De Provinciale Zeeuwsche
Schoonheidscommissie,
'J5SX feVst'Trö:
STiKftWlï
Molenaar's Kindermeel
De expioltatie van een fantastische
ridderorde in België.
DERDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN VRIJDAG 26 APRIL 1940.
No. 99.
„De oude grondbeginselen en hei moderne bouwen".
Gistermiddag vergaderde de
Zeeuwsche Schoonheidscommissie, onder
voorzitterschap van den heel A. D.F. v
Wart, lid van Ged. Staten, m het provincie
huis te Middelburg. hartelijk
De voorzitter opende met een narieiijK
woord van welkom, in betb.jzonderaanden
burgemeester van Middelburg, mi. dr.
van Walré de Bordes, die hersteld is lei i L
gekeerd. Spr. hoopt, dat de burgemeester
L dezen weg moge voortgaan.
De notulen der twee vorige vergaderm-
gen worden met dank aan den secretaus,
ir A. Rothuyzen, goedgekeurd.
De kascommissie, bestaande uit de heeiei
C Ouwehand en jhr. ir. J. de Ranitz, heeft
de kas en bescheiden van den penningmees
ter in orde bevonden. De rekening ovei 19--
lllD1eaaghegrooting voor 1940 sluit met
f 2857 07,%. De post Onvoorzien bedt aagt
PTet1?ltngVvoot°?940 wordt aidus zon-
der bespreking goedgekeurd.
Het jaarverslag.
Vervolgens is aan de orde net
van den secretaris, waaraan wij het volgen-
de ontleenen; -
In het najaar bereikte de commissie een
verzoek van Ged. Staten om advies over aa
reeds eerder vermelde voorgenomen wtpa-
eing der reclameverordenmg. Deze hield
verband met het feit, dat de bepalingen der
huidige verordening onvoldoende waren ge
bleken, om by overtreding strafopleggu g
C'°liï hetfadvies werd naar voren gebracht,
dat naar de mceniriE der Commissie de
houd der Verordening, welke uitsluitend-
over reclame's handelt, niet gedekt
door den titel: „Verordening tot
van inbreuken op natuurschoon gezien
in velerlei uiting opgetreden inbreuken o
natuurschoon door andere objecten als
uitsteeksels uit bouwwerken, kleuren van
toegepaste verven, onbehoorlijke!! Staal van
ondmhoud e.d. Dit gaf aanleidm®e
wenschelijkheid te betoogen om een uilbici
ding van de verordening over meerdere eb
joelen dan uitsluitend reclames ot
kondigigen onder de oogen te zien.
Daarop hebben Ged. Staten de door hen
voorgenomen wijziging aangehoudeWen cj
Commissie verzocht hen nadere voorstellen
tot uitbreiding der Verordening als boven
bedoeld voor te leggen. Om daaitoe te „e
raken werd een studiecommissie gevoimd,
welke haar arbeid inmiddels aanving.
DE MIDZA-BORDEN.
Onder dit hoofd valt nog te vermelden een
ten behoeve van het gemeenlebestuui van
Middelburg uitgebracht advies dmtent -
plotselinge verschijning van een
heken'dë Midza"-borden, welke zondei ver
gunning lo&eht op' vele gevels werden
aangebracht. Door de commissie werd ge-
adviseerd, gezien het groote aantal dei bar
den op geringe onderlinge afstanden aar
smalle winkelpanden, deze
leen toe te staan, wanneer zij plat tegen
gevels werden aangebracht. Dit adv'es
Hoor (B. en W.) en later na ingesteld be
roep, ook door den gemeenteraad gevolgd.
BIJZONDERE BOUWPLANNEN
EN ADVIEZEN.
In het jaarverslag over 1938 is melding
gemaakt van de instelling van een studie
commissie, tezamen met de Streekplan-
commissie Walcheren, om te komen tot een
advies aan Ged. Staten nopens algemeene
richtlijnen voor de bebouwing van duintei-
"ïn het betreffende rapport werd betoogd,
dat de duinterreinen in eersten aanleg moe
ten worden beschouwd als (uit een oogpunt
van natuurschoon bezien) dermate belang
rijke onderdeden van het Zeeuwscheland
schap, dat het ongerept behoud daarvan
zooveel mogelijk dient te worden vereerd.
