Italië era de geallieerde wl©@tactSe
in de Middellaradsche Zee
KRONIEK VAN DEN DAG
De Maansteera
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN MAANDAG 6 MEI 1940.
No. 106.
Politieke spanning
te Londen
Wij hebben Zaterdag op deze plaats als
onderstelling uitgesproken, dat de neder
laag, welke de Geallieerden in Zuid-Noor-
wegen hebben geleden, wel eens politieke
gevolgen, in het bijzonder te Londen, zou
kunnen krijgen. Vanochtend ontvingen wij
een brief van onzen Londenschen corres
pondent, waaruit blijkt, dat er inderdaad
nog al wat beroering in de Engelsche
hoofdstad is ontstaan.
De Engelschen zijn nuchter genoeg om
te begrijpen, zoo schrijft hij, dat een oor
log geen aaneenrijging kan zijn van over-
winningsberichten aan welke zijde dan ook.
Zij zijn zeker niet uit het veld geslagen
door een tegenslag, en zij herinneren zich,
dat in het begin van den vorigen oorlog
het verloop van den strijd voor de Gealli-
gerden nog aanzienlijk ongunstiger was dan
op dit oogenblik. Dit neemt niet weg, dat
men nu in Noorwegen voor den eersten
ernstigen tegenslag staat, die de Gealli
eerden tot dusverre hebben meegemaakt,
en het is niet meer dan natuurlijk, dat men
dit ernstig opneemt.
In parlementaire kringen in Londen is
men over het algemeen critisch gestemd.
Er is een groeiend gevoel in Westminster,
dat het Britsche oorlogskabinet niet door
tastend genoeg is geweest, toen het con
flict in Noorwegen een critisch stadium
had bereikt. Dit beteekent niet, dat men
reeds van een politieke crisis zou kunnen
spreken. Maar wèl zijn vele Lagerhuisleden
allerminst gerust, en deze ongerustheid is
stellig niet beperkt tot de partijen der op
positie.
Een vooraanstaande Noor, wien ik vroeg
om zijn indruk van het verloop van den
strijd mede te deelen, wees er op, dat de
Duitschers door de bezetting van Dene
marken en van het beste gedeelte van
Noorwegen er in geslaagd zijn, Zweden en
Finland van West-Europa af te snijden.
Aldus is de uitvoer van Engeland naar
een van Engeland's belangrijkste markten
afgesneden. Telt men dit alles bij elkaar,
aldus mijn Noorsche zegsman, dan kan
men moeilijk ontkennen, dat Hitier een be
langrijke militaire verovering heeft tot
stand gebracht.
Aan den anderen kant moet echter wor
den gezegd: De Duitsche verliezen ter zee
en in de lucht zijn ernstig geweest, en
de Duitsche vloot is zoo zwaar getroffen,
dat de Duitsche macht ter zee aanmerkelijk
minder sterk is dan bij het begin van de
zen oorlog. Bovendien is de blokkade van
de Geallieerden thans veel effectiever in
de Noordelijke wateren.
De gereserveerdheid van Engelsche mili
taire kringen is begrijpelijk, maar de po
litieke leiders van dit land zullen niet lang
meer kunnen zwijgen. De leider van de
Liberale oppositie, Sir Archibald Sinclair,
heeft den aanval reeds geopend met een
heftige rede, die hij in Edinburgh heeft
uitgesproken. Aan alle kanten bemerkt
men onrust en onzekerheid en het verlan
gen, dat, indien tegenslagen onvermijdelijk
mochten blijken te zijn, het land in ieder
geval een rechtvaardiging zal ontvangen
van de positie, waarin men zich thans be
vindt. Het ongunstig verloop van de Noor
sche campagne tezamen met de onzeker
heid vande Italiaansche bedoelingen heb
ben in Londen een atmosfeer van hooge
spanning geschapen, die, als de omstan
digheden niet veranderen, spoedig ontla
ding zal moeten vinden.
EEN GEVECHT DIET SMOKKELAARS.
