TttEE d^et je goed! Op de Markt No. 1 TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN ZATERDAG 6 APRIL 1940. No. 82. KRONIEK m DEN DAG Churchill en Reynaud, twee „sterke mannen" In de laatste dagen hebben er in Enge land en Frankrijk gebeurtenissen plaats gehad, die als er in dezen oorlog nog iets voorspeld kan worden een krachti ger oorlogvoering zouden kunnen voorspel len. In Engeland heeft Churchill een veel grootere macht gekregen. In Frankrijk is een oppositie-beweging van de radicaal- socialistische partij tegen den „sterken man", minister-president Reynaud, doodge- loopen. Churchill wordt „algemeen oorlogsleider" van Engeland. En als hij zijn reputatie ge stand doet, dan zal hü wellicht van dezen oorlog een werkelijlcen „vechtoorlog" ma ken. Radicale figuren varen het best bü spoedige successen en wat er van Enge- lands kant aan de oorlogvoering kan wor den „verbeterd", d.w.z. verscherpt, zal naar alle waarschpnlijkheid Churchill in een mi nimum van tyd trachten te bereiken. Churchill is geen wondermensch en hij wordt even sterk aan de mogelükheden ge bonden als wie ook anders. Als men echter in oogenschouw neemt, dat volgens Cham berlains laatste verklaring Engeland thans, na 7 maanden intensief en hard werken, geheel gereed is voor den oorlog, dan heeft Churchill wel het juiste moment uitgeko- en om nog meer naar voren te komen. De mogelijkheden om binnen korten tyd toe te slaan zijn zeker veel grooter voor En geland dan eenige maanden geleden, als men zich beperkt tot de oorlogsvoorberei ding in het eigen land. Churchill heeft ver klaard een voorstander te zijn van inter ventie in Finland en hij scheen er niet al te veel nadruk op te willen leggen, dat daar bij de neutraliteit van Noorwegen en Zwe den moest worden ontzien. Deze „gelegen heid" tot uitbreiding van het oorlogsfront is thans echter wel voorby. Het is de vraag, hoe Churchill zal hande len als zich weer eens een dergeiyke gele genheid zou voordoen. De Duitsche pers begroette Churchill met de woorden: „Nu is in Engeland de oorlogsparty openlijk aan de macht gekomen", waaruit te lezen is, dat onze Oosterburen er ook niet al te vast op rekenen, dat de oorlog zal worden voort gezet op denzelfden voet als thans. Ondanks alle voorspellingen en „infor maties uit de meest betrouwbare bron" weet de wereld echter niet wat de generale staven en de regeeringen der oorlogvoeren den van plan. zijn. In zyn laatst gehouden rede heeft Chamberlain ook nog de moge- lükheid genoemd, dat dit een „lange en vervelende oorlog" zou kunnen worden. Of hij dat meent of dat het een soort camou flage is, wie zal het zeggen? Wil hy wel licht de tegenparty doen denken, dat En geland niets bijzonders van plan is en plot seling toeslaan in de hoop den vijand iets minder op zijn hoede, te vinden? Of staat de wereld werkelyk voor een langen tyd van bang afwachten, waarin beide partyen zich onthouden van de gru welijke daden van den „totalen oorlog" uit angst, dat de andere partij op dezelfde ma nier zal antwoorden? Te oordeelen naar de laatste maanden, zullen dan voornamelyk de neutralen het kind van de rekening wor den. Althans in zooverre, dat zy direct ge troffen worden. Chamberlain beloofde Duitschland feitelyk: langzame wurging. Geen van beide vooruitzichten is erg be moedigend. Zooals wy echter reeds schreven: als Churchill een andere mogelijkheid ziet dan „langzame wurging", dan zal hy die waar- schynlyk niet laten loopen. In hoeverre Churchill zal trachten een dergelijke moge lijkheid zelf te maken en in hoeverre hy daarin zal slagen, zyn open vragen. Het. heeft er in elk geval grooten schijn- van, dat de oorlog in het zooveelste „nieu we stadium" is gekomen, een stadium van grooter activiteit. Ook de ontwikkeling der gebeurtenissen in Frankryk kan daarop wyzen. Er was in de afgeloopen week spra ke van een oppositie tegen minister-presi dent