In beginsel waren derhalve zoodanige
voorzieningen te treffen, dat beton™,,
voortzetting daarvan, in de
zou worden voorkomen in - en tegen
de duinen gelegen kommen, welke uiltnei
ding alsdan concentrisch diende te Igschio
den overeenkomstig een tevoren'vastgeistel
olon van uitbreiding en aan do hand van
bebouwingsvoorschriften, waarin met het
bijzondere karakter der duingebieden rc-
uitbreidingsplannen voor b
voorschriften van een bepaling waarby
verleeS der bouwvergunning mede fl-
SnkSS werd gesteld van verkregen gun-
stiE advies der Commissie.
Een tweetal raadhuisplannen, voor de ge-
meenten Baarland en Sint-Anna and, werd
aan de beoordeeling der commissie onder
worpen. Hierover kon, met geringe ITO»
ging van het eerste, gunstig worden gcad
V'Voor een der reeds in het vorig verslag I
vermelde kerkgebouwen te Oost- en wes
Souburg werd dit jaar een alleszins aan
vaardbaar plan van een bekwaam deskun-
^er^Ken voor de Boetdlenstgebon-
wen in den Perkpolder, een school te Iieil-
deïerke eï een abattoir te Vlissingen kon
%rprt"eeSwden Schouw
U „.O Middelburg onderging tengevolge
v™ghï aSÏ de" commissie eenige kleine
WfefSouwingsplan van een societeits-
voor de Commissie volkomen onaanvaard-
baar; tot dusver ingediende wijzigingen heb
ben nog niet tot een aanvaardbaar resul
taat geleid.
SUBCOMMISSIE VOOR BOUW
PLANNEN.
Aan het oordeel der Subcommissie
bouwplannen werden in 1939 onderworpen
226 bouwplannen, tegenover 258 in 1938,
235 in 1937 en 76 in 1936. De teruggang is
duidelijk te wijten aan de na Augustus van
dit jaar met groote sprongen gedaalde be
drijvigheid in bouwvak.
Het percentage der direct goedgekeurde
plannen was dit jaar 39 tegenover 26,5
in 1938, 31,5 in 1937 en 33 in 1936,
derhalve een verheugende verbetering.
De verhooging van het gemiddelde peil
voor het grootste deel te danken aan
grootste gemeenten, m.n. Vlfssingen; c
vroeger getrokken conclusie, dat het peil
in de plattelandsgemeenten de meeste zorg
baart, blijft haar beteekenis behouden. De
ze factor, met die van het nog steeds te
geringe aantal adviesaanvragen uit de plat-
telandsgemeneten, en het zeer geringe aan
tal adviesvragende gemeenten op sommige
eilanden (Schouwen, Duiveland, Noord-Be
veland, Tholen, Oost-Zeeuwsch Vlaanderen)
hebben een aanvang doen maken met
onderzoek naar de mogelijkheid tot het
uitbrengen van advies in de betreffende
Streek zelve gepaard aan consult over reeds
behandelde plannen. Zulks zou lot veel
nauwer contact èn met de gemeenten èn
met de bouwers kunnen leiden. Ook is daar
bij de mogelijkheid tot koppeling aan re
gionale diensten van bouw- en woningtoe
zicht.
Wat het laatste betreft, zou dit, waar
thans alleen op Zuid-Beveland een derge
lijke dienst bestaat, voorloopig slechts voor
een enkele streek mogelijkheden bieden,
Ook overigens brengt een verandering
van werkwijze in vorengeschetsten geest
groote moeilijkheden mede; bij voorloopige
opzet bleek reeds dat een regelmatige v
kelyksche behandeling van bouwplannen
de centra der verschillende eilanden
streken minstens wekelijksch vier reizende
commissieleden' vergt in onze lydroovend te
n provincie. Het jaarverslag eindigt
met den wensch, dat verdere bestudeering
van dit vraagstuk metterdaad de ontslu:
ting van zoovele nog te weinig bewerkte
deelen van ons gewest voor het advieswerk
van der Commissie moge brengen.
De heer. Ouwehand maakt eenige opmer
kingen over. het jaarverslag, waarvan de
secretaris nota neemt. Mr.A. Meerkamp
•an Embden zou het op prijs stellen als in
het jaarverslag-tot-uitdrukking zou- komen,
dat het de Commissie spijt, dat de oude
stalhouderij „De Vijf Ringen", te Middel
burg niet behouden kon blijven.
