Italië era de geallieerde wl©@tactSe in de Middellaradsche Zee KRONIEK VAN DEN DAG De Maansteera TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN MAANDAG 6 MEI 1940. No. 106. Politieke spanning te Londen Wij hebben Zaterdag op deze plaats als onderstelling uitgesproken, dat de neder laag, welke de Geallieerden in Zuid-Noor- wegen hebben geleden, wel eens politieke gevolgen, in het bijzonder te Londen, zou kunnen krijgen. Vanochtend ontvingen wij een brief van onzen Londenschen corres pondent, waaruit blijkt, dat er inderdaad nog al wat beroering in de Engelsche hoofdstad is ontstaan. De Engelschen zijn nuchter genoeg om te begrijpen, zoo schrijft hij, dat een oor log geen aaneenrijging kan zijn van over- winningsberichten aan welke zijde dan ook. Zij zijn zeker niet uit het veld geslagen door een tegenslag, en zij herinneren zich, dat in het begin van den vorigen oorlog het verloop van den strijd voor de Gealli- gerden nog aanzienlijk ongunstiger was dan op dit oogenblik. Dit neemt niet weg, dat men nu in Noorwegen voor den eersten ernstigen tegenslag staat, die de Gealli eerden tot dusverre hebben meegemaakt, en het is niet meer dan natuurlijk, dat men dit ernstig opneemt. In parlementaire kringen in Londen is men over het algemeen critisch gestemd. Er is een groeiend gevoel in Westminster, dat het Britsche oorlogskabinet niet door tastend genoeg is geweest, toen het con flict in Noorwegen een critisch stadium had bereikt. Dit beteekent niet, dat men reeds van een politieke crisis zou kunnen spreken. Maar wèl zijn vele Lagerhuisleden allerminst gerust, en deze ongerustheid is stellig niet beperkt tot de partijen der op positie. Een vooraanstaande Noor, wien ik vroeg om zijn indruk van het verloop van den strijd mede te deelen, wees er op, dat de Duitschers door de bezetting van Dene marken en van het beste gedeelte van Noorwegen er in geslaagd zijn, Zweden en Finland van West-Europa af te snijden. Aldus is de uitvoer van Engeland naar een van Engeland's belangrijkste markten afgesneden. Telt men dit alles bij elkaar, aldus mijn Noorsche zegsman, dan kan men moeilijk ontkennen, dat Hitier een be langrijke militaire verovering heeft tot stand gebracht. Aan den anderen kant moet echter wor den gezegd: De Duitsche verliezen ter zee en in de lucht zijn ernstig geweest, en de Duitsche vloot is zoo zwaar getroffen, dat de Duitsche macht ter zee aanmerkelijk minder sterk is dan bij het begin van de zen oorlog. Bovendien is de blokkade van de Geallieerden thans veel effectiever in de Noordelijke wateren. De gereserveerdheid van Engelsche mili taire kringen is begrijpelijk, maar de po litieke leiders van dit land zullen niet lang meer kunnen zwijgen. De leider van de Liberale oppositie, Sir Archibald Sinclair, heeft den aanval reeds geopend met een heftige rede, die hij in Edinburgh heeft uitgesproken. Aan alle kanten bemerkt men onrust en onzekerheid en het verlan gen, dat, indien tegenslagen onvermijdelijk mochten blijken te zijn, het land in ieder geval een rechtvaardiging zal ontvangen van de positie, waarin men zich thans be vindt. Het ongunstig verloop van de Noor sche campagne tezamen met de onzeker heid vande Italiaansche bedoelingen heb ben in Londen een atmosfeer van hooge spanning geschapen, die, als de omstan digheden niet veranderen, spoedig ontla ding zal moeten vinden. EEN GEVECHT DIET SMOKKELAARS. Aan de Italiaansch-Zuidslavische grens