KRONIEK TO OEN MO
Nederland neutraal, ook in de pers!
SUNLIGHT ZEEP
De Maansteen
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN DONDERDAG 25 APRIL 1940. No. 98.
Guerilla en vliegtuig.
Het is heel lastig om zich een denkbeeld
te vormen van den strijd in Noorwegen.
De groote buitenlandsche persbureaux zijn
geworden tot eigenlijk niet meer dan pro
paganda-bureaux. Alle nieuws, dat binnen
komt, is nieuws-met-een-tintje. En het is
niet zoo, dat men de tintjes kan gaan men
gen en hopen op een tusschenkleur, die dan
wel de waarheid het meest nabij zou ko
men. Als de Duitschers beweren: Wij heb
ben Steinkjer veroverd; de Noren hebben
zich overgegeven, en als tegelijkertijd Reu
ter meldt: De Noren hebben stellingen ge
bouwd te Steinkjer; de Duitsche aanvallen
zijn alle afgeslagen, dan is daar geen mid
denweg. Het gaat niet aan om te zeggen,
dat waarschijnlijk de helft van de plaats in
Duitsche en de andere helft in Noorsche
handen is en dat de helft van de Noren
zich heeft overgegeven, terwijl aan Duit-
schen kant een aantal mannen zijn gesneu
veld, gelijk aan het aantal krijgsgevange
nen. De Duitschers beweren keer op keer,
dat zij Britsche schepen tot zinken hebben
gebracht of zwaar beschadigd. De Engel
schen ontkennen dit steeds, grootendeels.
In e e n opzicht zijn het Duitsche Nieuws
bureau en het Engelsche Reuterbureau het
echter eens: de Duitschers beheerschen de
lucht. Het overwicht aan vliegtuigen schijnt
dus aan de zijde der Duitschers te zijn. De
Engelschen zeggen daarvan intusschen
geen groote nadeelen te ondervinden, waar
tegenover de Duitschers volhouden, dat het
luchtwapen een groote macht is in dit rots
achtige dus voor geregelde troepen «lastig
begaanbaar land.
Churchill heeft gezegd, dat Engeland aan
Noorwegen allen steun zou geven, die mo
gelijk was. En het is duidelijk, dat deze be
lofte van heel ander gehalte was dan die
aan Polen. De Geallieerden hebben er im
mers het grootste belang bij, dat Duitsch-
land Noorwegen niet gaat beheerschen. Een
blik op de kaart maakt duidelijk, dat het
Duitsche luchtwapen een nog veel grooter
gevaar beteekent voor Engeland, als de
vliegtuigen kunnen starten van Noorsche
vliegvelden voor den tocht naar Engeland,
dan wanneer zij uit Duitschland zelf moe
ten komen. De afstand van Noorwegen naar
Noord-Engeland is belangrijk kleiner dan
de afstand van de Duitsche Noordzee-kust
naar Zuid- en midden-Engeland. En in het
Noorden van Groot-Brittannië, in Scapa
Flow, is de groote Britsche vlootbasis.
Algemeen werd dan ook verwacht, dat
Engeland een groote actie zou ondernemen
en onmiddellijk zijn vloot naar Noorwegen
zou sturen. Een deel van de machtige Brit
sche vloot is aan de Noorsche kust versche
nen en heeft zich krachtig geweerd. Maar
de snelle actie, welke de wereld verwachtte,
is blijkbaar nog uitgebleven, al kan ieder
uur den toestand veranderen. In elk geval,
de eerste slag was voor de Duitschers en de
haler van den tweeden slag is nog onbe
kend. De Duitschers hebben Noorwegen niet
met zoo groote snelheid kunnen overmees
teren als zij Denemarken hebben gedaan.
Niet alleen omdat de Noren, voor zoover
het hun mogelijk was, dapper tegenstand
hebben geboden, maar ook omdat het ter
rein hun behalve in het Zuiden alle
gelegenheid daartoe bood. De Noorsche
troepen, die zwakker in aantal en uitrus
ting zrjn dan de Duitsche, hadden het ter
rein in hun voordeel. Een rotsachtig land
als Noorwegen is, met rivieren en riviertjes,
die de vijand moet overtrekken, is bij go-
vechten in het voordeel van dengene, die
er het eerst is. Dit voordeel hadden de No
ren, toen zjj eenmaal gemobiliseerd hadden,
in Noord- en Midden-Noorwegen tegenover
de Duitschers en ditzelfde voordeel hebben
thans de laatsten in het Zuiden en gedeel
telijk in het midden van het land, tegenover
de Engelschen en Noren.