Aan de Italiaansch-Zuidslavische grens
zijn Italiaansche douaniers slaags geraakt
met een bende smokkelaars, welke 15 paar
den over de grens wilde smokkelen. De
smokkelaars beantwoordden het vuur van
de douaniers. De Zuidslavische grenswacht
werd door het schieten gealarmeerd en
kwam de Italianen te hulp. Na een levendig
vuurgevecht namen de smokkelaars de
vlucht. Zij lieten de paarden achter.
Op het terrein van den strijd werd een
met bloed bevlekte doorschoten hoed ge
vonden, waaruit men opmaakt, dat minstens
een der smokkelaars werd gewond.
„Acht millioen bajonetten staan
gereed."
Het Italiaansche blad „Giornale d'Italia"
levert als volgt commentaar op de con
centratie van Engelsche en Fransche vloot-
strijdkrachten in de Middellandsche Zee.
De Italiaansche natie begrijpt nog niet
precies welk bijzonder plan het solidaire
besluit van Engeland en Frankrijk om hun
oorlogsvloot in de Middellandsche Zee te
versterken, heeft ingegeven. Maar in ieder
geval blijft de Italiaansche natie volkomen
kalm.
Wanneer echter deze geheimzinnige ont
plooiing van Fransch-Britsche vlootstrjjd-
krachten in de Middellandsche Zee, die
klaarblijkelijk samenvalt met de ernstige
nederlaag, welke door de Geallieerden ge
leden is langs de kusten van Noorwegen
en in de Noordzee, eenige poging mocht
beteekenen tot offensieve ondernemingen
met het oog op een nieuwe afleiding van
geallieerde zijde, of ten behoeve van een
herstel van hun politiek en militair pres
tige, dan zou deze poging stuiten op een
snelle en krachtige reactie van den kant
van Italië. Italië, zoo besluit het blad, is
vastbesloten het hoofd te bieden aan iedere
bedreiging, van welke zyde zij ook kome,
en haar af te slaan.
EEN GORDEL VAN HONDER
DEN OORLOGSSCHEPEN.
In verband met het in de bladen der
Westelijke mogendheden steeds weer aan
gesneden thema der verwondbaarheid van
Italië ten aanzien van aanvallen van de
zeezijde, publiceert het Italiaansche blad
„Tevere" een kaart van Italië, waarop
schematisch de beschermingsgordel staat
aangegeven, die de Italiaansche vloot, het
Italiaansche luchtwapen en het Italiaan
sche leger hebben gelegd om alle grenzen
heen. Het blad loochent de verwondbaar
heid en geeft daarvoor de volgende moti
veering:
le. De Adriatische zee, welker uitgangen
door Italië worden beheerscht, is volkomen
afgesloten.
2e. Honderd een en twintig Italiaansche
duikbooten houden de wacht voor de Li-
gurische kust tot aan den ingang van de
Adriatische zee. De Thyrrheensche zee is
een binnenzee, die geheel door de rondom
liggende Italiaansche steunpunten door het
Italiaansche luchtwapen wordt gecontro
leerd.
3e. In de Ionische en de Tyrrheensche
zee, die door de zee-engte van Messina met
elkander in verbinding staan, bevinden zich
behalve de duikbooten, zes groote oorlogs
bodems, 33 kruisers, 118 torpedojagers en
62 torpedobooten van de Italiaansche ma
rine.
4e. De vijandelijke zeestrijdkrachten zijn
door de afsluiting van de Middellandsche
zee bij Pantelerilla de Italiaansche vloot-
en luchtbasis ten Zuid-westen van Sicilië
in twee deelen gespleten.
5e. Een volkomen kustverdediging be
schermt de geheele Italiaansche kust. Acht
millioen Italiaansche bajonetten staan op
Italiaanschen bodem gereed.
Regeering acht toekenning van
duurtetoeslag nog niet
gewettigd.
In haar vergadering van gisteren beëin
digde de centrale commissie voor georgani
seerd overleg in ambtenarenzaken de be
handeling van den duurtetoeslag. Overeen
stemming werd over dit punt niet bereikt.
