MIDDELBURGSCHE COURANT (&GOESCHE COURANT) Nederland! is neutraal naar alle zijden. Honderdduizend mraaira NUMMER 88 183e JAARGANG Dagblad. Uitgave C.V. De Middel- burgsche Courant. Bureaux: te MIDDELBURG: St. Pieterstraat 28, Tel. Redactie 269, Administratie 139; te GOES: Turfkade, Tel. 2863. Post giro 359300. Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes 2.30, elders 2.50 per kwartaal. Weekabonne menten in Middelburg en Goes 18 ct. m drie bladen eerste blad 13 APRIL 1940. Advertentiën 30 cent per regel, ingezonden mededeelingen 60 cent per regel. Bij contract lager. Tarief op aanvraag. Familieberichten en dankbetuigingen minimum 2.10. „Kleine Advertenties", maximum 6 regels, 75 cent, bij vooruitbetaling. „Brieven, of adres bureau v. d. blad" 10 cent extra. Bewijsnummers 5 ct. Tweede Oranjeboek protesteert tegen de schendingen van onze rechten. Verontwaardiging over de torpedeering van Nederlandsche schepen. Een trouwe weerspiegeling van de even wichtige Nederlandsche neutraliteitspoli tiek wordt geleverd door het zoo juist ver schonen tweede Oranjeboek, waarin het De partement van Buitenlandsche Zaken de voornaamste aangelegenheden, in de pario de NovemberApril behandeld, voor zoover zij voor openbaarmaking geschikt waren, heeft vervat. Een groot deel van dit nieuwe Oranje- - boek, dat, dikker dan het voorgaande, 53 folio-pagina's bevat, wordt ingenomen door de gedachtenwisseling onzer diplomatieke - vertegenwoordigers met belligerente Re geeringen over gevallen, waarin onzerzijds tegen rechtsschending moest worden gepro testeerd. Dat de Nedei'landsche Regeering naar beide zijden voor de handhaving der neutraliteit is opgekomen, blijkt overal uit het Oranjeboek, waarin zoowel een aantal gevallen is opgenomen, waarin Nederland zich genoopt heeft gezien zich tegen hande lingen van de Geallieerde zijde te keeren, als gevallen zijn vermeld, waarin dit tegen optreden van Duitsehe zjjde is geschied. DE VREEMDE VLIEGTUIGEN. „In de periode van November tot Maart", aldus het Oranjeboek, „is het Nederlandsch rechtgebied herhaalde malen overvlogen door vliegtuigen der oorlogvoerenden. De Nederlandsche krijgsmacht heeft steeds met alle beschikbare middelen dergelijke schen dingen tegengegaan. De afweerbatterijen op den grond hebben bij dag en bij nacht op ieder vreemd vlieg tuig, dat binnen hun bereik kwam, gevuurd en menigmaal zijn Nederlandsche jacht- vliegtuigen opgestegen om de gesignaleerde vliegtuigen te verdrijven, waarbij het meer dan eens tot een luchtgevecht kwam. Telkenmale wanneer de nationaliteit van het overvliegende vliegtuig kon worden vastgesteld, is bij de Regeering van het land waartoe het vliegtuig behoorde, geprote- steerd. In die gevallen, waarin de wederpartij de 'schending erkende, werden door haar ver ontschuldigingen aangeboden.. Indien de nationaliteit der vliegtuigen niet kon worden vastgesteld, werden aan beide partijen "inlichtingen gevraagd. Vrij wel steeds volgde als antwoord op een der gelijk verzoek om inlichtingen, dat niet de eigen vliegtuigen maar die van den tegen stander de schuldigen waren. Drie gevallen hebben zich voorgedaan, waarin Nederlandsche vliegtuigen boven ons grondgebied door een Duitsch vliegtuig wer den beschoten. Het eerste geval deed zich op IS Novem ber 1939 boven Vlieland voor, het tweede den volgenden dag'nabij Schiermonnikoog en het derde geval