Maar wij leven niet meer in den tijd van
man tegen man en geweer tegen geweer.
Juist in een guerilla kan het vliegtuig
uiterst belangrijk zijn. En als het dan waar
is, dat Duitschland de lucht beheerscht, dan
is het haast niet te begrijpen, dat Engeland
niet snel een luchtvloot naar het Noorden
zendt. De vliegtuigmoederschepen nemen
evenwel over het algemeen slechts betrek
kelijk lichte toestellen mee en geen zware
bommenwerpers. Bovendien is het risico
wel heel groot om eenige van deze kost
bare reuzenschepen naar het gevechtster
rein te sturen. Wat de militair bekeken
De opperbevelhebber neemt straffe
maatregelen.
Op overtreding staat een jaar
gevangenisstraf of 1000
boete.
Als algemeene bekendmaking no. 30 van
den opperbevelhebber van land- en zee
macht bevat de Staatscourant een verorde
ning voor de pers, geldende in het geheele
grondgebied des rijks. De verordening zegt
onder meer:
Het is verboden een dagblad, periodiek,
vlugschrift of eenigerlei ander drukwerk,
geschrift of teekening te drukken, uit te
geven of voorzoover zij in de Neder-
landsehe taal zijn gesteld dan wel in het
Rijk zijn gedrukt of uitgegeven te ver
spreiden, aan te plakken of in den handel
te brengen.
Het in deze verordening bepaalde blijft
van toepassing ook al zijn de bedoelde
drukwerken enz. door den militairen cen-
suurdienst indien deze is ingesteld
vrijgelaten.
Van het hierboven gestelde verbod kan
door het militair gezag ontheffing worden
verleend. Aan een ontheffing kan het mili
tair gezag voorwaarden verbinden, terwijl
eenmaal vastgestelde voorwaarden door dat
gezag kunnen worden ingetrokken, gewij
zigd of aangevuld.
Ontheffingen kunnen door het -militair
gezag te allen tijde en zonder opgave van
redenen worden ingetrokken.
Ontheffing van liet verbod wordt van
rechtswege geacht te zijn verleend ten aan
zien van alle drukwerken, geschriften en
teekeningen, voor zooverre in deze alge
meene bekendmaking niet anders is be
paald, dan wel door het militair gezag of
den militairen censuurdienst indien deze
is ingesteld bij algemeene bekendmaking
of bijzondere aanzegging niet anders zal
worden bepaald.
Een algemeene bekendmaking of bijzon
dere aanzegging, als hier bedoeld, kan mede
betreffen het drukken, uitgeven, versprei
den, aanplakken of in den handel brengen
van alle drukwerken enz. van een bepaal
den natuurlijken dan wel rechtspersoon of
lichaam, hetzü- door dien natuurlijken of
rechtspersoon of door dat lichaam zelf, het
zij door derden.
WAT VERBODEN IS.
Geen ontheffing wordt geacht te zijn ver
leend voor zooverre het drukwerk, geschrift
of de teekening naar inhoud en (of) strek
king dan wel naar den uiterlijken vorm:
a. In geval van een oorlog, waarin Ne-
eerste klap waard is, blijkt ook hier: de
weinige vliegvelden, die in dit land te vin
den waren, hadden de Duitschers in eenige
uren overvallen, veroverd en voor zichzelf
ingericht.
De strijd in Abessynië was ook een gue
rilla en Italië heeft het luchtwapen daar
meedoogenloos ingezet. De toestand in
Noorwegen verschilt in zooverre met dien
in Abessynië, dat de Geallieerden beschik
ken over luchtafweergeschut en weten hoe
het gevaar het best te bestrijden. Om in de
lucht effectief te kunnen optreden, zouden
de Engelschen gevechtsvliegtuigen en bom
menwerpers moeten zenden uit Engeland
zelf. Het is echter licht te begrijpen, dat zij
hiertoe niet spoedig op groote schaal zullen
overgaan. Hun aanvallen op de door de
Duitschers bezette vliegvelden zijn geschied
door bombardementsvliegtuigen, die onmid
dellijk na den aanval rechtsomkeert maak
ten. De Duitschers trachten het belang van
hun overwicht in de lucht zoo gewichtig
mogelijk voor te stellen. En wij kunnen er
ook wel zeker van zijn, dat de militaire be
velhebber-s in alle landen in spanning toe
zien naar het verloop van den strijd. Voor
het eerst wordt thans het vliegtuig ingezet
om een beschaafd land te veroveren. Wat
zal de afloop zijn?