zijn Italiaansche douaniers slaags geraakt met een bende smokkelaars, welke 15 paar den over de grens wilde smokkelen. De smokkelaars beantwoordden het vuur van de douaniers. De Zuidslavische grenswacht werd door het schieten gealarmeerd en kwam de Italianen te hulp. Na een levendig vuurgevecht namen de smokkelaars de vlucht. Zij lieten de paarden achter. Op het terrein van den strijd werd een met bloed bevlekte doorschoten hoed ge vonden, waaruit men opmaakt, dat minstens een der smokkelaars werd gewond. „Acht millioen bajonetten staan gereed." Het Italiaansche blad „Giornale d'Italia" levert als volgt commentaar op de con centratie van Engelsche en Fransche vloot- strijdkrachten in de Middellandsche Zee. De Italiaansche natie begrijpt nog niet precies welk bijzonder plan het solidaire besluit van Engeland en Frankrijk om hun oorlogsvloot in de Middellandsche Zee te versterken, heeft ingegeven. Maar in ieder geval blijft de Italiaansche natie volkomen kalm. Wanneer echter deze geheimzinnige ont plooiing van Fransch-Britsche vlootstrjjd- krachten in de Middellandsche Zee, die klaarblijkelijk samenvalt met de ernstige nederlaag, welke door de Geallieerden ge leden is langs de kusten van Noorwegen en in de Noordzee, eenige poging mocht beteekenen tot offensieve ondernemingen met het oog op een nieuwe afleiding van geallieerde zijde, of ten behoeve van een herstel van hun politiek en militair pres tige, dan zou deze poging stuiten op een snelle en krachtige reactie van den kant van Italië. Italië, zoo besluit het blad, is vastbesloten het hoofd te bieden aan iedere bedreiging, van welke zyde zij ook kome, en haar af te slaan. EEN GORDEL VAN HONDER DEN OORLOGSSCHEPEN. In verband met het in de bladen der Westelijke mogendheden steeds weer aan gesneden thema der verwondbaarheid van Italië ten aanzien van aanvallen van de zeezijde, publiceert het Italiaansche blad „Tevere" een kaart van Italië, waarop schematisch de beschermingsgordel staat aangegeven, die de Italiaansche vloot, het Italiaansche luchtwapen en het Italiaan sche leger hebben gelegd om alle grenzen heen. Het blad loochent de verwondbaar heid en geeft daarvoor de volgende moti veering: le. De Adriatische zee, welker uitgangen door Italië worden beheerscht, is volkomen afgesloten. 2e. Honderd een en twintig Italiaansche duikbooten houden de wacht voor de Li- gurische kust tot aan den ingang van de Adriatische zee. De Thyrrheensche zee is een binnenzee, die geheel door de rondom liggende Italiaansche steunpunten door het Italiaansche luchtwapen wordt gecontro leerd. 3e. In de Ionische en de Tyrrheensche zee, die door de zee-engte van Messina met elkander in verbinding staan, bevinden zich behalve de duikbooten, zes groote oorlogs bodems, 33 kruisers, 118 torpedojagers en 62 torpedobooten van de Italiaansche ma rine. 4e. De vijandelijke zeestrijdkrachten zijn door de afsluiting van de Middellandsche zee bij Pantelerilla de Italiaansche vloot- en luchtbasis ten Zuid-westen van Sicilië in twee deelen gespleten. 