Reynaud. De radicaal-socialistische Engeïsche bommenwerpers boven Wilhelmsbaven. Het Britsche m.nister'e van Luchtvaar deelt mede dat een escadrille Britsche bom menwerpers gistermiddag door de vijande lijke verdediging ro.id de Jadebocht ge drongen is en met succes een verkennings vlucht boven de marinebasis Wilhelmsha ven gehouden heeft. Nabij Wilhelmshaven werd een vyandelyk oorlogsschip ontdek, en met bommen aangevallen. Zuidelijker werden vier vijandelyke torpedobootjagers eveneens aangevallen; men meent, dat zij beschadigd zyn De Britsche vliegtuigen hebben geen schade opgeloopen en geen verliezen geleden en zijn alle veilig naar hus bases teruggekeerd. DE DUITSCHE DUIKBOOT-AAN VALLEN NEMEN AE. De maritieme medewerker van Reuter wyst er op, dat het meer dan een week geleden is sedert een Britsch schip dooi een duikboot aangevallen is. Men meent dat de Duitschers moeilykheden ondervin den by hun duikboot-offensief De duik boot-aanvallen, aldus Reuter, worden peri odiek ondernomen, na eenigen tyd keere de duikbooten naar Duitschland terug opdat zy nagezien kunnen worden en cl bemanning rust kan nemen. Deze periodie ke aanvallen worden echter geleidelijk zwakker en minder in aantal. De grootste moeilykheid, die Duitsch land ondervindt, is ongetwyfeld het vinden van voor duikbooten geschikte mannen hetgeen ook gebleken is door den zeer jeugdigen leeftijd van de duikbootbeman ningen, die onlangs gevangen genomen zyn. Er zyn ook aanwyzingen, vervolg! Reuter, dat de aanbouw van nieuwe duik booten niet aan de verwachtingen voldoet Men betwyfelt dan ook, of de aanbouw ge- lyken tred houdt met de vernietiging van duikbooten. Aangezien het aantal Britsche vaartuigen, dat jacht op duikbooten maakt stijgt, daalt de kans van elke duikboot om veilig terug te keeren die overeenkomstig. De geallieerde dieptebommen, aldus het Britsche betoog, werken steeds doeltref fender, het moreel der duikbootbemannin gen wordt bijgevolg steeds meer aange tast, zoodat het ook moeilijker wordl mannen voor de duikbooten te vinden. party, tot welke Daladier, de pas afgetre den premier, behoort, scheen van plan te zyn haar steun aan de regeering te onthou den. Zelfs werd de mogelykheid geopperd, dat zy het kabinet zouden dwingen af te treden. Deze mogelykheid leek niet al te onmogelyk, als men dacht aan het feit, dat het kabinet-Reynaud den dag na zijn sa menstelling in de Kamer een meerderheid behaalde van slechts één slem bij het stel len van de vertrouwensmotie. Daladier was afgetreden, terwyl hy een iets grootere meerderheid behaalde. Op denzelfden Da ladier is de actie van zyn party echter ge strand. Men verlangde van hem, dat hy, als president van de radicaal-socialistische par tij, het bestuur van die party zou bijeen roepen, welk bestuur dan misschien drin gend aan de radicaal-socialistische minis ters zou hebben verzocht af te treden, daar mee het kabinet-Reynaud beroovend van een aanzienlyk stuk van zyn beendergestel. Deze oppositie schynt geleid te zyn door Bonnet en Lachambre, die in het kabinet van Daladier zitting hadden en nu door Reynaud gepasseerd waren. Men is natuur lijk spoedig geneigd hun handeling in deze zaak te wyten aan persoonlyke gr'ieven. Hoe dit zij, Daladier heeft geen gehoor ge geven aan hun wenschen, daarmee toonend een beter begrip te hebben van wat Frank ryk op het oogenblik noodig heeft dan een aantal van zijn partyleden. Later bleek trouwens de meerderheid van zyn party achter hem te staan. Inderdaad is het thans geen tyd om alsof er geen groote oor log aan den gang was door te gaan met politieke intrigues, die de Fransche volks vertegenwoordiging in het buitenland toch reeds een niet al te gunstigen naam gege ven hebben. Daladier heeft zyn ex-ministers een lesje gegeven. Meer dan ooit is nu im mers noodig: eenheid, voor oorlogvoeren den en neutralen. Zeeland iheefê de minste werkloezen De