TttEE d^et je goed!
Op de
Markt No. 1
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN ZATERDAG 6 APRIL 1940.
No. 82.
KRONIEK m DEN DAG
Churchill en Reynaud,
twee „sterke mannen"
In de laatste dagen hebben er in Enge
land en Frankrijk gebeurtenissen plaats
gehad, die als er in dezen oorlog nog
iets voorspeld kan worden een krachti
ger oorlogvoering zouden kunnen voorspel
len.
In Engeland heeft Churchill een veel
grootere macht gekregen. In Frankrijk is
een oppositie-beweging van de radicaal-
socialistische partij tegen den „sterken
man", minister-president Reynaud, doodge-
loopen.
Churchill wordt „algemeen oorlogsleider"
van Engeland. En als hij zijn reputatie ge
stand doet, dan zal hü wellicht van dezen
oorlog een werkelijlcen „vechtoorlog" ma
ken. Radicale figuren varen het best bü
spoedige successen en wat er van Enge-
lands kant aan de oorlogvoering kan wor
den „verbeterd", d.w.z. verscherpt, zal naar
alle waarschpnlijkheid Churchill in een mi
nimum van tyd trachten te bereiken.
Churchill is geen wondermensch en hij
wordt even sterk aan de mogelükheden ge
bonden als wie ook anders. Als men echter
in oogenschouw neemt, dat volgens Cham
berlains laatste verklaring Engeland thans,
na 7 maanden intensief en hard werken,
geheel gereed is voor den oorlog, dan heeft
Churchill wel het juiste moment uitgeko-
en om nog meer naar voren te komen. De
mogelijkheden om binnen korten tyd toe
te slaan zijn zeker veel grooter voor En
geland dan eenige maanden geleden, als
men zich beperkt tot de oorlogsvoorberei
ding in het eigen land. Churchill heeft ver
klaard een voorstander te zijn van inter
ventie in Finland en hij scheen er niet al te
veel nadruk op te willen leggen, dat daar
bij de neutraliteit van Noorwegen en Zwe
den moest worden ontzien. Deze „gelegen
heid" tot uitbreiding van het oorlogsfront
is thans echter wel voorby.
Het is de vraag, hoe Churchill zal hande
len als zich weer eens een dergeiyke gele
genheid zou voordoen. De Duitsche pers
begroette Churchill met de woorden: „Nu
is in Engeland de oorlogsparty openlijk aan
de macht gekomen", waaruit te lezen is,
dat onze Oosterburen er ook niet al te vast
op rekenen, dat de oorlog zal worden voort
gezet op denzelfden voet als thans.
Ondanks alle voorspellingen en „infor
maties uit de meest betrouwbare bron"
weet de wereld echter niet wat de generale
staven en de regeeringen der oorlogvoeren
den van plan. zijn. In zyn laatst gehouden
rede heeft Chamberlain ook nog de moge-
lükheid genoemd, dat dit een „lange en
vervelende oorlog" zou kunnen worden. Of
hij dat meent of dat het een soort camou
flage is, wie zal het zeggen? Wil hy wel
licht de tegenparty doen denken, dat En
geland niets bijzonders van plan is en plot
seling toeslaan in de hoop den vijand iets
minder op zijn hoede, te vinden?
Of staat de wereld werkelyk voor een
langen tyd van bang afwachten, waarin
beide partyen zich onthouden van de gru
welijke daden van den „totalen oorlog" uit
angst, dat de andere partij op dezelfde ma
nier zal antwoorden? Te oordeelen naar de
laatste maanden, zullen dan voornamelyk
de neutralen het kind van de rekening wor
den. Althans in zooverre, dat zy direct ge
troffen worden. Chamberlain beloofde
Duitschland feitelyk: langzame wurging.
Geen van beide vooruitzichten is erg be
moedigend.