Deze stalhouderij was te bouwvallig ge
worden om nog in stand te houden. De com
missie gaat accoord met het voorstel
den heer Meerkamp van Embden.
In antwoord op een vraag van den heer
Hoogenboom deelt de voorzitter mede,
dat Middelburg, Vlissingen, Goes en een
aantal kleinere plaatsen de bouwplannen
ter advies naar de Schoonheidscommissie
zonden. Het is aldus de voorzitter nog
niet tot alle plattelandsgemeenten doorge
drongen, dat B. en W. niet in staat zijn
aesthetisch de bouwplannen te beoordeelen.
uitzonderingen daargelaten.
Met eenige kleine wijzigingen wordt het
jaarverslag goedgekeurd.
De voorzitter zou willen voorstellen om
den omslag van het jaarverslag te verluch
ten met het Gothische Huis te Goes of de
Magdalenakerk te Goes.
De heer Ouwehand stelt voor om dit jaar
alvast uit te kijken naar een onderwerp
voor den omslag van het volgend jaar en
dan eens te zoeken naar een voorbeeld van
nieuwe schoonheid, zoodat de com-
niet helpt den indruk te vestigen, dat
alleen het oude mooi is.
De commissie gaat hiermee accoord,
evenals met het voorstel om de versiering
van den omslag van dit jaar over te laten
aan voorzitter en secretaris.
CONGRES FEDERATIE VAN
SCHOONH EIDSCOMMISSIES.
De voorzitter deelt mede, dat als de
algemeene omstandigheden hetzelfde blij
de Nederlandsche Federatie van
schoonheidscommissies op 24 en 25 Mei a.s.
haar jaarlijksch congres zal houden in Mid
delburg.
B. en W. hebben op de desbetreffende
vraag van het bestuur geantwoord, dat B.
en W. het congres gaarne op het Stadhuis
zullen ontvangen.
De voorzitter spreekt daarvoor zyn dank
uit en is ervan overtuigd, dat de Federatie
deze ontvangst in het Middelburgsche Stad
huis ten zeerste op prys zal stellen.
Op 24 Mei des avonds om 8 uur is de al
gemeene vergadering in de Statenzaal te
Middelburg.
Op 25 Mèi zal een excursie door Walehe-.
•en worden gemaakt.
De voorzitter deelt mede, dat de schoon
heidscommissie dezen zomer een excursie
zal maken zooals het bestuur hoopt
naar Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen, met
een bezoek aan het Zwin.
De heeren J. Hoogenboom en B. T. S. von
Brucken Fock betoogen, dat de adviezen
van Staatsboschbeheer voor de beplanting
langs de wegen hun dikwijls onbegrijpelijk
zijn. De heer Von Brucken Fock is van
meening, dat de deskundigen van Staats
boschbeheer dikwijls niet op de hoogte zijn
van de plaatselijke toestanden.
De heer Hoogenboom stelt voor aan Ged.
Staten te vragen de rapporten van Staats
boschbeheer aan Ged. Staten ter inzage te
vragen, zonder vooropgezette bedoeling
daarop critiek uit te oefenen. Dit wordt
met algemeene stemmen aangenomen.
Jhr. De Ranitz, inspecteur van de volks-
VOOR ONZE
GEMOBI LISEERDEN
Stuur hen een doos Steravit vooi
hun doorgeloopen voeten, snij-
of schaafwonden, kloven, ont
vellingen, schrale huid, of diverse
huidaandoeningen.
Steravit heeft een wondere ge
neeskracht. U doet hen een groot
genoegen met zoo'n doos.
30 en 60 ct.
per doos
IMPORTEUR 0. LINDNER C0, - SINGEL 115 - AMSTERDAM-C.
(Ingez. Med.)
gezondheid, stelt voor aan een aantal bur
gemeesters van Westelijk Zeeuwsch-Vlaan
deren eenige berekeningen voor te leggen
van bebouwingsplaniien, zooals de gemeen
tebesturen die hebben ingediend en zooals
die geworden zijn na'het advies der Schoon
heidscommissie, dit ttiet 't doel om aan te
toonen, dat de opvolging van het advies der
Schoonheidscommissie in geenen deele groo
te kosten met zich behoeft te brengen.