op 25 Febr. boven Noord- Brabant. In alle drie gevallen is te Berlijn geprotesteerd. In de eerste twee gevallen heeft de Duitsehe regeering een tegenpro- test ingediend, het derde voorval werd door de Duitsehe regeering betreurd. Een droevig hoofdstuk De Nederlandsche vertoogen en verzoeken tot het instellen van een onderzoek naar aanleiding van de vernietiging van een aan tal Nederlandsche schepen en de verdere briefwisseling voor enkele gevallen, waarin de Nederlandsche scheepvaart in gevaar is gebracht, zijn in het Oranjeboek in een af zonderlijk hoofdstuk opgenomen. In het geval van de „Sliedrecht" heeft Hr. Ms. gezantschap te Berlijn in een nota-ver baal de Duitsehe regeering verzocht: „een onderzoek in te stellen en maatregelen te treffen tegen den commandant van de on derzeeboot, die zich aan deze daad heeft schuldig gemaakt. De commandant heeft onschuldige onderdanen van een neutraal land in open booten, en dat nog wel in een slecht jaargetijde, in volle zee aan de geva ren der zee prijsgegeven en daardoor hun dood veroorzaakt. Bovendien is de vernietiging van de „Slie drecht" in strijd met het protocol van Lon den van 22 April 1930, houdende de regelen voor het optreden van onderzeebooten te genover handelsschepen (tot welk protocol Duitschland op 23 November 1936 is toe getreden), aangezien onvoldoende maatre gelen voor de veiligheid van de bemanning werden getroffen. Op deze gronden heeft het gezantschap opdracht gekregen in- naam van de Neder landsche regeering met den'meesten nadruk te protesteeren tegen de vernietiging van de „Sliedrecht" en de behandeling van de opvarenden en mede te deelen, dat de Ne derlandsche regeering zich voorbehoudt, haar rechten met betrekking tot het ver lies aan menschenlevens en ook overigens tc doen gelden". De Duitsehe regeering echter erkende het protest niet, waarna een tweede nota verbaal van het gezantschap - volgde. Deze zeer uitvoerige nota-verbaal betwist, dat de Duitsehe duikbootcommandant verzekerd kon zijn geweest van de veiligheid der op varenden en acht de torpedeering bovendien onrechtmatig, omdat het schip niet vatbaar was voor verbeurdverklaring. Het aanloo- pen van Kirkwall kon in dit geval geen ver moeden van vijandelijke bestemming wetti gen. „Het zou een onduldbaar gevolg voor de neutrale scheepvaart zjjn, indien de om standigheid, dat met betrekking tot een neutraal schip door één der oorlogvoerende staten dwang wordt uitgeoefend om een be paalde haven aan te loopen, dit den ande ren oorlogvoerenden staat het recht zou ge ven, tegen dit schip daden van geweld, zoo als vernietiging, te plegen." GING DÉ „BOLIVAR" ONDER DOOR EEN BRITSCHE OF EEN DUITSCHE MIJN? De droevige ondergang van de „Simon Bolivar" gaf de regeering aanleiding zich met de vraag, of op de plaats, waar het schip verloren is gegaan, harerzijds mijnen waren gelegd, zoowel tot de Duitsehe als tot de Engelsehe regeering te wenden. De Duitsehe regeering deelde in haar antwoord mede: „Het volkenrecht stelt het bekend maken van mijnenvelden door de oorlog voerende mogendheden slecht in zooverre verplicht als de militaire overwegingen zulks toelaten. De havens van de Engelsehe Oostkust dienen echter, zooals bekend is, als steunpunt voor de Britsche oorlogsvloot. Een ontijdige bekendmaking van de van Duitsehe zijde tegen de Britsche zeestrijd krachten in dit gebied getroffen maatrege