De regeering gaf als haar uiteidelijk
standpunt te kennen van meening te zijn,
dat op dit oogenblik het nog niet gewettigd
is een duurtetoeslag toe te kennen, maar
dat zulks wel het geval zal zijn, wanneer
het indexcijfer in verhouding tot dat van
de periode 1937/1938 met 10 zal zijn ge
stegen.
Op dat tijdstip zou de regeering aan de
gehuwde ambtenaren en daarmede geljjk-
staanden met een bruto inkomen van ten
hoogste 1800 een duurtetoeslag van 5
willen toekennen.
De vertegenwoordigers der organisaties
waren van oordeel, dat de positie, waarin
in het bijzonder het lagere personeel ver
keert, zoodanig is, dat reeds thans op toe
kenning van een duurtetoeslag, - zij het ook
niet over de geheele linie, aanspraak be
staat.
Nederlandsch-Fransch accoord
over de contrabanderegeling.
SNELLERE BEHANDELING
VAN ONZE SCHEPEN VER
WACHT.
Zomeraankoopen van
brandstoffen beperkt
Op grond van de desbetreffende voor
schriften van den directeur van het Rijks-
kolenbureau, mogen gedurende het tijdvak
van 1 Mei tot en met 30 Sept. 1940 door
handelaren aan hun afnemers niet meer
vaste brandstoffen worden verkocht of ge
leverd dan de helft van de door deze af
nemers in de maanden April 1939 tot en
met Maart 1940 van den betreffenden han
delaar ontvangen hoeveelheid.
Met vaste brandstoffen worden hier be
doeld steenkolen, steenkoolbriketten, cokes,
bruinkolen, bruinkoolbriketten en petrole-
umcokes.
Ter naleving van deze bepaling is de
verbruiker verplicht een ontvangstbewijs
te teekenen, waarop de naam en het adres
van den verbruiker, alsmede de leverings
datum, en de hoeveelheid en soort der ge
leverde brandstoffen zijn vermeld.
Het publiek wordt verzocht aan de uit
voering van deze voorschriften ten volle
zijn medewerking te verleenen.
Jonge vrouw vermoord.
HAAR LIJK GEVONDEN IN
EEN SLOOT NABIJ DELFT.
Zaterdagochtend vroeg is te Delft een
afschuwelijk misdrijf ontdekt, waarvan een
jonge vrouw het slachtoffer is geworden.
Omstreeks half zes begaf een tuinder
zich naar zijn werk, toen hij bij den Pauw
molen, dicht bij den afrit van het viaduct
in den rijksweg RotterdamDelft, in een
sloot een vrouwenlichaam ontdekte. Hij
stelde onmiddellijk de politie van de ont
dekking in kennis en deze vond in de on
diepe sloot het lichaam van de vrouw, dat
voor een zeer klein gedeelte nog boven
water stak. Het achterhoofd bleek bebloed
te zijn en ook in het gras in de nabijheid
werden bloedsporen aangetroffen. Een be-
modderd fietsspoor bleek in de richting
Rotterdam te leiden. In de nabijheid van
de plaats van het misdrijf werd een be-
modderde fietspomp gevonden.
Het slachtoffer bleek te zijn de onge
veer 25-jarige leerling-verpleegster G. Mei-
aard, werkzaam aan het St. Joris Gasthuis
te Delft. Zij woonde in Rotterdam en is
vandaar Vrijdagavond om ongeveer half
elf per fiets naar Delft vertrokken. Blijk
baar is zij onderweg overvallen, overwel
digd, beroofd en vermoord. Een taschje met
eenig geld, dat de verslagere bij zich had,
wordt vermist. Ook het rijwiel is verdwe
nen, zoodat wordt vermoed dat de dader
zich hierop uit de voeten heeft gemaakt.
Behalve de damesfiets is mede verdwenen
een dameshandtaschje van bruin geribd
leer van ongeveer 30 bij 20 cm met risslui-
ting, twee metalen ringen aan een leeren
handvat en vier nikkelen noppen aan de
onderzijde.
CIngez. Med.7
Bijna l'/a millioen radio
luisteraars in Nederland.