Italië, dat zijn kracht voor een groot deel
gezocht heeft in een sterke luchtvloot,
wordt waarschijnlijk meer of minder pro-
Duitsch, al naar de resultaten der vliegers
van den as-genoot
derland niet als oorlogvoerende mogend
heid betrokken is, uiting geeft aan gevoe
lens van vijandschap, haat of minachting
tegenover eenige oorlogvoerende mogend
heid, hare overheid of een harer overheids
organen of leidende figuren, dan wel waar
van inhoud en (of) strekking voor zoodani
ge mogendheid, hare overheid of een harer
overheidsorganen of leidende figuren als
beleedigend of noodeloos krenkend moeten
worden beschouwd;
b. Een afbeelding, beschrijving of eenige
bijzonderheid inhoudt met betrekking tot
's lands defensie in het algemeen, dan wel
bijzonderlijk met betrekking tot functies en
standplaatsen van militairen, militair werk
enz., en in het algemeen aiie dergelijke of
andere gegevens omtrent land- en zee
macht, haar taak, bevoorrading, uitrusting
en verrichtingen;
c. Mededeeiingen inhoudt in zake maat
regelen, de evacuatie betreffende of de
voorb'M-i-idm? daarvan door het militair en
(of) burgerlijk gezag waaronder te de
zen wordt verstaan het no.emen van namen
van gemeenten, buurten of streken, welke
voor afvoer der bevolking in aanmerking
komen, van namen van vluchtoorden, in het
algemeen het vermelden van de wijze, waar
op en de land- en waterwegen, waarlangs
de eventueele afvoer der bevolking zal ge
schieden, het vermelden van gedragsregels
voor de bevolking bij evacuatie;
d. Bestemd en (of) geschikt is om de
krijgstucht bij en het zelfvertrouwen in
de weermacht of eenig ander of bestand
deel daarvan te ondermijnen, en in het al
gemeen moet worden geacht gevaar op te
leveren voor den geest van de weermacht
of voor de veiligheid des lands;
e. Beleedigend, dan wel noodeloos kren
kend moet worden geacht voor het open
baar gezag, eenig openbaar lichaam of
eenige openbare instelling;
f. Afbreuk kan doen aan de weermacht
en het zelfvertrouwen van de bevolking;
g. Blijkens mededeeling van de regeering
of van den opperbevelhebber van land- en
zeemacht op eenigerlei andere wijze af
breuk doet aan de belangen en (of) de vei
ligheid van den staat;
Onder de uitdrukking „naar den uiterlij
ken vorm", hiel- gebezigd, worden o.m.
verstaan
a. Het gebruik van sensationeele koppen
en sensationeele slagzinnen, welke geen vol
doende verantwoording vinden in den in
houd van de berichten, waarop ze betrek
king hebben;
b. Het zoodanig weergeven van officieele
berichten, dat de oorspronkelijke strekking
niet tot haar recht komt;
c. Het opnemen van gruwel-propaganda-
berichten
d. Het door letterkeuze," opmaak of plaat
sing in de pagina verleenen van extra waar
de en aandacht aan berichten, uitgaande
van een oorlogvoerende mogendheid.
NEDERLANDS NEUTRALITEIT.
Geen ontheffing wordt geacht te zijn ver
leend voor zooverre het drukwerk, geschrift
of de teekening hetzij naar inhoud en (of)
strekking, dan wel naar den uiterlijken
vorm:
le. Aandringt en (of) aanstuurt op het
verlaten door Nederland van het beginsel
en (of) het standpunt der neutraliteit;
2e. Eenige mededeeling bevat zonder
toestemming van de bevoegde militaire
autoriteit met betrekking tot het even
tueele bedreigen, in gevaar brengen o£
schenden van de Nederlandsche neutrali
teit door eenige oorlogvoerende mogend
heid, dan wel met betrekking tot eenige
poging daartoe;
3e. Twijfel kan doen wekken aangaande,
dan wel betwist de neutrale houding der
Nederlandsche regeering, het Nederland
sche volk, of de Nederlandsche pers in 'haar
geheel
4e. De neutrale houding van eenig Ne-
derlandsch persorgaan, dagblad of perio
diek zonder ernstige, aan het landsbelang
ontleende redenen verdacht maakt, betwist
of in twijfel stelt;
5e. Bijlkens mededeeling van de regee
ring of van den opperbevelhebber van land
en zeemacht op eenigerlei andere wijze af
breuk doet aan de bleangen en (of) de vei
ligheid van den staat.
