KRONIEK TO OEN MO Nederland neutraal, ook in de pers! SUNLIGHT ZEEP De Maansteen TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN DONDERDAG 25 APRIL 1940. No. 98. Guerilla en vliegtuig. Het is heel lastig om zich een denkbeeld te vormen van den strijd in Noorwegen. De groote buitenlandsche persbureaux zijn geworden tot eigenlijk niet meer dan pro paganda-bureaux. Alle nieuws, dat binnen komt, is nieuws-met-een-tintje. En het is niet zoo, dat men de tintjes kan gaan men gen en hopen op een tusschenkleur, die dan wel de waarheid het meest nabij zou ko men. Als de Duitschers beweren: Wij heb ben Steinkjer veroverd; de Noren hebben zich overgegeven, en als tegelijkertijd Reu ter meldt: De Noren hebben stellingen ge bouwd te Steinkjer; de Duitsche aanvallen zijn alle afgeslagen, dan is daar geen mid denweg. Het gaat niet aan om te zeggen, dat waarschijnlijk de helft van de plaats in Duitsche en de andere helft in Noorsche handen is en dat de helft van de Noren zich heeft overgegeven, terwijl aan Duit- schen kant een aantal mannen zijn gesneu veld, gelijk aan het aantal krijgsgevange nen. De Duitschers beweren keer op keer, dat zij Britsche schepen tot zinken hebben gebracht of zwaar beschadigd. De Engel schen ontkennen dit steeds, grootendeels. In e e n opzicht zijn het Duitsche Nieuws bureau en het Engelsche Reuterbureau het echter eens: de Duitschers beheerschen de lucht. Het overwicht aan vliegtuigen schijnt dus aan de zijde der Duitschers te zijn. De Engelschen zeggen daarvan intusschen geen groote nadeelen te ondervinden, waar tegenover de Duitschers volhouden, dat het luchtwapen een groote macht is in dit rots achtige dus voor geregelde troepen «lastig begaanbaar land. Churchill heeft gezegd, dat Engeland aan Noorwegen allen steun zou geven, die mo gelijk was. En het is duidelijk, dat deze be lofte van heel ander gehalte was dan die aan Polen. De Geallieerden hebben er im mers het grootste belang bij, dat Duitsch- land Noorwegen niet gaat beheerschen. Een blik op de kaart maakt duidelijk, dat het Duitsche luchtwapen een nog veel grooter gevaar beteekent voor Engeland, als de vliegtuigen kunnen starten van Noorsche vliegvelden voor den tocht naar Engeland, dan wanneer zij uit Duitschland zelf moe ten komen. De afstand van Noorwegen naar Noord-Engeland is belangrijk kleiner dan de afstand van de Duitsche Noordzee-kust naar Zuid- en midden-Engeland. En in het Noorden van Groot-Brittannië, in Scapa Flow, is de groote Britsche vlootbasis. Algemeen werd dan ook verwacht, dat Engeland een groote actie zou ondernemen en onmiddellijk zijn vloot naar Noorwegen zou sturen. Een deel van de machtige Brit sche vloot is aan de Noorsche kust versche nen en heeft zich krachtig geweerd. Maar de snelle actie, welke de wereld verwachtte, is blijkbaar nog uitgebleven, al kan ieder uur den toestand veranderen. In elk geval, de eerste slag was voor de Duitschers en de haler van den tweeden slag is nog onbe kend. De Duitschers hebben Noorwegen niet met zoo groote snelheid kunnen overmees teren als zij Denemarken hebben gedaan. Niet alleen omdat de Noren, voor zoover het hun mogelijk was, dapper tegenstand hebben geboden, maar ook omdat het ter rein hun behalve in het Zuiden alle gelegenheid daartoe bood. De Noorsche troepen, die zwakker in aantal en uitrus ting zrjn dan de Duitsche, hadden het ter rein in hun voordeel. Een rotsachtig land als Noorwegen is, met rivieren en riviertjes, die de vijand moet overtrekken, is bij go- vechten in het voordeel van dengene, die er het eerst is. Dit voordeel hadden de No ren, toen zjj eenmaal gemobiliseerd hadden, in Noord- en Midden-Noorwegen tegenover de