groote steden en Drenthe de meeste. In het maandschrift van het centraal bu reau voor de statistiek komen interessante gegevens voor betreffende de verspreiding van de werkloosheid over de verschillende gemeenten des lanas en over de provinciën terwijl op deze gegevens als hieronder na der wordt ingegaan in het laatste nummer van Werk en Steun. De cijfers zijn gemiddelden over eeh pe riode van zes maanden l.w April tot en met September van 1939, in welke periode ae werkgelegenheid als regel het gunstigst is. Onder werkloozen zijn ook geteld dege nen, die in werkverruiming waren tewerk gesteld Officieel worden dezen sinds Aprï. 1939 met meer als werkloozen aangemerkt. DE GEMEENTEN. In onderstaand staatje volgen gegevens over de vier groepen van gemeenten, ge groepeerd naar het inwonertal. O <1 e. 100 000 en meer inw. 2.329.538 124,142 5,33 50.000100.000 inw. 951.409 34.269 3.60 20.000—50.000 inw. 1.003.81S 33.123 3.30 minder dan 20.000 inw4,472,971 71,839 1.61 Geheel Nederland 8.757.736 263.373 3.01 Uit deze gegevens valt direct op, dat met het kleiner worden der gemeenten het aan tal werkloozen in verhouding minder werd. Dit verschil was tusschen de groepen der grootste en der kleinste gemeenten wel bij zonder groot. In de zeven grootste gemeen ten (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Haarlem, Groningen en Eindho ven), waar rond 27 pcit. der Nederlandsche bevolking woont, woonde 47 pet. van het aantal werkloozen, terwijl in de kleinste ge meenten, waar 51 pet. der totale bevolking is gevestigd, 27 pet. van het aantal werk loozen verbleef. De béide groepen der tus- schenliggende gemeenten lagen, wat haar aandeel in de werkloosheid betrof, zoo on geveer midden tusschen de beide uiterste groepen; zy bleven nochtans nog boven het rijksgemiddelde. DE PROVINCIëN. Het navolgende overzicht geeft een beeld van de verdeeling der werkloosheid over de Provinciën Zuid Holland 2.147.358 86.451 4.02 Noord Holland 1.673.380 63.157 3.77 Utrecht 475.293 15.177 3.19 Drenthe 245.485 7.162 2.92 Groningen 421.910 10.544 2.50 Overijssel 571.861 14.155 2.48 Noord Brabant 1.024.135 24.925 2.43 Friesland 422.660 9.464 2.24 Gelderland 916.819 18.264 1.99 Limburg 604.451 11.395 1.89 Zeeland 254.384 2.679 1.05 In dit overzicht vallen eerstens op de hooge werkloosheidspercentages van Zuid Holland en Noord Holland, op eenigen af stand gevolgd door Utrecht en Drenthe. Zou men voor de drie eerstgenoemde pro vinciën buiten beschouwing laten de in haar gebied gelegen groote steden, dan worden voor deze provinciën de aantallen werkloo zen per 100 inwoners resp. 2.56, 2.21 en 2.19. Deze provincies vallen dan ook onder het rijksgemiddelde van 3.01. Alsdan vertoont Drenthe, de provincie met de kleinste be volking, het hoogste werkloozenpercenta- ge. De provincie Zeeland heeft al een zeer laag percentage, terwyl het bevolkingscij fer ongeveer gelijk is aan dat van Drenthe en het werkloozencijfer ongev. 37.5 pet. van het Drenthsche cijfer bedraagt. Zeeland, Limburg en Gelderland bleken de provin cies te zijn met de geringste werkloosheid. Engeland was bij het uitbreken van den oorlog niet gereed. Opmerkelijke verklaring van generaal Ironside. Reuter meldt uit Londen: De chef van den Britschen generalen staf, generaal Ironside, heeft gisteren op "net Britsche ministerie van oorlog vertegenwoordigers, der wereldpers ontvangen. Hij zeide onder meer: „De Geallieerden mogen er zeer dankbaar voor zyn, dat zij zeven maanden tyd hebben gekregen om hun legers te vervolmaken. Ik beef by dé gedachte, aan wat ge beurd zou kunnen zyn, indien de Duit schers ons in het begin, toen wy vrijwel in het geheel geen leger hadden, hadden aangevallen. Pas sedert veertien dagen kan men zeggen, dat wy de moeilykheden werkelyk te boven zyn gekomen, maar thans zijn wy volledig voorbereid op alles, wat kan komen.'' Ik heb Geallieerde legers in