De voorzitter zegt:zeker gaarne in'dezen
geest te zullen handelen.
„GOEDE OUDE GRONDBEGIN
SELEN".
De heer B. F. S; Brucken Fock hield
•ervolgens een causerie over de w
Jijkheid van toepassing van de goede oude
grondbeginselen ook in de moderne archi
tectuur.
Spr. wees er op, hoe de zg. „oude ge
bouwen" door kunstzinnigen algemeen
mooi worden gevonden, en somde de facto
ren op, die zjï. daartoe bijdragen, als: een
goede dakhelling van omstreeks 50 gr. goede
verhouding van muurvlak tol lichtopening,
aanwezigheid van rhythme, homogeniteit,
vermijding van te groote nuchterheid, ge
voelig voegwerk enz. Een voorname fac
tor was het feit, ddt de ramen buitenge-
veel tot den luister der oude gebou
wen bijdroegen. De primitieve mensch
maakte een gat in den wand van zijn el
lendig verblijf; dat was zijn raam. Eerst
•eel later werd dit gat niet glas gedicht.
Successielijk ontstond in dat gat in den
muur een raffinement, Uit de simpele ope
ning groeide een mooi ingedeeld, geprofi
leerd en versierd venster, het oude kruis-
een genot voor het oog van den
kunstzinnige. Met de tegenwoordige zg.
moderne ramen is het menschdom weer
teruggevallen in de vormen der primitie
ven: het moderne ijzeren raam mist alle
bekoring, het is schriel en mager, en geen
verheugenis voor het oog. De glasopper
vlakten aan de moderne huizen zijn ook
veel te groot. Zulks is onaesthetisch en on-
practiseh, omdat men des winters daar
door enorm hard moet stoken en des zo
mers last heeft van de zon, die men moet
weren met jalouzieën en markiezen, gor
dijnen enz, Spr. tponde uitvoerig aan
n z.i. de overvloed van glas om tech-
nische en artistieke redenen verwerpelijk
en beriep zich op het oordeel van kunst
zinnigen als architect. Kropholler, Van der
Kloot Meyburg, prol). I-Iuib Luns en an
deren.
„De vrees voor navolging van het oude
is de hoofdoorzaak voor het leelijke in
den nieuwbouw", zeide dr; Cuypers, de be
roemde bouwmeester. En spr. sloot zich
hier geheel bij aan.
Vooral in de kernen van oude steden als
Middelburg, Veere en Zierikzee is inspira
tie op het oude dringend noodig. willen
deze steden hun karakter niet verliezen.
Spr, wees er op, hoe hij zijn denkbeelden
reeds in 1914 heelt gekristalliseerd in zijn
werkje „Aesthetische Leidraad bij den
Woningbouw", waarvoor dr. Cuijpers een
aanbevelend voorwoord heeft geschreven.
Doordat men de goede oude grondbeginse
len der voormalige gildemeesters opzij
heeft gezet, en de traditie heeft genegeerd,
is de verwildering in het bouwen gekomen.
Spr. bestreed, dat inspiratie op het oude
ongeoorloofde imitatie, plagiaat enz, was.
De afschuwelijke moderne zakelijkheid is
grootendeels ook plagiaat. De eene archi
tect bootst den anderen na. Alleen is het
verschil, dat inspiratie'op het oude, schoon
heid oplevert, terwijl nabootsing van Staal,
den bouwer van de Beurs te Rotterdam,
en dergelyken, geen schoonheid geeft doch
precies op elkaar gelijkende kooien van
glas en staal, zoodat kan worden gespro
ken van een verdwazing, gelijk Cornelis
Veth schrijft.
Spr. pleit niet voor stylnamaak, maar
wel voor wederinvoering van de goede
oude beginselen, door welker toepassing
alleen schoonheid is te benaderen, Ten
slotte beriep hij zich op een redevoering
an prof. Huib Luns en jhr. dr. Van
Ryckevorsel, die onlangs mede hebben be
toogd, dat men zich weer zal moeten in-
spireeren op een ver verleden.
Door een groot aantal lichtbeelden werd
een en ander verduidelijkt.
CRITIEK.
