Niet het einde is het laatst, maar het begin. GEMENGD NIEUWS Want ziet: Ik maak alle dingen nieuw. Mr. Dieleman's slotwoord op den elfden Zeeuwschen Ontwikkelingsdag. Mr. P. Dieleman, voorzitter der ZLM, heeft den elfden Zeeuwschen ontwikkelings dag, welke Zaterdag te Goes werd gehou den, met de volgende rede gesloten: Zoo sta ik dan alweder voor het slot woord van dezen eenigen, heerlijken Zeeuwschen dag, waarop onze zonen en dochteren der Scheldezomen, hun eenheid zoo diep hebben beleefd. De oude Tsjechische staatsman-wijsgeer Masaryk heeft eens tegen Karei Capelc ge zegd: „Het nieuwe Europa is als een la boratorium, dat gebouwd is op de ruïnes van een groot kerkhofdat van den we reldoorlog. Een laboratorium, dat wil zeg gen een plaats, waar hard gewerkt wordt". Dat was na den wereldoorlog. Er was nog geen gedachte aan een nieuwen oorlog. Integendeel, men leefde, velen leefden in de fantasie, dat er geen oorlog meer zyn zou, althans in vele jaren niet. Maar men werkte in dat laboratorium, inder daad hard, door allerlei middel, op allerlei wijze, om zich de heerschappij over de na tuur overeenkomstig des menschen roepinj te verzekeren. Over het land, de zee, de lucht! maar helaas! niet ten bate van el kander. Men werkte zoo onnoemelijk hard, dat het laboratorium thans dreigt in de lucht te vliegen. Dat komt omdat er geen even wichtigheid is gevonden. Dat komt omdat de juiste verhouding ontbreekt tusschen de ontplooiing der uiterlijke krachten en middelen en de innerlijke, zedelijke, geeste lijke ontwikkeling, die der persoonlijkheid. Vloog de eene vooruit, de andere ging eer der achteruit. De klove werd en wordt steeds grooler. Een kenmerkende eigen schap van onzen tijd is dat de enkeling niet wordt geduld, dat in strijd ook met de diepste Christelijke gedachte, de ontplooi ing van den enkeling, van diens persoon lijkheid, van zijn eeuwige waarde, wordt tegengestaan en zooals een schrijver het zoo kernachtig uitdrukte: het „ik" dreigt te verdrinken in het „wij", dat hem van alle kanten omspoelt. En toch is de mensch geen kuddedier, wiens natuur het is op te gaan in de massa. Heerlijk gelukkig ook te weten dat er Een is, die gezegd heeft, dat zonder den wil des Hemelschen Vaders geen haar van Uw hoofd zal vallen, dat Zijn zorg en liefde uitgaat, juist naar den enkeling. Wat men de natuur noemt van den mensch, het oeroude instinct van zijn onder bewustzijn, in onzen tijd verheerlijkt en ge legitimeerd, en dikwijls niet teruggehouden door opvoeding, zedelijk inzicht en gods dienst, is eigenlijk onnatuur, tegen zijn we zen, dat geschapen is naar het beeld van God. Zoo is ook ten onrechte natuurlijk ge noemd de drang naar oorlog, en strijd als iets manlijks, iets krachtigs, iets heldhaf tigs, tegen de gedachte aan vrede, die fils iets lafhartigs wordt gedoodverfd. De economie moet altijd oorlogsoecono- mie zijn, zeide Mussolini. En hij heeft practisch wel gelijk, als hij motiveert met het motief, dat het schier altijd oorlog is of oorlogdreigcnd. Maar daarom behoorde het zoo niet te zijn en is dit niet natuur lijk. Veeleer onnatuurlijk. Een ander kenmerk van dezen tijd is dat men alles relatief maakt; ook dat wat ab soluut is; niet rekent dus met eeuwige beginselen, van waarheid en recht, niet rekent dus met God, die is, en absoluut is, en souverein is. Zeker er is een zeer groot gevaar in onze dagen, dat als tegenhanger daarte genover door partijvorming, groepeering en, ook op allerlei algemeen menschelijk en maatschappelijk gebied, onder Christe lijke benaming, men dat wat relatief is, absoluut gaat noemen, tot schade van godsdienst en Christendom, en dat men dat wat eigenlijk slechts dient voor ver grooting en versterking van de partij of de groep, of wat relatieve waarde heeft, noemt