Het eoirafliet ©p de
Middelburgsciie veiling
Sproeten komen vroeg in
het voorjaar, koop tijdig'cen pot
Sprutol. Bij alle Drogisten
Uiï DE PROVINCIE
WALCHEREN.
De groote tieod der
garnalenvisschers.
ARNEMUIDEN, HET FLEURIGE
DORP MET DE VERBORGEN
ELLENDE.
Als een gelig-bruin lint ligt de weg naar
Arnemüiden uitgerold door de malsche
groene weilanden, die afgewisseld worden
door groote lappen donkergrijze omgeploeg
de akkers. Met breeden zwaai werpt een
boer om de zooveel stappen een wolk kunst
mest voor zich uit over de aarde, die hon
gerig ligt te wachten. Iets verder trekt een
paard de eg over de dikke brokken klei,
die glanzend-vlak zijn afgesneden door het
ploegijzer. De boomen langs den weg strek
ken hun fijngroen-omwaasde takken naar
elkaar uit en .ontmoeten elkaar in het
midden boven den weg, zooals de zuilen
van een gotisch kerkgewelf elkaar hun rib
ben toebuigen en samenkomen in het kruis
punt.
Het lint rolt zich verder uit, de brug over,
en dan splitst het zich. Wij moeten de rech
terhelft hebben. Naast ons wordt de dijk
steeds hooger of daalt de weg? De grij
ze lucht spiegelt zich rossig-bruin in de
modderige plas, waarlangs wollige riet
pluimen staan te wuiven.
Allengs klimt de weg weer, en komt op
bijna dezelfde hoogte als de dijk.
Door het kanaal stoomt een Arnemuid-
sche visschersboot, klein en donker, den
hoog oploopenden boegpunt spits naar vo
ren stekend, met regelmatige pufjes naar
huis. Er voor ligt het water glad en roer
loos, elk blad van de boomen aan den kant
weerspiegelend, er achter kolkt en woelt
het met witte schuimrandjes.
De boot brengt het doel van den tocht
weer in de herinnering: de garnalenvis
schers. De visschers verkeeren in nood. Ja,
dat wist men zóo langzamerhand wel. Tel
kens weer -wordt er de aandacht op geves
tigd. Maar realiseert men zich ook hoe
nijpend die nood is?
Neen, dat doet men stellig niet, en het
is goed er weer eens met nadruk op te
wijzen. Hoe meer er op gehamerd wordt,
hoe meer kans er is dat er tenslotte veran
dering in den toestand komt.
In het dorp, dat vredig om het fijne to
rentje tusschen de groene velden ligt, spe
len de kinderen buiten, turfhooge hummels
in hun typische dracht, die opkijken en met
open mondje de „vreemde" nakijken.Zelfs
een schaap, dat aan een ketting langs de
dijkhelling is vastgebonden, kijkt verbaasd
naar den voorbijganger.
In het haventje liggen enkele schepen.
Eén ziet eruit, of het zich den tijd niet meer
heugt, dat het gebruikt werd.
Op de Arm. 28 is de schipper aan het
werk. Hij blijkt zeer bereidwillig in het ge
ven van inlichtingen. Ja, waar het hart van
vol is, loopt de mond van over
Dat de toestand in het bedrijf hopeloos
slecht is, behoeft niet nader uiteengezet te
worden. Zelf heeft hij al in geen 14. dagen
kunnen uitvaren, omdat hjj geen mannen
heeft. Zijn schoonzoons zijn onder dienst,
en de vreemden, die hij wel eens had, zijn
nu ook weer weg. „En dan dat mijnenge
vaar", zegt hij, „er zijn hier en daar wel
plekjes bloot, maar daar visschen we dan
ook met ons allen. En het verkoopkantoor j
wil niet hebben, dat we meer dan twee da
gen per week uitvaren. In Veere is het zóó,
dat er telkens maar tien tegelijk mogen
gaan visschen, de rest ligt dan in de haven
op zijn beurt te wachten. Wat is twee dagen
per week? We kunnen er onze onkosten
niet aan verdienen".
