De Geallieerden hebben mijnen gelegd
irs de Noorsche territoriale wateren
De ihxaer Lirsdersbergii overleden.
183e JAARGANG TWEE BLADEN EERSTE BLAD p—MAANDAG 8 ATRIL 1940.
Dagblad. Uitgave C.V. De Middel- 1Otu'I BHInT UT.M f&T. I l.frT feS Hil Advertentiën 30 cent per regel,
burgsche Courant. Bureaux: te ffl'<^>r gW ingezonden mededeelingen 60 cent
MIDDELBURG: St. Pieterstraat 28, - per regel. Bij contract lager. Tarief
Tel. Redactie 269, Administratie 139; Wk.M Hl Bfe. §p^ gg by^X '1 II R ^=9 N 1 Ml M MlBI^W" op aanvraa£- Familieberichten en
te GOES: Turf kade, Tel. 2863. Post- Bra f M ffrH i-H V\ hN NPvr''l hM dankbetuigingen minimum 2.10.
giro 359300. Abonnementsprijs voor jV, H fWM\ r~, I BjMLB Bi \\-S5 A' a 'flM r'H V LJiL'7 UI fUi^r K I ..Kleine Advertenties", maximum 6
Middelburg en Goes 2.30, elders gj gj 1" 3^ I Z/ I' II V J :1 V_J V3.3I I \M T~^! X_3V^^/ B WLliKSiMl XJ B regels, 75 cent, bij vooruitbetaling.
2.50 per kwartaal. Weekabonne- „Brieven, of adres bureau v. d. blad"
menten in Middelburg en Goes 18 ct. ra /#=^r==](^^pjir=? nrsiAFNH? 10 cent extra. Bewijsnummers 5 ct.
Om het ertsvervoer naar DyïlseMand
ie Ibeleinrameren.
Mijnenvelden voor drie Noorsclie
havens
Hedennaclit hebben Britsclie en Fransche
oorlogsschepen drie mijnenvelden gelegd in
de Noorsclie territoriale wateren. Met heL
aanbreken van den dag trokken «1e schepen
der Gealiieerden zich tot op eenigen afstand
terug.
De niijnenveklen dekken elk een klein
maar belangrijk gebied aan «Ie Noorsclie
kust. Zbelieerselien ieder een fjord en een
haven.
DE OFFICIEELE MEDEDEELING
DER GEALLIEERDEN.
Havas bericht uit Parijs: De Fransche en
de Britsche regeering hebben vandaag me
degedeeld, dat zij, in verband met de hou
ding van Duitschland jegens de neutralen
en het verkeer, dat door de Noorsclie ter
ritoriale wateren onderhouden wordt om
de blokkade te ontduiken, besloten hebben,
zich tegen dit verkeer te verzetten.
Daarom zijn bepaalde zones van de Noor
sclie territoriale wateren door het leggen
van mijnen gevaarlijk voor scheepvaart ge
maakt.
Reuter bericht uit Londen: De Geallieer
de regeeringen hebben vanochtend over de
radio een verklaring laten omroepen, waar
in onthuld wordt, dat zij Noorwegen ervan
in kennis hebben gesteld, dat zij zich het
recht voorbehouden, alle. maatregelen te
nemen, welke, zij noodig mochten achten
om het Duitschland moeilijk of onmogelijk
te maken, in Noorwegen hulpbronnen oi
faciliteiten te verkrijgen. De Britsche en
de Fransche regeering hebben besloten, het
gebruik van -de territoriale wateren voor
het vervoer, van contrabande onmogelijk te
maken. Zij hebben medegedeeld, dat drie
zones der Noo'rsche territoriale wateren
door mijnen gevaarlijk voor de scheepvaart
gemaakt zijn en dat schepen, die de wate
ren mochten binnenvaren, zulks op eigen
risico doen.
Ter voorkoming van de mogelijkheid, dat
Noorsche of andere schepen onbewust deze
gebieden zouden binnenvaren, zal er door
Britsche marinevaartuigen worden gepa
trouilleerd tot 48 uur na het leggen vaa'
de eerste mijn.
In de verklaring wordt nog gezegd, dat
de Geallieerden nooit het Duitsche vc
beeld van ruw geweld zullen volgen en dat
het leggen der mijnen niet den vrijen toe
gang van Norsche schepen tot hun eigen
havens zal belemmeren.
,vIN OVEREENSTEMMING MET
IIET INTERNATIONALE RECHT'
De Geallieerde regeeringen hebben de
mededeeling van dit mjjnenleggen gedaan
in, officieele nota's aan Noorwegen en Zwe
den.