Zooals wy echter reeds schreven: als
Churchill een andere mogelijkheid ziet dan
„langzame wurging", dan zal hy die waar-
schynlyk niet laten loopen. In hoeverre
Churchill zal trachten een dergelijke moge
lijkheid zelf te maken en in hoeverre hy
daarin zal slagen, zyn open vragen.
Het. heeft er in elk geval grooten schijn-
van, dat de oorlog in het zooveelste „nieu
we stadium" is gekomen, een stadium van
grooter activiteit. Ook de ontwikkeling der
gebeurtenissen in Frankryk kan daarop
wyzen. Er was in de afgeloopen week spra
ke van een oppositie tegen minister-presi
dent Reynaud. De radicaal-socialistische
Engeïsche bommenwerpers
boven Wilhelmsbaven.
Het Britsche m.nister'e van Luchtvaar
deelt mede dat een escadrille Britsche bom
menwerpers gistermiddag door de vijande
lijke verdediging ro.id de Jadebocht ge
drongen is en met succes een verkennings
vlucht boven de marinebasis Wilhelmsha
ven gehouden heeft. Nabij Wilhelmshaven
werd een vyandelyk oorlogsschip ontdek,
en met bommen aangevallen. Zuidelijker
werden vier vijandelyke torpedobootjagers
eveneens aangevallen; men meent, dat zij
beschadigd zyn De Britsche vliegtuigen
hebben geen schade opgeloopen en geen
verliezen geleden en zijn alle veilig naar
hus bases teruggekeerd.
DE DUITSCHE DUIKBOOT-AAN
VALLEN NEMEN AE.
De maritieme medewerker van Reuter
wyst er op, dat het meer dan een week
geleden is sedert een Britsch schip dooi
een duikboot aangevallen is. Men meent
dat de Duitschers moeilykheden ondervin
den by hun duikboot-offensief De duik
boot-aanvallen, aldus Reuter, worden peri
odiek ondernomen, na eenigen tyd keere
de duikbooten naar Duitschland terug
opdat zy nagezien kunnen worden en cl
bemanning rust kan nemen. Deze periodie
ke aanvallen worden echter geleidelijk
zwakker en minder in aantal.
De grootste moeilykheid, die Duitsch
land ondervindt, is ongetwyfeld het vinden
van voor duikbooten geschikte mannen
hetgeen ook gebleken is door den zeer
jeugdigen leeftijd van de duikbootbeman
ningen, die onlangs gevangen genomen
zyn. Er zyn ook aanwyzingen, vervolg!
Reuter, dat de aanbouw van nieuwe duik
booten niet aan de verwachtingen voldoet
Men betwyfelt dan ook, of de aanbouw ge-
lyken tred houdt met de vernietiging van
duikbooten. Aangezien het aantal Britsche
vaartuigen, dat jacht op duikbooten maakt
stijgt, daalt de kans van elke duikboot om
veilig terug te keeren die overeenkomstig.
De geallieerde dieptebommen, aldus het
Britsche betoog, werken steeds doeltref
fender, het moreel der duikbootbemannin
gen wordt bijgevolg steeds meer aange
tast, zoodat het ook moeilijker wordl
mannen voor de duikbooten te vinden.
party, tot welke Daladier, de pas afgetre
den premier, behoort, scheen van plan te
zyn haar steun aan de regeering te onthou
den. Zelfs werd de mogelykheid geopperd,
dat zy het kabinet zouden dwingen af te
treden. Deze mogelykheid leek niet al te
onmogelyk, als men dacht aan het feit, dat
het kabinet-Reynaud den dag na zijn sa
menstelling in de Kamer een meerderheid
behaalde van slechts één slem bij het stel
len van de vertrouwensmotie. Daladier was
afgetreden, terwyl hy een iets grootere
meerderheid behaalde. Op denzelfden Da
ladier is de actie van zyn party echter ge
strand. Men verlangde van hem, dat hy, als
president van de radicaal-socialistische par
tij, het bestuur van die party zou bijeen
roepen, welk bestuur dan misschien drin
gend aan de radicaal-socialistische minis
ters zou hebben verzocht af te treden, daar
mee het kabinet-Reynaud beroovend van
een aanzienlyk stuk van zyn beendergestel.