De scherpe oogen in het verweerde ge
zicht kijken afwezig over het kanaal, en
werktuigelijk slaat de schipper met een
stuk ondefinieerbaar gereedschap op een
meerpaaltje. Af en toe spuwt hij een bruin
kringetje tabakssap in 't zand. Aan den. over
kant kijken de boomtoppen nieuwsgierig
over de dijk, als een rij kinderen over een
schutting.
„Het buitenland neemt haast niets meer
af. en hier is er ook bijna geen vraag
naar," vervolgt hij na een kleine pauze
van sombere overpeinzingen.
,,En dan maken we nog een slechten
prijs ook. Als we boven de maximum-prijs
van de regeering komen, dan moeten we
weer 15 aan de regeering afstaan. Naar
huis mag je maai' één maal per week wat
meenemen, en dan alleen met een bewijs
van den controleur. 2 Kilo voor man en
vrouw, en 3 kilo als je twee kinderen
hebt."
„En hoe zit het met den steun?'
,,De steun? Ja, de matrozen krjjgen
steun. Maar de schippers worden als werk
gevers beschouwd, en die kragen alleen
bedrijfssteun. Zooveel cent voor iedere kilo
die we aan de markt brengen. Maar dat
is het juist, als we niet visschen. moeten
we toch ook leven Als we stil liggen, ver
dienen de mannen niets, want we hebben
niets anders geleerd dan visschen. Dan
gaan de vrouwen en kinderen uit werken
in Middelburg, of ze gaan de schorren op
om lamsoor te zoeken, waar ze in de stad
mee gaan leuren. Van den winter, toen
er zooveel ijs lag. heeft ge'en een schipper
hier een cent gekregen. Die daar", en hij
wijst naar het schip, dat er zoo ongebruikt
uitziet „die is nu in de werkverschaffing.
En die" hij duidt naar de werf, waar'een
schip op de helling ligt, „daar is de schip
per van failliet geslagen. Hij heeft z'n
schip moeten verkoopen
Het meerpaaltje krijgt er van langs
met het werktuig, en de stem klinkt bit
ter. als hij vervolgt: „Als man heb je
toch heusch wel vijftien gulden per week
noodig. Er zijn er. die met z'n zevenen of
achten, of meer zijn. Maar dat verdienen
we niet! Een koewachter, die 2,50 per
week krijgt, heeft meer dan wij
Als we afscheid genomen hebben en
langs de dijk terugloopen. kijkt het schaap
nog'even verbaasd.
De kleine lage huisjes zijn zoo vrien
delijk. de tuintjes zoo goed onderhouden,
hel heele dorpje zoq frisch .en kleurig, dat
het moeilijk valt, te gelooven dat hier
zooveel ellende gereden wordt. Maar ge
leden wórdt ze
Examens elementaire verpleegkunst.
KOUDEKERKE. Dinsdagavond is door
zulser A. de Ridder in tegenwoordigheid
van de artsen J. C. B. Simons en J. A. van
Kooien een. aantal dames geëxamineerd in
de elementaire verpleegkunst.
Dit examen werd met goeden uitslag af
gelegd door de dames F. C. Smit, E. de
Visser, P. Lorier, P. Dingemanse, J. H.
Ciowting, M. A. Harpe, L. Izeboud en H. A.
van Visvliet.
Het bestuur van de afdeeling Koudekerke
van het Nederlandsche Roode Kruis zal be
vorderen, dat aan genoemde dames een be
wijs van geoefendheid als helpster derde
klasse zal worden uitgereikt.
ZUID-BEVELAND.
Emmabloem-collecte.
NISSE. De Emma-boemcollecte heeft op
gebracht S,59.
SCHOUWEN
DE OESTERPERCEELEN WORDEN
GEZUIVERD.
BRUINISSE. Op de haven alhier worden
thans groote hoeveelheden slippers gelost,
die worden opgevischt van de oesterpercee-
lèn, die thans worden gezuiverd nu de
meeste oèsters toch zijn doodgevroren. De
slipperschelpen zullen later weer moeten
dienen om het oesterbroed op te vangen.