te zijn voor het Godsrijk en abso luut, als eisch van God. Maar even gevaarlijk is het streven om niets absoluuts te erkennen, en alles re latief aan. te zien. God is. Dat is geen dogma, geen leerstelling, maar een werke lijkheid, die spreekt in de natuur, die spreekt in ons binnenste, die zich heeft geopenbaard in dei- tijden volheid in Christus. Godsdienstig zijn, is zijn als Christus. Zoo zijn er nu ook eenige beginselen van recht en waarheid. Dat is bv. het wezenlijke, wat ligt achter de formeele 10 geboden. Niet ieder kan zijn eigen waarheid kie zen of stellen. God is waarheid en Hij heeft deze voor ons geopenbaard in Chris tus, die gezegd heeft: „Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Leest het in het Evangelie. Echter niet de zegepraal van de uiter lijke macht of 't geweld, zelfs niet al noem de zich dit Christelijk, in strijd niet het Christelijk wezen, begeeren wjj. Maar de macht der overtuiging innerlijk. „Door Mij nen Geest zal het geschieden". Anders komt men, gelijk de heele menschelijke geschie denis het ons leert, van bloed tot bloed, van onrecht tot onrecht. I-Iet is als een duivols- ring, waaraan men niet ontsnapt. Dit is een terugkeer tot den toestand onder de primitieve volkeren: de bloedwraak, oog om oog, tand om tand, bloed voor bloed, onrecht voor onrecht, onrecht begaan, ge straft door opnieuw begaan onrecht. Oor log, vrede met de kiem van nieuwen oorlog in zicht. De duivelsring. Het is zooals de dichter Schiller, naar ik meen, eens zong haar aanleiding van den 30-jarigen oorlog in Duitschland: „De vloek van de slechte daad is, dat deze in zijn voortbrenging steeds kwaad moet doen geboren worden". Dat is de ongelukkige toestand, waarin wij verkeeren en waarin menige hand hulpeloos naar omhoog wordt gestoken, de vinger schier machteloos naar beneden neigt, ware het niet, dat de krachtige hand Gods haar dan aangrijpt, zooals gy ziet in beeldwerk van Michel Angelo in de Sixtynsche kapel van den St. Pieter te Rome. Er zijn geen te rughoudende krachten. De remmen zijn los, Ja, waarlijk straks vliegt het laboratorium in de lucht. En nu houden wij ontwikkelingsdagen. Socrates, de theoreticus, die ver stond van des levens praktijk, theoretiseerde dat als de mensch maar eerst goed kende de ge volgen van het kwaad, hij dat kwaad niet meer zou doen. Ontwikkeling, kennis intel lect?? Maar dat vloekt met de praktijk, zoowel van den enkeling als van de volke ren en eenig volk. Gij zyt geen verstandsmenschen, maar mannen en vrouwen, jongelingen en jonge dochters van vleesch en bloed, met lusten en hartstochten, met gevoelens van liefde en haat. Het verstand heeft gezegd: „Nooit meer oorlog. Heilig het zelfbeschikkingsrecht der volkeren. Eerbied voor de neutraliteit van eenig land en volk". Maar wat leert ons het heden? Belang en macht door geweld heerscht en dat alleen en bij allen. Dat komt, omdat men zelf niet vaststaat en vaststond. Men redeneerde: Geen oorlog, ja, maar het kan noodzakelijk zijn. Zelfbeschik kingsrecht der volken. Ja, maar niet steeds en onder alle om standigheden: Neutraliteit eerbiedigen, ja, maar als 't gaat om mijn leven, wat dan? Er is een bres in onze houding, en de oude listigaard komt er door binnen en heel ons gebouw stort in elkaar. De Deensche bisschop had gelyk, toen hy in zjjn radiotoespraak zeide: „Zooals de drinker, die weet, dat zijn ondeugd hem in het verderf zal storten, daar toch aan ge bonden blijft, zoo erkent de groote wereld, dat een nieuwe oorlog de algeheele instor ting van Europa tengevolge moet hebben, en kan het toch niet laten zich te bedrin ken aan den opwindenden wijn van de oor logsgeestdrift". Hoe noodig, hoe nuttig verstandsontwik keling ook moge zijn, zij helpt ons niet uit het moeras. Sommigen denken dat