Duitschers en ditzelfde voordeel hebben thans de laatsten in het Zuiden en gedeel telijk in het midden van het land, tegenover de Engelschen en Noren. Maar wij leven niet meer in den tijd van man tegen man en geweer tegen geweer. Juist in een guerilla kan het vliegtuig uiterst belangrijk zijn. En als het dan waar is, dat Duitschland de lucht beheerscht, dan is het haast niet te begrijpen, dat Engeland niet snel een luchtvloot naar het Noorden zendt. De vliegtuigmoederschepen nemen evenwel over het algemeen slechts betrek kelijk lichte toestellen mee en geen zware bommenwerpers. Bovendien is het risico wel heel groot om eenige van deze kost bare reuzenschepen naar het gevechtster rein te sturen. Wat de militair bekeken De opperbevelhebber neemt straffe maatregelen. Op overtreding staat een jaar gevangenisstraf of 1000 boete. Als algemeene bekendmaking no. 30 van den opperbevelhebber van land- en zee macht bevat de Staatscourant een verorde ning voor de pers, geldende in het geheele grondgebied des rijks. De verordening zegt onder meer: Het is verboden een dagblad, periodiek, vlugschrift of eenigerlei ander drukwerk, geschrift of teekening te drukken, uit te geven of voorzoover zij in de Neder- landsehe taal zijn gesteld dan wel in het Rijk zijn gedrukt of uitgegeven te ver spreiden, aan te plakken of in den handel te brengen. Het in deze verordening bepaalde blijft van toepassing ook al zijn de bedoelde drukwerken enz. door den militairen cen- suurdienst indien deze is ingesteld vrijgelaten. Van het hierboven gestelde verbod kan door het militair gezag ontheffing worden verleend. Aan een ontheffing kan het mili tair gezag voorwaarden verbinden, terwijl eenmaal vastgestelde voorwaarden door dat gezag kunnen worden ingetrokken, gewij zigd of aangevuld. Ontheffingen kunnen door het -militair gezag te allen tijde en zonder opgave van redenen worden ingetrokken. Ontheffing van liet verbod wordt van rechtswege geacht te zijn verleend ten aan zien van alle drukwerken, geschriften en teekeningen, voor zooverre in deze alge meene bekendmaking niet anders is be paald, dan wel door het militair gezag of den militairen censuurdienst indien deze is ingesteld bij algemeene bekendmaking of bijzondere aanzegging niet anders zal worden bepaald. Een algemeene bekendmaking of bijzon dere aanzegging, als hier bedoeld, kan mede betreffen het drukken, uitgeven, versprei den, aanplakken of in den handel brengen van alle drukwerken enz. van een bepaal den natuurlijken dan wel rechtspersoon of lichaam, hetzü- door dien natuurlijken of rechtspersoon of door dat lichaam zelf, het zij door derden. WAT VERBODEN IS. Geen ontheffing wordt geacht te zijn ver leend voor zooverre het drukwerk, geschrift of de teekening naar inhoud en (of) strek king dan wel naar den uiterlijken vorm: a. In geval van een oorlog, waarin Ne- eerste klap waard is, blijkt ook hier: de weinige vliegvelden, die in dit land te vin den waren, hadden de Duitschers in eenige uren overvallen, veroverd en voor zichzelf ingericht. De strijd in Abessynië was ook een gue rilla en Italië heeft het luchtwapen daar meedoogenloos ingezet. De toestand in Noorwegen verschilt in zooverre met dien in Abessynië, dat de Geallieerden beschik ken over luchtafweergeschut en weten hoe het gevaar het best te bestrijden. Om in de lucht effectief te kunnen optreden, zouden de Engelschen gevechtsvliegtuigen en bom menwerpers moeten zenden uit Engeland zelf. Het is echter licht te begrijpen, dat zij hiertoe niet spoedig op groote schaal zullen overgaan. Hun aanvallen op de door de Duitschers bezette vliegvelden zijn geschied door bombardementsvliegtuigen, die onmid dellijk