Hiervoorworden ook mosselschelpen uit
Arnemüiden gebezigd, die daar in groote
hoeveelheden bij de kokerij liggen.
Z. VLAANDEREN W.D.
FILMVOORSTELLING VOOR DE
MILITAIREN.
CADZAND. Dinsdagavond jl. werd van
wege het algemeen hoofdkwartier voor O.
en O. in het hotel „Duinbos" aan de alhier
liggende militairen een filmvoorstelling ge
geven, waarvoor grootje belangstelling be
stond.
In een reeks duidelijke beelden kwam de
geschiedenis op het doek van het Regiment
Infanterie gedurende de 125 jaar van zijn
bestaan.
Daarna werden een paar teekenfilms ge
geven en -vervolgens een film, die op Oost-
Indië betrekking had: het leven op een sui
ker- en een katoenplantage, alsmede tal
rijke mooie stukjes natuurschoon.
Na de pauze werd als hoofdfilm vertoond:
„De charge van de lichte brigade", een
episode uit den oorlog van Engeland en
Turkije tegen Rusland, een film vol span
ning.
Nadat de muziek het Wilhelmus had doen
hooren sloot de kapitein de bijeenkomst met
woord van dank aan den operateur der film
en een opwekking tot de militairen voor
het vaderland pal te staan.
Raad van Sint Kruis.
GEEN SUBSIDIE VOOR OOFT-
EN TUINBOUW.
SINT KRUIS. Dinsdag vergaderde de
Raad voltallig onder voorzitterschap van
burgemeester Dhont. Aan de geitenfokver-
eeniging St. Kruis thans gecombineerd
met Aardenburg wordt voor 1940 een sub
sidie van 25 toegekend, Het verzoek
van de Maatschappij tot bevordering van
Ooft- en Tuinbouw in Zeeuwsch Vlaande
ren Westelijk deel om subsidie tot een
bedrag van 1 ct. per inwoner in verband
met het aanleggen van een viertal proef
velden. wordt niet ingewilligd.
Mededeeling wordt gedaan van de goed
keuring door Ged. Staten van het op 24
December genomen raadsbesluit ingevolge
art. 22bis der L.O.-wet 1920, waarbij werd
besloten tot handhaving der openbare la
gere school, welk besluit noodig was daar
het aantal leerlingen der school over 1939
gemiddeld nog niet 50 be'droeg.
Adnae'sTe wordt betuigd aan eén schrij
ven van. het Landelijk Comité voor de
Openbare School gericht aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, waarin wordt
aangedrongen op, wijziging van art. 22bis
der L.G.-wet 1920 in zooverre, dat door
de betrokkén gemeenten niet telken jare
hetzelfde besluit dient te worden genomen.
De vergoeding voor het schoonhouden
der gemeentesecretarie wordt in verband
met de meerdere werkzaamheden voor-
loopig gebracht van 30 op 50 per jaar.
De hr Oosterbaa.n vraagt, ol
de gemeente bij het eventueel verder ex-
ploiteeren der weegbrug weer bereid zal
zijn op den ouden voet het gebruik van
een gedeelte publieken grond toe te staan,
hetgeen door de vergadering wordt beves
tigd.
Besloten wordt tot vaststelling van de
gemeenschappelijke regeling inzake lucht
bescherming met alle overige gemeenten
in het voormalig vierde district.
De V o o r z, deelt mede, dat door
Ged. Staten is verzocht de uitvoering der
werkzaamheden betreffende kluishouw en
secretarierverbouw 'voorloopig op te schor
ten,
Nadat bij de rondvraag door den heer
Oosterbaan is aangedrongen op
het bevorderen, dat de aansluiting van de
Appelstraat aan de St. Pietersdijk zoo
spoedig mogelijk wordt verbreed en door
den hr. Duininck is gewezen op den
slechten toestand waarin het rijwielpad
langs den weg AardenburgSt. Kruis ge
deeltelijk verkeert, sluit de V o o r z.
de vergadering,
EEN GRANAAT VAN DEN BELGISCHEN
LUCHTAFWEER KWAM NEER OP
EEN HUIS.