5e. Een volkomen kustverdediging be schermt de geheele Italiaansche kust. Acht millioen Italiaansche bajonetten staan op Italiaanschen bodem gereed. Regeering acht toekenning van duurtetoeslag nog niet gewettigd. In haar vergadering van gisteren beëin digde de centrale commissie voor georgani seerd overleg in ambtenarenzaken de be handeling van den duurtetoeslag. Overeen stemming werd over dit punt niet bereikt. De regeering gaf als haar uiteidelijk standpunt te kennen van meening te zijn, dat op dit oogenblik het nog niet gewettigd is een duurtetoeslag toe te kennen, maar dat zulks wel het geval zal zijn, wanneer het indexcijfer in verhouding tot dat van de periode 1937/1938 met 10 zal zijn ge stegen. Op dat tijdstip zou de regeering aan de gehuwde ambtenaren en daarmede geljjk- staanden met een bruto inkomen van ten hoogste 1800 een duurtetoeslag van 5 willen toekennen. De vertegenwoordigers der organisaties waren van oordeel, dat de positie, waarin in het bijzonder het lagere personeel ver keert, zoodanig is, dat reeds thans op toe kenning van een duurtetoeslag, - zij het ook niet over de geheele linie, aanspraak be staat. Nederlandsch-Fransch accoord over de contrabanderegeling. SNELLERE BEHANDELING VAN ONZE SCHEPEN VER WACHT. Zomeraankoopen van brandstoffen beperkt Op grond van de desbetreffende voor schriften van den directeur van het Rijks- kolenbureau, mogen gedurende het tijdvak van 1 Mei tot en met 30 Sept. 1940 door handelaren aan hun afnemers niet meer vaste brandstoffen worden verkocht of ge leverd dan de helft van de door deze af nemers in de maanden April 1939 tot en met Maart 1940 van den betreffenden han delaar ontvangen hoeveelheid. Met vaste brandstoffen worden hier be doeld steenkolen, steenkoolbriketten, cokes, bruinkolen, bruinkoolbriketten en petrole- umcokes. Ter naleving van deze bepaling is de verbruiker verplicht een ontvangstbewijs te teekenen, waarop de naam en het adres van den verbruiker, alsmede de leverings datum, en de hoeveelheid en soort der ge leverde brandstoffen zijn vermeld. Het publiek wordt verzocht aan de uit voering van deze voorschriften ten volle zijn medewerking te verleenen. Jonge vrouw vermoord. HAAR LIJK GEVONDEN IN EEN SLOOT NABIJ DELFT. Zaterdagochtend vroeg is te Delft een afschuwelijk misdrijf ontdekt, waarvan een jonge vrouw het slachtoffer is geworden. Omstreeks half zes begaf een tuinder zich naar zijn werk, toen hij bij den Pauw molen, dicht bij den afrit van het viaduct in den rijksweg RotterdamDelft, in een sloot een vrouwenlichaam ontdekte. Hij stelde onmiddellijk de politie van de ont dekking in kennis en deze vond in de on diepe sloot het lichaam van de vrouw, dat voor een zeer klein gedeelte nog boven water stak. Het achterhoofd bleek bebloed te zijn en ook in het gras in de nabijheid werden bloedsporen aangetroffen. Een be- modderd fietsspoor bleek in de richting Rotterdam te leiden. In de nabijheid van de plaats van het misdrijf werd een be- modderde fietspomp gevonden. Het slachtoffer bleek te zijn de onge veer 25-jarige leerling-verpleegster G. Mei- aard, werkzaam aan het St. Joris Gasthuis te Delft. Zij woonde in Rotterdam en is vandaar Vrijdagavond om ongeveer half elf per fiets naar Delft vertrokken. Blijk baar is zij onderweg overvallen, overwel digd, beroofd en vermoord. Een taschje met eenig geld, dat de verslagere bij zich had, wordt vermist. Ook het rijwiel is verdwe nen, zoodat wordt vermoed dat de dader zich hierop uit de voeten heeft gemaakt. Behalve de damesfiets is mede verdwenen een dameshandtaschje van bruin geribd leer van ongeveer 30 bij 20 cm met risslui- ting, twee metalen ringen aan een leeren handvat en vier nikkelen noppen aan de onderzijde. CIngez. Med.7 Bijna l'/a millioen radio luisteraars in Nederland. Het aantal radio-luisteraars, dat blijkens