontvangstformulierett voor de distributieboekjes. Spr. betuigt ook zijn erkentelijkheid aan den voorzitter voor de gelegenheid om een uiteenzetting te geven over de distributie regelen. Speciale dankwoorden richt spr. tot de Middelburgsche Courant voor de medewer king om de burgerij zoo goed en volledig mogelijk in te lichten. De heer Staal had een hartelijk applaus in ontvangst te nemen voor zijn interes sante causerie. Na een korte pauze was er gelegenheid tot het stellen van vragen, waarvan dank baar gebruik gemaakt werd. De heer Staal gaf op al deze vragen uitvoerig antwoord. De voorzitter heette nog in het bijzonder welkom den heer A. C. de Vos, secretaris der Federatie van brandstoffenhandelaren in Zeeland. De lieer De Vos zeide een heele lijst van vragen te hebben medegebracht, welke hy den heer Staal voorlegde. Ook deze vragen beantwoordde de directeur van den distri butiedienst. Dg heer Staal stelde voor om voorloopig in den steenkolenhandel 1 hectoliter te stellen op 75 kg. Zonder bon mag geen cokes verkocht worden. Spr. raadde dringend aan ziclv bij even tueele moeilijkheden schriftelijk tot het Distributiebureau te wenden. en liefst de duurste die er is en probeer daarna Ivoroi. Dan neemt U waar hoe Ivoroi in reinigend-, whmakend- en schuimend vermogen alle andere verr^ overtreft Tube 60, 40 en 25 ct. (Ingez. Med.) Verkeers- en andere problemen in ons gewes! Soc èem. desiderata. Eén dezer dagen heeft te Vlissingen een bespreking plaats gehad, op initiatief van het gewest Zeeland der Soc. Dem. Arbei derspartij, welke samenkomst bezocht was door afgevaardigden van de soc. dem. Twee de Kamerfractie, de soc. dem. Provinciale Statenfractie, het partijbestuur der S.D.A. P. en den modernen landarbeidersbond. De bedoeling van deze vergadering was om verschillende problemen, die van bij zonder belang voor de provincie Zeeland zijn, onder de speciale aandacht te brengen van de aanwezige leden der vertegenwoor digende lichamen, waarvan een departe mentale bespreking mogelijk het gevolg zal kunnen zijn. Betreffende het vervoer wer den een groot aantal wenschen naar voren gebracht. Het in gebruik stellen van moder ner spoorwegmateriaal op de Zeeuwsche lijn werd aanbevolen, waarbij tevens werd geklaagd over het laten rijden van kleine treinen, hetgeen tot gevolg heeft, dat het meermalen voorkomt dat reizigers genoe gen moeten nemen met staanplaatsen. Ook werd gesproken over de slechte aansluitin gen, die reizigers van Oost Zeeuwsch Vlaan deren hebben te Goes. Ten aanzien van de haven te Terne uzen werd medegedeeld, dat deze haven tenge volge van de bestaande uitzonderingstarie ven in België ongunstige tijden zal onder vinden. Steun van regeeringswege werd noodzakelijk geacht. De vergadering betreurde het, dat de po gingen tot samenvoeging van de beide tramwegmaatschappijen in Zeeuwsch Vlaanderen nog niet tot een resultaat Had den geleid en men sprak den wensch uit, dat zulks alsnog spoedig zou geschieden. De tramdienst op Schouwen- en Duiveland, die onder beheer staat van de R.T.M. werd zeer slecht genoemd. Als oplossing stelde men zich voor een autobusdienst met betere aan sluitingen op den Provincialen Stoomboot- dienst. Inzake de tarieven van den Provincialen Stoombootdienst kwam naar voren, dat men deze te hoog achtte en verdere deelname in de exploitatie door het Rijk werd ge- wenscht geacht. Het stopzetten van lijnen op de Wester-Schelde zal op verzet stuiten van de soc. dem. fracties in Tweede Kamer en Provinciale Staten. De rijksweg over NieuwlandVlissingen, die reeds lang geprojecteerd is, werd even eens besproken en men was van meening, dat de uitvoering van dezen nieuwen weg spoedig tot stand behoorde te komen. Van bepaalde zijde werd naar voren gebracht dat het verkeer Vlissingen—Bergen op Zoom steeds twee drukke spoorwegover gangen moet passeeren. terwijl ook op den rijweg