Ter inleiding wordt in de Fransch-Brit-
.schts mededeeling een schildering gegeven
van de Duitsche wijze van oorlogvoering
ter zee. De toestand Is deze, aldus wordt
betoogd, dat Duitschland op flagrante wij
ze het recht der neutralen schendt, om de
Geallieerden te treffen, en tegelijkertijd
wijst op de noodzakelijkheid van een zeer
strikte naleving der neutraliteitsbepalin-
gen, telkens wanneer daaruit eenig voor
deel kan trekken.
Het internationale vecht aldus de Ge
allieerde beschouwing heeft een oorlog
voerende steeds het recht toegekend om,
wanneer zijn vijand stelselmatig zijn toe
vlucht nam tot onwettige maatregelen, op
te treden op een wijze, zooals de door de
onwettige daden van dezen vijand gescha
pen toestand vereischte. Een dergelijk op
treden, zelfs als het niet in overeenstem
ming is met het onder normale omstan
digheden geldende recht, wordt dan, op
grond van de rechtsschending door den an
deren belligerent, algemeen als legaal er
kend.
FRANSCH—BRITSCH OPTREDEN
IN ZWEDEN SCHERP VEROOR
DEELD.
Reuter bericht uit Stockholm: Het leg
gen van mijnen in de Noorsche wateren
door de Geallieerden wordt in officieele
Zweedsche kringen als een flagrante schen
ding van de neutraliteit beschouwd, die
niet te scherp veroordeeld kan worden. Er
is nog geen officieele mededeeling gepubli
ceerd.
EEN DUITSCHE WAARSCHU
WING AAN NOORWEGEN.
Naar de Berlynsche correspondent van
het Deensche blad „Berlingske Tidende"
meldt, heeft de Duitsche regeering volgens
welingelichte kringen langs diplomatieken
weg de aandacht der Noorsche regeering
gevestigd op de gevolgen van een schen
ding der Noorsche neutraliteit door Enge
land, welke dat land in den' strijd tegen
Duitschland militaire voordeelen zou ver
schaffen.
Naar het D. N. B. meldt, worden de no
ta's van Londen en Parijs aan Zweden en
Noorwegen in de Duitsche pers beschouwd
als een poging om de Scandinavische lan
den bij den oorlog te betrekken.
Zweden en Noorwegen, aldus de „Berli
ner Börsenzeitung", moeten gedwongen
worden, hun normale met de neutraliteit
overeenkomende relaties tot Duitschland te
verbreken en zich daarmede te scharen in
het blokkadefront.
De „Deutsche Allgemeine Zlg." betitelt
de nota's als het „diplomatieke voorspel"
van de door de westelijke mogendheden se
Het Zweedsche ijzererts is vooral in oorlogstijd van groote waarde, omdat
het speciale harde staalsoorten oplevert, onontbeerlijk voor het moderne geschut.
Dit Zweedsche erts de vindplaatsen zijn op ons kaartje aangegeven door
stippellijntjes wordt uitgevoerd via de Noorsche haven Narvik en de Zweed
sche haven Lulea.
Uit Narvik gaan de ertstransporten zoowel naar Engeland als naar Duitsch
land, hoewel het schijnt, dat Engeland in den laatsten tijd de grootste afnemer is.
De Zweedsche haven Lulea is voor de Geallieerden onbereikbaar, daar de
Duitschers de Oostzee beheexschen. Lulea is echter van veel minder belang dan
Narvik, omdat de haven aan de Botnische Golf slechts gedurende een deel van
het jaar vrij van ijs is.
De Geallieerden hebben thans mijnen gelegd op bepaalde plaatsen in de
route, die de Duitsche ertsschepen volgen van Narvick naar Duitschland. Onze
schepen bleven tot nog toe binnen de Noorsche territoriale wateren. Buiten de
territoriale wateren patrouilleeren thans Britsche en Fransche oorlogsbodems
om de vrachtschepen, die de mijnenvelden willen ontwijken, op te vangen.
Op het kaartje in den rechter benedenhoek ziet men met zwarte lijnen de
routes der ertsschepen naar Engeland en Duitschland aangegeven.
dert de hervorming harer regeeringen na
gestreefde uitbreiding van den oorlóg. Deze
landen bedreigen volgens het blad de neu
trale landen, zonder welker hulp zij over
tuigd zijn den strijd niet. te kunnen win
nen. Dat Engeland en Frankrijk niet in
staat zijn andere landen voor de gevolgen
van onneutraal optreden te beschermen,
ligt voor de hand.