aangifte een eigen ontvangtoestel bezit, bedroeg einde Maart j.l. 1.065.042. Het aan tal aangeslotenen op radio-distributie-in richtingen bedroeg op dien datum 411.873, zoodat een totaal aantal van 1.476.915 luis teraars, of 167 op 1000 inwoners, is ge registreerd. Kostwinnersvergoeding aan gemobiliseerde ambtenaren. De minister van defensie heeft aan de burgemeesters het volgende schrijven toe gezonden „Het is gebleken, dat in sommige ge meenten wijziging is gebracht in de wijze, waarop aan de gemobiliseerde ambtenaren en arbeidscontractanten zekere inkomsten worden verzekerd over den tijd van hun verblijf in werkelyken dienst. De strek king van de wijziging zou zijn om dit per soneel voor kostwinnersvergoeding in aan merking te doen komen en vervolgens van gemeentewege een toeslag op de overige inkomsten te geven. Zoodanige volgorde bij den opbouw van het gezinsinkomen verdraagt zich echter niet met het aanvullend karakter van de kostwinnersvergoeding. Allereerst toch wordt het gezinsinkomen gevormd uit hetgeen de militair van zijn verdiensten als zoodanig aan zijn verwan ten kan afstaan. Verder uit hetgeen hem ingevolge de regeling van zijn rechtsposi tie toekomt en wat hij nog uit andere bron nen mocht genieten. Slechts indien het to taal van deze inkomsten ligt beneden het bedrag, dat voor het levensonderhoud van het gezin gerekend wordt noodig te zijn, zou er reden kunnen zün, om tot toeken ning van kostwinnersvergoeding over te gaan. In de mobilisatie-vergoedings-beschikking is thans een zoodanige wijziging gebracht, dat dit aan de kostwinnersvergoeding toe komende aanvullend karakter beter tot zyn recht zal komen. Practise!) zullen de nieuwe bepalingen hierop neerkomen, dat ten aanzien van het personeel van Over heidsorganen geen kostwinnersvergoeding wordt toegekend." EEN NIEUW CREDIET VAN 8 MILLIARD. Het Italiaansche staatsblad publiceert een door de Senaatscommissie van Finan ciën goedgekeurde wet, waarbij een aan vullend crediet van 8 milliard lire ter be schikking van den minister van oorlog ge steld wordt voor de versterking van het leger. Jaarvergadering Ned. Reisvereeniging. De scheidende directeur gehuldigd. De Nederlandsche Reisvereeniging hield Zaterdag te Utrecht haar 43ste jaarverga dering. In zjjn openingswoord wees de voorzitter, de heer J. J. van Egmond, op de moeilijke omstandigheden, waaronder deze jaarvergadering thans plaats vindt. Na de goedkeuring der begrooting 1940 en het jaarverslag werd de vergadering voor onbepaalden tijd geschorst in verband met de huldiging van den heer A Pieters, de op 1 Mei j.l. afgetreden directeur van het centraal bureau der Nederlandsche Reisvereeniging. Verschillende sprekers voerden het woord tot dezen nestor in deze vereeniging. De voorzitter bood namens het hoofd bestuur den heer Pieters diens beeltenis in brons aan. Het ligt in de bedoeling deze bronzen maquette in de hal. van het-cen traal bureau te laten inmetselen. Namens de afdeelingen sprak de heer Vlaming, bestuurder van de afdeeling Am sterdam. Spr. bood een radiotoestel als ge schenk aan. Als honorair-vertegenwoordiger van de Hongaarsche vereeniging voor vreemdelin genverkeer huldigde de heer J. J. A. Thoo- len den heer Pieters namens zyn Hongaar sche vrienden en overhandigde uit naam van den Hongaarschen rijksbestuurder Z.E. Nicvon Horthy de orde „Prodeo et Patria". Namens de directie der Nederlandsche Spoorwegen werd een groote