het veld gezien en ik weet, hoe voortreffelijk hun geest en hun opleiding is. Men moet niet vergeten, dat de meeste van onze jonge mannen geen militaire oefening hadden gehad, zoodat zij moesten worden opgeleid ui veel korteren tijd dan den normalen ter mijn van zes maanden. Het groote Duitsche leger, dat tegen over ons staat, is een prachtige machine, doch het bezit geen mannen, die aan den vorigen oorlog hebben deelgenomen in een rang boven dien van kapitein, terwyl wij en de Franschen groote reserves aan er varen leiders uit den wereldoorlog heb ben. Er kan genie in het Duitsche leger zijn, maar men twijfelt er aan. Ik ken de meeste Duitsche commandanten persoon lijk en ik ben er van overtuigd, dat zij zich ongerust moeten gevoelen, indien zij het bevel tot oprukken zouden krijgen. Zes maanden geleden zouden zij misschien ge- Er was eens een hopman in Vught „Roode Ster" sprak hij „smaakt mij geducht. En niet duur ook, zoo'n pak Van die prima tabak! Kolossaal, wat 'n heerlijke lucht!" (Ingez. Med.) De verkoop van zeep weer vrij. Naar wij vernemen ligt het in de bedoe ling om de ondernemingen, welke zijn ingeschreven bij de sectie zeep van het rijksbureau voor chemische producten, van 1 Mei a.s. af geheel vrij te laten in de door hen te verkoopen, af te leveren of in eigen bedryf te gebruiken hoeveelheden zeep. De thans bestaande quoteering van den afzet komt dan dus te vervallen. Mocht het in de toekomst noodzakelijk blijken opnieuw tot quoteering over te gaan dan zal de periode van 1 September 1938 tot 1 September 1939 weder als basisperi ode gelden. BRAND IN HET NEDERLANDSCHE S.S. „HOOGKERK". Gistermiddag is, vermoedelijk doordat vonken van een laschapparaat in de lading zijn gevallen, brand ontstaan aan boord van het s.s. „Hoogkerk" (ruim 5000 br. ton) van de Ver. Ned. Scheepvaart Mij., dat in de Maashaven te Rotterdam gemeerd ligt. De „Hoogkerk" was Donderdag in Rot terdam gearriveerd en gistermorgen was men begonnen met het lossen van de lading, welke bestaat uit kapok en aardnoten. Het bleek buitengewoon moeilijk het vuur te be strijden. Het vuur werd behalve door eigen brand weer, door twaalf stralen van de drijvende spuiten „Havendienst 6" en „Havendienst 13" bestreden De vuurhaard was in verband met de groote lading in ruim 3, waar de brand woedt, zeer moeilijk te bereiken. Om streeks 12 uur vannacht had men het vuur onder de knie. De beide drijvende stoom spuiten, „Havendienst 6" en „Havendienst 13" zetten het nablusschingswerk, dat ver moedelijk nog eenige dagen zal duren, met zeven stralen voort. slaagd zijn, doch thans niet. Zy hebben aan de grens gelegen met de dwaze wenschge- dachten van hun kranten en het resultaat der leugenpropaganda gecombineerd met de werkloosheid van hun troepen, moet zeer slecht voor hun moreel geweest: zijn." (Ingez. Med.' Van het 18e Raadslid. De Raad van Middelburg begon j.l. Woens dag een half uurtje te laat. Als we ons niet vergissen, zeggen „de Boeken" dat dit niet mag. Eerst had in ieder geval de openbare vergadering geopend moeten worden. Daarna had dan de Raad in geheime zitting kunnen gaan, al was het een heelen dag. Wij houden echter ons hart vast by de mogelijkheid, dat de lieele Raadsvergade ring nu voor niets geweest zou zijn, vol gens de „Boeken". Men stelle zich eens voor, dat die zitting van j.l. Woensdag nóg eens gezeten moest worden... Neen, laten we het er maar lie ver byj Na de voorlezing van een aantal ingeko men stukken viel plotseling het woord „kermis" in de zaal. Het wanhoopswoord, het verfoeide, ge vreesde, onheilspellende woord.' Hoe dik wijls reeds is er in onze Raad gepraat over „kermis", over het voor en tegen, over den principieelen kant van de zaak en over den practischen kant ervan, over het beweerde moreele verderf en de beweerde aantrekke lijkheden. En dezen keer ging het niet eens over de kermis in Middelburg, neen, het