Niet het einde is het laatst,
maar het begin.
GEMENGD NIEUWS
Want ziet: Ik maak alle dingen nieuw.
Mr. Dieleman's slotwoord op den
elfden Zeeuwschen
Ontwikkelingsdag.
Mr. P. Dieleman, voorzitter der ZLM,
heeft den elfden Zeeuwschen ontwikkelings
dag, welke Zaterdag te Goes werd gehou
den, met de volgende rede gesloten:
Zoo sta ik dan alweder voor het slot
woord van dezen eenigen, heerlijken
Zeeuwschen dag, waarop onze zonen en
dochteren der Scheldezomen, hun eenheid
zoo diep hebben beleefd.
De oude Tsjechische staatsman-wijsgeer
Masaryk heeft eens tegen Karei Capelc ge
zegd: „Het nieuwe Europa is als een la
boratorium, dat gebouwd is op de ruïnes
van een groot kerkhofdat van den we
reldoorlog. Een laboratorium, dat wil zeg
gen een plaats, waar hard gewerkt wordt".
Dat was na den wereldoorlog. Er was
nog geen gedachte aan een nieuwen oorlog.
Integendeel, men leefde, velen leefden
in de fantasie, dat er geen oorlog meer
zyn zou, althans in vele jaren niet. Maar
men werkte in dat laboratorium, inder
daad hard, door allerlei middel, op allerlei
wijze, om zich de heerschappij over de na
tuur overeenkomstig des menschen roepinj
te verzekeren. Over het land, de zee, de
lucht! maar helaas! niet ten bate van el
kander.
Men werkte zoo onnoemelijk hard, dat
het laboratorium thans dreigt in de lucht
te vliegen. Dat komt omdat er geen even
wichtigheid is gevonden. Dat komt omdat
de juiste verhouding ontbreekt tusschen
de ontplooiing der uiterlijke krachten en
middelen en de innerlijke, zedelijke, geeste
lijke ontwikkeling, die der persoonlijkheid.
Vloog de eene vooruit, de andere ging eer
der achteruit. De klove werd en wordt
steeds grooler. Een kenmerkende eigen
schap van onzen tijd is dat de enkeling
niet wordt geduld, dat in strijd ook met de
diepste Christelijke gedachte, de ontplooi
ing van den enkeling, van diens persoon
lijkheid, van zijn eeuwige waarde, wordt
tegengestaan en zooals een schrijver het
zoo kernachtig uitdrukte: het „ik" dreigt
te verdrinken in het „wij", dat hem van
alle kanten omspoelt. En toch is de mensch
geen kuddedier, wiens natuur het is op te
gaan in de massa. Heerlijk gelukkig ook
te weten dat er Een is, die gezegd heeft,
dat zonder den wil des Hemelschen Vaders
geen haar van Uw hoofd zal vallen, dat
Zijn zorg en liefde uitgaat, juist naar den
enkeling.
Wat men de natuur noemt van den
mensch, het oeroude instinct van zijn onder
bewustzijn, in onzen tijd verheerlijkt en ge
legitimeerd, en dikwijls niet teruggehouden
door opvoeding, zedelijk inzicht en gods
dienst, is eigenlijk onnatuur, tegen zijn we
zen, dat geschapen is naar het beeld van
God. Zoo is ook ten onrechte natuurlijk ge
noemd de drang naar oorlog, en strijd als
iets manlijks, iets krachtigs, iets heldhaf
tigs, tegen de gedachte aan vrede, die fils
iets lafhartigs wordt gedoodverfd.
De economie moet altijd oorlogsoecono-
mie zijn, zeide Mussolini. En hij heeft
practisch wel gelijk, als hij motiveert met
het motief, dat het schier altijd oorlog is
of oorlogdreigcnd. Maar daarom behoorde
het zoo niet te zijn en is dit niet natuur
lijk. Veeleer onnatuurlijk.