na den aanval rechtsomkeert maak ten. De Duitschers trachten het belang van hun overwicht in de lucht zoo gewichtig mogelijk voor te stellen. En wij kunnen er ook wel zeker van zijn, dat de militaire be velhebber-s in alle landen in spanning toe zien naar het verloop van den strijd. Voor het eerst wordt thans het vliegtuig ingezet om een beschaafd land te veroveren. Wat zal de afloop zijn? Italië, dat zijn kracht voor een groot deel gezocht heeft in een sterke luchtvloot, wordt waarschijnlijk meer of minder pro- Duitsch, al naar de resultaten der vliegers van den as-genoot derland niet als oorlogvoerende mogend heid betrokken is, uiting geeft aan gevoe lens van vijandschap, haat of minachting tegenover eenige oorlogvoerende mogend heid, hare overheid of een harer overheids organen of leidende figuren, dan wel waar van inhoud en (of) strekking voor zoodani ge mogendheid, hare overheid of een harer overheidsorganen of leidende figuren als beleedigend of noodeloos krenkend moeten worden beschouwd; b. Een afbeelding, beschrijving of eenige bijzonderheid inhoudt met betrekking tot 's lands defensie in het algemeen, dan wel bijzonderlijk met betrekking tot functies en standplaatsen van militairen, militair werk enz., en in het algemeen aiie dergelijke of andere gegevens omtrent land- en zee macht, haar taak, bevoorrading, uitrusting en verrichtingen; c. Mededeeiingen inhoudt in zake maat regelen, de evacuatie betreffende of de voorb'M-i-idm? daarvan door het militair en (of) burgerlijk gezag waaronder te de zen wordt verstaan het no.emen van namen van gemeenten, buurten of streken, welke voor afvoer der bevolking in aanmerking komen, van namen van vluchtoorden, in het algemeen het vermelden van de wijze, waar op en de land- en waterwegen, waarlangs de eventueele afvoer der bevolking zal ge schieden, het vermelden van gedragsregels voor de bevolking bij evacuatie; d. Bestemd en (of) geschikt is om de krijgstucht bij en het zelfvertrouwen in de weermacht of eenig ander of bestand deel daarvan te ondermijnen, en in het al gemeen moet worden geacht gevaar op te leveren voor den geest van de weermacht of voor de veiligheid des lands; e. Beleedigend, dan wel noodeloos kren kend moet worden geacht voor het open baar gezag, eenig openbaar lichaam of eenige openbare instelling; f. Afbreuk kan doen aan de weermacht en het zelfvertrouwen van de bevolking; g. Blijkens mededeeling van de regeering of van den opperbevelhebber van land- en zeemacht op eenigerlei andere wijze af breuk doet aan de belangen en (of) de vei ligheid van den staat; Onder de uitdrukking „naar den uiterlij ken vorm", hiel- gebezigd, worden o.m. verstaan a. Het gebruik van sensationeele koppen en sensationeele slagzinnen, welke geen vol doende verantwoording vinden in den in houd van de berichten, waarop ze betrek king hebben; b. Het zoodanig weergeven van officieele berichten, dat de oorspronkelijke strekking niet tot haar recht komt; c. Het opnemen van gruwel-propaganda- berichten d. Het door letterkeuze," opmaak of plaat sing in de pagina verleenen van extra waar de en aandacht aan berichten, uitgaande van een oorlogvoerende mogendheid. NEDERLANDS NEUTRALITEIT. Geen ontheffing wordt geacht te zijn ver leend voor zooverre het drukwerk, geschrift of de teekening hetzij naar inhoud en (of) strekking, dan wel naar den uiterlijken vorm: le. Aandringt en (of) aanstuurt op het verlaten door Nederland van het beginsel en (of) het standpunt der neutraliteit; 2e. Eenige mededeeling bevat zonder toestemming van de bevoegde militaire autoriteit met betrekking tot het even tueele bedreigen, in gevaar brengen o£ schenden van de Nederlandsche