Het persbureau Belga meldt: Gistermor
gen, toen het Belgische luchtafweergeschut
wederom in werking moest komen, viel een
niet ontplofte granaat neer op een huis bjj
Luik. Het projectiel drong door het dak en
"ervolgens door alle verdiepingen heen tot
n den kelder door. Er werd schade aange
richt, maar niemand werd gewond.
Een mitrailleurkogel van een vreemd
•liegtuig is door het dak van een fabriek bij
Namen geslagen, waardoor een begin van
brand ontstond. Het vuur kon echter snel
gebluscht worden.
Jan Dwarskieker op z'n
praatstoel.
'k E vanself mi vee belangstellienge en
weren tig nie zonder ontroerienge geluusterd
nae de rede van onzen êesten menister. De
bazuin gaf gin onzeker geluud. Klaer en du-
delijk en mit overtugienge wier 't gezeid,
dat de regêerienge weet, wa ze te doen
staet, da s te zeien: waeke naer aole kan
ten en gereed stae om toe te slaen, as onze
vrieëid en onafankelijkeid angerand aöre.
Laet toch ieleke Nederlander goed begrie-
pe, welke groote waerden da bin. Laet 't
toet ielekendêen ier deudriënge, oe ver
schrikkelijk, dat 't is om onder vreemde
êerschappie te zuchten. Laete me toch acht
gee op dagene, dat er in andere betrekke
lijk ook kleine landen in 't leste jaer en
ook noe pas gebeurd is. 't Zou in di ver
band zeker ook êel lêerzaem weze, a 'k
is 'n êele geschiedenisse van de Fransche
onderdrukkienge overschreef, mè da kan
vanself nie, oe graog da 'k 't ook zou doe.
Mei' één veraeltje wi 'k toch gee: 'l Gieng
tegen 't ende van 't jaer 1813, zóo a mè we-
te: 't jaer, dat Nederland wl vrie wier. In
den Amsterdamschen schouwburg wier wi
de Gijsbrecht gespeeld. De Soevereine Vorst,
laeter Konienk Willem I, was t' er ook bie.
Ouwef gewoonte wier nae den Gijsbrecht
wi de bruloft van Kloris en Roosje gespeeld.
Zöoa me wete, wier daebie aoltied in 't open-
baer zoo 't êen en ander gezeid, wat 't
mêerendêel van de menschen ook al in stil
te dochte. Mêestenties wier dat êel gemoe
delijk gedae, mè somsties ook wel is scherp
oor. Dien aevend getuugde Thomasvaor van
de dankbaere blieschap over Nêerlanseh
verlossienge. Westerman zei 't vollegende
vaesje op, bie 't binnenbriengen van 't.
bröod
„Toen vreemde' dwinglandij het recht
[der volken schond,
Werd elke bete broods verbitterd in den
[mond.
Is al 't geleden leed nog niet geheel
[vergeten.
Wij winnen 't weer met vreugde en
[mogen 't vrolijk eten:
En met een dankbaar hart bidt elk, zoo
[klein als groot,
Voor 't Vaderland, Oranje en voor het
[daaglijksch brood!"
'n Diepe ontroerienge gieng er deu de
menschen. Dae wier gejuuld en dae waere
d'er nie vee, die gin brok in ulder kele kre-
ge. Mer as één man sproénge z'over ende,
ze draoide ulder eige nae de Prins en de
zael dunderde 'n êele stuit van 't oerage-
roep. Die menschen wiste wavoo schatten,
da ze t'ruggekregen aode. Laete wulder
daeruut begriepe, da m' aoles moete doe om
ze te bewaeren.