NOORSCHE ZEELIEDEN WEI
GEREN TE VAREN OP DE ROU
TE NAAR DUITSCHLAND.
Reeds voordat het officieele bekend was,
dat geallieerde schepen mijnen hadden ge
legd op de route naar Duitschland, hebben
Noorsche zeelieden geweigerd te varen op
de schepen van de Zweedsche maatschappij,
die erts vervoeren naar Duitschland. Al
leen Duitsche schepen riskeerden daarom
nog de route langs de Noorsche kust. Het is
niet bekend of na de nota's der Geallieer
den nog ertsschepen uit Narvik vertrokken
zyn.
Noorwegen eischt terugtrek
king van mijnen
en oorlogsschepen
Hedenmiddag werd.uit Oslo gemeld: De
Noorsche regeering heeft een verklaring
gepubliceerd, waarin gezegd wordt, dat
Noorwegen een plechtig en ernstig protest
laat hooren tegen de schending van zijn
neutraliteit door de Geallieerden,
De regeering moet eisehen, dat de mij
nen en oorlogsschepen uit de Noorsche
territoriale wateren worden teruggetrokken
en de regeerïng moet zicli het recht
'oorbehouden alle maatregelen te nemen,
welke in verband met zulk een schending
der neutraliteit noodig geacht mochten
worden.
NOORWEGEN DOOR OPTREDEN
DER GEALLIEERDEN VERRAST.
Uit Oslo: De Britsche en de Fransche ge
zant te Oslo hebben vanochtend om 6 uur
een bezoek gebracht aan het ministerie
buitenlandsche zaken en nota's aan
de Noorsche regeering overhandigd.
Onmiddellijk werd mir.-star Koht .hier
van in kennis gesteld.
Volgens berichten in de pers is Noorwe
gen niet van te voren gewaarschuwd en is
evenmin tot de Noorsclie regeering het ver
zoek gericht, dat Noorwegen zelf mijnen
leggen. Het optreden der Geallieerden
is plotseling geschied.
NOORSCHE PARLEMENT KOMT
VANMIDDAG BI.JEEN.
Hedenmiddag om vijf uur zou het Stor
ting, het Noorsche parlement, bijeenkomen
en naar men verwacht, zal dan een ver
klaring omtrent den toestand worden af
gelegd.
Duitsche vlooiskijdkrachten
in Noordelijke richting
Volgens berichten in de Noorsche pers
is een groot oorlogsschip vanmorgen ge
zien buiten Budl Om half tien lag de
bodem slechts op een halven zeemijl af
stand van de kust. Ook is een groot oor
logsschip gezien te Hustadvika, waar vijf
stoomschepen werden aangehouden. Uit
Bode wordt gemeld, dat de gewone kust
vaart stopgezet wordt.
Het blad „Dagbladef meldt, dat groo
te Duitsche vlootstrjjdkrachten in Noor
delijke richting door het Kattegat voeren
vanmorgen om half tien.
„HEBBEN WIJ NIET HET RECHT
TE BESTAAN EN VRIJ TE LEVEN?'
De Noorsche minister van buitenlandsche
zaken, Koht, heeft Zaterdag in de Noor
sche Staten-Generaal een rede gehouden,
waarin hy o.m. de neutraliteitsschendingen
door Duitschland en Engeland scherper ver
oordeelde.
Koht herinnerde aan de 21 protesten die
tot de oorlogvoerenden gericht zyn, tegen
schendingen der neutraliteit door vreemde
vliegtuigen, nl. vyf tot Duitschland, tien tot
Engeland en zes tot Sovjet-Rusland. Op
sommige dezer protesten hebben de drie
landen geantwoord, dat de neutraliteits
schendingen niet opzettelijk zijn' gepleegd.
„Ik geloof" zoo ging Koht voort, „dat wij
de wereld hebben getoond dat wy onze ter
ritoriale wateren zullen .verdedigen tegen
ieder, die deze wateren op onwettige wijze
binnenkomt.
De uitvoer van Zweedsch erts naar
Duitschland via Narvik wordt ongetwijfeld
door velen sterk overdreven. De hoeveel
heid is gedurende den oorlog tot een vier
de verminderd en thans gaat er veel meer
Zweedsch erts via Narvik naar Engeland
dan naar Duitschland.
DE BRITSCHE LEZING
AFGEWEZEN.
De verwikkelingen in Finland en de
dere ontwikkeling in Europa van de laat
ste jaren heeft voor alle kleine landen ter
wereld zeer brandende vraagstukken in
het leven geroepen.
Wij vragen ons zelf af, of wij niet het
recht bobben te bestaan en in vrijheid
onafhankelijkheid te leven.