DE AANSPRAKELIJKHEID.
Drukkers of uitgevers van nader door of
vanwege het militair gezag aan te geven
drukwerken, geschriften en teekeningen
zijn verplicht om op vordering van dat ge
zag van elke uitgave of herdruk den titel,
den naam van den auteur en (of) den straf
rechtelijk aansprakelijken redacteur alsme
de de korte inhoudsopgave, dan wel het
drukwerk, geschrift of de teekening zelf,
schriftelijk ter kennis van dat gezag te
brengen.
Het militair gezag is voorts bevoegd
indien daartoe naar zijn oordeel aanleiding
bestaat na kennisneming van de korte
inhoudsopgave alsnog een exemplaar van
het drukwerk, geschrift of de teekening ter
inzage te vragen, teneinde van den volledi-
gen inhoud te kunnen kennis nemen.
Overtreding van eenige bepaling dezer
verordening wordt overeenkomstig het be
paalde in art. 47 van de wet van 23 Mei
1899 (Staatsblad no. 128) gestraft met
hechtenis van ten hoogste een jaar of geld
boete van ten hoogste duizend gulden.
Met de handhaving en met de zorg voor
de naleving van deze verordening, alsmede
niet de opsporing van krachtens eenige be
paling van deze verordening strafbare fei
ten zijn belast, naast en behalve de door
het militair gezag met het toezicht op de
pers belaste officieren:
le. de ambtenaren, bedoeld in art. 141 van
het Wetboek van strafvordering;
2e. het personeel der -Koninklijke Maré
chaussee
3e. het personeel der militaire politie.
Schadeloosstelling bij vordering
van roerende goederen.
Onlangs is bekend gemaakt, dat een com
missie, onder voorzitterschap van dr. D. L.
Uyttenbogaart te Heemstede, zal optreden
als beroeps-instantie terzake van de scha
deloosstelling bij de vordering van roeren
de goederen. Deze commissie is ingesteld bij
Kon. Besluit van 15 April 1940 op voor
dracht van de Ministers van Economische
Zaken en van Defensie. Als secretaris is
aangewezen het lid der commissie, mr. J.
B. W. P. Kickert.
Omtrent de taak der commissie kan nog
worden medegedeeld, dat deze voortvloeit
uit de in de Algemeene Vorderingswet 1939
voorkomende bepaling, dat een belangheb
bende, die zich niet accoord kan verklaren
met de schadeloosstelling, welke bij de vor
dering door of namens den betrokken mi
nister is aangeboden, zich met een ongeze
geld verzoekschrift tot dezen minister kan
wenden. Indien de minister het bij dit ver
zoekschrift van den staat gevorderde be
drag betwist, zendt hij dit schrijven door
naar de commissie, welke dan de schade
loosstelling in hoogste ressort vaststelt.
Uit het bovenstaande volgt, dat de com
missie niet uit zichzelf bezwaarschriften in
behandeling neemt. Tevens, dat haar taak
zich beperkt tot de vaststelling van de
schadeloosstelling bij de vordering van roe
rende goederen, waarbij zij niet treedt in
een beoordeeling van de motieven, wellce
tot de vordering hebben beleid. En tenslot
te, dat de betrokken vorderingen moeten
zijn gedaan op basis van de Alg. Vorderings
wet 1939. De militaire vorderingen, voor
De brug over de Zandkreek
Het zal ie vraag zijn, of
de aanbesteding lukt
Gedeputeerde Staten van Zeeland zullen
gelijk men weet op 8 Mei a.s le
Middelburg aanbesteden een tweetal onder
deden van de gezamenlijke werken voor
den bouw van de geprojecteerde brug over
de Zandkreek, die Noord-Beveland uit zijn
vooral dezen winter in hevige mate ge
voelde isolement zal verlossen. Aanbesteed
worden twee bestekken, nl. het maken
van den onderbouw voor de brug met bij
komende werken en voorts het. leveren en
plaatsen van vft'f stalen vakwerkbruggen,
eveneens met bijkomende werken. Wanneer
hel resultaat van deze beide aanbestedingen
zoodanig is, dat tot den bouw kan worden
besloten, worden de resteerende werken, als
de bouw van een viaduct en het maken van
een toegangsweg spoedig daarop aanbe
steed,
Zooals uit het vorenstaande blijkt, staat
nog geenszins vast dat binnenkort een
aanvang met den bouw van deze felbe
geerde brug zal kunnen worden gemaald.