neutrali teit door eenige oorlogvoerende mogend heid, dan wel met betrekking tot eenige poging daartoe; 3e. Twijfel kan doen wekken aangaande, dan wel betwist de neutrale houding der Nederlandsche regeering, het Nederland sche volk, of de Nederlandsche pers in 'haar geheel 4e. De neutrale houding van eenig Ne- derlandsch persorgaan, dagblad of perio diek zonder ernstige, aan het landsbelang ontleende redenen verdacht maakt, betwist of in twijfel stelt; 5e. Bijlkens mededeeling van de regee ring of van den opperbevelhebber van land en zeemacht op eenigerlei andere wijze af breuk doet aan de bleangen en (of) de vei ligheid van den staat. DE AANSPRAKELIJKHEID. Drukkers of uitgevers van nader door of vanwege het militair gezag aan te geven drukwerken, geschriften en teekeningen zijn verplicht om op vordering van dat ge zag van elke uitgave of herdruk den titel, den naam van den auteur en (of) den straf rechtelijk aansprakelijken redacteur alsme de de korte inhoudsopgave, dan wel het drukwerk, geschrift of de teekening zelf, schriftelijk ter kennis van dat gezag te brengen. Het militair gezag is voorts bevoegd indien daartoe naar zijn oordeel aanleiding bestaat na kennisneming van de korte inhoudsopgave alsnog een exemplaar van het drukwerk, geschrift of de teekening ter inzage te vragen, teneinde van den volledi- gen inhoud te kunnen kennis nemen. Overtreding van eenige bepaling dezer verordening wordt overeenkomstig het be paalde in art. 47 van de wet van 23 Mei 1899 (Staatsblad no. 128) gestraft met hechtenis van ten hoogste een jaar of geld boete van ten hoogste duizend gulden. Met de handhaving en met de zorg voor de naleving van deze verordening, alsmede niet de opsporing van krachtens eenige be paling van deze verordening strafbare fei ten zijn belast, naast en behalve de door het militair gezag met het toezicht op de pers belaste officieren: le. de ambtenaren, bedoeld in art. 141 van het Wetboek van strafvordering; 2e. het personeel der -Koninklijke Maré chaussee 3e. het personeel der militaire politie. Schadeloosstelling bij vordering van roerende goederen. Onlangs is bekend gemaakt, dat een com missie, onder voorzitterschap van dr. D. L. Uyttenbogaart te Heemstede, zal optreden als beroeps-instantie terzake van de scha deloosstelling bij de vordering van roeren de goederen. Deze commissie is ingesteld bij Kon. Besluit van 15 April 1940 op voor dracht van de Ministers van Economische Zaken en van Defensie. Als secretaris is aangewezen het lid der commissie, mr. J. B. W. P. Kickert. Omtrent de taak der commissie kan nog worden medegedeeld, dat deze voortvloeit uit de in de Algemeene Vorderingswet 1939 voorkomende bepaling, dat een belangheb bende, die zich niet accoord kan verklaren met de schadeloosstelling, welke bij de vor dering door of namens den betrokken mi nister is aangeboden, zich met een ongeze geld verzoekschrift tot dezen minister kan wenden. Indien de minister het bij dit ver zoekschrift van den staat gevorderde be drag betwist, zendt hij dit schrijven door naar de commissie, welke dan de schade loosstelling in hoogste ressort vaststelt. Uit het bovenstaande volgt, dat de com missie niet uit zichzelf bezwaarschriften in behandeling neemt. Tevens, dat haar taak zich beperkt tot de vaststelling van de schadeloosstelling bij de vordering van roe rende goederen, waarbij zij niet treedt in een beoordeeling van de motieven, wellce tot de vordering hebben beleid. En tenslot te, dat de betrokken vorderingen moeten zijn gedaan op basis van de Alg. Vorderings wet 1939. De militaire vorderingen, voor De brug over de Zandkreek Het zal ie vraag zijn, of de aanbesteding lukt