Jhr. ir. De Ranitz verklaarde het in
•eel opzichten eens te zijn met den heer
Von Brucken Fock, Spr. zou het echter
onjuist achten als de schoonheidscommissie
pressie uitoefende in de richting van den
,weg terug." Het is niet de taak van de
Schoonheidscommissie om een nieuwen
stijl te scheppen. Zij heeft ten doel het
leelijke te weren en is als zoodanig een
noodzakelijk kwaad.
De voorzitter onderstreept deze woor
den,
De heer Rothuizen, is van meening, dat
de heer Fock tendentieuze vergelijkingen
heeft gebruikt en komt hiertegen op.
De heer Ouwehand acht liet gesprokene,
evenals de voorzitter, wel eens wat scherp.
De heer Barentsen zegt, dat uit de dis
cussies wel duidelijk gebleken is, dat het
meerendeel der commissie het in de groo
te lijnen met den lieer Fock eens is, wat
niet inhoudt, dat zij steeds in de richting
van den heer Fock moet werken.
De heer P. J? Jansen,, directeur ge
meentewerken te Middelburg, kwam even
eens op tegen eenige beweringen van den
heer Fock en legde er den nadruk op,
dat het niet goed is een willekeurig voor
beeld van een bepaalden stijl tusschen ge
bouwen van een anderen stijl te zetten. Ge
bouwen moeten niet alleen gezien worden
DE DOKTER ZEI:
Borstvoeding en daarna -
(Ingez. Med.).
IJdelheid een praalzucht middelen tot knoeierijen
(Van
rresponden t)
ERUSSEL, 17 April 1940.
Ieders aandacht is ingesteld op den oor
log, zijn ontwikkeling, zijn bedreigingen.
Maar laat ons thans over wat anders schrij
ven, over iets dat behoort tot het domein
van de fantasie al is het dan ook een wer
kelijkheid.
Fantasie is op het oogenblik zoo ver te
zoeken en zelfs op het gebied van oplich
ting is degene die in zjjn geknoei eenige
fantasie weet aan den dag te leggen een
uitzondering geworden. Een dergelijke rare
vogel is thans te Brussel ontdekt en wel
licht heeft hy over de grenzen eenige ver-
•anten. Onze rare vogel heeft het middel
gevonden om de ijdelheid en dwaasheid van
zijn medemenschen te exploiteeren op een
r die zijn „slachtoffers" eigenlyk niet
in een gunstig daglicht stelt en die eenige
aandacht verdient. Dit middel is: een de
coratie. Hij verkocht decoraties. Niet zoo
maar een juweel in den vorm van een rid
derkruis, maar een decoratie met een mooi
diploma, geteekend door een gouverneur-
;eneraal en een kanselier, de hooge waar
digheidsbekleders van een zoogenaamd
authentieke orde, de „St.-Jorisorde van
Eoergondië". Er is een tijd geweest dat het
Belgische gerecht jacht maakte op institu
ten die zoogenaamd universitaire diploma's
afleverden van Amerikaansche hoogescho-
len, waardoor het recht werd gekocht een
doktei'stitel bij zijn naam te voegen. Het
kon niet worden gezegd, dat deze dokters
niet wisten dat hun titel slechts de waarde
had van het papier waarop hy was geschre-
•en en het kan ook moeilijk worden aan
vaard dat degenen die een ridderkruis of
een commanderie van de „St.-Jorisorde"
ontvingen en zich hiermee tooiden op aller
lei plechtigheden niet beseften dat zij zich
gedroegen zooals de prins uit een operette.
Maar dat was van geen belang. Zij hadden
r betaald en had iemand als Imiani-
toff zich ook niet dokter laten noemen en
zichzelf, door middel van vervalschingen
onderscheidingen toegekend van het Brit-
sche leger? Het leven is immers dikwijls
oogenverblinding en waarom zou men hier
aan niet meedoen?
Het is, voor sommigen; zoo heerlijk^ hun
knoopsgat te kunnen versieren met een
lintje, vooral ook omdat anderen het kun
nen die het niet altijd hebben verkregen
door ware verdiensten... Een onschuldig ge
noegen, zoo werd verder geredeneerd. Het
komt er maar op aan alles voor ernstig te
doen doorgaan by oningewijden om een be
langrijk personage te schijnen. En voor het
overige is er niets strafbaars aan verbon
den, niet meer dan bij het dragen van een
gewoon lierkennningsteeken van een club.