len zou ieder militair succes van te voren uitsluiten. De Ryksregeering is derhalve ook op dit oogenblik niet in staat de vraag, of op de plaats waar de „Simon Bo livar" is ondergegaan. Duitsehe mijnen ge legd waren, te beantwoorden. Het Nederlandsche gezantschap betwistte deze „volkomen onaanvaardbare" opvatting in een nota-verbaal, waarop intusschen een antwoord van de Duitsehe regeering nog kan worden verwacht. De Nederlandsche regeering heeft zich ook tegenover Engeland alle rechten voor behouden voor het geval, dat de ondergang van de „Bolivar" veroorzaakt zou blijken te zijn door een Engelsehe mijn. „EEN DAAD VAN WILLEKEUR EN GEWELD. De torpedeering van de „ArendsTcerk", en de vermoedelijke torpedeering van de „Tajandoen" bespreekt het Oranjeboek ook uitvoerig. De Nederlandsche regeering heeft bv. met nadruk tegengesproken, dat de torpedeering van de „Arendskerk" rechtmatig zou zijn geschied,'. De Vorm van ieder protest is bepaald naar den ernst van de betrokken inbreuk op onze rechten. Over de torpedeering van de „Burgers- dijk", waarbij de Duitsehe duikbóotcom- mandant de scheepspapieren van het Ne derlandsche schip niet eens wenschte in te zien. schrijft het Oranjeboek het volgen de: „Nog afgezien van de vraag, of de vei ligheid van de bemanning voldoende ge waarborgd was, heeft de onverantwoorde lijke houding van den commandant van de onderzeeboot, die weigerde de scheepspa pieren in te zien en ook verder geenerlei onderzoek naar de lading instelde, niets meer met de uitoefening van eenig door het volkenrecht erkend prijsrecht ter zee te maken. Zij is niet anders dan een daad van wil lekeur en geweld tegenover neutraal eigen dom in volle zee, welke de levensbelangen treft van Nederland bij den toevoer van de voor dat land noodige levensbehoeften. Het feit. dat het bij deze vernietiging een schip betrof, waarvan de lading in hoofdzaak voor de Nederlandsche regee ring en voor de voeding van het Neder landsche volk bestemd was. geeft deze torpedeering een bijzonder hatelijk karak ter. Bij dezen stand van zaken kan de Neder landsche regeering niet aannemen, dat de Duitsehe regeering deze daad goedkeurt: zij verzoekt de Duitsehe regeering passen de maatregelen tegen den commandant van de onderzeeboot te nemen, en verder die maatregelen te treffen, welke noodig zijn om een herhaling van dergelijke han delingen van de Duitsehe zeestrijdkrachten te voorkomen. Zij vertrouwt er op, dat de Duitsehe regeéring de veroorzaakte schade ten volle zal vergoeden." DE NADEELEN VAN DE GEAL LIEERDE CONTROLE. Nederlandsche schepen zijn door de Britsche autoriteiten gedwongen voor ver dere contrabande-controle van de reede van Duins naar de haven van Londen op te varen. Het voorkomen van mijnen in de vaargeulen van de Theemsmonding maakt dit gebied bijzonder gevaarlijk. Op een dergelijke reis ging het vrachtschip MINISTER VAN KLEFFENS. ..Spaarndam'' verloren. Een desbetreffen de briefwisseling is in het Oranjeboek af gedrukt. De belemmeringen van liet vrije verkeer en de daartegen ondernomen stappen vor men een hoofdstuk op zichzelil Precies de helft van dit' Oranjeboek wordt inge nomen door de vertoogen. welke over en weer over dit vraagstuk met de gealli eerde regeeringen zijn gewisseld. De antwoorden van de geallieerden ko men neer op handhaving van het eerder ingenomen standpunt, waarbij verzekerd werd, dat de