KRONIEK VAN DEN DAG
Heffingen ten Sbelhoeve van
Snel leeningfonds 1940
oehefes TAFELZOUTuiïei$e>h Sodm'-FttN.. m%£kews!
De Maansteen
HET IS GEEN opoe duur bederveu zij
BESPARING OMI^goed!metSÜNLIGHTj
G GOEDKOPE,SCHERPE); S u
1 ZEPEN TE HOPEN.J? 7
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN VRIJDAG 5 APRIL 1940.
No. 81.
Via de neutralen
De oorlogvoerenden gaan sfeeds verder
in hun eisclien tegen de neutralen. Zoowel
de Geallieerden als de Duitschers zijn het
niet eens met de neutraliteit, zooals die
wordt toegepast in dezen oorlog. De Engel-
schen roepen er het hardst hun verontwaar
diging over uit. Wellicht zouden de Duit
schers even hard roepen als zij in dezelfde
omstandigheden waren als de Engelschen,
doch voor hen is de toestand thans anders.
De Duitschers hebben er belang by, dat
de neutralen neutraal blijven, want het is
niet waarschijnlijk, dat neutralen, die een
andere houding aannemen, de zijde van
Duitschland zouden kiezen.
Duitschland voert thans nog handel met
een aantal neutralen, wier producten over
land aan te voeren zijn, of door neutrale
territoriale wateren.
Berlijn kan niets liever wenschen, dan
dat deze toestand zoo blijft, want zoo werkt
de blokkade in ieder geval niet voor 100
procent, al zullen de Duitschers de onge
makken heusch wel voelen.
Deze handel met de neutralen is den
Geallieerden echter een doorn in het oog.
De Geallieerden zijn nu eenmaal officieel
van meening, dat zij niet alleen voor zich
zelf vechten, maar ook voor de redding van
Europa, net als „den vorigen keer". En zij
begrijpen niet, dat de rest van Europa dan
niet meewerkt aan die redding door de
neutraliteit niet al te „orthodox" op te
vatten.
De Duitschers strijden al evenmin voor
zichzelf alleen, maar beloven en passant
Europa te redden van de „plutocratische
democratieën", de stille macht van den
rijkdom, belichaamd door de Engelsche, en
voor de variatie ook wel Joodsch-Engelsche,
bankiers.
En ook Duitschland zou graag meer be
grip willen zien bjj de neutralen, voor hun
eigen belangen, zooals Berlijn zich die
denkt te behartigen.
De neutralen tenslotte wenschen niets
liever dan dat de oorlogvoerenden eenig
begrip toonen voor de neutraliteit. Zij vra
gen geen bevoordeeling, geen partijdigheid;
zij vragen alleen maar recht. Zij hebben
niet gevraagd om bescherming tegen de
dreiging van de Duitsche overheersching
en zy zijn nooit naar Berlijn gegaan om
te betoogen, dat zij bang waren voor de
Engelsche geldmacht.
Zij prijzen zich gelukkig in dezen waan
zinnigen oorlog neutraal te zijn en zij heb
ben geen aspiraties om de wereld te red
den, noch volgens de Duitsche, noch vol
gens de Engelsche gebruiksaanwijzing. Geen
van beide schijnt hun erg aanlokkelijk als
zij kijken naar wat er in de laatste jaren
in ons werelddeel is gebeurd.
En de neutralen laten dat duidelijk ge
noeg merken. Bijna dagelijks betoogen zij,
dat zij hun eigen gebruiksaanwijzing de
beste vinden en geen voorkeur hebben voor
een andere, kant en klaar gefabriceerd aan
een Londensche of een Berljjnsche schrijf
tafel. Nog afgezien van de politieke as
pecten van dergelijke aanwijzingen, de neu
tralen kunnen van zoo'n schrijftafel niet
eten. En ons land in het bijzonder niet. Wij
moeten handelen en varen, anders gaan
we steeds meer achteruit en komen we
voortdurend dichter bij de armoede.
De neutralen betoogen en betoogen; zij
protesteeren en protesteeren.
Maar de oorlogvoerenden hebben tegen
woordig heel bijzondere ooren. Ooren met
filters en versterkers. De filters laten niets
door, dat hun niet aangenaam is en de
versterkers doen hun plicht als er geluiden
komen, die de betrokken partij welkom zijn.