Wij moeten eenigszins teruggaan om den
oorsprong te vinden van de zaak.
DE VOORGESCHIEDENIS.
Tijdens den oorlog bevond de Koning van
Montenegro zich te Parijs. De vorst zonder
rijk had nog een middel om zün hofhouding
te verzekeren. Hy verkocht ridderorden en
titels tegen hoogen prijs aan rijke liefheb
bers van uiterlü'k vertoon. Een zekere Dis-
sandes werd hiermee belast en had succes,
doch om dit succes nog meer te verzekeren
en om zelf gewicht in de schaal te leggen
had hy zich zelf den titel toegeëigend of
verkregen van hertog de Saint-Simon,
graaf de Lavilotte, markies de Beaugnet. Al
doende leert men en de „hertog" besloot
een onderafdeeling te stichten en zelf de
coraties uit te reiken, zegge te verkoopen
Hij stichtte de „Ordre apostolicjue et hospi-
talier de Saint-Georges et de Notre-Dame
du Mont Carmel". Deze orde reikte decora
ties uit namens Zijn Hooge Genade Ignatius
Gabriel I, patriarch van Antiochië" en deze
onderscheidingen kostte heel wat geld. Er
werd tot 7.000 franken betaald voor een
ridderkruis. Ook toen reeds was er een af-
deeling van de onderneming in België. Maai
de Parysche autoriteiten kwamen er achter
en Dissandes had zich te verantwoorden, en
werd ontmaskerd als hebbende de goede
trouw verschalkt van een groot aantal per
sonen. Ook in België werd er opgetreden.
De „Groot-Baljuw" van de orde werd ver
volgd en het bleek toen, dat zelfs enkele
edellieden 5.000 fr. hadden betaald voor een
kruis van de orde van St.-Dominicus en
7.000 fr. voor een kruis van de orde van St-
Joris. Van Dissandes hoorde men niet meer
spreken, maar in België was het werk niet
stil gelegd.
DE ORDE VAN „ST. JORIS
VAN BOERGONDIë".
De orde werd herdoppt in de „St-Jorisor-
de van Boergondië", opgericht met de mach
tiging volgens den tekst van afgeleverde
ridderdiploma's van Philip de Miolans in
1390 en goedgekeurd door den paus Innocen-
tius VlII in 1485. De orde had een levens
lang benoemd gouverneur-generaal, name
lijk Dissandes, met een kapittel, waarvan
ook een Belgisch eere-kolonel deel uitmaak
te met een heiligen Raad. In België werd
al het werk verricht door den „baljuw" van
de orde en iedereen liet hem begaan. Er
werden overal candidaten gezocht die in
aanmerking, kwamen voor een ridderkruis.
Dat werd niet zoo duur betaald: 200 tot
500 fr. naar gelang van de geldmiddelen
van den belanghebbende. Dat was voor de
zoogenaamde kanselarijkosten. Bovendien
ging men de niet meer dan zedelijke ver
plichting aan jaarlijks een som te storten
van 50 fr. De bedoeling was verder een stel
sel van vrije giften in te voeren, waarvan
het bedrag natuurlijk onbeperkt was. Deze
giften moesten dan besteed worden aan al
lerlei goede, werken, die door den „aalmoe
zenier" van de orde zouden worden aange
duid. Maar van dit laatste is nooit iets te
recht gekomen
De St.Jorisorde van Boergondië werd
voorgesteld als een oude, tot in het grijze
verleden wortelende vereeniging, welke zich
zooals de authentieke Orde van de Ridders
van Malta, tot doel stelde ongelukkigen te
helpen, zieken te genezen, noodlijdenden bij
te staan, rampzaligen te troosten, enz.
Daarvoor moest het geld dienen en de on
derscheidingen waren van dien aard dat' zij
als een soort pauselijke belooning voor de
bewezen toewijding moesten worden be
schouwd.
HET
Het was een zekere overdrijving, die tot
een klacht bij het gerecht aanleiding gaf.