bloemenmand aangeboden. De echtgenoote van den heer Pieters deelde eveneens in de hulde van haar man en ontving eenige bloemstukken. o Vrouw, verdacht van spionnage, gearresteerd. Mevr. v. d. P., vroeger in IJmuiden woon achtig, de laatste jaren evenwel in Gelsen- kirchen, is, zoo vernemen wij, dezer da gen op aanwijzing uit IJmuiden in Rot terdam geai-resteerd, verdacht van spion nage. Zij is gevankelijk naar IJmuiden overgebracht en aldaar in arrest gesteld. De Regeeringspersdienst meldt: Zooals bekend, vertrok d.d. 11 April een delegatie naar Parijs tot het voeren van besprekingen met de Fransche regeering over de toepassing van het contrabande regime, voor welk zelfde doel met de Brit sche regeering besprekingen zijn gevoerd, welke op 21 Maart j.l. hebben geleid tot de parafeering van een overeenkomst met Engeland. Ook de te Parijs gevoerde onderhandelin gen hebben thans geleid tot overeenstem ming over een regeling, welke 3 dezer daar ter stede is geparafeerd door de voorzit ters der delegaties, van Nederlandsche zijde door den heer A. Th. Lamping, directeur van de Handelsaccoorden, van Fransche zijde door den heer H. Alphand. Na de mededeelingen, welke over het arrangement met Engeland zijn gegeven, kan thans worden volstaan met de mede- deeling, dat na de onderteekening van bei de arrangementen dezelfde behandeling mag worden verwacht door de Britsche en de Fransche contrabande-controle inzake den aanvoer voor Nederland van overzee, waardoor tevens een snelle behandeling van de Nederlandsche schepen bij het con trabande-onderzoek zooveel mogelijk wordt bevorderd. De besprekingen te Parijs worden thans voortgezet over het bilaterale handelsver keer tusschen Nederland en Frankrijk. De Vrijwillige Burgerlijke Dienst. EEN COMMISSIE VAN VOOR LICHTING BENOEMD. Naar wij vernemen, heeft de minister van Binnenlandsche Zaken een commissie ingesteld, wier taak het zal zijn de regee ring van voorlichting te dienen nopens alle aangelegenheden, die den Vrijwilligen Bur gerlijken Dienst betreffen. In deze commissie zijn benoemd tot lid en voorzitter: mr. J. Linthorst Homan, Commissaris der Koningin in de provincie Groningen, tot lid en plaatsvervangend voorzitter: mr. H. W. J. Mulder, voorzit ter der Commissie Burgerbevolking. Aan de commissie is de bevoegdheid ver leend subcommissies in te stellen en aan deze sub-commissies leden en een secreta ris buiten de commissie toe te voegen. OP ONBEWAAKTEN OVERWEG DOOR TREIN GEGREPEN EN OMGEKOMEN. De 48-jarige heer G. Meyer, administra teur, wonende te Middelstum, die Vrijdag middag op den onbewaakten overweg te Stedum (Gr.) door een goederentrein uit Delfzijl werd aangereden en met zware verwondingen naai- het diaconessen-zieken huis te Groningen was gebracht, is Zater dagmiddag overleden. De heer Meijer laat een vrouw en drie kinderen achter. Door WELKTE COLLINS. Nederlandsche bewerking van A. A. HUMME Jr. 37). „Ik geef toe, dat door de initialen bewe zen is, dat het nachthemd van u is; even eens, dat de verfvlek veroorzaakt is door contact met de deur van Rachel's boudoir. Maar waar is het bewijs, dat u dit nacht hemd gedragen heeft in den nacht, waar in de Maansteen verdween? En wat dit be treft", vervolgde de advocaat, Rosanna Spearman's brief opnemend, „wil ik alleen zeggen, dat als Rachel's verdenking uit sluitend berust op het door het nachthemd geleverde bewijs, het voor negen en negen tig procent zeker