Mer uut 't gene, dat de menister zei, meu-
ge m' ook begriepe, dat de zurrege vor on
ze vrieëid de regêerienge ook waekzaem
maekt nae binnen. Wè 'k daevan noe a ge
lezen geef me de vriemoedigeid om te
zeien: daer öort schöongemaekt. Net wè
'k zö graog wil. Mit aol dègene, dat de
menister gezeid elt, zii 't ons zeker noe nie
zö moeilijk valle om te voldoen an z'n ver
zoek: om zö kalm meugelijk te bluven.
Wat was dat toch ook goed gezie van de
menister om voo die opwekkienge in erin-
nerienge te briengen, dat ontroerende zeien
van den Prins: „Rustig te midden der woe
lige baren". Moch de geschiedenisse van z'n
leven en sterreven ons in deze daegen mè
meer vö den gêest stae. En mochte ook de
veraelen van de bange daegerr uut den
êesten tied van den 80-jaerigen öorelog ons
diep deudrienge van de waereid, dat
vrieëid en onze onafankelijkeid mi bloed ge
kocht bin. 't Zou ons overtuge, dat 't onze
roepienge is, om, wat de vaoderen ons in
dit opzicht ebbe naegelaete, mi man en
macht te verdedigen.
Daer eit er één van de krante d' êere
g'aod om is 'n stuitje te meuge praoten mit
den dïrrekteur van de distribusie. Daedeur
is 't noe wir is prontjes openbaer gemaekt,
dat de regêerienge ook zurgt, da m' aole-
maele g'liek op t'eten en te drienken zullen
't Is dan noe ook êel anders as in de vo
rige mobelisatie, oor. 'k Zè dae de regêe
rienge van toen gin verwiet over maeke,
dat nie. Wie aod er toen toch kunne dien-
ke, dat dién öorelog wé vier jaer zou dure.
Mer a je bedienkt, dat er noe ook a wien-
këliërs waere, dié mêer of minder geknoeid
dan oef je nie te vraegen, wavoo winsten
sommigste gemaekt zouwen as aoles 'n
êele stuit op z'n beloop gelaete was. A vin
'lc 't noe vanself êel goed, da zukke men
schen flienk op ulder viengers getikt öore,
as ze nog zö is ies durreven uutaele, zó wi
'k toch die menschen dae noe mè nie drekt
zukke scherrepe yerwieten over maeke, 'k
wille integendeel de wienkeliers prieze, die
in aole opzichten uldèr eige prontjes an de
voorschriften ouwe. Joen, 't. is werentig
aoltied makkelijk, öor, om as wienkelier of
as koopman in 't allegemêen toet in 't uter-
ste êerelijk te bluven. Wat in 't allegemeen
daeromtrent gedocht öort, bliekt bievoo-
beeld wel uut 't spreekwoord: Ielekendêen
is 'n dief in z'n eigen, agosie. En noe w'
ierbie is vertelle, da z' in den ouwen tied
in 'n koopman ook nie vee vertrouwen aode.
Cicero zeide: „Geen bedrijf is het, noch van
een-bekwaam, noch van een eenvoudig wel
geaard, noch van een rechtvaardig en goed
man, dat hij koophandel doe, maar wei van
eenen listigen, eenen ibedriegefijken en
eenen eereloozen, diens doen is het", 'k Zou
zeie, dat 't. een en ander d'er ons toe kan
brienge om eerbied t'en vor 'n êerelijke
koopman.
'k Las in de krante, dat de Koorkerreke
Sondags nie mi gebruukt öort. Dè za van
self ielekendêen êel verstandig vinde, die
weet, dat er zö noe en dan van binnen wel
is stêenen nae benee komme. Mè noe las
'k dae werentig bie, da z' in die kerreke
nog wel overtrouwe. 'k E m'n öogen is goed
uugevreve en toen 'k 't nog is geleze, mè
jae, 't stieng er. Me zü daeruut toch nie
moete begriepe, da ze zeie: bie 't gewone
preeken is t'er gevaer, mè bie 't overtrou
wen za 't vvè loslöope, öor, wan dè. duur mer
'n stuitje. Mè dat is noe toch werentig 'n
praotje vö de gröote vaeke, ee. Nêe„ as ze
deu wille gae mit in die kerreke over te
trouwen, dan moete ze zövee meugelijk
De kooplieden krijgen linancieeie steun
van de landelijke organisatie
De prijzen der producten gaven
moeilijkheden.