Gedeputeerde Staten van Zeeland zullen gelijk men weet op 8 Mei a.s le Middelburg aanbesteden een tweetal onder deden van de gezamenlijke werken voor den bouw van de geprojecteerde brug over de Zandkreek, die Noord-Beveland uit zijn vooral dezen winter in hevige mate ge voelde isolement zal verlossen. Aanbesteed worden twee bestekken, nl. het maken van den onderbouw voor de brug met bij komende werken en voorts het. leveren en plaatsen van vft'f stalen vakwerkbruggen, eveneens met bijkomende werken. Wanneer hel resultaat van deze beide aanbestedingen zoodanig is, dat tot den bouw kan worden besloten, worden de resteerende werken, als de bouw van een viaduct en het maken van een toegangsweg spoedig daarop aanbe steed, Zooals uit het vorenstaande blijkt, staat nog geenszins vast dat binnenkort een aanvang met den bouw van deze felbe geerde brug zal kunnen worden gemaald. De kostenberekening, het financierings schema en de exploitatierekening zijn in 193S opgesteld en op de toen geldende ver houdingen en prijzen gebaseerd. De inmid dels uitgebroken oorlog met de daaraan verbonden prijsstijging der materialen en grondstoffen zal tengevolge hebben dat. de geraamde cijfers verre overschreden wor den. Afgewacht moet nu worden in wel ke male dit het geval zal zijn. De gezamenlijke kosten voor den bouw van de brug zijn indertijd door het depar tement van Waterstaat geraamd op 1,320,000, In dit bedrag was 165.000 verdisconteerd voor den aanleg van den Zuidelijken toegangsweg, welk bedrag het Rijk voor zijn rekening neemt, daar deze weg op het Rijkswegenplan voorkomt, zoo dat de kosten per saldo 1,155,000 be dragen. De provincie besloot de winst op het veer KortgeneWolphaartsdijk gedu rende de drie jaren, voorafgaande aan de overbrugging, ter beschikking der brug- piannen te stel]ei:. Deze winst werd ge raamd op 95,000, zoodat voor de brug 1.050,000 geleend zal moeten worden. Deze leening verstrekt het Rijk middels hei: Werkfonds tegen 2Vj interest, af te lossen in 25 jaren. Op deze basis is een financieringsplan opgesteld, dat rekening houdt met exploi tatie door de pr-ovincie Zeeland, die ge durende 25 jaren een jaarlijksclie bijdra ge verleent ad 10,000. terwijl de ge meenten en polders van Noord-Beveland tezamen gedurende die 25 jaren 5000 jaarlijks bijdragen. De ontbrekende kos ten worden bestreden uit een tolheffing gedurende eveneens 25 jaren, waartoe in middels een wet door de Slaten-Generaal is aangenomen. Het is te betreuren dat, nu na jarenlange voorbereiding alles in kannen en kruiken was, de ingetreden prijsstijging roet in het eten dreigt te gooien. Niettemin blijft de kans bestaan dat de uitslag van de te houden aanbesteding een dusdanige is. dal alle uitstel ongewenscht zou zijn en da .G.ed. _Staten onverwijld lot. den bouw zul len besluiten. Mocht diTnfet hét geval zijn, dan zullen de brugplannen ongetwijfeld in de eerstvolgende zitting der Provinciale Staten opnieuw ter tafel komen. zoover zij zijn geschied op grond van an dere wetten, zooals de Inkvvartieringswet e.d., vallen dus buiten de werkingssfeer dei- commissie. MET GOEDKOPESCHERPE ZEEP SPAART U GEEN GELD: BLIJF BW SUNLIGHT. Hel zachte, veile Sunlight-sop verte ij derl al het vuil vlug en veilig ^5 W; H to goed gaat tweemaal zo lang mee en lekke f fris, dat het ruikt! en nooit zeep van onbekende herkomst. (Ingez. Med.). Door WILKIE COLLINS. Nederlandsche bewerking van A. A. HUMME Jr. 29). HOOFDSTUK V. Ik liet verschrikt het gordijn los. Wat zou Ji(j van plan zijn? Zou hij ons in den steek laten met onze Kleeding voor Moeders, of zich uit het. comité terugtrekken? Deze twijfel werd zoo ondragelijk, dat ik juist van plan