Deze oppositie schynt geleid te zyn door
Bonnet en Lachambre, die in het kabinet
van Daladier zitting hadden en nu door
Reynaud gepasseerd waren. Men is natuur
lijk spoedig geneigd hun handeling in deze
zaak te wyten aan persoonlyke gr'ieven.
Hoe dit zij, Daladier heeft geen gehoor ge
geven aan hun wenschen, daarmee toonend
een beter begrip te hebben van wat Frank
ryk op het oogenblik noodig heeft dan een
aantal van zijn partyleden. Later bleek
trouwens de meerderheid van zyn party
achter hem te staan. Inderdaad is het thans
geen tyd om alsof er geen groote oor
log aan den gang was door te gaan met
politieke intrigues, die de Fransche volks
vertegenwoordiging in het buitenland toch
reeds een niet al te gunstigen naam gege
ven hebben. Daladier heeft zyn ex-ministers
een lesje gegeven. Meer dan ooit is nu im
mers noodig: eenheid, voor oorlogvoeren
den en neutralen.
Zeeland iheefê de minste werkloezen
De groote steden en Drenthe de meeste.
In het maandschrift van het centraal bu
reau voor de statistiek komen interessante
gegevens voor betreffende de verspreiding
van de werkloosheid over de verschillende
gemeenten des lanas en over de provinciën
terwijl op deze gegevens als hieronder na
der wordt ingegaan in het laatste nummer
van Werk en Steun.
De cijfers zijn gemiddelden over eeh pe
riode van zes maanden l.w April tot en
met September van 1939, in welke periode
ae werkgelegenheid als regel het gunstigst
is. Onder werkloozen zijn ook geteld dege
nen, die in werkverruiming waren tewerk
gesteld Officieel worden dezen sinds Aprï.
1939 met meer als werkloozen aangemerkt.
DE GEMEENTEN.
In onderstaand staatje volgen gegevens
over de vier groepen van gemeenten, ge
groepeerd naar het inwonertal.
O <1 e.
100 000 en meer inw. 2.329.538 124,142 5,33
50.000100.000 inw. 951.409 34.269 3.60
20.000—50.000 inw. 1.003.81S 33.123 3.30
minder dan 20.000
inw4,472,971 71,839 1.61
Geheel Nederland 8.757.736 263.373 3.01
Uit deze gegevens valt direct op, dat met
het kleiner worden der gemeenten het aan
tal werkloozen in verhouding minder werd.
Dit verschil was tusschen de groepen der
grootste en der kleinste gemeenten wel bij
zonder groot. In de zeven grootste gemeen
ten (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag,
Utrecht, Haarlem, Groningen en Eindho
ven), waar rond 27 pcit. der Nederlandsche
bevolking woont, woonde 47 pet. van het
aantal werkloozen, terwijl in de kleinste ge
meenten, waar 51 pet. der totale bevolking
is gevestigd, 27 pet. van het aantal werk
loozen verbleef. De béide groepen der tus-
schenliggende gemeenten lagen, wat haar
aandeel in de werkloosheid betrof, zoo on
geveer midden tusschen de beide uiterste
groepen; zy bleven nochtans nog boven het
rijksgemiddelde.
DE PROVINCIëN.
Het navolgende overzicht geeft een beeld
van de verdeeling der werkloosheid over de
Provinciën
Zuid Holland 2.147.358 86.451 4.02
Noord Holland 1.673.380 63.157 3.77
Utrecht 475.293 15.177 3.19
Drenthe 245.485 7.162 2.92
Groningen 421.910 10.544 2.50
Overijssel 571.861 14.155 2.48
Noord Brabant 1.024.135 24.925 2.43
Friesland 422.660 9.464 2.24
Gelderland 916.819 18.264 1.99
Limburg 604.451 11.395 1.89
Zeeland 254.384 2.679 1.05
In dit overzicht vallen eerstens op de
hooge werkloosheidspercentages van Zuid
Holland en Noord Holland, op eenigen af
stand gevolgd door Utrecht en Drenthe.