de kunst dit zal doen: muziek, tooneel, zang, letter kunde werken veredelend, beschavend, zij beelden uit de werkelijkheid, als tenminste haar ook de handboei niet is aangedaan, en die werkelijkheid is soms zoo leelijk. Ook het drama werd soms meer een strijd middel dan een kunst.vorm. Wij menschen, zijn soms als blind en doolstom en zien de dingen niet, waarom het gaat. Die duivelsring moet en kan ver broken worden, maar door God en met Gods hulp door ons. Samenwerking met God. Maar daar komt weer een of ander theolo gisch bezwaar, en de oude listigaard wint het weer. Kom! laat ons radicaal zijn en bidden, Heer schep ons een nieuwen zin, een nieuw gemoed. Verandering is noodzakelijk. Alles wat ons scheidt van God en van de menschen is verkeerd en zonde. Het Christendom is niet failliet. Ondanks 20 eeuwen bestrijding door duivelsche en men schelijke macht leeft het en is het nog een levende kracht. Treedt uit U zelve. Gelooft en twijfelt niet. Moedig voorwaarts. Wat kan een groep jonge krachtige men schen niet bereiken? Gode gehoorzaam, be zield door de liefde, de wereld in, als anti- toxinen tegen het vergif. Als witte bloed lichaampjes, door het organisme gekweekt, in liet bewustzijn van zijn taak: het kwaad te vernietigen, de haard der besmetting te dooven. Daardoor komt de overwinning. Nimmer versaagd! Het zaad in de aarde gestrooid, brengt vrucht voort. Honderd voudig. Is er in het zondig menschenhart inder daad een drang, die tot oorlog leidt, er is ook genadiglijk een teedere snaar, die tokkelt voor liefde en vrede en weerklank vindt in des Heilands gebod: Hebt Uw naaste lief, Weest onzelfzuchtig, en eerlijk en x-ein. Zou dan het laboi'atorium in stand kun nen blijven? Als er harmonie is tusschen het innerlijk leven en zijn en de uiterlijke kracht? De oude wijsgeer Bacon zette als motto boven een zijner geschriften: „Het oude wijkt, de rede overwint" <vetustas cessit, ratio vincit). Maar- nauwelijks ge schreven, lag het tegen de vlakte, er was een groot deel van liet toenmalig Centraal Europa in oorlog. Zooals Hans Ruin het verklaart, was hij zelf in dwaling, het dwaalbegrip van het historisch hedeix. Daarin zitten ook wij herhaaldelijk ver strikt. Zelfs nu zijn wjj nog niet genezen van deze dwaling. Er zou geen oorlog meer zijn, en ziet nu eens! Na deze maatschappelijke moeilijkheden, een nieuwe ordening en dan is er vrede en rust! Maar wacht eens! Altijd zoekt men het doel van het leven in het voorbijgaan de. Dat is de groote fout. Dit leven is slechts middel en onze taak is om de be lemmeringen, stoffelijk en geestelijk, voor zoover in het stoffelijke gelegen, weg te nemen, opdat de persoonlijkheid zich kan ontplooien voor het eenige, waarin des le vens doelwit ligt. Er is, en dat is onze troost, wederopstanding. Wat het einde schijnt, is het begin, of liever niet het ein de is het laatst, maar het begin. Daarom moeten wij volhouden bij het ideaal. Pau- lus werd door God geroepen om het evan gelie te prediken in de Heidenwereld en een groot deel van zijn tijd zat hij in de gevangenis. Men begreep Gods bedoeling niet. Dat was toch onlogisch, onredelijk. Men verviel in het dwaalbegrip van het his torische heden, wanneer men zoo rede neerde. Maar nu weten wij beter en be grijpen \vij beter de leiding in zijn leven. Ware hy niet in die gevangenissen geweest, dan zouden wij de brieven missen, die hij daarin schreef en die na vele eeuwen ons nog dagelijks tot steun, troost en licht kun nen zijn. i De Finsche letterkundige Hans Ruin schreef in een zijner werken: „Enkele maanden na mijn terugkomst uit Zuid- Amerika moest ik aan een ouden visscher het bericht brengen dat zijn zoon, zijn eenig kind, hopeloos ziek was. Dat hij een inzinking had gekregen, wist de vader, maar dat de ziekte