Een ander kenmerk van dezen tijd is dat
men alles relatief maakt; ook dat wat ab
soluut is; niet rekent dus met eeuwige
beginselen, van waarheid en recht, niet
rekent dus met God, die is, en absoluut
is, en souverein is.
Zeker er is een zeer groot gevaar in
onze dagen, dat als tegenhanger daarte
genover door partijvorming, groepeering
en, ook op allerlei algemeen menschelijk
en maatschappelijk gebied, onder Christe
lijke benaming, men dat wat relatief is,
absoluut gaat noemen, tot schade van
godsdienst en Christendom, en dat men
dat wat eigenlijk slechts dient voor ver
grooting en versterking van de partij of
de groep, of wat relatieve waarde heeft,
noemt te zijn voor het Godsrijk en abso
luut, als eisch van God.
Maar even gevaarlijk is het streven om
niets absoluuts te erkennen, en alles re
latief aan. te zien. God is. Dat is geen
dogma, geen leerstelling, maar een werke
lijkheid, die spreekt in de natuur, die
spreekt in ons binnenste, die zich heeft
geopenbaard in dei- tijden volheid in
Christus.
Godsdienstig zijn, is zijn als Christus. Zoo
zijn er nu ook eenige beginselen van recht
en waarheid. Dat is bv. het wezenlijke,
wat ligt achter de formeele 10 geboden.
Niet ieder kan zijn eigen waarheid kie
zen of stellen. God is waarheid en Hij
heeft deze voor ons geopenbaard in Chris
tus, die gezegd heeft: „Ik ben de Weg,
de Waarheid en het Leven. Leest het in
het Evangelie.
Echter niet de zegepraal van de uiter
lijke macht of 't geweld, zelfs niet al noem
de zich dit Christelijk, in strijd niet het
Christelijk wezen, begeeren wjj. Maar de
macht der overtuiging innerlijk. „Door Mij
nen Geest zal het geschieden". Anders komt
men, gelijk de heele menschelijke geschie
denis het ons leert, van bloed tot bloed, van
onrecht tot onrecht. I-Iet is als een duivols-
ring, waaraan men niet ontsnapt. Dit is
een terugkeer tot den toestand onder de
primitieve volkeren: de bloedwraak, oog
om oog, tand om tand, bloed voor bloed,
onrecht voor onrecht, onrecht begaan, ge
straft door opnieuw begaan onrecht. Oor
log, vrede met de kiem van nieuwen oorlog
in zicht. De duivelsring. Het is zooals de
dichter Schiller, naar ik meen, eens zong
haar aanleiding van den 30-jarigen oorlog
in Duitschland: „De vloek van de slechte
daad is, dat deze in zijn voortbrenging
steeds kwaad moet doen geboren worden".
Dat is de ongelukkige toestand, waarin wij
verkeeren en waarin menige hand hulpeloos
naar omhoog wordt gestoken, de vinger
schier machteloos naar beneden neigt, ware
het niet, dat de krachtige hand Gods haar
dan aangrijpt, zooals gy ziet in beeldwerk
van Michel Angelo in de Sixtynsche kapel
van den St. Pieter te Rome. Er zijn geen te
rughoudende krachten. De remmen zijn los,
Ja, waarlijk straks vliegt het laboratorium
in de lucht.
En nu houden wij ontwikkelingsdagen.
Socrates, de theoreticus, die ver stond
van des levens praktijk, theoretiseerde dat
als de mensch maar eerst goed kende de ge
volgen van het kwaad, hij dat kwaad niet
meer zou doen. Ontwikkeling, kennis intel
lect?? Maar dat vloekt met de praktijk,
zoowel van den enkeling als van de volke
ren en eenig volk.
Gij zyt geen verstandsmenschen, maar
mannen en vrouwen, jongelingen en jonge
dochters van vleesch en bloed, met lusten
en hartstochten, met gevoelens van liefde
en haat.