Zoo blijft de stem der neutralen onver
hoord.
En het wordt nog erger! Dezelfde En
gelsche minister Cross, die j.l. Dinsdag nog
betoogde, dat de invoeren van de neutrale
buurlanden van Duitschland in den oorlog
niet abnormaal gestegen waren, en die
daarmee dus de beweringen van eenige zij
ner collega's dat deze neutralen Duitsch
land „hielpen" volkomen ontzenuwde,
komt thans met de enorme mededeeling,
dat de Geallieerden Duitschland willen tref
fen in zijn economie, door zijn geheelen in-
en uitvoer zoo mogelijk af te snijden. Daar
toe moeten de neutralen niet langer met
Duitschland handelen. Engeland verklaart
zich daartegenover vriendelijk bereid zoo
veel mogelijk van deze landen te koopen
en hun zooveel mogelijk te verkoopen van
wat zjj noodig hebben.
Duitschland van zijn kant eischt, dat de
neutralen hun handel op denzelfden voet
voortzetten als vóór den oorlog. Engeland
zet zijn eigen kracht bij door te dreigen,
dat neutralen, die de Londensche aanwij
zingen niet volgen, geen producten meer
zullen krijgen uit het Britsehe en het Fran-
sche wereldrijk. Bovendien zullen de Ge
allieerden naar alle waarschijnlijkheid hoo-
gere prijzen bieden voor bepaalde produc
ten dan Duitschland.
Wat zal er nu gebeuren als Engeland in
zijn opzet slaagt en als -Duitschland wer
kelijk gebrek krijgt aan het noodigste? Er
is weinig fantasie voor noodig om de ver
onderstelling op te werpen, dat Duitschland
dan wel eens de producten zou kunnen
gaan halen, zonder betaling. Het zou
bv. een uitval kunnen doen naar het Zuid
oosten, naar de petroleum van Roemenië.
Daarmee zou dan de veelbesproken uitbrei
ding van het oorlogsterrein tot stand ge
komen zijn. Intusschen beweert de Brit
sehe regeering evenals de Duitsche
dat zjj geen uitbreiding van het oorlogs
terrein wenscht, ook niet in Zuidoost-
Europa.
Roemenië en de andere betrokken
neutralen zullen zich bovendien wel
tweemaal bedenken eer zij -zich economisch
geheel richten op een der oorlogvoerenden,
in dit geval de Geallieerde partij. Dit zijn
de lichtpuntjes in een zeer duistere ge
schiedenis.
Scherper politietoezicht op
de rijwielachterlichtjes.
Ook op «le verlichting;
van motorrijtuigen zal
strenger gelet worden.
De minister van justitie heeft aan de
procureurs-generaal een schrijven gezon
den, waarin er op wordt gewezen, dat de
naleving van het voorschrift, dat motor
rijtuigen op meer dan twee wielen voorzien
moeten zijn van één of twee achterlichten,
welke achterwaarts duidelijk zichtbaar
voor het achterkomend verkeer, een rood
licht uitstralend, te wenschen overlaat. Men
ziet auto's, waarvan het achterlicht hetzij
niet brandt, hetzij zulk een zwak licht uit
straalt, dat het door inhalend verkeer niet
tijdig wordt opgemerkt.
De minister verzoekt daarom de bevor
deren, dat op de naleving van dit voor
schrift nauwlettend toezicht wordt uitge
oefend. Evenals zulks zal dienen te geschie
den ten aanzien van de naleving der bepa
lingen betreffende de verboden verblinden
de verlichting.
Eenzelfde bedragslyn moet worden ge
volgd ten opzichte var. het verbod, om over
een weg te rijden met een motorrijtuig of
een aanhangwagen, die met inbegrip van
de lading 3 Vi meter boven den weg reikt.
HET ROODE ACHTERLICHT
OP RIJWIELEN.
Ten aanzien van het voeren van roode
achterlichten door wielrijders, is den mi
nister de wenschelijkheid gebleken terug te
komen op de tot dusver toegelaten tege
moetkomende regeling, daar de practijk
heeft uitgewezen, dat hoewel deze. regeling
Ie sterke meubelmakerslijm
VLEKVRIJ GEBRUIKSKLAAR
De Tweede Kamer keurt ze g©edL
De Tweede Kamer heeft gistermiddag
met 75 tegen 5 stemmen het wetsontwerp
heffingen ten behoeve van het leeningfonds
1940 aangenomen. Tegen stemden de com
munisten, n.s.b. en c.d.u.