MiddelburgVlissingen door de toe nemende lintbebouwing het gevaar toe neemt. Vernieuwing van de brug over het kanaal door Walcheren te Oost- en West Souburg werd algemeen zeer noodzakelijk geacht, omdat de brug volkomen ongeschikt is voor Opnieuw klonk een warm applaus, toen de heer Staal had uitgesproken. De voorzitter dankte den heer Staal voor zijn duidelijke uiteenzetting. Spr. gelooft, dat de handel zich geluk kan wenschen met dezen directeur van den Distributie dienst. De heer Stofkoper wijt het te ge ringe bezoek hieraan, dat vele betrokkenen meenen niet aanwezig behoeven te zijn, omdat zü weten het gesprokene uitvoerig vermeld te zullen zien in het verslag van de Middelburgsche Courant. Ofschoon dit wegblijven dus wel eenïgs zins begrijpelijk is, hoopt spr. nochtans, dat ':i den vervolge meer middenstanders de •ergaderingen zullen bezoeken, daar per soonlijk contact toch het beste blijft. Met een kort woord sloot de voorzitter daarop de openbare vergadering. De leden van „Handelsbelang'' bleven nog in besloten vergadering bijeen. het tegenwoordige verkeer. Rapporten van officieele instanties hebben aangetoond dat deze brug veel te smal is. Ook de brug wachterswoningen belemmeren het uitzicht in ernstige mate, zoodat slooping van deze woningen gewenscht zal blijken. Als laatste punt betreffende het verkeer werd gesproken over de tolheffing op den Thoolschen brug. Gewezen werd op de noodzakelijkheid van overname door de re geering van dezen brug, waardoor bereikt zou kunnen worden, dat hij tolvrij werd ge maakt. Van verschillende zijden werden in de vergadering velerlei klachten naar voren gebracht over de vlasindustrie. Men meen de, dat deze industrie nog sterk kan wor den uitgebreid als van overheidszijde maar meer belangstelling zou worden getoond. Verschillende gemeentebesturen toonen ech ter geringe belangstelling voor de vlasm- dustrie, hetgeen voor de landarbeiders kwa de gevolgen heeft, want op het gebied van werkverruiming biedt dezen tak van land bouw nog groote mogelijkheden. Ook de moeilijke toestand van de Zeeuw sche visscherijen, de kustvisscherü en de oester- en mosselenvisschers, werden onder het oog gezien. Pogingen zullen worden on dernomen bij de bevoegde instanties om te trachten hierin eenige verlichting te bren gen, ofschoon erkend werd dat de proble men hier niet eenvoudig zijn. Inzake de inpoldering van het Sloe, het verdronken land van Saeftinge en den Braakman werd voorgesteld het daarheen te leiden, dat door de bevoegde organen een diepgaand onderzoek zou worden ingesteld naar deze mogelijkheden op groote landaan winningen. Erkend werd, dat eventueele in polderingen van sommige zijden op werke lijke en ook denkbeeldige moeilijkheden zouden kunnen stuiten, doch het belang die deze landaanwinsten met zich mee brengen werd overwegend belangrijker geacht. De vergadering betreurde het le moeten vaststellen, dat in de provincie Zeeland wei nig initiatief wordt gevonden voor het stich ten van onderwijs voor zwakzinnige kinde ren. De minister van onderwijs heeft aan de weinige pogingen, die enkele gemeentebe sturen hadden ondernomen, zijn goedkeu ring onthouden. Ook kwam ter sprake, dat het geneeskundig schooltoezicht in verschil lende deelen van Zeeland niet in overeen stemming is met de daaraan gevoelde be hoefte. Als laatste punt van deze uitgebreide be spreking kwam aan de orde het feit, dat Zeeland zoo vele kleine gemeenten bevat. Men bepleitte de samenvoeging van ver schillende gemeenten, hetgeen voor de prac- tyk en ook uit een economisch oogpunt aan te bevelen zou zijn. De vergadering besloot voor deze materie een commissie samen te stellen, die over het vraagstuk der samen voeging een rapport zal kunnen uitbrengen. Hierna werden nog enkele zaken van meer beperkt belang besproken, waarbij af gevaardigden van Zuid-Beveland de gevol gen van de inundatie voor