is, dat Rosanna Spear man de persoon was, die het haar heeft getoond. Jaloezie zou de drijfveer hebben kunnen zijn en wat dat betreft, zou zij even goed den Maansteen hebben kunnen ste len, om definitief een verwijdering tusschen u en Rachel te bewerkstelligen". „Deze gedachte is ook bij mij opgeko men", zei ik, „zoodra ik haar brief opende". „Precies. En toen u den brief gelezen had, voelde u diep medelijden met het arme schepsel, en kon het niet over uw hart verkrijgen, haar te verdenken". „Maar veronderstel, dat tenslotte blijkt, dat ik wel degelijk het nachthemd heb ge dragen?" „Ik zie niet in, hoe dat bewijs geleverd moet worden. Maar aannemende, dat dit mogelijk is, zou uw onschuld moeilijk vol te houden zijn. Wij zullen ons hier voor- loopig maar niet in verdiepen en in de eer ste plaats probeeren, een onderhoud met Rachel te verkrijgen". Hij stond op en begon de kamer op en neer te loopen. Ik stond op het punt hem te zeggen, dat ik van plan was, zelf met Rachel te spreken, doch bedacht, dat ik het beter aan hem kon overlaten, hieromtrent een beslissing te nemen. „De groote moeilijkheid is", hernam hij, „hoe wij het moeten aanleggen, een open hartige verklaring van haar te krygen. Heeft u soms een voorstel?" „Ik was van plan, .mijnheer Bruff, haar om een persoonlijk onderhoud te verzoe ken". „U!" Hij staakte zijn wandeling door de kamer en keek mij aan, alsof ik m~n ver stand verloren had. „Hoe komt u op het ideeHij voltooide zijn zin niet en ver- vervolgde, na eenigen tijd te hebben nage dacht: „In een geval als dit, is het misschien het beste de koe bij de horens te vatten. Wie niet waagt, die niet wint, en tenslotte is er altijd een punt, dat in uw voordeel uitvalt, wanneer het komt tot een keuze tusschen u en mij, Ik ga er dus mee accoord, dat u het eerst de poging zult wagen". „Welk punt bedoelt u?" vroeg ik ver baasd. Het gezicht van den advocaat verzachtte en een glimlach speelde om zijn mond. „De zaak zit zoo", begon hy. „Ik heb niet het minste vertrouwen in üw tact of zelfbeheersching, maar ik vertrouw er op, dat Rachel, in het diepst van haar hart, nog een sprankje van haar oude gevoelens jegens u bewaard heeft. Als u haar daar weet te treffen, verwacht ik, dat zy haar zwijgzame houding wel zal opgeven. De De liefde is volmaakt, doch minnen- den hebben vele fouten. flIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIW vraag is alleen hoe kunt u haar te spre ken krijgen?" „Zij heeft in dit huis uw gastvrijheid ge noten", antwoordde ik. „Ik wilde voorstel len als u vooraf mijn naam niet wilt noemen dat ik haar hier ontmoet". „Zool" zei mijnheer Bruff. Na dit ant woord op mijn voorstel drentelde hij eenige malen de kamer op en neer. „Met andere woorden", ging hij plotseling voort, „myn huis moet gebruikt worden als een val om Rachel te vangen en het lokaas moet den vorm aannemen van een invitatie van myn vrouw en dochters. Als u Frank lin Blake niet was en de zaak niet zoo be langrijk, als zij inderdaad is, zou ik botweg weigeren. Maar in dit geval geloof ik stel lig, dat Rachel mij tenslotte dankbaar zal zyn, dat ik op myn ouden dag haar ver raderlijk in de val heb laten loopen. Be schouwt u my dus maar als uw medeplich tige. Rachel zal een uitnoodiging ontvan gen een dagje hier door ie komen brengen, en ik zal u dan wel nader berichten". Ik bedankte hem van ganscher harte voor zijn medewerking en, nadat ik myn spijt had te kennen