Het conflict op de Middelburgsche groen-
tenveiling, de Coöperatieve VeilingsvereenL
ging „Walcheren", duurt nu reeds ruim
vier weken. Men weet, dat deze oneenigheid
haar oorzaak vindt in de meening over het
al of niet doelmatig zijn van den „centrali
satie-maatregel", welke het veilingbestuur
heeft ingevoerd. Dit bestuur wenschte na
melijk de aangevoerde producten groepsge
wijs te veilen, d.w.z. de groenten soort bjj
soort. De kooplieden gingen daarmee niet
accoord. En toen de „Commissie uit den
handel" en de met haar sympathiseerende
kooplieden zich er tegen verzetten werd
hun den toegang tot de veiling ontzegd. De
Commissie nam aanstonds maatregelen om
op andere wijze groenten naar Walcheren
te krijgen.
Regelmatig komt de Commissie met de
veilingbezoekers, die zich tegen den centra
lisatiemaatregel verzetten bijeen, om den
stand van zaken te bespreken. Drie weken
geleden was ook de secretaris van den lan-
delijken bond, de heer Reitsma uit Rotter
dam, aanwezig om zich op de hoogte te stel
len van het conflict.
Gistermiddag, toen opnieuw in café de
Eendracht te Middelburg een vergadering
werd gehouden kon de voorzitter weer den
heer Reitsma welkom heeten. De heer J.
Leünse, voorzitter van de Commissie uit
den handel, noemde degenen op wie de com
missie nog steeds kan rekenen, finke kerels.
Vooral nu het niet meer zoo op rolletjes
gaat. Des te meer wordt de medewerking
die men geniet nu op prijs gesteld.
Spr. deelde mede, dat het veilingbestuur
tot nu toe nog geen enkele poging tot toe
nadering heeft ondernomen, althans aan de
commissie iets dergelijks heeft kenbaar ge
maakt. Toch is er de laatste weken wel iets
veranderd.
Door den grooteren aanvoer van produc
ten op de Middelburgsche veiling zijn dé
prijzen aldaar voor verschillende soorten
groenten abnormaal laag. Voor de produc
ten, welke voor de Commissie uit Holland
worden aangevoerd moet een hoogeren prijs
betaald worden, dan thans op de Middel
burgsche veiling het geval is. In de eerste
weken van 't conflict was juist het tegen
overgestelde het geval. Toen was het voor
de kooplieden ook niet erg moeilijk hun
medewerking te geven. Dit schijnt
thans te veranderen.
Echter wanneer de opoffering voor ons
wat grooter wordt, gaan we in de goede
richting zeide spr. Wat de prijsregeling be
treft is men eenigszins overvallen.
Spr. kon echter thans mede deelen, dat
geldelijke steun zal worden verleend wan
neer dit noodig is, en wel op ruime schaal.
De prijzen der producten welke worden aan
gevoerd zullen dan ook absoluut niet hoo
ger komen te liggen, dan die welke op dé
Middelburgsche veiling gelden. Het hoofd
bestuur van den landelijken bond zal de vol
te financïeele medewerking bieden.
De heer Leijnse deelde voorts mede, een
onderhoud te hebben gehad met den voor
zitter van het veilingsbestuur, den heer
Koole. Spr. had den heer Koole gevraagd
wat de zin inhield, voorkomende in een in
gezonden stuk in de Middelburgsche Cou
rant, volgens welke het veilingbestuur geen
toenadering tegenhoudt? De heef Koole had
spr. medegedeeld, dat de veilingdeuren voor
de kooplieden open stonden, dat hen niets
in den weg wordt gelegd en dat het er or
delijk en rustig zal toegaan. Verder kon de
heer Koole niet gaan. Dit beteelcent dus,
zeide de voorz.: doen wat het veilingbe
stuur voorschrijft.