dit deel van de provincie naar voren brachten. Deze bijeenkomst, die onder leiding stond van het Tweede Kamerlid den heer J. ter Laan uit Rotterdam, werd met een kort sluitingswoord beëindigd. Russische beschuldigingen tegen de Finnen. In een artikel, onder het opschrift: „Hoe verplichtingen worden in acht genomen'" schryft de Russische „Prawda" hoe in het Finsche gebied, dat aan Sovjet Rusland is overgegaan opbouwend werk wordt ver richt. De huizen in steden en dorpen wor den hersteld en de straten gemaakt. Met miskenning van de bepalingen van het vredesverdrag hebben de Finnen geen pogingen nagelaten om fabrieken te ver nietigen, welke in het thans Russische ge bied zijn gelegen. Het artikel van „Prawda" geeft een op somming van de aangerichte schade. Door WXLKIE COLLINS. Nederlandsche bewerking van A. A. HUMME Jr. 39). „Had je licht in je kamer? „Neen totdat ik ongeveer een uur later opstond en de kaars aanstak." „Ben je uit je kamer geweest?" „Ik was juist van plan naar mijn bou doir te gaan om een boek te halen en had mijn peignoir aangedaan en de deur ge opend. toen ik een lichtstreep onder de gangdeur zag en voetstappen hoorde. Ik dacht, dat het mijn moeder was. Zü had dien avond geprobeerd, mü over te halen, den diamant aan haar in bewaring te ge ven. en ik dacht, dat zü kwam k'yken, of ik al in bed lag, misschien met de bedoe ling, op het onderwerp terug te komen als zij zag. dat ik nog op was." „Wat deed je toen?" „Ik blies mijn kaars uit, opdat zü zou denken, dat ik al naar bed was gegaan. Ik was misschien onredelyk, maar ilc was te gelijkertijd vast besloten, den diamant te bewaren op de plaats, die ik ervoor had bestemd." „Wat deed je, toen je de kaars had uit geblazen? Deed je de deur van je slaapka mer weer dicht?" „Neen, want op hetzelfde oogenblik ging :de deur van mijn boudoir open en ik ■zag „Wie?" „Jou." „Wat had ik aan?" „Een nachthemd en je had een kande laar in je hand." „Weet je zeker dat ik het was? Kon je mün gezicht zien?" „Ja, duidelyk." „Had ik mijn oogen open?" „Ja." „Zag je er niets vreemds in? Een sta rende. afwezige blik misschien?" „Absoluut niet. Je oogen schenen helder helderder dan gewoonlijk. Je keek rond,, alsof je wel wist, dat je daar niet be hoorde te zijn, en bang was ontdekt te zullen worden." Heb je opgemerkt hoe ik liep?" „Net zooals gewoonlyk. Je liep de kamer in en keek toen rond, alsof je iets zocht." „Wat deed je toen je me zag?" „Niets. Ik kon niets doen of zeggen. Ik was als verlamd. Ik kon zelfs de deur niet meer sluiten." „Had ik jou kunnen zien van de plaats waar ik stond?" „Je had mij best kunnen zien, maar je keek niet in myn richting. Het lykt my overigens een overbodige vraag, want ik weet zeker, dat je my niet hebt gezien". „Hoe weet je dat?" „Als je my gezien had, zou je den dia mant niet hebben durven wegnemen en je zou toch daarna ook niet die comedie heb ben gespeeld. Zou je bier gekomen zijn, als je geweten had, dat ik je had gezien? Laat my daarover niet verder praten. Ilc wi7 graag kalm blijven; dus laat dit punt ver der rusten." Zy had gelyk in elk opzicht. Ik vroeg haar vervolgens, wat ik deed, nadat ik de kamer was binnengegaan. Het is niet voldoende „houdt den dief" te roepen om een eerlijk mensch te zijn. „Je liep naar het Indische kabinet in den hoek bü het raam." „Maar toen stond ik toch met myn rug naar jou gekeerd? Hoe kon je dan zien, wat ik deed?" „Toen jy daar heen Ikp, verplaatste ik mij ook, zoodat ik in een van de spiegels kon zien, waar je mee bezig was." „Wat deed ik dan?" „Je zette je kaars op het kabinet en opende een voor een de laden, totdat je bij de lade kwam, waar de diamant in lag. Je trok die open en nam de steen er uit. Je nam den steen met je rechterhand, ver volgens de kaars in je linker en verliet de kamer, nadat je langen tyd, blijkbaar in gedachten, was blijven staan." „Deed ik de deur