rechten der neutralen zoo veel mogelijk zouden worden ontzien. In antwoord hierop drukt het Oranje boek een nota van onzen gezant te Lon den af, waarin hjj bezwaren toelicht, die de Nederlandsche regeering heeflij tegen de overmatige uitbreiding van hef begrip „absolute contrabande" in de Britsche contrabandelijst. Voorts wordt de 'agjdacTit van de Brit sche regeering gevestigd op het feit, dat de Britsche autoriteiten meermalen goe deren in beslag hebben genomen, die naar hun aard niét als contrabande-artikelen beschouwd kunnen worden, zelfs niet vol gens de lijsten, gepubliceerd 'door de Brit sche regeering. Onder die goederen zijn kina, peper, thee en koffie. Een overeenkomstige nota heeft onze gezant te Parijs aan de Fransche regee- rmg gezonden. In deze nota wordt met name geprotesteerd tegen het in beslag nemen van kina. nootmuskaat, cocoskoe- ken en phosphaat. Breekt de totale luchtoorlog uit Een Duitsch dreigement en een Britsche ontken ning. Het Duitsehe Nieuwsbureau meldde gis teravond: Engelsehe vliegtuigen hebben een klein station in Sleeswijk Holstein met bommen aangevallen. De gevolgen van dezen aanval waren gering; er werd slechts een sportveld beschadigd en door de ontploffing van een bom naast de spoorrails sprongen de vensters van een wachtlokaal. De gebeurtenis is echter uit andere gezichtspunten van bijzondere be- teekenis. Het betreft hier het eerste ge val in den huidigen oorlog, dat door vij andelijke vliegers een Duitsehe verkeers- inrichting wordt aangevallen. Mocht door een herhaling van een der gelijke poging blijken, dat het hier een vooropgezette bedoeling betreft, dan be staat voor Duitschland een volkomen nieu we situatie in het voeren van den lucht oorlog tegen Engeland. Daaruit zullen dan terstond de noodige conclusies worden ge trokken. •BRITSCHE TEGENSPRAAK. Een hooggeplaatst ambtenaar van hei Engelsehe ministerie van luchtvaart heeft Reuter medegedeeld, dat er geenerlei waar heid schuilt in het bericht van het Duit sehe Nieuwsbureau, volgens hetwelk En gelsehe vliegtuigen een klein station in Sleeswpk-Holstein zouden hebben gebom bardeerd. Het eerste slachtoffer van het nieuwe Britsche mijnenveld. Volgens een bericht uit Londen zou het eerste slachtoffer van het nieuwe Britsche mijnenveld in het Kattegat reeds zijn geval len. Het zou een Duitsch schip zjjn. Nabij de Oslo-fjord heeft men een groot tank schip in brand zien staan. Andere Duitsehe tankschepen zijn ter assistentie naar dit ge troffen schip gevaren. (Men zie ook de 2e pag. van het 2e blad). Ostaitselhï© ïroepeira in Noorwegen. Het geheele hoorden^zou echter door de Noorsche soldaten bezet zijn. Van alle zijden komen er berichten bin nen, dat de Duitschers ijlings steeds meer troepen naar Noorwegen zenden, zoowel per schip als per vliegtuig. Volgens het Italiaansche nieuwsagentschap Stefani zijn er thans in totaal 100,000 man Duitsehe troepen in Noorwegen, die snel de vitale punten van het land bezetten, ondanks de door de Noren gevoerde guerilla. Reuter deelt mede, dat nog slechts twee Noorsche radiostations in handen der Noorsche regeering.zijn. Het is tot nogloe niet gekomen tot een beslissenden veldslag, zooals gisteren ver wacht werd. Berichten van de Zweedsch-Noorsche grens melden, dat de mobilisatie in Noor wegen gestadig voortgaat en zoo normaal als mogelijk is. Het moreel van recruten en volk wordt