Zou men voor de drie eerstgenoemde pro
vinciën buiten beschouwing laten de in haar
gebied gelegen groote steden, dan worden
voor deze provinciën de aantallen werkloo
zen per 100 inwoners resp. 2.56, 2.21 en 2.19.
Deze provincies vallen dan ook onder het
rijksgemiddelde van 3.01. Alsdan vertoont
Drenthe, de provincie met de kleinste be
volking, het hoogste werkloozenpercenta-
ge.
De provincie Zeeland heeft al een zeer
laag percentage, terwyl het bevolkingscij
fer ongeveer gelijk is aan dat van Drenthe
en het werkloozencijfer ongev. 37.5 pet. van
het Drenthsche cijfer bedraagt. Zeeland,
Limburg en Gelderland bleken de provin
cies te zijn met de geringste werkloosheid.
Engeland was bij het
uitbreken van den oorlog
niet gereed.
Opmerkelijke verklaring
van generaal Ironside.
Reuter meldt uit Londen: De chef van
den Britschen generalen staf, generaal
Ironside, heeft gisteren op "net Britsche
ministerie van oorlog vertegenwoordigers,
der wereldpers ontvangen. Hij zeide onder
meer: „De Geallieerden mogen er zeer
dankbaar voor zyn, dat zij zeven maanden
tyd hebben gekregen om hun legers te
vervolmaken.
Ik beef by dé gedachte, aan wat ge
beurd zou kunnen zyn, indien de Duit
schers ons in het begin, toen wy vrijwel
in het geheel geen leger hadden, hadden
aangevallen. Pas sedert veertien dagen
kan men zeggen, dat wy de moeilykheden
werkelyk te boven zyn gekomen, maar
thans zijn wy volledig voorbereid op alles,
wat kan komen.''
Ik heb Geallieerde legers in het veld
gezien en ik weet, hoe voortreffelijk hun
geest en hun opleiding is. Men moet niet
vergeten, dat de meeste van onze jonge
mannen geen militaire oefening hadden
gehad, zoodat zij moesten worden opgeleid
ui veel korteren tijd dan den normalen ter
mijn van zes maanden.
Het groote Duitsche leger, dat tegen
over ons staat, is een prachtige machine,
doch het bezit geen mannen, die aan den
vorigen oorlog hebben deelgenomen in een
rang boven dien van kapitein, terwyl wij
en de Franschen groote reserves aan er
varen leiders uit den wereldoorlog heb
ben. Er kan genie in het Duitsche leger
zijn, maar men twijfelt er aan. Ik ken de
meeste Duitsche commandanten persoon
lijk en ik ben er van overtuigd, dat zij
zich ongerust moeten gevoelen, indien zij
het bevel tot oprukken zouden krijgen. Zes
maanden geleden zouden zij misschien ge-
Er was eens een hopman in Vught
„Roode Ster" sprak hij „smaakt mij geducht.
En niet duur ook, zoo'n pak
Van die prima tabak!
Kolossaal, wat 'n heerlijke lucht!"
(Ingez. Med.)
De verkoop van zeep weer vrij.
Naar wij vernemen ligt het in de bedoe
ling om de ondernemingen, welke zijn
ingeschreven bij de sectie zeep van het
rijksbureau voor chemische producten, van
1 Mei a.s. af geheel vrij te laten in de door
hen te verkoopen, af te leveren of in eigen
bedryf te gebruiken hoeveelheden zeep.
De thans bestaande quoteering van den
afzet komt dan dus te vervallen.
Mocht het in de toekomst noodzakelijk
blijken opnieuw tot quoteering over te gaan
dan zal de periode van 1 September 1938
tot 1 September 1939 weder als basisperi
ode gelden.
BRAND IN HET NEDERLANDSCHE S.S.
„HOOGKERK".