deze ernstige wending zou nemen, had hij niet verwacht. Het was een kille winterdag met druipende mist. Hij zat in zijn schuurtje en knoopte netten. Ik zei hem wat ik te zeggen had. Niets scheen in zijn gezicht te veranderen. Hij legde zijn maasstolc weg en hing het ga ren op, vervolgens stond hij op en bleef even staan, ik dacht dat hij zich even uit rekte zooals vroeger, wanneer hij tegen het vallen van den avond op de rotspunt voor zijn huisje stond en om zich heen keek, om weer en wind te verkennen. Hij haalde zwaar adem. „Zoo, ja, dan heeft het dus zoo moeten loopen. Wat komen moet, komt, en wat gebeuren moet, gebeurt." Wij gingen naai' buiten. Op weg naar zijn huisje bleef hij staan bij zijn nieuwen akker, vroeger een veld van kiezelsteenen en kruipende jeneverstruiken, nu losse ploegaarde, met vollen kleigrond aan den voet van de glooiing naar de zee, terwijl naar boven toe het zand steeds meer gele penseelstreken in de voren trok. Op een opengerooide plek in het bosch was de grond nog niet geploegd, knoestige stron ken lagen verspreid, maar een heuveltje aarde hier en daar om een eenzame appel- plant duidde aan, dat dit een plaats was voor groote plannen. Beschut tegen den storm zou hier de boomgaard komen. Hij wees op een lange rij wilde appelplanten, die bij in de bosschen gevonden had en die nu als zwarte bundels twijgen uit den grond opstaken. Die zou hij over een open stuk verdeelen en enten, zooals hij ook de planten, die in de heuveltjes bewerkten grond stonden, reeds geënt had. Tot nog toe had hij er succes mee gehad: zoowel met den gelen als met den rooden kaneel- boom, met de peer van Reval, de hampus en de pepin d'or was hij geslaagd, en nu wilde hij het probeeren met de akero- appel met entx-ijzen, die hij verzocht in het vooi'jaar op ons eiland te mogen snijden. Wij wandelden van heuveltje naar heu veltje, van stam naar stam. Overal bukte hij zich om de entplaats te onderzoeken. Hij betastte ze zooals een geneesheer een lichaamsdeel betast, dat hy behandeld heeft. Ik keek naar zijn gebogen rug. Het was de rug van een mensch, die dienst heeft genomen in het leven en besloten heeft vol te houden, het moge kosten wat het wil. Zijn eenige zoon was opgegeven, hij zelf was zwaar geteekend, en zijn vrouw was gebrekkig en oud. Toch ging zijn eenig verlangen uit naar planten en veredelen. De oogst zou hy niet binnen halen, en het was niet zeker, of één van zijn geslacht het zou doen. Maar hij plantte nieuw leven, hoewel hij zelf zou heengaan." Volhardt, tot het einde toe, by het ide aal! Neen, het eind is niet het laatste, maar het begin is het laat ste. De dag is niet voltooid zonder den morgen. Daar staat het op de eerste blad zijde van den Bijbel. Na den chaos de orde. De Geest Gods zweefde over den baaierd. Uit de duisternis het licht. En het was avond geweest en het was morgen geweest, de eerste dag: na het eind, het begin. En rolt het leven voort, met zyn ups and downs, zyn triumphen, zijn nederlagen, tot het eind. Maar na dat catasti'ophale eind, klinkt het wooi'd: Ziet, Ik maak alle din gen nieuw. Het triomfantelijk begin, dat eeuwig is. Daarom niet versaagd! Wij gaan uiteen met het vast geloof in onze ziel, dat de menschheid onvernietigbaar is, als gescha pen voor God, en dat wij, door uiterlijke kennis, en door vorming en ontplooiing van ons innerlijk leven tevens, moeten mede werken in den ty'd, in onzen tyd voor de verheffing van die menschheid, om haar te doen beantwoorden aan de verantwoor delijke hooge roeping, door God, ieder mensch en ook ons op de schouders gelegd, om het ziende, het geschapene te beheer- schen, opdat dit zij de menschheid en ons geslacht tot zegen en heil en God tot eer. Zoo, hand in hand, schouder aan schou der, trouw en eerlijk in