Bij dit wetsontwerp wordt het bijzondere
invoerrecht voor benzine verhoogd, even
als het invoerrecht voor benzol. Voorts
wordt een heffing van 15 opcenten voor
gesteld op de successiebelasting en een hef
fing op de tot dusver onbelast gebleven
koffie. Tenslotte wordt voorgesteld ver
hooging van den suikeraccijns.
Een amendement van den heer Van Gel
deren c.s. (s.d.), dat beoogde de heffing op
koffie een tijdelijk karakter te geven
en wel tot 30 April 1941 werd met 54
tegen 24 stemmen verworpen en een over
eenkomstig amendement betreffende de
verhooging van den suikeraccijns werd door-
den minister overgenomen. De geldigheids
duur van de wet voor andere heffingen
werd beperkt tot 1 Mei 1943.
In zijn rede, waarmede minister De Geer
de sprekers van Woensdagmiddag beant
woordde, zeide hij niet onvoldaan te zyn
over de ernstige en zakelijke critiek. Een
uitzondering maakte hij voor de heeren De
Marchant er d'Ansembourg, Posthuma en
De Visser. De verschillende geuite wen
schen besprekende, zeide de minister, het
te betreuren, dat indertijd het wetsontwerp,
dat heffing van inkomens en vermogens
van in het buitenland wonende Nederlan-
i ders inhield, door de Kamer was verwor-
pen met o.m. de r.k. tegen en de s.d. en
de c.h. voor. Inderdaad verdient het aan
beveling een dergelijk ontwerp nogmaals
in te dienem doch dan als duurzame maat
regel, ten bate van den normalen dienst.
Bij verhooging van de couponbelasting en
belastingheffing op andere renten is er
eigenlijk sprake van- inkomstenbelasting,
doch gecamoufleerd. Een nadeel is, dat
hierbij noch met progressie, noch met kin
deraftrek, noch met minimumlevensonder-
houd rekening kan worden gehouden. Het
eenige middel, waaraan in dit verband ge
dacht kan worden, achtte de minister toe
passing van de couponbelasting op onder-
handsche leeningen.
Wat de heffing op den suikeraccijns be
treft, hier had de minister overwogen de
opcenten te vervangen door verhooging van
de omzetbelasting op weelde-artikelen van
tien op twaalf en een half procent. Voor-
1 o o p i g is dit denkbeeld echter verwor
pen. De verhooging van de successiebelas
ting zal vermoedelijk de volle vijftien jaren
van het bestaan van het leeningfonds, zoo
niet langer, van kracht blijven.
De heffing ineens is het eerst in 1914
aan de orde gesteld, doch men zag vrij
spoedig de nadeelen in. Zjj werd vervangen
door drie verdedigingsbelastingen in 1916.
Het oogenblik voor iets dergelijks achtte
Door WILIvIE COLLINS.
Nederlandsche bewerking van
A. A. HUMME Jr.
12).
Zonder vei-der iets te zeggen, of zelfs
maar notitie te nemen van den inspecteur
van politie, die haar wilde aanspreken, liep
zij, doodsbleek en blijkbaar van gedachten
vervuld, de kamer uit om zich naar het
terras te begeven. Zjj liep op mijnheer
Franklin toe, zonder blijk te geven, dat zij
haar neef Godfrey had gezien, die zich hier
op terugtrok. Zij voegde mijnheer Franklin
heftig eenige woorden toe, die hem blijk
baar zeer verbaasden en een oogenblik la
ter werd de deur open geworpen en ver
scheen juffrouw Rachel, met fonkelende
oogen en een hoogroode kleur. Toen de in
specteur aanstalten maakte haar aan te
spreken, beet zij hem toe: ..Ilc heb u niet
gevraagd hier te komen. Ik heb u niet noo
dig! Mijn diamant is weg en u, noch
iemand anders, zal hem ooit terugvinden!"
Met deze woorden trad zij haar slaapver
trek binnen en deed voor onzen neus de
deur op slot, Penelope, die er het dichtst
bü stond, hoorde haar daarop in snikken
uitbarsten.