Het verstand heeft gezegd: „Nooit meer
oorlog. Heilig het zelfbeschikkingsrecht der
volkeren. Eerbied voor de neutraliteit van
eenig land en volk". Maar wat leert ons het
heden? Belang en macht door geweld
heerscht en dat alleen en bij allen. Dat
komt, omdat men zelf niet vaststaat en
vaststond. Men redeneerde: Geen oorlog, ja,
maar het kan noodzakelijk zijn. Zelfbeschik
kingsrecht der volken.
Ja, maar niet steeds en onder alle om
standigheden: Neutraliteit eerbiedigen, ja,
maar als 't gaat om mijn leven, wat dan?
Er is een bres in onze houding, en de oude
listigaard komt er door binnen en heel ons
gebouw stort in elkaar.
De Deensche bisschop had gelyk, toen hy
in zjjn radiotoespraak zeide: „Zooals de
drinker, die weet, dat zijn ondeugd hem in
het verderf zal storten, daar toch aan ge
bonden blijft, zoo erkent de groote wereld,
dat een nieuwe oorlog de algeheele instor
ting van Europa tengevolge moet hebben,
en kan het toch niet laten zich te bedrin
ken aan den opwindenden wijn van de oor
logsgeestdrift".
Hoe noodig, hoe nuttig verstandsontwik
keling ook moge zijn, zij helpt ons niet uit
het moeras. Sommigen denken dat de kunst
dit zal doen: muziek, tooneel, zang, letter
kunde werken veredelend, beschavend, zij
beelden uit de werkelijkheid, als tenminste
haar ook de handboei niet is aangedaan, en
die werkelijkheid is soms zoo leelijk. Ook
het drama werd soms meer een strijd
middel dan een kunst.vorm.
Wij menschen, zijn soms als blind en
doolstom en zien de dingen niet, waarom
het gaat. Die duivelsring moet en kan ver
broken worden, maar door God en met Gods
hulp door ons. Samenwerking met God.
Maar daar komt weer een of ander theolo
gisch bezwaar, en de oude listigaard wint
het weer. Kom! laat ons radicaal zijn en
bidden, Heer schep ons een nieuwen zin, een
nieuw gemoed. Verandering is noodzakelijk.
Alles wat ons scheidt van God en van de
menschen is verkeerd en zonde. Het
Christendom is niet failliet. Ondanks 20
eeuwen bestrijding door duivelsche en men
schelijke macht leeft het en is het nog een
levende kracht. Treedt uit U zelve. Gelooft
en twijfelt niet. Moedig voorwaarts.
Wat kan een groep jonge krachtige men
schen niet bereiken? Gode gehoorzaam, be
zield door de liefde, de wereld in, als anti-
toxinen tegen het vergif. Als witte bloed
lichaampjes, door het organisme gekweekt,
in liet bewustzijn van zijn taak: het kwaad
te vernietigen, de haard der besmetting te
dooven. Daardoor komt de overwinning.
Nimmer versaagd! Het zaad in de aarde
gestrooid, brengt vrucht voort. Honderd
voudig.
Is er in het zondig menschenhart inder
daad een drang, die tot oorlog leidt, er
is ook genadiglijk een teedere snaar, die
tokkelt voor liefde en vrede en weerklank
vindt in des Heilands gebod: Hebt Uw
naaste lief, Weest onzelfzuchtig, en eerlijk
en x-ein.
Zou dan het laboi'atorium in stand kun
nen blijven? Als er harmonie is tusschen
het innerlijk leven en zijn en de uiterlijke
kracht? De oude wijsgeer Bacon zette als
motto boven een zijner geschriften: „Het
oude wijkt, de rede overwint" <vetustas
cessit, ratio vincit). Maar- nauwelijks ge
schreven, lag het tegen de vlakte, er was
een groot deel van liet toenmalig Centraal
Europa in oorlog. Zooals Hans Ruin het
verklaart, was hij zelf in dwaling, het
dwaalbegrip van het historisch hedeix.