Gistermiddag is, vermoedelijk doordat
vonken van een laschapparaat in de lading
zijn gevallen, brand ontstaan aan boord van
het s.s. „Hoogkerk" (ruim 5000 br. ton) van
de Ver. Ned. Scheepvaart Mij., dat in de
Maashaven te Rotterdam gemeerd ligt.
De „Hoogkerk" was Donderdag in Rot
terdam gearriveerd en gistermorgen was
men begonnen met het lossen van de lading,
welke bestaat uit kapok en aardnoten. Het
bleek buitengewoon moeilijk het vuur te be
strijden.
Het vuur werd behalve door eigen brand
weer, door twaalf stralen van de drijvende
spuiten „Havendienst 6" en „Havendienst
13" bestreden De vuurhaard was in verband
met de groote lading in ruim 3, waar de
brand woedt, zeer moeilijk te bereiken. Om
streeks 12 uur vannacht had men het vuur
onder de knie. De beide drijvende stoom
spuiten, „Havendienst 6" en „Havendienst
13" zetten het nablusschingswerk, dat ver
moedelijk nog eenige dagen zal duren, met
zeven stralen voort.
slaagd zijn, doch thans niet. Zy hebben aan
de grens gelegen met de dwaze wenschge-
dachten van hun kranten en het resultaat
der leugenpropaganda gecombineerd met
de werkloosheid van hun troepen, moet
zeer slecht voor hun moreel geweest: zijn."
(Ingez. Med.'
Van het 18e Raadslid.
De Raad van Middelburg begon j.l. Woens
dag een half uurtje te laat. Als we ons niet
vergissen, zeggen „de Boeken" dat dit niet
mag. Eerst had in ieder geval de openbare
vergadering geopend moeten worden.
Daarna had dan de Raad in geheime zitting
kunnen gaan, al was het een heelen dag.
Wij houden echter ons hart vast by de
mogelijkheid, dat de lieele Raadsvergade
ring nu voor niets geweest zou zijn, vol
gens de „Boeken".
Men stelle zich eens voor, dat die zitting
van j.l. Woensdag nóg eens gezeten moest
worden... Neen, laten we het er maar lie
ver byj
Na de voorlezing van een aantal ingeko
men stukken viel plotseling het woord
„kermis" in de zaal.
Het wanhoopswoord, het verfoeide, ge
vreesde, onheilspellende woord.' Hoe dik
wijls reeds is er in onze Raad gepraat over
„kermis", over het voor en tegen, over den
principieelen kant van de zaak en over den
practischen kant ervan, over het beweerde
moreele verderf en de beweerde aantrekke
lijkheden.
En dezen keer ging het niet eens over
de kermis in Middelburg, neen, het betrof
de kermis in Souburg, En toch zag men
kans er ons nog een aardig poosje mee
zoet te houden!
Ged. Staten hebben aan alle gemeente
besturen op Walcheren een circulaire ge
zonden met de vraag of er bezwaren be
stonden tegen de weder-instelling van de
kermis te Souburg. Hierop moest voor 1
April geantwoord zijn. De voorzitter deelde
mede, dat B. en W. deze zaak niet belang
rijk genoeg hadden geacht gelukkig!
om een speciale Raadszitting voor bijeen
te roepen. En nu was het 3 April gewor
den.
De heer v. d. Feltz geloofde niet, dat dit
een onoverkomenlijk bezwaar was en zeide
namens de A.R. en de C.H. fracties wat hij
te zeggen had.
Links zat de heer Jeronimus al in span
ning af te wachten. En ja, daar kwam het
moment! De heer v. d. Feltz wilde van
deze gelegenheid tevens gebruik maken
om te vragen aan B. en W. hoe het stond
met de kermis te Middelburg.
De heer Jeronimus slaakte een triomf
kreet: „Daar hebben we het!" En zijn ge
dachten waren leesbaar: „Zie je wel; ik
had het wel gedacht!"
Het werd echter geen „kermis-debat" in
grootschen stijl, zooals de heer Jeronimus
misschien had gedacht, (en gehoopt?).