Het aantal radio-luisteraars, dat blijkens
aangifte een eigen ontvangtoestel bezit,
bedroeg einde Maart j.l. 1.065.042. Het aan
tal aangeslotenen op radio-distributie-in
richtingen bedroeg op dien datum 411.873,
zoodat een totaal aantal van 1.476.915 luis
teraars, of 167 op 1000 inwoners, is ge
registreerd.
Kostwinnersvergoeding aan
gemobiliseerde ambtenaren.
De minister van defensie heeft aan de
burgemeesters het volgende schrijven toe
gezonden
„Het is gebleken, dat in sommige ge
meenten wijziging is gebracht in de wijze,
waarop aan de gemobiliseerde ambtenaren
en arbeidscontractanten zekere inkomsten
worden verzekerd over den tijd van hun
verblijf in werkelyken dienst. De strek
king van de wijziging zou zijn om dit per
soneel voor kostwinnersvergoeding in aan
merking te doen komen en vervolgens van
gemeentewege een toeslag op de overige
inkomsten te geven.
Zoodanige volgorde bij den opbouw van
het gezinsinkomen verdraagt zich echter
niet met het aanvullend karakter van de
kostwinnersvergoeding.
Allereerst toch wordt het gezinsinkomen
gevormd uit hetgeen de militair van zijn
verdiensten als zoodanig aan zijn verwan
ten kan afstaan. Verder uit hetgeen hem
ingevolge de regeling van zijn rechtsposi
tie toekomt en wat hij nog uit andere bron
nen mocht genieten. Slechts indien het to
taal van deze inkomsten ligt beneden het
bedrag, dat voor het levensonderhoud van
het gezin gerekend wordt noodig te zijn,
zou er reden kunnen zün, om tot toeken
ning van kostwinnersvergoeding over te
gaan.
In de mobilisatie-vergoedings-beschikking
is thans een zoodanige wijziging gebracht,
dat dit aan de kostwinnersvergoeding toe
komende aanvullend karakter beter tot
zyn recht zal komen. Practise!) zullen de
nieuwe bepalingen hierop neerkomen, dat
ten aanzien van het personeel van Over
heidsorganen geen kostwinnersvergoeding
wordt toegekend."
EEN NIEUW CREDIET VAN
8 MILLIARD.
Het Italiaansche staatsblad publiceert
een door de Senaatscommissie van Finan
ciën goedgekeurde wet, waarbij een aan
vullend crediet van 8 milliard lire ter be
schikking van den minister van oorlog ge
steld wordt voor de versterking van het
leger.
Jaarvergadering
Ned. Reisvereeniging.
De scheidende directeur
gehuldigd.
De Nederlandsche Reisvereeniging hield
Zaterdag te Utrecht haar 43ste jaarverga
dering. In zjjn openingswoord wees de
voorzitter, de heer J. J. van Egmond, op
de moeilijke omstandigheden, waaronder
deze jaarvergadering thans plaats vindt.
Na de goedkeuring der begrooting 1940
en het jaarverslag werd de vergadering
voor onbepaalden tijd geschorst in verband
met de huldiging van den heer A Pieters,
de op 1 Mei j.l. afgetreden directeur van
het centraal bureau der Nederlandsche
Reisvereeniging. Verschillende sprekers
voerden het woord tot dezen nestor in deze
vereeniging.
De voorzitter bood namens het hoofd
bestuur den heer Pieters diens beeltenis in
brons aan. Het ligt in de bedoeling deze
bronzen maquette in de hal. van het-cen
traal bureau te laten inmetselen.
Namens de afdeelingen sprak de heer
Vlaming, bestuurder van de afdeeling Am
sterdam. Spr. bood een radiotoestel als ge
schenk aan.
Als honorair-vertegenwoordiger van de
Hongaarsche vereeniging voor vreemdelin
genverkeer huldigde de heer J. J. A. Thoo-
len den heer Pieters namens zyn Hongaar
sche vrienden en overhandigde uit naam
van den Hongaarschen rijksbestuurder Z.E.
Nicvon Horthy de orde „Prodeo et Patria".