betrof de kermis in Souburg, En toch zag men kans er ons nog een aardig poosje mee zoet te houden! Ged. Staten hebben aan alle gemeente besturen op Walcheren een circulaire ge zonden met de vraag of er bezwaren be stonden tegen de weder-instelling van de kermis te Souburg. Hierop moest voor 1 April geantwoord zijn. De voorzitter deelde mede, dat B. en W. deze zaak niet belang rijk genoeg hadden geacht gelukkig! om een speciale Raadszitting voor bijeen te roepen. En nu was het 3 April gewor den. De heer v. d. Feltz geloofde niet, dat dit een onoverkomenlijk bezwaar was en zeide namens de A.R. en de C.H. fracties wat hij te zeggen had. Links zat de heer Jeronimus al in span ning af te wachten. En ja, daar kwam het moment! De heer v. d. Feltz wilde van deze gelegenheid tevens gebruik maken om te vragen aan B. en W. hoe het stond met de kermis te Middelburg. De heer Jeronimus slaakte een triomf kreet: „Daar hebben we het!" En zijn ge dachten waren leesbaar: „Zie je wel; ik had het wel gedacht!" Het werd echter geen „kermis-debat" in grootschen stijl, zooals de heer Jeronimus misschien had gedacht, (en gehoopt?). Mevr. Weyl en de heeren Schot, Mon- deel en Jeronimus (allicht) spraken hun gedachten weer eens uit over deze kwestie, maar daarby bleef het. De voorzitter, die even goed weet hoe de Raadsleden denken over kermissen als zijzelf, toonde zich een waar magistraat en sprak fijntjes als zyn meening uit, dat wel niemand de overtui ging zou hebben, dat zy of hy de „anderen" zou overtuigen. En dat bracht de redding. Er kwam een stemming en geen debat. Het voorstel van den heer v. d. Feltz c.s. om bezwaar te maken tegen de Souburg- sche kermis in statu rtascendi werd afge stemd met 9 tegen 6 stemmen. Het gevaar was voor dezen keer omzeild. Maar we hóórden deh heer v. d. Feltz denken: „Wacht maar, in Mei..." Twee agendapunten verder ontspon zich een langdurige discussie oyer een cijfer. Moest het 7 zijn of IVi (voor leerlingen van het gymnasium, om vrijstelling van school geld c.a. te krijgen). Eenige klassiek ge- vormden tamboerden met overtuiging op de 7%anderen vonden 7 voldoende. Wat zeggen wij Voldoende Méér dan genoeg. Van alles kwam er bij te pas: een classi cus gebruikte het woord „millieu". Een moderne hield het op „karakter". De clas sicus deed de concessie, dat het zonder ka rakter óók niets gedaan is. En beiden had den gelijk. Maar overtuigden elkaar niet. De heer v. d. Feltz had met verwondering gezien, dat B. en W. het advies van het college van curatoren niet hadden gevolgd, waarop de voorzitter opmerkte, dat een ad vies natuurlijk een advies was, niet meer, en niet minder, zoodat B. en W. volkomen het recht hadden er een andere meening op na te houden dan een advies adviseerde. Waarop spreker een „op pooten staand" pleidooi hield voor het standpunt van B. en W„ waar geen speld tusschen te krijgen leek. Maar de heer Portlieine wist die ver maarde speld er toch tusschen te wrieme len, o m. wijzend op het nadeel, dat een la gere school wel eens slecht kan aansluiten op een Gymnasium, waarvan het kind toch niet de dupe mag worden. B. en W. wijzig den hun voorstel daarop zoo, dat dit nadeel werd ondervangen. En het kwam erdoor. En toen kwam een kwartier glorie voor de Middelburgsche Courant! Het ging over advertenties, welk gedeel te bij ons intusschen minstens zoo interes sant is als dat. van het nieuws, nietwaar Dames? De gemeente Middelburg had een con tract met de Middelburgsche Courant, vol gens hetwelk alle gemeentelijke publicaties in deze courant werden geadverteerd tegen een specialen prijs, welke zeer laag was, vanwege onzen gemeenschapszin. Daarby had het gemeentebestuur de verplichting in geen ander blad deze publicaties te ad- verteeren. In de verwarde dagen van Sep tember j.l. vergaten B. en W. deze clausule van het contract en... adverteerden in en kele andere bladen. Hebben