Mevr. Weyl en de heeren Schot, Mon-
deel en Jeronimus (allicht) spraken hun
gedachten weer eens uit over deze kwestie,
maar daarby bleef het. De voorzitter, die
even goed weet hoe de Raadsleden denken
over kermissen als zijzelf, toonde zich een
waar magistraat en sprak fijntjes als zyn
meening uit, dat wel niemand de overtui
ging zou hebben, dat zy of hy de „anderen"
zou overtuigen. En dat bracht de redding.
Er kwam een stemming en geen debat.
Het voorstel van den heer v. d. Feltz c.s.
om bezwaar te maken tegen de Souburg-
sche kermis in statu rtascendi werd afge
stemd met 9 tegen 6 stemmen. Het gevaar
was voor dezen keer omzeild. Maar we
hóórden deh heer v. d. Feltz denken:
„Wacht maar, in Mei..."
Twee agendapunten verder ontspon zich
een langdurige discussie oyer een cijfer.
Moest het 7 zijn of IVi (voor leerlingen van
het gymnasium, om vrijstelling van school
geld c.a. te krijgen). Eenige klassiek ge-
vormden tamboerden met overtuiging op
de 7%anderen vonden 7 voldoende. Wat
zeggen wij Voldoende Méér dan genoeg.
Van alles kwam er bij te pas: een classi
cus gebruikte het woord „millieu". Een
moderne hield het op „karakter". De clas
sicus deed de concessie, dat het zonder ka
rakter óók niets gedaan is. En beiden had
den gelijk. Maar overtuigden elkaar niet.
De heer v. d. Feltz had met verwondering
gezien, dat B. en W. het advies van het
college van curatoren niet hadden gevolgd,
waarop de voorzitter opmerkte, dat een ad
vies natuurlijk een advies was, niet meer,
en niet minder, zoodat B. en W. volkomen
het recht hadden er een andere meening
op na te houden dan een advies adviseerde.
Waarop spreker een „op pooten staand"
pleidooi hield voor het standpunt van B.
en W„ waar geen speld tusschen te krijgen
leek. Maar de heer Portlieine wist die ver
maarde speld er toch tusschen te wrieme
len, o m. wijzend op het nadeel, dat een la
gere school wel eens slecht kan aansluiten
op een Gymnasium, waarvan het kind toch
niet de dupe mag worden. B. en W. wijzig
den hun voorstel daarop zoo, dat dit nadeel
werd ondervangen. En het kwam erdoor.
En toen kwam een kwartier glorie voor
de Middelburgsche Courant!
Het ging over advertenties, welk gedeel
te bij ons intusschen minstens zoo interes
sant is als dat. van het nieuws, nietwaar
Dames?
De gemeente Middelburg had een con
tract met de Middelburgsche Courant, vol
gens hetwelk alle gemeentelijke publicaties
in deze courant werden geadverteerd tegen
een specialen prijs, welke zeer laag was,
vanwege onzen gemeenschapszin. Daarby
had het gemeentebestuur de verplichting
in geen ander blad deze publicaties te ad-
verteeren. In de verwarde dagen van Sep
tember j.l. vergaten B. en W. deze clausule
van het contract en... adverteerden in en
kele andere bladen.
Hebben wij B. en W. voor den rechter
gesleept? Niets ervan. Wy hebben gezegd,
in den stijl van den heer v. d. Feltz: „Wij
zijn verbaasd te vernemen..." enz.
B. en W. keerden terug van de dwalin
gen huns weegs en zeiden: We zullen het
niet meer doen. Zoo bleven we goede vrien-
den. Waar had Middelburg tiaar t.oe ge
moeten als zijn vroede vaderen wegens con
tractbreuk naar het gevang waren ge
sleurd?
Gemeenschapszin, myne heeren!