Daarin zitten ook wij herhaaldelijk ver
strikt. Zelfs nu zijn wjj nog niet genezen
van deze dwaling. Er zou geen oorlog meer
zijn, en ziet nu eens!
Na deze maatschappelijke moeilijkheden,
een nieuwe ordening en dan is er vrede en
rust! Maar wacht eens! Altijd zoekt men
het doel van het leven in het voorbijgaan
de. Dat is de groote fout. Dit leven is
slechts middel en onze taak is om de be
lemmeringen, stoffelijk en geestelijk, voor
zoover in het stoffelijke gelegen, weg te
nemen, opdat de persoonlijkheid zich kan
ontplooien voor het eenige, waarin des le
vens doelwit ligt. Er is, en dat is onze
troost, wederopstanding. Wat het einde
schijnt, is het begin, of liever niet het ein
de is het laatst, maar het begin. Daarom
moeten wij volhouden bij het ideaal. Pau-
lus werd door God geroepen om het evan
gelie te prediken in de Heidenwereld en
een groot deel van zijn tijd zat hij in de
gevangenis. Men begreep Gods bedoeling
niet. Dat was toch onlogisch, onredelijk.
Men verviel in het dwaalbegrip van het his
torische heden, wanneer men zoo rede
neerde. Maar nu weten wij beter en be
grijpen \vij beter de leiding in zijn leven.
Ware hy niet in die gevangenissen geweest,
dan zouden wij de brieven missen, die hij
daarin schreef en die na vele eeuwen ons
nog dagelijks tot steun, troost en licht kun
nen zijn.
i De Finsche letterkundige Hans Ruin
schreef in een zijner werken: „Enkele
maanden na mijn terugkomst uit Zuid-
Amerika moest ik aan een ouden visscher
het bericht brengen dat zijn zoon, zijn
eenig kind, hopeloos ziek was. Dat hij een
inzinking had gekregen, wist de vader,
maar dat de ziekte deze ernstige wending
zou nemen, had hij niet verwacht. Het was
een kille winterdag met druipende mist.
Hij zat in zijn schuurtje en knoopte netten.
Ik zei hem wat ik te zeggen had. Niets
scheen in zijn gezicht te veranderen. Hij
legde zijn maasstolc weg en hing het ga
ren op, vervolgens stond hij op en bleef
even staan, ik dacht dat hij zich even uit
rekte zooals vroeger, wanneer hij tegen
het vallen van den avond op de rotspunt
voor zijn huisje stond en om zich heen
keek, om weer en wind te verkennen. Hij
haalde zwaar adem.
„Zoo, ja, dan heeft het dus zoo moeten
loopen. Wat komen moet, komt, en wat
gebeuren moet, gebeurt."
Wij gingen naai' buiten. Op weg naar
zijn huisje bleef hij staan bij zijn nieuwen
akker, vroeger een veld van kiezelsteenen
en kruipende jeneverstruiken, nu losse
ploegaarde, met vollen kleigrond aan den
voet van de glooiing naar de zee, terwijl
naar boven toe het zand steeds meer gele
penseelstreken in de voren trok. Op een
opengerooide plek in het bosch was de
grond nog niet geploegd, knoestige stron
ken lagen verspreid, maar een heuveltje
aarde hier en daar om een eenzame appel-
plant duidde aan, dat dit een plaats was
voor groote plannen. Beschut tegen den
storm zou hier de boomgaard komen. Hij
wees op een lange rij wilde appelplanten,
die bij in de bosschen gevonden had en
die nu als zwarte bundels twijgen uit den
grond opstaken. Die zou hij over een open
stuk verdeelen en enten, zooals hij ook
de planten, die in de heuveltjes bewerkten
grond stonden, reeds geënt had. Tot nog
toe had hij er succes mee gehad: zoowel
met den gelen als met den rooden kaneel-
boom, met de peer van Reval, de hampus
en de pepin d'or was hij geslaagd, en nu
wilde hij het probeeren met de akero-
appel met entx-ijzen, die hij verzocht in het
vooi'jaar op ons eiland te mogen snijden.