heerljjke eenheid (gearbeid en gestreefd voor ons land en voor ons volk-. In de lagerberichten der oorlogvoerende partijen wordt dikwijls meldlij qemaakt van de „Bristol-Blenheim"-machines. Hierboven zulk een Engelsche bommenwerper op volle toeren bij een vlucht naar het Noorsche gevechts terrein Het radiovraaggesprek met ir. Mussert. MINISTER DE GEER ACHT GEEN BIJZONDERE MAAT REGELEN NOODIG. Op de vragen van het Tweede Kamerlid jhr. mr. Van der Goes van Naters inzake het vraaggesprek gehouden tusschen een Amerikaansche correspondente en ir. A. A. Mussert, heeft de voorzitter in den Raad van ministers medegedeeld, dat het de re- geering bekend is, dat in dat gesprek ir. Mussert op de vraag, of de Nederlandsche nationaal-socialisten ingeval van een bui- tenlandschen inval al of niet voor hun Ko ningin zouden vechten, heeft doen weten, dat zij in dat geval absoluut niets zouden doen, alleen de armen over de borst krui sen. In een telegram aan zyn partygenooten in Indië, gedateei'd 1 Mei j.l., heeft ir. Mus sert doen kennen, dat de „gekruiste ai-men" slaan op het feit, dat de officieren uit het leger gegooid zijn en dus niet kunnen strij den. De censuur heeft „gegooid" veranderd in „gezet" en verder verschillende passages, o.a. over „Britsch-Joodsche propaganda" geschrapt. Maar zoowel in het aangeboden als in het doorgezonden telegram staan deze woorden: „soldaten in het leger doen natuurlijk hun plicht. Dit valt buiten iedere bespreking, is geen vraagstuk voor behoor lijke menschen." Met de laatst geciteerde woorden is het 1 interview allerminst gerechtvaardigd. Een 31 DOODEN BIJ SPOORWEGONGELUK IN FRANKRIJK. Een ernstig spoorwegongeluk heeft zich Vrijdagnacht voorgedaan tusschen Vallon en Urcay aan de lijn van Vierzon naar Mont Lucon (Frankrijk). Een door den plotse- lingen was van de rivier beschadigde brug stortte in, toen het vierde treinrytuig pas seerde. De locomotief en drie x'ijtuigen zyn ontspoord. Er zijn 21 dooden en 25 gewon den. GASUITSTROOMING KOST DRIE BELGISCHEN ARBEIDERS HET LEVEN. Door uitstroomend gas zijn te Fontaine l'Eveque nabij Charleroi, drie ai'beidex's om het leven gekomen. Twee arbeiders hebben lichte wonden opgeloopen. TWEE VLAAMSCHE NATIONALISTEN IN BELGDE GEARRESTEERD. Belga meldt uit Hasselt: Binnen het ka der van den strijd tegen de extremisten, heeft de politie te Hasselt (België) twee Vlaamsche nationalisten gearresteerd, die den laatsten tyd een ongewone activiteit aan den dag legden. DE NEDERLANDERS IN NOORWEGEN. In goeden welstand. Blijkens Zaterdag bij het departement van buitenlandsche zaken te 's-Gravenhage ingekomen ambtsberichten, bevinden zich de binnen het consulaat Bergen (Noorwe gen) woonachtige Nederlanders in goeden welstand. LET OP DEN COLORADOKEVER. Nu het oogenblik, waarop de Colorado kever1 zich weer kan vertoonen, nadert, ook al is het aardappelgéwas zeer achter lijk, doet de Plantenziektenkundige Dienst ederorn een beroep op de geheele bevol king van ons land om medewerking te ver- leenen bij de opsporing van dit insect: Het optreden van den Coloradokever in ons land is in 1939 geringer geweest dan in 1938. Dit is zonder twijfel voor een vrij belangrijk deel het gevolg van de weers omstandigheden, die voor de vei'spreiding •an het insect in 1939 minder gunstig zijn geweest, maar de aandacht, die op het land aan het voorkomen van het insect besteed is, heeft zeer zeker ook tot de opsporing er van in belangrijke mate bijgedragen. Indien alle plaatsen, waar de kever aan wezig is, gemeld Iconden worden, zouden wij de volledige uitroeiing ervan zeer dicht kunnen benaderen. Daar deze uitroeiing' niet alleen voor onze aardappelcultuur maar ook voor onzen uitvoerhandel van land- en tuinbouwproducten, die door de aanwezig heid van den