Maar eilacie, er ging door het land een
wonder gerucht. De krantendirecties fluis
terden het elkaar toe. De loopjongens
smoesden er stilletjes over: Heb je het al
gehoord? Er is wal te verdienen in Mid
delburg. De gemeente adverteert!
En de aanbiedingen stroomden binnen:
Wij doen het voor zooveel. Wij voor zoo
veel minder. Wij hebben een specialen prijs
voor U. Wij nog specialer.
B. en W. moeten zich de ooren dicht
gehouden hebben. Maar dat hielp niet, want
toen deed men het schriftelijk. Er kwamen
twee adressen, een uit Goes en een uit.
Breda.
En in de vorige Raadsvergadering is er
lang en breed gepraat over die adressen.
En er werden vele wyze woorden gezegd.
Maar de geachte Raadsleden vergaten een
paar kleinigheden: het 'contract met de
•Middelburgsche en het criterium voor ad
vertenties. Want immers: waarom adver
teert men, of men nu gemeentebestuur is
of zakenman, verloofd of getrouwd of va
der geworden? Om publiciteit te geven aan
wat men te zeggen heeft! En dan is men
in Middelburg meteen uitgepraat. Want er
is maar een „Middelburgsche" en dat: is
toevallig de Middelburgsche Courant.
Of heeft U een andere krant wel eens
„de Middelburgsche" hooren noemen? O
zoo! De Raadsleden bleken het dezen keer
er roerend over eens te zijn, dat ons blad
bovenaan staat in publiciteitswaarde te
Middelburg.
En uit bescheidenheid laten we het maar
hierbij...
De volgende 9 punten' vlogen onder den
hamer door.
Het eerste station, waar weer een praat
halte was, heette „Gemeentelijke exploit.a-
pes, heeft het ditmaal gelaten by enkele
Raad. die toch anders zoo sterk is in princi
pes, heeft het ditinaa lgelaten by enkele
practische bezwaren: Als het maar geen
nadeel beteekent; mag het wel van de
Pacht kamer! enz.
Geen principieele bezwaren tegen over-
heidsexploitatie of iets van dien aard. Het
viel sommigen mee en het viel sommigen
tegen
Bij de rondvraag vertelde de heer De
Bruijn aan wethouder Paul op diens vraag
goedmoedig dat deze hem in een bepaald
opzicht zijnde een afrastering van gras
strookjes niet meeviel. Wat een wet
houder al niet moet presteeren om nie
mand tegen te vallen!
Bij de bespreking van de reparatie van
de Langevielebinnenbrug, zat de heer Jero
nimus weer als een kat by het muizen
gaatje, toen wethouder Paul zijn uiteen
zetting gaf. Zooals men weet, is deze brug
beweegbaar, maar de huidige reparaties
schijnen hier wel een eind aan te maken.
De lieer Jeronimus vuurde de vraag af
op den wethouder: „Beweegbaar?"
De wethouder antwoordde ontkennend.
De heer Jeronimus zegevierde. Wel zou de
wethouder op deze kwestie nader terugko
men. doch dit gebeurde niet. Als de brug
voor goed onbeweegbaar gemaakt wordt,
moet de Raad daarin gekend worden. Wet-
houder Paul deelde echter mede, dat dé
onbeweegbaarheid slechts tijdelijk is. Wij
wachten, met den heer Jeronimus, in span
ning af.
In vertrouwen vertelde de heer Jeroni
mus ons, dat hij een heiligen angst heeft
voor dergelijke „tydelijkheden". Hij herin
nerde zich b.v. de „Pannenbrug" te Vlis-
singen, die ook bedoeld was als tijdelijk en
er dan ook niet eeuwig gelegen heeft. Het
tijdelijke duurde echter 75 jaar...
De man die dit tydelijk noemt, heeft ge-
lyk, formeel. En als de autoriteiten gelijk
hebben, al is het dan maar formeel, dan Ts
de kous af. Waarmee wij niet willen zeg
gen, dat weth. Paul van plan is deze Lan
gevielebinnenbrug, „tijdelijk" 75 jaar onbe
weegbaar te laten