Maar daar gaat het juist om. Spr. spoor
de den aanwezigen aan stand te houden.
Met alle bezwaren welke zich voordoen zal
zooveel mogelijk rekening worden gehou
den.
DE STEUN VAN DE LANDE
LIJKE ORGANISATIE.
De heer Reitsma wees er op, dat
er geen wetten of crisismaatregelen kunnen
worden toegepast op de houding van het
veilingbestuur. Wel is deze houding duide
lijk in strijd met de wetten van menschefijk-
heid en zakelijkheid. Het getuigt niet van
zakenkennis wanneer men een groot deel
der kooplieden buiten de deur zet. Maar nu
dit zoo is, zal men zijn eigen peultjes moe
ten doppen. Men moet zijn rechten voor de
naaste toekomst beschermen en handhaven.
Tengevolge van de moeilijkheden der
prijsregeling is in de spontane uiting van
medewerking bij de kooplieden wel eenige
kentering gekomen. Maar nu is het juist
tijd oin te toonen, dat het ernst is. Als vrije
koopman moet men zich niet laten onder
werpen, aldus spr. Men zal niet teruggaan
voor er recht gedaan is. Daarom moet be
sloten. worden er nog een week bij te ne
men.
Spr. deelde mede, dat het hoofdbestuur
reeds maatregelen in liet belang van de
kooplieden getroffen heeft. De organisatie
zal de taak op zich nemen, er voor te zor
gen, dat de kooplieden geen strop hebben.'
Zoodoende kan er niets in den weg staan
om op den ingeslagen weg voort te gaan,
zeide spr.
Wanneer de prijzen der Walchersche pro
ducten door het niet op de veiling komen
van een groot deel der kooplieden, aanmer
kelijk lager zijn dan gewoonlijk, dan is dat
een moeilijkheid voor het veilingbestuur.
En wanneer de goederen welke moeten
worden aangevoerd vpor de kooplieden
duurder zijn dan op de veiling, dan is dit
een moeilijkheid voor de betrokken kooplie
den, welke opgelost dient te worden. Het
gaat er nu maar om wie dezen strijd zal
winnen. Als nu de garantie wordt gegeven,
dat financieele stroppen zullen worden op
gevangen, is het dan zoo moeilijk, zoo vroeg
spr., om weer een week stand te houden?
Er bestaat dan kans een zet te doen op het
schaakbord, weitje van belang voor de
kooplieden kan zijn. Mochten er niettemin
zich nog moeilijkheden voordoen, dan kun
nen deze stuk" voor stuk bekeken worden.
Wanneer er een besluit valt, dan dient
dit algemeen te geschieden. Degene die door
een achterdeurtje de organisatie verlaat,
blameert zichzelf. Misschien wordt men dan
weer door het veilingbestuur aanvaard als
een „ordelijk" mensch. Maar dit ordelijk
beteekent dan: zich in alle opzichten aan
het veilingbestuur onderwerpen. Het directe
voordeeltje kan in de naaste toekomst dan
wel eens uitloopen op groote nadeelen. Op
de Höllandsche veilingen hebben de koop
lieden een behoorlijke rechtspositie. Dat
kan ook op de Middelburgsche veiling. Maar
daartoe is thans noodig saamhoorigheid, zoo
besloot spr.
Na een korte pauze werd daarop overge
gaan tot een huishoudelijke vergadering.
Daarna werd met algemeene stemmen
besloten de zaak voort t,e zetten en volgen
de week weer in vergadering bijeen te ko
men.
zurrege, dat er gin ongelukken gebeure,
mè dan is 't zaeke om 'n soortement van
'n stevig afdekje te maeken vlak bie den in-
gank, dae ze ml z'n aolen prontjes onder
kunne krupe. As 't dan weze moch, dat er
dan net is 'n stêen op da dekje viel, dan
kun de vrouweliéngen 't meschien op de
zenuwen kriege, mè daemee za 't da toch
ook wel uut weze, ee.