De kostenberekening, het financierings
schema en de exploitatierekening zijn in
193S opgesteld en op de toen geldende ver
houdingen en prijzen gebaseerd. De inmid
dels uitgebroken oorlog met de daaraan
verbonden prijsstijging der materialen en
grondstoffen zal tengevolge hebben dat. de
geraamde cijfers verre overschreden wor
den. Afgewacht moet nu worden in wel
ke male dit het geval zal zijn.
De gezamenlijke kosten voor den bouw
van de brug zijn indertijd door het depar
tement van Waterstaat geraamd op
1,320,000, In dit bedrag was 165.000
verdisconteerd voor den aanleg van den
Zuidelijken toegangsweg, welk bedrag het
Rijk voor zijn rekening neemt, daar deze
weg op het Rijkswegenplan voorkomt, zoo
dat de kosten per saldo 1,155,000 be
dragen. De provincie besloot de winst op
het veer KortgeneWolphaartsdijk gedu
rende de drie jaren, voorafgaande aan de
overbrugging, ter beschikking der brug-
piannen te stel]ei:. Deze winst werd ge
raamd op 95,000, zoodat voor de brug
1.050,000 geleend zal moeten worden.
Deze leening verstrekt het Rijk middels
hei: Werkfonds tegen 2Vj interest, af te
lossen in 25 jaren.
Op deze basis is een financieringsplan
opgesteld, dat rekening houdt met exploi
tatie door de pr-ovincie Zeeland, die ge
durende 25 jaren een jaarlijksclie bijdra
ge verleent ad 10,000. terwijl de ge
meenten en polders van Noord-Beveland
tezamen gedurende die 25 jaren 5000
jaarlijks bijdragen. De ontbrekende kos
ten worden bestreden uit een tolheffing
gedurende eveneens 25 jaren, waartoe in
middels een wet door de Slaten-Generaal is
aangenomen.
Het is te betreuren dat, nu na jarenlange
voorbereiding alles in kannen en kruiken
was, de ingetreden prijsstijging roet in het
eten dreigt te gooien. Niettemin blijft de
kans bestaan dat de uitslag van de te
houden aanbesteding een dusdanige is. dal
alle uitstel ongewenscht zou zijn en da
.G.ed. _Staten onverwijld lot. den bouw zul
len besluiten. Mocht diTnfet hét geval zijn,
dan zullen de brugplannen ongetwijfeld in
de eerstvolgende zitting der Provinciale
Staten opnieuw ter tafel komen.
zoover zij zijn geschied op grond van an
dere wetten, zooals de Inkvvartieringswet
e.d., vallen dus buiten de werkingssfeer dei-
commissie.
MET GOEDKOPESCHERPE ZEEP SPAART
U GEEN GELD: BLIJF BW SUNLIGHT. Hel zachte,
veile Sunlight-sop verte ij derl al het vuil vlug en veilig
^5 W; H to goed gaat tweemaal zo lang mee en lekke f
fris, dat het ruikt!
en nooit zeep van onbekende herkomst.
(Ingez. Med.).
Door WILKIE COLLINS.
Nederlandsche bewerking van
A. A. HUMME Jr.
29).
HOOFDSTUK V.
Ik liet verschrikt het gordijn los. Wat zou
Ji(j van plan zijn? Zou hij ons in den steek
laten met onze Kleeding voor Moeders, of
zich uit het. comité terugtrekken? Deze
twijfel werd zoo ondragelijk, dat ik juist
van plan was uit mijn schuilplaats te voor
schijn te komen om hem te smeeken, uit
naam van alle dames-comité's in Londen,
zich nader te verklaren, toen ik een twee
de stem in de kamer hoorde, die mij on
aangenaam in de ooren klonk die van
Rachel Verinder.
„Waarom ben je hierheen gekomen. God
frey?" vroeg zij. „Waarom ben je niet in de
bibliotheek gegaan?"