uitstekend genoemd. In Trondelagen, het gebied achter Dront- heim, is de mobilisatie practisch voltooid en groote Noorsche troepenafdeelingen worden geconcentreerd achter Steinkjer ten Noorden van Drontheim. Radio-Stockholm heeft het legerbericht van den Noorschen generalen staf gepubli ceerd. Hierin wordt, volgens Reuter ge zegd: „De Duitschers hebben Oslo en de on middellijke omgeving bezet. De Noorsche troepen hebben de lijn ten Noorden en Noord-Oosten van Oslo bezet. Bovendien hebben de Duitsehe troepen Christian- sand. Stavanger, Bergen, Drontheim en twee andere kustplaatsen in het Zuiden van Noorwegen bezet, de rest van het Zuidelijk deel des lands is nog in Noorsche handen. Behalve Narvik, dat door de Duitschers is bezet, is het geheele Noorden van Noorwegen door de Noorsche troepen be zet. De jongste pogingen van de Duitschers om met gemotoriseerde afdeelingen van Narvik uit op te rukken^ zijn verijdeld. HARDNEKKIGE TEGENSTAND. Het Zweedsche blad „Allehanda" deelt mede, dat de Noren pogèn een ijzeren ringrond Oslo te leggen en een boog te -vormen van Elverum (120 km ten Oosten van Oslo) naar Moss (64 km ten Zuiden van Oslo). Alle wegen naar het Westen zijn versperd om tanks tegen te houden en de ring wordt geleidelijk gesloten. De Duitschers vallen aan met gemecha niseerde eenheden, ondersteund door de luchtmacht, doch de Noren bieden hard nekkig tegenstand. De diplomatieke correspondent van Reu ter schrijft, dat de toestand in Noorwegen nog steeds duister is en dat het onmoge lijk is zich zelfs bij benadering een beeld te vormen van wat geschiedt. Het schijnt volkomen duidelijk, dat de Noorsche ver dediging in kracht toeneemt. Noorwegen ondervindt er evenwel de moeilijkheden van, dat het niet tijdig heeft kunnen mo- biliseeren. Daarom is zijn taak moeilijker en geschiedt de oi'ganisatie van zijn te genstand onder uiterst ernstige belemme ringen. Er schijnt evenwel een goed begin te zijn gemaakt. Er is nog niets onthuld ten aanzien van den aard of de mate der geallieerde hulp, doch er "kan geen twijfel over bestaan dat deze komt. Het vliegveld te Stavan ger hevig bestookt. Het Britsche ministerie van luchtvaart deelt mede, dat Vrijdag sterke afdeelingen Britsche bommenwerpers de Deensche en Noorsche wateren hebben afgezocht naar Duitsehe vlooteenheden, welke naar hun basis terugkeerden. Een afdeeling bommenwerpers ontmoet te bij Stavanger een sterk escadrille vij andelijke jachtvliegtuigen. In een hevig gevecht werden vier „Messerschmidf'-toe- stellen omlaag geschoten en vermoedelijk zijn nog twee verloren gegaan. De eigen verliezen bedroegen acht vliegtuigen, ter wijl twee anderen op de thuisreis op moesten dalen. Het ministerie bericht verder, dat vijf vliegtuigen van de Britsche lueh('strijd krachten bij een patrouillevTucht boven de Noordzee en het Skagerrak zijn neerge schoten. Britsche vliegtuigen zijn de fjord van Christiansand binnengedrongen eh hebben ei' twee Duitsehe schepen aange vallen. Me kent niet den omvang van den vijand toegebrachte schade, doch men kan zeggen, dat minstens twee Duitsehe jacht vliegtuigen brandend zijn neergestort en men heeft kunnen vaststellen, dat aan an dere vliegtuigen ernstige schade is toege bracht. TWEE LUCHTAANVALLEN ACHTEREEN. Reuter meldt uit Londen: De Britsche luchtmacht heeft Donderdagavond een aan val gedaan op de vliegvelden te Stavanger aan