Het eene oogenblik in woede ontstoken,
het volgende in tranen ik begreep er
niets van. Afgaande op haar laatste woor
den, vermoedde ik, dat zü diep gebelgd was
over het feit, dat wü de politie in de zaak
hadden gemoeid en dat de verbouwereerd
heid van mijnheer Franklin, op het terras,
veroorzaakt was, doordat zij zich in dien
geest tegen hem, die de politie had geroe
pen, had uitgelaten. Als dit vermoeden
juist was, waaróm zou z'ü dan bezwaar heb
ben tegen de aanwezigheid, van hen, die den
verloren diamant zouden kunnen opsporen,
en hoe zou zü in 's hemelsnaam kunnen we
ten, dat de Maansteen nooit meer terecht
zou komen?
Er bleef den inspecteur nu niets anders
over dan de bedienden één voor één te on-
vragen, doch dit bracht evenmin eenig
licht in de zaak, daar geen van allen een
nadere verklaring kon geven. Hü had hier
op een onderhoud met lady Verinder, waar-
bü ik tegenwoordig was, waarbij hü als zijn
meening uitte, dat de diamant door een
der huisgenooten was gestolen, en vervol
gens om toestemming verzocht de bedien
denkamers te doorzoeken. Lady Verinder
weigerde echter haar personeel deze ver
nedering te doen ondergaan, waarop de in
specteur een buiging maakte en mü een
blik toewierp, alsof hü wilde zeggen:
„Waarom word ik geroepen, als ik op alle
manieren word gedwarsboomd?" Als hoofd
van het personeel, voelde ik, dat wij geen
gebruik mochten maken van de edelmoe
digheid van onze meesteres en zei daarom:
„Wü danken u voor uw vértrouwen, lady
Verinder, maar wij verzoeken u, ons toe te
staan, hierbij onze volle medewerking te
verleenen, door onze sleutels te overhandi
gen. Wanneer Gabriel Betteredge het voor
beeld geeft", zei ik tot den inspecteur, „zul
len de anderen volgen; dat weet ik zeker.
Om te beginnen hier zün mün sleutels".
Mjjn meesteres greep mün hand en dank
te mü met tranen in de oogen, hetgeen het
verlangen bjj mij deed opkomen inspecteur
Seegrave 'n pak slaag te geven.
Zooals ik verwacht had, volgden de be
dienden, hoewel morrend, mün voorbeeld,
daar zij wel inzagen, dat dit onder deze om-
De deugd zou nooit zoo ver gaan als
de ij delheid haar niet vaak terzijde
stond.
standigheden het beste was. Ofschoon alle
kasten en koffers overhoop werden gehaald,
werd de diamant niet gevonden en inspec
teur Seegrave begaf zich hierop naar mijn
kamer, om te overleggen wat hem nu te
doen stond. Hü was met zijn mannen nu
eenige uren bezig geweest en geen stap ver
der gekomen. Ik liet hem met zijn gedach
ten alleen en begaf fny' naar mijnheer
Franklin, die mij bü zich in de bibliotheek
had laten roepen. Toen ik mün hand naar
de deurknop uitstak, werd deze tot mün
verbazing geopend door Rosanna Spear
man, die de kamer verliet. Nadat er 's mor
gens stof was afgenomen, had geen der ka
mermeisjes meer iets in dat vertrek te ma
ken en ik verweet Rosanna, dat zü tegen
de regels van het huis had gehandeld.
„Mijnheer Blake had een van zün ringen
boven laten liggen", verdedigde zij zich,
„en ik ging naar de bibliotheek om hem
dien te geven". Zij verwijderde zich hierop
met een hoogroode kleur en een brutale
hoofdbeweging, hetgeen ik toeschreef aan-
het feit, dat zij min of meer uit haar even
wicht was gebracht door hetgeen dien mor
gen was voorgevallen.
Ik vond mijnheer Franklin aan de schrijf
tafel bezig. Zoodra ik binnen kwam vroeg
hü mü om een vervoermiddel naar het sta
tion.
„Gaat u naar Londen, münheer?" vroeg
ik.
„Ik wil naar Londen telegrafeeren", ver
klaarde hij. „Ik heb mijn tante er van over
tuigd, dat wü iemand moeten hebben die
slimmer is dan inspecteur Seegrave en zjj
vindt het goed dat ik een telegram aan
ten aanzien van te goeder trouw zünde
overtreders zeer voldeed, deze regeling ten
gevolge had, dat een deel der wielrüders
hiervan misbruik maakte.