We aanschouwen het vreemdsoortige
Een wakkere Zeeuwsche strijder
voor de belangen van den
landbouw en een warm voelend
mensch ging heen.
Hedennacht is te Wemeldinge in den
ouderdom van 88 jaar overleden, de heer
P. Lindenbergh.
Met den heer P. Lindenbergh is iemand
heengegaan, die niet alleen in eigen ge
meente, maar ook in geheel Zeeland en
zelfs buiten onze provincie een groote be
kendheid genoot. Vooral de Zeeuwsche
landbouw heeft groote verplichtingen aan
hem en heel zijn leven was zijn streven
er op gericht, den landbouw vooruit te
helpen. Hij maakte zich vooral verdienste
lijk op het gebied der landbouw-eoöperatie.
Hij was mede-oprichter der landbouwver-
eeniging Wemeldinge, waarvan hij ook
voorzitter werd, hij was vervolgens mede
leider der coöperatieve boterfabriek ,,Het
Hart'', bestuurslid der „Landbouw-Önder-
linge" en van de „Eerste Nederlandsche
Coöperatieve Beetworteisuikerfabriek" te
Sas van Gent en later zelfs voorzitter der
ENCK (Kunstmestfabriek).
De heer Lindenbergh bewoog zich ech
ter niet alleen op het terrein der rnate-
rieele maar ook der ideëele belangen van
den landbouw. Hij gaf steeds blijk te be
seffen van hoe groot gewicht, ook de
geestelijke ontwikkeling voor den landbou
wer was. Zoo was hy bv. één der eersten
die zijn zonen naar de Landbouwschool te
Goes stuurde. Voorts was hij één der steun
pilaren van de ZLM voor welk lichaam hij
in talrijke commissies zitting nam. We
noemen de commissie voor het notariswe
zen, het pachtvraagstuk, de landbouw
coöperatie, de arbeidswetgeving, arbitrage
commissie aardappelhandel enz. enz. We
herinneren hierbij ook aan zijn rede te Zie-
rikzee over het notaris-vraagstuk, die in
het geheele land groote belangstelling trok.
Daarnaast vond de heer LindenB'ergh
nog tijd zich op velerlei ander terrein ver
dienstelijk te maken. Hij was bv. jaren
lang raadslid en wethouder van Wemel
dinge, bestuurslid der Zuid-Bevelandsche
Waterleiding My., van de veilingver. Zuid-
Beveland. lid van het Classikaal bestuur
der Ned. Herv. Kerk, ouderling dezer kerk,
voorzitter der Vrijzinnige kiesvereeniging
enz.
De heer Lindenbergh was daarbijniet
alleen een goed spreker maar ook een
goed schrijver; onze lezers hebben vele
malen van zijn belangwekkende penne-
vruchten kunnen genieten. Terloops zij
hier opgemerkt, dat ons blad altijd zeer
hoog bij hèm aangeschreven stond.
De heer Lindenbergh was gezegend met
een groot verstand en een warmvoelend
hart. Hij kon de zaken scherp stellen,
soms harde woorden gebruiken als hy dit
noodig achtte, doch altijd had hij ook een
open oor voor de'meening van anderen en
zijn optreden werd ook steeds geleid door
zyn groote menschlievendheid.
Een gezegde wil, dat een profeet niet
geëerd is in zijn eigen land. doch op den
heer Lindenbergh was dit zeker niet van
toepassing. Niet alleen stond hij in ge
heel Zeeland in hoog aanzien, maar ook
in eigen gemeente en in eigen familiekring.
Hij was een echte patriarch, in den bes
ten zin van het woord. Men kon zich
immer tot hem wenden, als vreemde en
als eigen kind en kleinkind. Voor allen
had hij tijd, was hy welwillend, stond hij
met oordeel en raad gereed. En men
ging gaarne naar hem toe,, niet alleen om
dat dit oordeel gezond was, van een groot
verstand of van zijn méhsehenliefde blijk
gaf, maar ook omdat hij steeds den geesti-
gen kant der dingen wist te zien en naar
voren kon brengen. Hij was een blijmoe
dig mensch.
Allen die den lieer Lindenbergh gekend
hebben zullen hem nooit vergeten en hem
zich gaarne als voorbeeld stellen. Een
goed mensch en een groote Zeeuwsche
strijder voor landbouw en vele andere ge
meenschapsbelangen is met den overledene
heengegaan.
Herinneren wij er tenslotte nog aan,
dat ook de regeering zijn diensten erken
de en hem benoemde tot ridder in de orde
van Oranje Nassau.