Wij wandelden van heuveltje naar heu
veltje, van stam naar stam. Overal bukte
hij zich om de entplaats te onderzoeken.
Hij betastte ze zooals een geneesheer een
lichaamsdeel betast, dat hy behandeld
heeft. Ik keek naar zijn gebogen rug. Het
was de rug van een mensch, die dienst heeft
genomen in het leven en besloten heeft vol
te houden, het moge kosten wat het wil.
Zijn eenige zoon was opgegeven, hij zelf
was zwaar geteekend, en zijn vrouw was
gebrekkig en oud. Toch ging zijn eenig
verlangen uit naar planten en veredelen.
De oogst zou hy niet binnen halen, en het
was niet zeker, of één van zijn geslacht het
zou doen. Maar hij plantte nieuw leven,
hoewel hij zelf zou heengaan."
Volhardt, tot het einde toe, by het ide
aal! Neen, het eind is niet het laatste,
maar het begin is het laat
ste. De dag is niet voltooid zonder den
morgen. Daar staat het op de eerste blad
zijde van den Bijbel. Na den chaos de orde.
De Geest Gods zweefde over den baaierd.
Uit de duisternis het licht. En het was
avond geweest en het was morgen geweest,
de eerste dag: na het eind, het begin. En
rolt het leven voort, met zyn ups and
downs, zyn triumphen, zijn nederlagen, tot
het eind. Maar na dat catasti'ophale eind,
klinkt het wooi'd: Ziet, Ik maak alle din
gen nieuw.
Het triomfantelijk begin, dat eeuwig is.
Daarom niet versaagd! Wij gaan uiteen
met het vast geloof in onze ziel, dat de
menschheid onvernietigbaar is, als gescha
pen voor God, en dat wij, door uiterlijke
kennis, en door vorming en ontplooiing van
ons innerlijk leven tevens, moeten mede
werken in den ty'd, in onzen tyd voor de
verheffing van die menschheid, om haar
te doen beantwoorden aan de verantwoor
delijke hooge roeping, door God, ieder
mensch en ook ons op de schouders gelegd,
om het ziende, het geschapene te beheer-
schen, opdat dit zij de menschheid en ons
geslacht tot zegen en heil en God tot eer.
Zoo, hand in hand, schouder aan schou
der, trouw en eerlijk in heerljjke eenheid
(gearbeid en gestreefd voor ons land en
voor ons volk-.
In de lagerberichten der oorlogvoerende partijen wordt dikwijls meldlij
qemaakt van de „Bristol-Blenheim"-machines. Hierboven zulk een Engelsche
bommenwerper op volle toeren bij een vlucht naar het Noorsche gevechts
terrein
Het radiovraaggesprek met
ir. Mussert.
MINISTER DE GEER ACHT
GEEN BIJZONDERE MAAT
REGELEN NOODIG.
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
jhr. mr. Van der Goes van Naters inzake
het vraaggesprek gehouden tusschen een
Amerikaansche correspondente en ir. A. A.
Mussert, heeft de voorzitter in den Raad
van ministers medegedeeld, dat het de re-
geering bekend is, dat in dat gesprek ir.
Mussert op de vraag, of de Nederlandsche
nationaal-socialisten ingeval van een bui-
tenlandschen inval al of niet voor hun Ko
ningin zouden vechten, heeft doen weten,
dat zij in dat geval absoluut niets zouden
doen, alleen de armen over de borst krui
sen.