De Belgische baljuw van de St.. Jorisorde,
vroeger gemeenteraadslid in een Brussel-
sche voorstad, had zich n.l. tot een van zijn
katholieke partijgenooten gewend, zeggende
dat hij administratief gouverneur was, voor
- "gië, van de pauselijke St. Jorisorde. Hij
had ook gesproken over een indrukwekken
de lijst van prelaten en personaliteiten die
lid waren of beschermers van de orde. De
partijgenoot kwam zonder verder onder
zoek onder den indruk, vooral toen hij zich
nog liet wijs maken, dat het geld werd af
gedragen aan werken, zooals dat voor de
Kankerbestrijding. Na een zekeren tijd
vroeg hij iets voor zijn vrienden maar niets
voor zich zelf: een ridderkruis en drie krui
sen van commandeur. Dat kostte 2.700 fr.
Het geld zou afgedragen worden aan een
goed werk. Maar de handteekening van den
„kanselier" die op de kwijtschriften voor
kwam was niet dezelfde als die op de diplo
ma's van de onderscheidingen, waardoor de
partijgenoot van den baljuw argwaan kreeg
en een klacht indiende. Het bleek toen, dat
er ook nooit een storting was gedaan aan
het Werk voor Kankerbestrijding. Aan geen
enkel werk overigens. Wat wel bleek was
dat de baljuw zich een maandelijksche ver
goeding voor onkosten liet toekennen of
zelf toekende van 500 fr. Er was geen en
kele regel om aangenomen te worden als
ridder. De baljuw beschikte willekeurig
over de ridderkruisen en gaf bv. een kruis
als huwelijksgeschenk aan een van zijn ne
venAls hij een rekening had te betalen
betaalde hy soms de helft in geld en de an
dere helft met een decoratie van de St-Jo-
risorde. Iemand die als ridder was inge
schreven kon na enkele maanden, als het
ridderkruis hem niet beviel, tot comman
deur worden bevorderd, zonder de minste
moeite. En onder degenen die zich aldus
tot een decoratieve waardigheid zagen ver
heven, waren er verscheidene personen die
in hun maatschappelijke positie moesten we
ten dat heel de zaak een klucht was, maar
die er toch op ingingen om in de oogen van
hun vrienden en kennissen een personaliteit
te schynen van belang, dank zij de decora
tie. Maar om geld te geven aan goede wer
ken was er nooit gelegenheid.
Het Belgische gei-echt heeft den baljuw
verantwoordelijk gesteld voor de sommen
die hij als vergoeding heeft ontvangen en
de sommen die werden gestort om aan lief
dadige vereenigingen betaald te worden, en.
die niet werden afgedragen, in totaal een
22.000 fr., terwijl hij ook vervalsching ten
laste heeft gekregen, wegens het schrijven
van een handteekening van den kanselier
op een stuk. Het Brüsselsche gerecht heeft
geen gronden gevonden om den baljuw te
vervolgen wegens geknoei met decoraties,
omdat de decoratie die werd uitgereikt vol
ledig op fantasie berustte en de wet slechts
het onwettig dragen van de bestaande bin
nen of buitenlandsclie onderscheidingen ver
biedt.
Het kruis van de „St-Jorïsorde van Boer
gondië" wordt nu beschouwd als een her-
kenningsteeken, zoodat de geridderden in
de toekomst zullen kunnen voortgaan met
het dragen van hun decoratie, zonder in
eenige mate te kunnen worden verontrust!!
Geheel het geval geeft een kyk op de han
delingen die mogelijk worden bij overigens
eerbiedwaardige lieden, van het oogenblik
af, dat hun ijdelheid en praalzucht in het
geding komen.
in het raam van hun tijd. maar ook in
het raam van hun omgeving.
De vergadering werd door den voorzit
ter mei een woord van dank gesloten.
De kostwinnersvergoeding.
Vragen van liet Kamerlid Posthumn.
Het lid der Tweede Kamer, de heer Post-
hurr.a heeft aan den minister van defensie
de volgende vragen gesteld
1. Is het waar, dat de kostwinnersvergoe
ding voor de militairen, die tydens hun ver
lof ziek worden en deswege thuis of in een
inrichting moeten worden verpleegd, niet
wordt uitbetaald?
2. Indien dit zoo is, is de minister dan,
waai' dit als een onbillykheid wordt aange
voeld en in de betrokken gezinnen moeilijk
heden veroorzaakt, bereid dit verbod in le
trekken