Coloradokever zeer belemmei'd wordt, van het grootste belang is, wordt hierbij een beroep op de gelieele bevolkin; gedaan om van nu af aan wederom aan dacht te besteden aan den Coloradokever en elk geval van aanwezigheid van dit insect onmiddellijk aan de politie te melden. Deze zendt dit bericht dan door naar den Plan- ten2iektenkundigen Dienst te Wageningen, Kloppende Hoofdpijn B Veilig en vlug als geen ander hel pen hierbij altijd een poeder of cachet van Mijnhardt, Mijnhardt's Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Cachets, genaamd ,,Mijnhardtjes" Doos 10 en 50 cent. (Ingez. Meded.) goed vaderlander zal, zelfs indien lxy on billijk behandeld meent te zyn, in de ure des gevaars niet zijn armen kruisen, maar desnoods in de nederigste functie zijn plicht doen. Tot het nemen van bijzondere maat regelen tegen ir. Mussert geeft echter het interview, zooals het nader werd toege licht, de regeex-ing op dit oogenblik geen aanleiding. die onmiddellijk ter plaatse alle noodige maatregelen voor uitroeiing neemt. De hier bedoelde aandacht moet bestaan in het nauwkeurig toezien op de aardappel velden, groot en klein, of daarin de 1 cnr groote, ovale gele kever met 10 zwarte ovei'langsche strepen op de dekschilden voor-komt of wel de roode larven, bij wel ker aanwezigheid men in de bladerexx steeds gaten waarneemt, die zij daarin gevreten hebben. De larven kunnen alleen op aardappel planten en op enkele verwante onkruiden, als zwarte nachtschade en bitterzoet, voor komen. De kever komt natuurlijk ook het meest op aardappelplanten voor, omdat hij zich daarmede voedt en daarop eieren legt. Maar aangezien de kever zich vliegend ver plaatst, kan hij ook op andere planten, op wegen en in tuinen, tegen huizen enz. ge vonden worden. Zoodra liet weer warm wordt, kan de Coloradokever zich vertoonen; daarom moeten wy van nu af op onze hoede zijn. Het eerst komen de kevei'S, die het vorige jaar onopgemerkt bleven en hier in den grond zyn overwinterd. Het is zeer onwaar schijnlijk, dat vele daarvan door de strenge vorst zullen zijn gedood. Daarna kunnen bij Zuidenwind ook kevers uit Zuidelijken stx-e- ken aanvliegen. Vandaar dat er gedurende zeer langen tyd en overal op het insect gelet moet wor den, vanaf het midden van Mei tot in Juli en waarschijnlijk nog later. Elke kever moet gevangen en gedood worden, opdat hij zich niet verder kan verspreiden. Elke vindplaats van kevers of larven moet aan de politie gemeld worden. Als ieder in dezen zijn plicht doet en goed uitkijkt, kan er veel gedaan worden om het Coloradokever-gevaar voor ons land te keeren. De Plantenziektenkundigen Dienst vertrouwt op de medewerking van allen en zyn ambtenaren zullen aan ieder, desge- vi'aagd nadei'e inlichtingen verschaffen. EEN WOESTE ZIGEUNER. Met mes en revolver In een woonwagen van de zigeunerfami lie St., welke gedomiliceerd is te Dokkum, doch tijdelijk verblijf houdt te Tzummarum, gemeente Barradeel (Fr.), is Zaterdagmor gen twist ontstaan tusschen den 50-jarigen zigeuner P. St., zijn 39-jarige echtgenoote M. en hun 19-jarigen zoon. De ruzie liep zoo hoog, dat de man zyn revolver greep en in het wilde weg begon te schieten. Hij raakte evenwel niemand. Toen hy zyn re volver had leeggeschoten, greep hij een mes en ging daarmede zijn vrouw te lijf. Hoe wel de zoon probeerde de vechtenden te scheiden, bracht de zigeuner zyn vrouw een lange snede in den hals toe. Het mag een wonder heeten, dat de slagader niet werd geraakt. De zoon kreeg eenige messteken in het gezicht. De plaatselijke geneesheer ver bond de gewonden, waarna zij naar hun woonwagen konden terugkeer en. De politie slaagde er spoedig in den da der te arresteeren. Revolver en mes zyn in beslag genomen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 7