In een telegram aan zyn partygenooten
in Indië, gedateei'd 1 Mei j.l., heeft ir. Mus
sert doen kennen, dat de „gekruiste ai-men"
slaan op het feit, dat de officieren uit het
leger gegooid zijn en dus niet kunnen strij
den. De censuur heeft „gegooid" veranderd
in „gezet" en verder verschillende passages,
o.a. over „Britsch-Joodsche propaganda"
geschrapt. Maar zoowel in het aangeboden
als in het doorgezonden telegram staan
deze woorden: „soldaten in het leger doen
natuurlijk hun plicht. Dit valt buiten iedere
bespreking, is geen vraagstuk voor behoor
lijke menschen."
Met de laatst geciteerde woorden is het
1 interview allerminst gerechtvaardigd. Een
31 DOODEN BIJ SPOORWEGONGELUK
IN FRANKRIJK.
Een ernstig spoorwegongeluk heeft zich
Vrijdagnacht voorgedaan tusschen Vallon
en Urcay aan de lijn van Vierzon naar Mont
Lucon (Frankrijk). Een door den plotse-
lingen was van de rivier beschadigde brug
stortte in, toen het vierde treinrytuig pas
seerde. De locomotief en drie x'ijtuigen zyn
ontspoord. Er zijn 21 dooden en 25 gewon
den.
GASUITSTROOMING KOST DRIE
BELGISCHEN ARBEIDERS HET LEVEN.
Door uitstroomend gas zijn te Fontaine
l'Eveque nabij Charleroi, drie ai'beidex's om
het leven gekomen. Twee arbeiders hebben
lichte wonden opgeloopen.
TWEE VLAAMSCHE NATIONALISTEN
IN BELGDE GEARRESTEERD.
Belga meldt uit Hasselt: Binnen het ka
der van den strijd tegen de extremisten,
heeft de politie te Hasselt (België) twee
Vlaamsche nationalisten gearresteerd, die
den laatsten tyd een ongewone activiteit
aan den dag legden.
DE NEDERLANDERS IN NOORWEGEN.
In goeden welstand.
Blijkens Zaterdag bij het departement
van buitenlandsche zaken te 's-Gravenhage
ingekomen ambtsberichten, bevinden zich
de binnen het consulaat Bergen (Noorwe
gen) woonachtige Nederlanders in goeden
welstand.
LET OP DEN COLORADOKEVER.
Nu het oogenblik, waarop de Colorado
kever1 zich weer kan vertoonen, nadert,
ook al is het aardappelgéwas zeer achter
lijk, doet de Plantenziektenkundige Dienst
ederorn een beroep op de geheele bevol
king van ons land om medewerking te ver-
leenen bij de opsporing van dit insect:
Het optreden van den Coloradokever in
ons land is in 1939 geringer geweest dan
in 1938. Dit is zonder twijfel voor een vrij
belangrijk deel het gevolg van de weers
omstandigheden, die voor de vei'spreiding
•an het insect in 1939 minder gunstig zijn
geweest, maar de aandacht, die op het land
aan het voorkomen van het insect besteed
is, heeft zeer zeker ook tot de opsporing er
van in belangrijke mate bijgedragen.
Indien alle plaatsen, waar de kever aan
wezig is, gemeld Iconden worden, zouden wij
de volledige uitroeiing ervan zeer dicht
kunnen benaderen. Daar deze uitroeiing'
niet alleen voor onze aardappelcultuur maar
ook voor onzen uitvoerhandel van land- en
tuinbouwproducten, die door de aanwezig
heid van den Coloradokever zeer belemmei'd
wordt, van het grootste belang is, wordt
hierbij een beroep op de gelieele bevolkin;
gedaan om van nu af aan wederom aan
dacht te besteden aan den Coloradokever en
elk geval van aanwezigheid van dit insect
onmiddellijk aan de politie te melden. Deze
zendt dit bericht dan door naar den Plan-
ten2iektenkundigen Dienst te Wageningen,
Kloppende Hoofdpijn
B Veilig en vlug als geen ander hel
pen hierbij altijd een poeder of
cachet van Mijnhardt,
Mijnhardt's Poeders per stuk 8 ct. Doos
45 ct. Cachets, genaamd ,,Mijnhardtjes"
Doos 10 en 50 cent.