de Zuidwestkust van Noorwegen, welke door de Duitschers bezet zijn. De aanval geschiedde door bombardementstoestellen, die door gevechtstoestellen begeleid wer den. De gevechtsmachines kwamen het eerst boven Stavanger aan: zij doken boven het vliegveld en vielen bij verrassing aan. Voor de luchtafweer in werking kon tre den, regende het kogels op het veld. de vliegtuigen en de loodsen. Drie „Junker"- bommenwerpers werden ernstig beschadigd: naar schatting werden 20 man van het Duitsehe luchtmachtpersoneel gedood of ge wond. Ten deze aanval eindigde, brak een hevig vuur van luchtdoelgeschut en machi negeweren los, doch de Britsche machines wisten te ontkomen. Een half uur later kwamen de bombar- dements toestellen uit Oostelijke richting boven het vliegveld. Zij lieten zware bom men vallen. Onverwijld werd een hevig doch onnauwkeurig vuur op hen geopend. De toestellen keerden terug en openden een machinegeweervuur op de vijandelijke mi trailleurposten, de luchtdoelbatterijen, de loodsen en de op het veld staande toestel len. Er werd aanzienlijke schade aange richt, terwijl er een groote brand uitbrak. Daarna verschenen vele Duitsehe vliegtui gen. Er ontstond een verwoed gevecht, waarbij slechts een Britsch toestel verlo ren ging. BERLIJN MELDT: ACHT BRIT SCHE VLIEGTUIGEN NEER GEHAALD. Het Duitsehe Nieuwsbureau meldt: Gis teravond hebben Britsche gevechtsvliegtui gen getracht Duitsehe steunpunten aan de Noorsche kust aan te vallen. Door tijdig optreden van Duitsehe „Mes- serschmitt"-toestellen werden deze aanval len bloedig afgeslagen. In totaal zijn acht Britsche bombardements-vliegtuigen van het modernste type neergeschoten. 5000 MAN VERDRONKEN? De marine-medewerker van het Zweed sche blad „Stockholm-Tidningen" schat de verliezen van de Duitsehe transporten naar Noorwegen op 25 tot 30 schepen, met een totale tonnoge van 70,000 tot 80,000 ton. De correspondent voegt hieraan toe, dat het verlies aan menschen en materieel niet kan worden geschat, doch aangezien elk schip minstens 200 man vervoerde, moeten ongeveer 5000 man Noorwegen niet hebben bereikt. Velen van hen zullen verdronken zijn. EEN BRITSCH SMALDEEL EN EEN NOORSCHE HAVEN. Het Zweedsche blad „Allehanda" bericht, dat een sterke concentratie van Britsche oorlogsbodems is waargenomen bij Nam- sos in de Folsenfjord, 75 mijl ten Noorden van Drontheim. De strijdmacht bestaat uit twee slagschepen, vier kruisers, vier torpe dojagers en een groot aantal vliegtuigen, Twee torpedojagers zijn de haven van Nam- sos binnengevaren. QUISLING GAF BEVELEN In gezaghebbende Noorsche kringen te Stockholm verneemt Reuter, dat de leider van de Noorsche marionetten-regeering Quisling aan alle diplomatieke en consulai re vertegenwoordigers van Noorwegen or der heeft gegeven, zijn bevelen op te volgen en de wettige Noorsche regeering af te zwe ren. Geen der vertegenwoordigers heeft ge antwoord. Uit Charloltenburg wordt gemeld, dat de Noorsche autoriteiten den commandant van het voormalige fort Kongsvinger, gene- raal-majoor Hoch Nielsen, hebben afgezet, omdat hij de bevelen van Quisling had uit gevoerd en de mobilisatie zou hebben ge saboteerd. y'Xf 7 -W -y 7 l De Noorsche gezant in Londen, Erix Andrea Colban, verlaat het. Britsclie ministerie vaa buitenl. zaken na een bespreking over de gebeurtenissen in zijn land.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 1