Hp lachte en antwoordde: „Juffrouw
Clack zit in de bibliotheek".
Clack in de bibliotheek!" Zij ging met
een op den divan zitten. „Je hebt gelijk,
Godfrey. Dan kunnen we beter hier bljj-
Ik begon het benauwd te krijgen. Na wat
ik juist gehoord had, was het onmogelijk
om mij te vertoonen en ik kon mij even
min verwijderen, daar er, behalve den
schoorsteen, geen anderen uitweg bestond.
„Ga niet naast m\j zitten, Godfrey, maar
neem een stoel", zei Rachel. „Ik 'zie de
menschen graag tegenover mij, wanneer ik
met ben spreek".
Hij voldeed aan dit verzoek en nu kon
ik, door een kier, precies zijn gezicht zien,
waarop ik, tot mijn afschuw, dezelfde ver
heerlijkte uitdrukking zag, waarmede hij
in Exeter Hall, ten bate van duizenden on
gelukkige medeschepselen, zijn pleidooi
hield en waardoor hij mij voor zicii had
gewonnen. Natuurlijk kon zij evenmin weer
stand aan hem bieden en nu begreep ik de
beteekenis van de woorden, die hij zich had
laten ontvallen, toen hij zich alleen waande.
„Heb je onze afspraak vergeten, God
frey? De laatste maal, dat wij elkaar al
leen spraken, in onzen tuin in Yorkshire,
hebben we toch afgesproken, dat wij niet
meer dan neef en nicht voor elkaar zouden
zijn".
„Ik vergeet die afspraak iederen keer dat
ik je zie, Rachel".
„Kom dan maar niet meer'hier".
„Dat helpt niets. Het vergaat mij precies
zoo, als ik maar aan je denk. O. Rachel!
Gisteren heb je nog gezegd, dat je een be
ter oordeel over mij hebt, dan je ooit tevo
ren had gekoesterd. Is het dwaasheid om
daar luchtkasteelen op te bouwen op te
hopen, dat eens de dag zal komen, waarop
je hart gunstig jegens mij gestemd zal zijn!
Als dit zoo is, zeg het dan'niet! Laat mii
tenminste de illusie, liefste, waarmee ik mij
kan troosten, als je mij niets anders geven
kunt!"
Zijn stem trilde en hij bracht zijn zak
doek naar zijn oogen. Hef. leek warempel
wel Exeter Hall. Alleen het publiek, het
applaus en het glaasje water ontbraken!
Zelfs haar hard gemoed scheen getrof
fen. Ik hoorde haar tenminste op meer be
langstellenden toon vragen: „Weet je ze
ker, Godfrey, dat je werkelijk zoovc-el van
mij houdt?"
„Absoluut, Rachel! Ik heb alle interesse
in het leven verloren en denk slechts aan
Uwe vrede hange niet af van den
mond der menschen doch van uw
geweten.
jou. Geloof mij, zelfs heb liefdadigheidswerk
staat mij tegen en als ik een dames-comité
zie, zou ik het liefst aan het andere eind
van de wereld willen zitten".
„.Ie hebt nu gezegd, wat jij op hel hart
hebt. Misschien zal je van je ongelukkige
liefde genezen zijn, wanneer je mij hebt
aangehoord. Veronderstel, dat je niet mij,
maar een andere vrouw lief had".
„Ja?"
„Veronderstel, dat je ontdekte, dat die
vrouw je liefde niet: waard was: dat je er
van overtuigd was, dat je jezelf verlaagde
door zelfs maar aan haar te denken en dat
de gedachte, met haar te trouwen, je zou
doen blozen van schaamte?"
„Ja?"
„En vex-onderstel, dat., niettegenstaande
dat; alles, het onmogelijk voor je zou zijn,
haar uit je hart te bannen; dat het gevoel,
dat. zij in je had gewekt, toen je nog in
haar geloofde, niet meer te loochenen was.