Dae wier ook nog gezeid, dat er eigentfijk
gin geld is vö de ripperaosie van de Koor
kerreke en a nè zö min vö die van d' Oös-
kerreke, waevo die ook ard noodig is. 't Za
zeker mit den naoren tied, die me noe be-
leve, wel êel moeilijk weze om 't nöodige
geld bie mekaore te kriégen. 't Is dan ook
mè t' open vö die kerreken, dat aoles wi
mè zö gauw meugelijk in z'n gewone doen
za komme.
Noe wi 'k daebie ook nog wel is vertelle,
dè ze vö 't bouwen van d' Ooskerreke ook
nie ruum in 't geld zaéte. En noe is 't me
schien wel is aordig om te lezen, oe dè ze
toen neffen andere, 'k zou zeie fassoendeljj-
ke mannieren, ook an geld wiste te kom
men mit 'n bitje raor middel, 'k Zè 't mè
voruut zeie, dat de kerkvoogdie om an rip-
peraosiegeld te kommen noe dat middel nie
kunne en zeker ook nie graog zouwe wille
gebrulte. En oe gieng dat noe? Bel, dae
wier bepaeld, dat vö den bouw 'n kerrelcen-
impost (anders gezeid: eksiëns) op de wien
en 't bier opgebracht moch öore. Die op
de wien in 1645 mer effentjes verpacht
voo 1049 0: 8 6294,20 en die op
't bier voo 825 9 4952,70. Noe was
dat vö de Middelburregers van toen nie zo
raor, öor, wan dae wier ook ai
impost op wien en bier betaeld vö dè ker
reken, die d'er waere. Die speciaol vö den
bouw van d' Ooskerreke bedocht wier, êette
daerom terecht: nieuwe kerreken-im-
post. Noe weet 'k wè. dè j' in den agosie
nie an 't geld moe ruke, mè 't is toch we
rentig wel 'n bitje raor, ee, dat diegene,
die dikkels te vee wien droenke of dikkels
boven ulder bier waere, daemee vee g'of-
ferd vö den opbouw van d' Ooskerreke.
'k Zou daerom werentig ook nie graog zeie,
dat 't waer is, wè 'k is gelezen as 't doel
g'óoreloofd is, dan bin ook de middelen
g'öorloofd. En terwiele, dè 'k dit noe op-
J (Ingez. Med.)„
De Britsche blokkade in het
Verre Oosten.
AMERIKAAN SCHE STEUN.
Volgens den correspondent te Washing
ton van de „New York Herald Tribune"
zal de regeering der Ver. Staten aan sche
pen, die de vlag der Ver. Staten voeren,
verbieden^ naar Wladiwostok voor Rusland
bestemde'machinerieën of andere goederen
te vervoeren!
De correspondent legt dit besluit uit als
een moreele ondersteuning door de Ameri-
kaansche regeering van de contrabande-
controle, welke de Geallieerden in (het
Verre Oosten uitoefenen.
schrieve, dienk 'k in eenst om iet, dat er
werentig vee op liekent en dat is dit: Toen
Konienk Willem III en de Koneginne 25
jaer getrouwd waere, wier ulder 'n vrêed
mooi zuilever kedo gegee, dat 9000 kostte,
't Was zeker, nie makkelijk uut te zoeken
onder wa vö post de regêerienge da bedrag
kon brienge. Mè noe dat den drank in d'
êeste zes maenden van 1866 mer effentjes
14000 an eksiens meer opgebrocht ao, as
ze verwacht aode, wier d' er ml allegemêe-
ne stemmen beslote om dè geld vö 't kedo
mer uut dat aobesje te betaelen. 'k Kan
werentig nie g'loove, dat 't de Konienk en
de Koneginne angenaem geweest za zien om
te vernemen, dè zoodoende de gröoste drien-
kébroers 't meeste biegedroge aode vö 't
kedo. Dit 'k geleze in „de Dietsche waran
de" van 1866. Dè zei 'k er noe bie, omdat
er anders meschien bin, die 't nie zouwe
wille g'loove.
Jan Dwarskieker.