Bij dit artikeltje plaatsen wy een foto
van den heer Lindenbergh. die hem weer
geeft zooals zoovelen, vooral in zijn om
geving hem gekend hebben. Met zyn ónaf-
scheidelyken stok en een verborgen glim
lach op het gelaat
Militair vliegtuig bij landing
over den kop geslagen
le luitenant-vlieger H. C.
A. van Montfoort omge
komen.
Zondagmiddag omstreeks drie uur is op
het vliegveld Waalhaven te Rotterdam een
militair vliegtuig van het type G 1 na een
patrouillevlucht by de landing over den
kop geslagen en vrij ernstig beschadigd. De
32-jarige eerste luitenant-vlieger H. C. A,
van Montfoort is daarbij om het leven ge
komen. De mitrailleur-schutter, sergeant
Lijs, werd licht gewond. Hij is naar zijn
woning vervoerd.
Bij het ongeluk werden de zitplaats van
den bestuurder, en een van de beide .'«taart-
vlakken van het toestel ernstig beschadigd.
De heer van Montfoort, die reserve eerste
luitenant-vlieger was, maakte deel uit van
het korps K.L.M-piloten.
Ongeveer vyf jaar was hij by de K.L.M.
in dienst. Hij behoorde langzamerhand tot
de oudste tweede bestuurders op de Indië-
lijn en had de bevoegdheid van gezagvoer
der voor het Europeesche luchtverkeer. In
normale omstandigheden zou hij binnen
afzienbaren tyd tot gezagvoerder op de
Indië-route bevorderd zyn. Pas tegen het
einde van 1939 was de heer van Montfoort
feit, «lat alle oorlogvoerenden verklaren, dat
zij in beginsel het recht op natfionale on
afhankelijkheid handhaven.
Wij, kleine landen, moeten dientenge
volge kunnen eisehen, dat de oorlogvoeren
den dat beginsel naleven. Het is van vi
taal belang voor ons, dat het recht van
iedere natie op een onafhankelijk bestaan
volledig wordt erkend.
Wij hopen, dat de groote landen dat
recht tydens den oorlog zullen eerbiedigen
en dat zy na den oorlog dat recht zullen
verdedigen.
Wy gelooven niet, dat een blijvende vre
de in de wereld op een anderen grondslag
kan berusten.
onder de wapenen geroepen. Het stoffelijk
overschot is naar het Zuiderziekenhuis
overgebracht. De verwondingen van den
tweeden inzittende sergeant: Lijs waren
van dien aard, dat hij naar zijn woning kon
worden vei'voerd.
De vrouw van den omgekomen
vlieger bij autobotsing' gewond.
Tydens de groote verkeersdrukte, welke
op den rijksweg te Oegstgeest heerschte,
heeft zich gistermiddag omstreeks half zes
op dezen weg, op korten afstand van de
postbrug, een botsing tusschen twee per
sonenauto's voorgedaan. In den eenen wa
gen, welke uit de richting Amsterdam
kwam, waren gezeten mevrouw van Mont
foort, de echtgenoote van den op Waalha
ven verongelukten luitenant-vlieger. een
andere dame en een militaire chauffeur,
die opdracht had beiden naar genoemd
•liegveld te brengen. De tegenligger werd
bestuurd door den 47-jarigen heer E. Perez,
wiens mede-passagiers waren de heeren E.
Kruger en G. Kinabanian. allen uit Amster
dam. Het ongeluk geschiedde op het oogen-
blik, dat beide auto's een anderen weg wil
den passeeren, waarbij in de richting van
de hoofdstad rijdende auto te veel op een
der beide voor de andere rijrichting be
stemde baanvakken schijnt te zijn gekomen.
Beide voertuigen werden ernstig gehavend.
De drie heeren, die op weg naar de hoofd
stad waren, kregen allen vrij ernstige ver
wondingen, voornamelijk aan het hoofd,
waarbij de heeren Perez en Kruger boven
dien een hersenschudding opliepen. Zij
zyn naar het academisch ziekenhuis te Lei
den overgebracht. De heer Kinabanian is in
het diaconessenhuis ter verpleging opgeno
men.
De beide dames kregen alleen eenige sny-
wonden door brekend glas De militair bleef
ongedeerd. Met een andere auto konden zij
de reis spoedig voortzetten.
GEEN N.R.S. TENTOONSTELLING IN
1940.
Het bestuur van heT Nederlandsche Rund-
vee Stamboek heeft besloten in verband
met de bijzondere, tijdsomstandigheden de
groote N.R.S,-Tentoonstelling 1940 niet te
houden.