was uit mijn schuilplaats te voor schijn te komen om hem te smeeken, uit naam van alle dames-comité's in Londen, zich nader te verklaren, toen ik een twee de stem in de kamer hoorde, die mij on aangenaam in de ooren klonk die van Rachel Verinder. „Waarom ben je hierheen gekomen. God frey?" vroeg zij. „Waarom ben je niet in de bibliotheek gegaan?" Hp lachte en antwoordde: „Juffrouw Clack zit in de bibliotheek". Clack in de bibliotheek!" Zij ging met een op den divan zitten. „Je hebt gelijk, Godfrey. Dan kunnen we beter hier bljj- Ik begon het benauwd te krijgen. Na wat ik juist gehoord had, was het onmogelijk om mij te vertoonen en ik kon mij even min verwijderen, daar er, behalve den schoorsteen, geen anderen uitweg bestond. „Ga niet naast m\j zitten, Godfrey, maar neem een stoel", zei Rachel. „Ik 'zie de menschen graag tegenover mij, wanneer ik met ben spreek". Hij voldeed aan dit verzoek en nu kon ik, door een kier, precies zijn gezicht zien, waarop ik, tot mijn afschuw, dezelfde ver heerlijkte uitdrukking zag, waarmede hij in Exeter Hall, ten bate van duizenden on gelukkige medeschepselen, zijn pleidooi hield en waardoor hij mij voor zicii had gewonnen. Natuurlijk kon zij evenmin weer stand aan hem bieden en nu begreep ik de beteekenis van de woorden, die hij zich had laten ontvallen, toen hij zich alleen waande. „Heb je onze afspraak vergeten, God frey? De laatste maal, dat wij elkaar al leen spraken, in onzen tuin in Yorkshire, hebben we toch afgesproken, dat wij niet meer dan neef en nicht voor elkaar zouden zijn". „Ik vergeet die afspraak iederen keer dat ik je zie, Rachel". „Kom dan maar niet meer'hier". „Dat helpt niets. Het vergaat mij precies zoo, als ik maar aan je denk. O. Rachel! Gisteren heb je nog gezegd, dat je een be ter oordeel over mij hebt, dan je ooit tevo ren had gekoesterd. Is het dwaasheid om daar luchtkasteelen op te bouwen op te hopen, dat eens de dag zal komen, waarop je hart gunstig jegens mij gestemd zal zijn! Als dit zoo is, zeg het dan'niet! Laat mii tenminste de illusie, liefste, waarmee ik mij kan troosten, als je mij niets anders geven kunt!" Zijn stem trilde en hij bracht zijn zak doek naar zijn oogen. Hef. leek warempel wel Exeter Hall. Alleen het publiek, het applaus en het glaasje water ontbraken! Zelfs haar hard gemoed scheen getrof fen. Ik hoorde haar tenminste op meer be langstellenden toon vragen: „Weet je ze ker, Godfrey, dat je werkelijk zoovc-el van mij houdt?" „Absoluut, Rachel! Ik heb alle interesse in het leven verloren en denk slechts aan Uwe vrede hange niet af van den mond der menschen doch van uw geweten. jou. Geloof mij, zelfs heb liefdadigheidswerk staat mij tegen en als ik een dames-comité zie, zou ik het liefst aan het andere eind van de wereld willen zitten". „.Ie hebt nu gezegd, wat jij op hel hart hebt. Misschien zal je van je ongelukkige liefde genezen zijn, wanneer je mij hebt aangehoord. Veronderstel, dat je niet mij, maar een andere vrouw lief had". „Ja?" „Veronderstel, dat je ontdekte, dat die vrouw je liefde niet: waard was: dat je er van overtuigd was, dat je jezelf verlaagde door zelfs maar aan haar te denken en dat de gedachte, met haar te trouwen, je zou doen blozen van schaamte?" „Ja?" „En vex-onderstel, dat., niettegenstaande dat; alles, het onmogelijk voor je zou zijn, haar uit je hart te bannen; dat het gevoel, dat. zij in je had gewekt, toen je nog in haar geloofde, niet meer te loochenen was. Veronderstel, dat de liefde, die dit ongeluk kige schepsel in je wakker had geroepen O, ik kan geen woorden vinden om het je duidelijk te maken. Hoe kan ik een man uitleggen, dat een gevoel, hetwelk mij af schuw inboezemt, mij