Namens de directie der Nederlandsche
Spoorwegen werd een groote bloemenmand
aangeboden. De echtgenoote van den heer
Pieters deelde eveneens in de hulde van
haar man en ontving eenige bloemstukken.
o
Vrouw, verdacht van spionnage,
gearresteerd.
Mevr. v. d. P., vroeger in IJmuiden woon
achtig, de laatste jaren evenwel in Gelsen-
kirchen, is, zoo vernemen wij, dezer da
gen op aanwijzing uit IJmuiden in Rot
terdam geai-resteerd, verdacht van spion
nage. Zij is gevankelijk naar IJmuiden
overgebracht en aldaar in arrest gesteld.
De Regeeringspersdienst meldt:
Zooals bekend, vertrok d.d. 11 April een
delegatie naar Parijs tot het voeren van
besprekingen met de Fransche regeering
over de toepassing van het contrabande
regime, voor welk zelfde doel met de Brit
sche regeering besprekingen zijn gevoerd,
welke op 21 Maart j.l. hebben geleid tot
de parafeering van een overeenkomst met
Engeland.
Ook de te Parijs gevoerde onderhandelin
gen hebben thans geleid tot overeenstem
ming over een regeling, welke 3 dezer daar
ter stede is geparafeerd door de voorzit
ters der delegaties, van Nederlandsche zijde
door den heer A. Th. Lamping, directeur
van de Handelsaccoorden, van Fransche
zijde door den heer H. Alphand.
Na de mededeelingen, welke over het
arrangement met Engeland zijn gegeven,
kan thans worden volstaan met de mede-
deeling, dat na de onderteekening van bei
de arrangementen dezelfde behandeling
mag worden verwacht door de Britsche en
de Fransche contrabande-controle inzake
den aanvoer voor Nederland van overzee,
waardoor tevens een snelle behandeling
van de Nederlandsche schepen bij het con
trabande-onderzoek zooveel mogelijk wordt
bevorderd.
De besprekingen te Parijs worden thans
voortgezet over het bilaterale handelsver
keer tusschen Nederland en Frankrijk.
De Vrijwillige Burgerlijke Dienst.
EEN COMMISSIE VAN VOOR
LICHTING BENOEMD.
Naar wij vernemen, heeft de minister
van Binnenlandsche Zaken een commissie
ingesteld, wier taak het zal zijn de regee
ring van voorlichting te dienen nopens alle
aangelegenheden, die den Vrijwilligen Bur
gerlijken Dienst betreffen.
In deze commissie zijn benoemd tot lid
en voorzitter: mr. J. Linthorst Homan,
Commissaris der Koningin in de provincie
Groningen, tot lid en plaatsvervangend
voorzitter: mr. H. W. J. Mulder, voorzit
ter der Commissie Burgerbevolking.
Aan de commissie is de bevoegdheid ver
leend subcommissies in te stellen en aan
deze sub-commissies leden en een secreta
ris buiten de commissie toe te voegen.
OP ONBEWAAKTEN OVERWEG DOOR
TREIN GEGREPEN EN OMGEKOMEN.
De 48-jarige heer G. Meyer, administra
teur, wonende te Middelstum, die Vrijdag
middag op den onbewaakten overweg te
Stedum (Gr.) door een goederentrein uit
Delfzijl werd aangereden en met zware
verwondingen naai- het diaconessen-zieken
huis te Groningen was gebracht, is Zater
dagmiddag overleden. De heer Meijer laat
een vrouw en drie kinderen achter.
Door WELKTE COLLINS.
Nederlandsche bewerking van
A. A. HUMME Jr.
37).
„Ik geef toe, dat door de initialen bewe
zen is, dat het nachthemd van u is; even
eens, dat de verfvlek veroorzaakt is door
contact met de deur van Rachel's boudoir.
Maar waar is het bewijs, dat u dit nacht
hemd gedragen heeft in den nacht, waar
in de Maansteen verdween? En wat dit be
treft", vervolgde de advocaat, Rosanna
Spearman's brief opnemend, „wil ik alleen
zeggen, dat als Rachel's verdenking uit
sluitend berust op het door het nachthemd
geleverde bewijs, het voor negen en negen
tig procent zeker is, dat Rosanna Spear
man de persoon was, die het haar heeft
getoond. Jaloezie zou de drijfveer hebben
kunnen zijn en wat dat betreft, zou zij even
goed den Maansteen hebben kunnen ste
len, om definitief een verwijdering tusschen
u en Rachel te bewerkstelligen".