gegeven, geen gebruik te kunnen maken van zijn aanbod, mij dien nacht logies te verschaffen, begaf ik mij naar myn kamers in Londen. Den volgenden morgen verraste mijnheer Bruff mij aan het ontbijt. Hij overhandigde my een sleutel met de mededeeling, dat hij zich voor het eerst van zyn leven over zijn handelwijze schaamde. „Komt zy?" „Zij komt vandaag lunchen en blijft den heelen middag bij ons". „Zijn uw vrouw en dochters op de- hoogte?" „Dat moest wel. Maar vrouwen, zooals u misschien reeds hebt ondervonden, kennen geen principes. Waar het doel is u en Ra chel tezamen te brengen, hebben zy geen' gewetensbezwaren omtrent de gebezigde middelen". „Ik ben de dames zeer dankbaar. Waar voor dient deze sleutel?" „Die ontsluit de deur in den muur van den achtertuin. Komt u daar om drie uur. U gaat naar binnen door de kleine zitka mer, waar een deur is, die toegang geeft tot de muziekkamer, en daar zult u Rachel vinden alleen". „Hoe kan ik u ooit bedanken?" „Dat zal ik u zeggen. Geef mij niet de schuld van wat er daarna gebeurt". Met deze woorden verliet Hij my. Ik had nog vele uren voor mij, en om den tijd te korten keek ik de brieven door, die met de ochtendpost gekomen waren. Er was een brief van Betteredge bij, dien ik haastig opende. Hij begon met de teleurstellende mede deeling, dat hij niets bijzonders te vermel den had. Op den terugweg van het station had dokter Ezra Jannings hem aangespro- i ken en hem gevraagd wie ik was. Hij had daarop dokter Candy over my gesproken, die terstond naar Betteredge was toegere den, hem had gezegd, hoezeer het hem speet, mij niet te hebben ontmoet en ver zocht had hem direct te laten weten, wan neer ik my weer in de buurt van Frising- hall zou bevinden. Ik stak den brief in mijn zak en dacht er verder niet meer aan, daar ik geheel vervuld was van de gedachte aan het ko mende onderhoud met Rachel. Toen de torenklok van Hampstead drie uur sloeg, stak in den sleutel in het slot van mijnheer Bruff's tuindeur. Ik liep door den tuin, ging de kas binnen en vond mijn weg naar de zitkamer. Toen ik mijn hand op den knop van de deur legde, die mij in de muziekkamer zou brengen, hoorde ik dat daarbinnen een paar zachte accoorden op de piano werden aangeslagen. De klan ken brachten mij het verleden weer scherp voor den geest, en het contrast met het heden deed my huiveren. Ik aarzelde geruimen tijd, voor ik de deur durfde openen, doch eindelijk raapte ik al mijn moed bijeen en trad binnen. HOOFDSTUK VII. Op hetzelfde oogenblik, dat ik my in de deuropeningvertoonde, stond Rachel op. Ik sloot de deur achter mij en wij bleven elkaar zwygend aanstaren. Zij scheen tot geen andere beweging in staat en eerst toen ik een paai" stappen in haar richting had gedaan en haar bij haar naam had ge noemd. kwam de kleur terug op haar wan gen en herkreeg zij de macht over haar ledematen. Zy kwam langzaam naar mij toe, steeds zwijgend, alsof zy slechts gehoor gaf aan een innerlijken drang. Een dieper rood kleurde haar wangen en een ontwakend besef verhelderde haar blik. Ik vergat op dat oogenblik de reden van mijn komst, de verdenking die op mij rustte: ik vergat al les wat ik mij had voorgenomen, het verle den en de toekomst. Ik zag slechts de vrouw die ik liefhad. Zij beefde en scheen te aar zelen. Ik kon my niet langer bedwingen ik nam haar in mijn armen en overdekte haar gelaat met kussen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 5