Veronderstel, dat de liefde, die dit ongeluk
kige schepsel in je wakker had geroepen
O, ik kan geen woorden vinden om het je
duidelijk te maken. Hoe kan ik een man
uitleggen, dat een gevoel, hetwelk mij af
schuw inboezemt, mij tegelijkertijd fasci
neert? Het is als een gif, dat. voor mijn le
ven onmisbaar is geworden. Ga heen, God
frey! Ik lijk wel gek om zoo te praten. Of
neen, blijf ik wil niet, dat je een ver
keerden Indruk meeneemt. Ik moet je nog
vertellen wat ik in mijn verdediging kan
aanvoeren Hij weet niet hij zal nooit te
weten komen, wat ik jou vertéld heb. Ik
zal hem nooit meer zien. wat er ook ge-
beure, nooit, nooit weerVraag niet wie hij
S Zij keerde zich hierna plotseling om,
sloeg met haar vuisten tegen de leuning
van den divan en barstte in snikken uit.
Ik was natuurlijk stom verbaasd over zulk
gedrag, maar nog meer over mijnheer God
frey, die voor haar neerknielde en zijn ar
men om haar heen sloeg.
„Je bent een edel schepsel", riep hij uit,
„om de waarheid te durven verkondigen en
liever je gevoel van eigenwaarde op te of
feren dan den man, die je lief heeft".
Ik zou nu zeker mijn ooren hebben dicht-
gestopt, als Rachel niet op dat oogenblik
de eerste verstandige woorden gesproken
had.
„Godfrey", zei ze. ,,je Hjkt wel gek!"
„Liefste, ik heb nooit verstandiger woor
den gesproken in ons beider belang. Denk
eens aan de toekomst! Moet je geluk wor
den opgeofferd voor een man, die je ge-
voelens jegens hem niet eens kent en dien
je vast besloten bent, niet meer te zien?
Ben je niet aan jezelf verplicht, deze on
gelukkige liefde te vergeten, en denk je dat
te kunnen doen op die manier, waarop je
nu leeft? Tracht meer aandacht te schen
ken aan andere dan wereldsche dingen. Een
man, die je lief heeft en vereert; een rus
tig tehuis, waaraan je je wijden kunt
probeer daarin troost te vinden, Rachel. Th
vraag niet om je liefde met je genegen
heid en vriendschap ben ik reeds tevreden".
,.Pas op, Godfrey! Je oppert een moge
lijkheid, waar ik nooit eerder aan heb ge
dacht. Je woorden openen voor mij een
nieuw verschiet, waar ik dacht geen voor
uitzichten meer te hebben. Ik waarschuw
je, dat ik mij in zoo'n wanhopigen toe
stand bevind, dat ik, als je nog langer aan
dringt, je op je eigen voorwaarden zal
trouwen. Neem je dus in acht en vertrek".
„Ik zal niet opstaan, voor je mij het ja
woord gegeven hebt".
„Als ik „ja" zeg, zal jij er spijt van heb
ben en ik zal er spijt van hebben, als het
te laat is".
„Lieveling, wij zullen beiden den dag ze
genen, waarop ik zoo aandrong en jij ten
laatste toegaf".
„Je zult me niet overhaasten, Godfrey?"
„Ik zal geduldig zijn".
„En je zult niet meer van mij vragen,
dan ik geven kan?"
„Mijn engel! Ik vraag alleen om jou".
„Neem mij dan".
Met deze woorden accepteerde zij zijn
aanzoek. Hij ging naast haar zitten. „Zal ik
het aan je lieve moeder vertellen?" vroeg
hij. „Of wil jij het doen?"
Zij sloeg beide voorstellen af.
„We zullen haar niets vertellen, totdat
zij hersteld is. Ik wil het voorloopig geheim
houden. Godfrey. Ga nu en kom vanavond
terug. We zijn al lang genoeg samen hier
geweest".
Zij stond op en keek voor de eerste maal
in de richting van de dichtgetrokken gor
dijnen, waarachter mijn martelaarschap
„Wie heeft die gordijnen dicht gemaakt?"
riep zij uit. „Het is hier al warm genoeg,
zonder op die manier de frissche lucht bui
ten te sluiten".
Zij liep op de gordijnen toe. Op hetzelfde
oogenblik, dat zij haar hand uitstrekte en
mijn ontdekking onvermijdelijk scheen,
bracht de stem van den huisknecht haat-
van haar voornemen af.
„Juffrouw Rachel!" riep hij angstig.
„Waar is u, juffrouw Rachel?"
Zij deed verschrikt een stap terug, op
hetzelfde oogenblik dat de huisknecht de
kamer binnenkwam. „Wilt u gauw bene
den komen, juffrouw?" zei hij. „Mevrouw
is flauw gevallen en wij kunnen haar niet
bijbrengen". (Wordt vervolgd).