achter mü dicht?" „Neen. Je liep snel de kamer uit en ik hoorde het geluid van je verwijderende voetstappen op de gang." „Gebeurde er daarna niets meer van dat oogenblik af, totdat de verdwyning van den diamant in het heele liuis bekend werd gemaakt „Neen." „Weet je dat zeker? Heb je niet gesla pen „Ik heb geen oog dicht gedaan en er ge beurde niets, totdat Penelope op den gewo nen tyd in den morgen bij mij kwam." Ilc stond op en liep een paar maal de ka mer op en neer. Op al myn vragen had ik duidelijk antwoord gekregen en mijn theo-, rie, gebaseerd op de mogelykheid van dron kenschap of slaapwandelen was waardeloos gebleken, door de verklaring van een oog getuige. Wat bleef mij nu nog over? Niets dan de verschrikkelijke gedachte, dat ik den diefstal had bedreven, en evenmin na dat Rosanna Spearman mij deelgenoot had gemaakt van haar geheim, had ik nu eenige hoop de sluier te kunnen oplichten, die het raadsel van de verdwyning van den Maan steen verborg. Rachel verbrak het eerst de stilte. „Nu", zei zij, „je hebt gevraagd en ik heb je naar waarheid geantwoord. Je hebt doen hopen, dat dit alles eenig resultaat zou heb ben, omdat jü er blijkbaar veel van ver wachtte. Wat. heb je nu te zeggen?" De toon, waarop zij dit zeide, maakte het voor my duidelijk, dat ilc mij diende te rechtvaardigen, wilde ik mijn invloed over haar behouden. „Wü zouden samen trachten een oplos sing te vinden en wy zouden elkaar beter kunnen begrijpen. Doen wij dat?" ging zü meedoogenioos voort. Zy wachtte onverbiddelijk op myn ant woord. Toen ik haar eindelyk antwoordde, beging ik een grove fout. In een hoek go- dreven, waar ilc geen uitweg uit zag, liet ik my door verbittering over den hopeloozen 1 toestand, waarin ik mij bevond, meeslee- pen en verweet haai' het stilzwijgen, waar- 1 clooi' zij mü al dien tijd in onwetendheid had gelaten. „Als je dit verteld had. toen je behoorde te spreken", begon ik, „als je my recht had laten wedervaren en een verklaring had afgelegd Zij scheen door myn woorden buiten zichzelf gebracht en onderbrak bij met een kreet van woede. „Een verklaring had afgelegd!" herhaal de zü. „O. hoe is het in 's hemelsnaam mo gelijk! Ilc spaar hem, hoewel mijn hart breekt, ik bescherm zyn naam. hoewel ik mijn reputatie daarmee op het spel zet en nu verwyt hij mij, dat ik een verklaring had moeten afleggen! Na in hem vertrouwd te hebben, hem lief gehad te hebben, nadagen nacht aan hem te hebben gedacht, begrijpt hij niet, waarom ik hem niet by onze eerste ontmoeting heb begroet met. de woorden: „Myn liefste schat, je bent een dief.' Mijn held, dien ilc lief heb en vereer, je bent 's nachts in mijn kamer binnen 'geslopen en je hebt myn diamant gestolen!" Dat had ik moeten zeggen. Ellendeling! Ik zou liever vijftig diamanten hebben verloren, dan nu je leugens te moeten aanhooren!" Ik nam mijn hoed en wilde, zonder een woord te zeggen, het vertrek verlaten. Ik had de deurknop reeds in de hand, toen zy, die mij gevolgd was, mij bij den arm greep en naar de plaats wees, die ik juist verla ten had. „Neen!" zei zij. „Nog niet! Het schijnt, dat ik myn gedrag jegens jou moet recht vaardigen. Je blijft hier en zult mij aan hooren, tenzy jij je nog meer wilt verlagen, door je met geweld een uitgang te ver schaffen". Het: deed mij onuitsperlcelyic leed, haai' zoo te zien. Ilc kon slechts knikken en liep terug naai' den stoel, waarvan ilc was op gestaan. Zy wachtte tot zü wat gekalmeerd was en sprak toen, zonder mü aan te zien en met haar handen in haar schoot ge vouwen „Ilc wilde geen ruchtbaarheid geven aan hetgeen ik gezien had wat ik eigenlijk had moeten doen. Ik hield zooveel van je, dat ik bereid was alles te gelooven, liever dan te moeten toegeven, dat je een dief was. Ik heb er lang over nagedacht en schreef je toen een brief'. "1, (Wordt vervolffd).-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 5