(Ingez. Meded.)
goed vaderlander zal, zelfs indien lxy on
billijk behandeld meent te zyn, in de ure
des gevaars niet zijn armen kruisen, maar
desnoods in de nederigste functie zijn plicht
doen. Tot het nemen van bijzondere maat
regelen tegen ir. Mussert geeft echter het
interview, zooals het nader werd toege
licht, de regeex-ing op dit oogenblik geen
aanleiding.
die onmiddellijk ter plaatse alle noodige
maatregelen voor uitroeiing neemt.
De hier bedoelde aandacht moet bestaan
in het nauwkeurig toezien op de aardappel
velden, groot en klein, of daarin de 1 cnr
groote, ovale gele kever met 10 zwarte
ovei'langsche strepen op de dekschilden
voor-komt of wel de roode larven, bij wel
ker aanwezigheid men in de bladerexx steeds
gaten waarneemt, die zij daarin gevreten
hebben.
De larven kunnen alleen op aardappel
planten en op enkele verwante onkruiden,
als zwarte nachtschade en bitterzoet, voor
komen.
De kever komt natuurlijk ook het meest
op aardappelplanten voor, omdat hij zich
daarmede voedt en daarop eieren legt.
Maar aangezien de kever zich vliegend ver
plaatst, kan hij ook op andere planten, op
wegen en in tuinen, tegen huizen enz. ge
vonden worden.
Zoodra liet weer warm wordt, kan de
Coloradokever zich vertoonen; daarom
moeten wy van nu af op onze hoede zijn.
Het eerst komen de kevei'S, die het vorige
jaar onopgemerkt bleven en hier in den
grond zyn overwinterd. Het is zeer onwaar
schijnlijk, dat vele daarvan door de strenge
vorst zullen zijn gedood. Daarna kunnen bij
Zuidenwind ook kevers uit Zuidelijken stx-e-
ken aanvliegen.
Vandaar dat er gedurende zeer langen tyd
en overal op het insect gelet moet wor
den, vanaf het midden van Mei tot in Juli
en waarschijnlijk nog later. Elke kever
moet gevangen en gedood worden, opdat
hij zich niet verder kan verspreiden. Elke
vindplaats van kevers of larven moet aan
de politie gemeld worden.
Als ieder in dezen zijn plicht doet en goed
uitkijkt, kan er veel gedaan worden om het
Coloradokever-gevaar voor ons land te
keeren. De Plantenziektenkundigen Dienst
vertrouwt op de medewerking van allen en
zyn ambtenaren zullen aan ieder, desge-
vi'aagd nadei'e inlichtingen verschaffen.
EEN WOESTE ZIGEUNER.
Met mes en revolver
In een woonwagen van de zigeunerfami
lie St., welke gedomiliceerd is te Dokkum,
doch tijdelijk verblijf houdt te Tzummarum,
gemeente Barradeel (Fr.), is Zaterdagmor
gen twist ontstaan tusschen den 50-jarigen
zigeuner P. St., zijn 39-jarige echtgenoote
M. en hun 19-jarigen zoon. De ruzie liep
zoo hoog, dat de man zyn revolver greep
en in het wilde weg begon te schieten. Hij
raakte evenwel niemand. Toen hy zyn re
volver had leeggeschoten, greep hij een mes
en ging daarmede zijn vrouw te lijf. Hoe
wel de zoon probeerde de vechtenden te
scheiden, bracht de zigeuner zyn vrouw
een lange snede in den hals toe. Het mag
een wonder heeten, dat de slagader niet
werd geraakt.
De zoon kreeg eenige messteken in het
gezicht. De plaatselijke geneesheer ver
bond de gewonden, waarna zij naar hun
woonwagen konden terugkeer en.
De politie slaagde er spoedig in den da
der te arresteeren. Revolver en mes zyn
in beslag genomen.