wij B. en W. voor den rechter gesleept? Niets ervan. Wy hebben gezegd, in den stijl van den heer v. d. Feltz: „Wij zijn verbaasd te vernemen..." enz. B. en W. keerden terug van de dwalin gen huns weegs en zeiden: We zullen het niet meer doen. Zoo bleven we goede vrien- den. Waar had Middelburg tiaar t.oe ge moeten als zijn vroede vaderen wegens con tractbreuk naar het gevang waren ge sleurd? Gemeenschapszin, myne heeren! Maar eilacie, er ging door het land een wonder gerucht. De krantendirecties fluis terden het elkaar toe. De loopjongens smoesden er stilletjes over: Heb je het al gehoord? Er is wal te verdienen in Mid delburg. De gemeente adverteert! En de aanbiedingen stroomden binnen: Wij doen het voor zooveel. Wij voor zoo veel minder. Wij hebben een specialen prijs voor U. Wij nog specialer. B. en W. moeten zich de ooren dicht gehouden hebben. Maar dat hielp niet, want toen deed men het schriftelijk. Er kwamen twee adressen, een uit Goes en een uit. Breda. En in de vorige Raadsvergadering is er lang en breed gepraat over die adressen. En er werden vele wyze woorden gezegd. Maar de geachte Raadsleden vergaten een paar kleinigheden: het 'contract met de •Middelburgsche en het criterium voor ad vertenties. Want immers: waarom adver teert men, of men nu gemeentebestuur is of zakenman, verloofd of getrouwd of va der geworden? Om publiciteit te geven aan wat men te zeggen heeft! En dan is men in Middelburg meteen uitgepraat. Want er is maar een „Middelburgsche" en dat: is toevallig de Middelburgsche Courant. Of heeft U een andere krant wel eens „de Middelburgsche" hooren noemen? O zoo! De Raadsleden bleken het dezen keer er roerend over eens te zijn, dat ons blad bovenaan staat in publiciteitswaarde te Middelburg. En uit bescheidenheid laten we het maar hierbij... De volgende 9 punten' vlogen onder den hamer door. Het eerste station, waar weer een praat halte was, heette „Gemeentelijke exploit.a- pes, heeft het ditmaal gelaten by enkele Raad. die toch anders zoo sterk is in princi pes, heeft het ditinaa lgelaten by enkele practische bezwaren: Als het maar geen nadeel beteekent; mag het wel van de Pacht kamer! enz. Geen principieele bezwaren tegen over- heidsexploitatie of iets van dien aard. Het viel sommigen mee en het viel sommigen tegen Bij de rondvraag vertelde de heer De Bruijn aan wethouder Paul op diens vraag goedmoedig dat deze hem in een bepaald opzicht zijnde een afrastering van gras strookjes niet meeviel. Wat een wet houder al niet moet presteeren om nie mand tegen te vallen! Bij de bespreking van de reparatie van de Langevielebinnenbrug, zat de heer Jero nimus weer als een kat by het muizen gaatje, toen wethouder Paul zijn uiteen zetting gaf. Zooals men weet, is deze brug beweegbaar, maar de huidige reparaties schijnen hier wel een eind aan te maken. De lieer Jeronimus vuurde de vraag af op den wethouder: „Beweegbaar?" De wethouder antwoordde ontkennend. De heer Jeronimus zegevierde. Wel zou de wethouder op deze kwestie nader terugko men. doch dit gebeurde niet. Als de brug voor goed onbeweegbaar gemaakt wordt, moet de Raad daarin gekend worden. Wet- houder Paul deelde echter mede, dat dé onbeweegbaarheid slechts tijdelijk is. Wij wachten, met den heer Jeronimus, in span ning af. In vertrouwen vertelde de heer Jeroni mus ons, dat hij een heiligen angst heeft voor dergelijke „tydelijkheden". Hij herin nerde zich b.v. de „Pannenbrug" te Vlis- singen, die ook bedoeld was als tijdelijk en er dan ook niet eeuwig gelegen heeft. Het tijdelijke duurde echter 75 jaar... De man die dit tydelijk noemt, heeft ge- lyk, formeel. En als de autoriteiten gelijk hebben, al is het dan maar formeel, dan Ts de kous af. Waarmee wij niet willen zeg gen, dat weth. Paul van plan is deze Lan gevielebinnenbrug, „tijdelijk" 75 jaar onbe weegbaar te laten

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 5