„Deze gedachte is ook bij mij opgeko
men", zei ik, „zoodra ik haar brief opende".
„Precies. En toen u den brief gelezen
had, voelde u diep medelijden met het arme
schepsel, en kon het niet over uw hart
verkrijgen, haar te verdenken".
„Maar veronderstel, dat tenslotte blijkt,
dat ik wel degelijk het nachthemd heb ge
dragen?"
„Ik zie niet in, hoe dat bewijs geleverd
moet worden. Maar aannemende, dat dit
mogelijk is, zou uw onschuld moeilijk vol
te houden zijn. Wij zullen ons hier voor-
loopig maar niet in verdiepen en in de eer
ste plaats probeeren, een onderhoud met
Rachel te verkrijgen".
Hij stond op en begon de kamer op en
neer te loopen. Ik stond op het punt hem
te zeggen, dat ik van plan was, zelf met
Rachel te spreken, doch bedacht, dat ik het
beter aan hem kon overlaten, hieromtrent
een beslissing te nemen.
„De groote moeilijkheid is", hernam hij,
„hoe wij het moeten aanleggen, een open
hartige verklaring van haar te krygen.
Heeft u soms een voorstel?"
„Ik was van plan, .mijnheer Bruff, haar
om een persoonlijk onderhoud te verzoe
ken".
„U!" Hij staakte zijn wandeling door de
kamer en keek mij aan, alsof ik m~n ver
stand verloren had. „Hoe komt u op het
ideeHij voltooide zijn zin niet en ver-
vervolgde, na eenigen tijd te hebben nage
dacht: „In een geval als dit, is het misschien
het beste de koe bij de horens te vatten. Wie
niet waagt, die niet wint, en tenslotte is er
altijd een punt, dat in uw voordeel uitvalt,
wanneer het komt tot een keuze tusschen
u en mij, Ik ga er dus mee accoord, dat
u het eerst de poging zult wagen".
„Welk punt bedoelt u?" vroeg ik ver
baasd.
Het gezicht van den advocaat verzachtte
en een glimlach speelde om zijn mond.
„De zaak zit zoo", begon hy. „Ik heb
niet het minste vertrouwen in üw tact of
zelfbeheersching, maar ik vertrouw er op,
dat Rachel, in het diepst van haar hart,
nog een sprankje van haar oude gevoelens
jegens u bewaard heeft. Als u haar daar
weet te treffen, verwacht ik, dat zy haar
zwijgzame houding wel zal opgeven. De
De liefde is volmaakt, doch minnen-
den hebben vele fouten.
flIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIW
vraag is alleen hoe kunt u haar te spre
ken krijgen?"
„Zij heeft in dit huis uw gastvrijheid ge
noten", antwoordde ik. „Ik wilde voorstel
len als u vooraf mijn naam niet wilt
noemen dat ik haar hier ontmoet".
„Zool" zei mijnheer Bruff. Na dit ant
woord op mijn voorstel drentelde hij eenige
malen de kamer op en neer.
„Met andere woorden", ging hij plotseling
voort, „myn huis moet gebruikt worden als
een val om Rachel te vangen en het lokaas
moet den vorm aannemen van een invitatie
van myn vrouw en dochters. Als u Frank
lin Blake niet was en de zaak niet zoo be
langrijk, als zij inderdaad is, zou ik botweg
weigeren. Maar in dit geval geloof ik stel
lig, dat Rachel mij tenslotte dankbaar zal
zyn, dat ik op myn ouden dag haar ver
raderlijk in de val heb laten loopen. Be
schouwt u my dus maar als uw medeplich
tige. Rachel zal een uitnoodiging ontvan
gen een dagje hier door ie komen brengen,
en ik zal u dan wel nader berichten".