tegelijkertijd fasci neert? Het is als een gif, dat. voor mijn le ven onmisbaar is geworden. Ga heen, God frey! Ik lijk wel gek om zoo te praten. Of neen, blijf ik wil niet, dat je een ver keerden Indruk meeneemt. Ik moet je nog vertellen wat ik in mijn verdediging kan aanvoeren Hij weet niet hij zal nooit te weten komen, wat ik jou vertéld heb. Ik zal hem nooit meer zien. wat er ook ge- beure, nooit, nooit weerVraag niet wie hij S Zij keerde zich hierna plotseling om, sloeg met haar vuisten tegen de leuning van den divan en barstte in snikken uit. Ik was natuurlijk stom verbaasd over zulk gedrag, maar nog meer over mijnheer God frey, die voor haar neerknielde en zijn ar men om haar heen sloeg. „Je bent een edel schepsel", riep hij uit, „om de waarheid te durven verkondigen en liever je gevoel van eigenwaarde op te of feren dan den man, die je lief heeft". Ik zou nu zeker mijn ooren hebben dicht- gestopt, als Rachel niet op dat oogenblik de eerste verstandige woorden gesproken had. „Godfrey", zei ze. ,,je Hjkt wel gek!" „Liefste, ik heb nooit verstandiger woor den gesproken in ons beider belang. Denk eens aan de toekomst! Moet je geluk wor den opgeofferd voor een man, die je ge- voelens jegens hem niet eens kent en dien je vast besloten bent, niet meer te zien? Ben je niet aan jezelf verplicht, deze on gelukkige liefde te vergeten, en denk je dat te kunnen doen op die manier, waarop je nu leeft? Tracht meer aandacht te schen ken aan andere dan wereldsche dingen. Een man, die je lief heeft en vereert; een rus tig tehuis, waaraan je je wijden kunt probeer daarin troost te vinden, Rachel. Th vraag niet om je liefde met je genegen heid en vriendschap ben ik reeds tevreden". ,.Pas op, Godfrey! Je oppert een moge lijkheid, waar ik nooit eerder aan heb ge dacht. Je woorden openen voor mij een nieuw verschiet, waar ik dacht geen voor uitzichten meer te hebben. Ik waarschuw je, dat ik mij in zoo'n wanhopigen toe stand bevind, dat ik, als je nog langer aan dringt, je op je eigen voorwaarden zal trouwen. Neem je dus in acht en vertrek". „Ik zal niet opstaan, voor je mij het ja woord gegeven hebt". „Als ik „ja" zeg, zal jij er spijt van heb ben en ik zal er spijt van hebben, als het te laat is". „Lieveling, wij zullen beiden den dag ze genen, waarop ik zoo aandrong en jij ten laatste toegaf". „Je zult me niet overhaasten, Godfrey?" „Ik zal geduldig zijn". „En je zult niet meer van mij vragen, dan ik geven kan?" „Mijn engel! Ik vraag alleen om jou". „Neem mij dan". Met deze woorden accepteerde zij zijn aanzoek. Hij ging naast haar zitten. „Zal ik het aan je lieve moeder vertellen?" vroeg hij. „Of wil jij het doen?" Zij sloeg beide voorstellen af. „We zullen haar niets vertellen, totdat zij hersteld is. Ik wil het voorloopig geheim houden. Godfrey. Ga nu en kom vanavond terug. We zijn al lang genoeg samen hier geweest". Zij stond op en keek voor de eerste maal in de richting van de dichtgetrokken gor dijnen, waarachter mijn martelaarschap „Wie heeft die gordijnen dicht gemaakt?" riep zij uit. „Het is hier al warm genoeg, zonder op die manier de frissche lucht bui ten te sluiten". Zij liep op de gordijnen toe. Op hetzelfde oogenblik, dat zij haar hand uitstrekte en mijn ontdekking onvermijdelijk scheen, bracht de stem van den huisknecht haat- van haar voornemen af. „Juffrouw Rachel!" riep hij angstig. „Waar is u, juffrouw Rachel?" Zij deed verschrikt een stap terug, op hetzelfde oogenblik dat de huisknecht de kamer binnenkwam. „Wilt u gauw bene den komen, juffrouw?" zei hij. „Mevrouw is flauw gevallen en wij kunnen haar niet bijbrengen". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 5