Ik bedankte hem van ganscher harte voor
zijn medewerking en, nadat ik myn spijt
had te kennen gegeven, geen gebruik te
kunnen maken van zijn aanbod, mij dien
nacht logies te verschaffen, begaf ik mij
naar myn kamers in Londen.
Den volgenden morgen verraste mijnheer
Bruff mij aan het ontbijt. Hij overhandigde
my een sleutel met de mededeeling, dat hij
zich voor het eerst van zyn leven over zijn
handelwijze schaamde.
„Komt zy?"
„Zij komt vandaag lunchen en blijft den
heelen middag bij ons".
„Zijn uw vrouw en dochters op de-
hoogte?"
„Dat moest wel. Maar vrouwen, zooals u
misschien reeds hebt ondervonden, kennen
geen principes. Waar het doel is u en Ra
chel tezamen te brengen, hebben zy geen'
gewetensbezwaren omtrent de gebezigde
middelen".
„Ik ben de dames zeer dankbaar. Waar
voor dient deze sleutel?"
„Die ontsluit de deur in den muur van
den achtertuin. Komt u daar om drie uur.
U gaat naar binnen door de kleine zitka
mer, waar een deur is, die toegang geeft
tot de muziekkamer, en daar zult u Rachel
vinden alleen".
„Hoe kan ik u ooit bedanken?"
„Dat zal ik u zeggen. Geef mij niet de
schuld van wat er daarna gebeurt".
Met deze woorden verliet Hij my.
Ik had nog vele uren voor mij, en om
den tijd te korten keek ik de brieven door,
die met de ochtendpost gekomen waren. Er
was een brief van Betteredge bij, dien ik
haastig opende.
Hij begon met de teleurstellende mede
deeling, dat hij niets bijzonders te vermel
den had. Op den terugweg van het station
had dokter Ezra Jannings hem aangespro-
i ken en hem gevraagd wie ik was. Hij had
daarop dokter Candy over my gesproken,
die terstond naar Betteredge was toegere
den, hem had gezegd, hoezeer het hem
speet, mij niet te hebben ontmoet en ver
zocht had hem direct te laten weten, wan
neer ik my weer in de buurt van Frising-
hall zou bevinden.
Ik stak den brief in mijn zak en dacht
er verder niet meer aan, daar ik geheel
vervuld was van de gedachte aan het ko
mende onderhoud met Rachel.
Toen de torenklok van Hampstead drie
uur sloeg, stak in den sleutel in het slot
van mijnheer Bruff's tuindeur. Ik liep door
den tuin, ging de kas binnen en vond mijn
weg naar de zitkamer. Toen ik mijn hand
op den knop van de deur legde, die mij in
de muziekkamer zou brengen, hoorde ik
dat daarbinnen een paar zachte accoorden
op de piano werden aangeslagen. De klan
ken brachten mij het verleden weer scherp
voor den geest, en het contrast met het
heden deed my huiveren.
Ik aarzelde geruimen tijd, voor ik de
deur durfde openen, doch eindelijk raapte
ik al mijn moed bijeen en trad binnen.
HOOFDSTUK VII.
Op hetzelfde oogenblik, dat ik my in de
deuropeningvertoonde, stond Rachel op.
Ik sloot de deur achter mij en wij bleven
elkaar zwygend aanstaren. Zij scheen tot
geen andere beweging in staat en eerst
toen ik een paai" stappen in haar richting
had gedaan en haar bij haar naam had ge
noemd. kwam de kleur terug op haar wan
gen en herkreeg zij de macht over haar
ledematen.
Zy kwam langzaam naar mij toe, steeds
zwijgend, alsof zy slechts gehoor gaf aan
een innerlijken drang. Een dieper rood
kleurde haar wangen en een ontwakend
besef verhelderde haar blik. Ik vergat op
dat oogenblik de reden van mijn komst, de
verdenking die op mij rustte: ik vergat al
les wat ik mij had voorgenomen, het verle
den en de toekomst. Ik zag slechts de vrouw
die ik liefhad. Zij beefde en scheen te aar
zelen. Ik kon my niet langer bedwingen
ik nam haar in mijn armen en overdekte
haar gelaat met kussen.
(Wordt vervolgd).