Het gevolg is, dat het aantal wielryders,
in het bijzonder in de groote steden, dat
zich na zonsondergang bü den weg bevindt
zonder voorzien te zijn van een rood uit
stralend achterlicht, nog vrü aanzienlijk is.
Gelet op de verkeersveiligheid, moet dit
als een ongewenschte toestand worden be
schouwd.
Mede wordt als een bezwaar tegen be
doelde regeling aangevoerd, dat dit tege
moetkomende optreden op den duur het
politiegezag niet ten goede zou komen.
In verband hiermede heeft de minister
thans bepaald, dat in den vervolge ook dan
verbaliseerend moet worden opgetreden,
indien de in overtreding zijnde wielrijder
ter plaatse van aanhouding en binnen kor
ten tijd er niet in slaagt het achterlicht in
behoorlijk brandenden toestand te brengen.
EEN VERVALSCHTE ENGELSCHE
KRANT,
Het Fransche nieuwsagentschap Havas
seint uit Stockholm: De Duitsche propagan-
dadiensten hebben te Stockholm een ver-
valschte editie van het Engelsche blad
„Evening Standard" uitgegeven, dat vol
stond met lasterlijke artikelen over Enge
land.
ENGELSCHE SOLDATEN
GEÏNTERNEERD IN BELGIë.
Belga meldt uit Doornik, dat vier Engel
sche soldaten, die gisteren de Belgische
grens overgekomen waren, zijn geïnter
neerd.
de heer De Geer nog niet aangebroken.
Als de oorlog lang duurt, zal men hiertoe
tusschentijds moeten komen en als hü kor
ter duurt na afloop. Daarom had de mi
nister geen bezwaar tegen de verlangde
tüdelijkheid der nu voorgestelde heffingen;
in dat verband gevoelde hü het meest voor
een termün van drie jaren.
Tenslotte verklaarde de minister, dat het
verlangde breedopgezette debat over de te
volgen financieringspolitiek der buitenge
wone uitgaven bij de behandeling der rijks-
begrooting of bij interpellatie kan ge
schieden.
Bü de replieken diende de heer De Vis
ser (comm.) een motie in, waarbij de Ka
mer als haar oordeel uitspreekt, dat hef
fingen ten behoeve van het leeningfonds
1940 dienen plaats te hebben op het draag
krachtige deel der bevolking en de regee
ring verzoekt, maatregelen te doen voor
bereiden om te komen tot extra progres
sieve heffingen op de vermogens boven
30.000 en op de inkomens boven 8000
per jaar. Deze motie was mede-ondertee
kend door den heer Effendi (comm.) en
werd gesteund door den heer Van Houten
(c.d.u.). Daar de ondersteuning onvoldoen
de was, kwam zij niet in behandeling.
Het begrootingsontwerp van het leening
fonds 1940 voor het loopende jaar werd na
een kort debat, waarbü de heeren Wage-
mijn vader zend. Hij kent den hoofdcom
missaris van politie en die zal wel iemand
weten, die dit raadsel voor ons kan oplos
sen. En over raadsels gesproken, ik denk
dat Rosanna Spearman óf niet heelemaal
wijs is, óf dat ze meer van de verdwijning
van den Maansteen afweet. Ze kwam hier
met een ring, dien ik in mijn slaapkamer
had laten liggen en nadat ik haar had be
dankt, wachtte ik, dat ze weer zou gaan.
Maar ze bleef aan de andere zijde van de
tafel staan, waarbij ze m\j op een eigenaar
dige manier aankeek half angstig, half
familiair ik begreep er werkelyk niets
van „Een eigenaardig geval met dien dia
mant, münheer", zei ze opeens. „Ja", zei ik,
in afwachting van wat ze verder zou zeg
gen, en weet je, Betteredge, ik geloof be
slist, dat ze niet goed wjjs is. Ze zei: „Ze
zullen den diamant nooit vinden, is 't niet
zoo, münheer? Neen, en er evenmin achter
komen, wie hem heeft weggenomen, dat
weet ik zeker". Ze knikte me warempel
met een vriendelük glimlachje toe, maar
vóór ik tüd had haar te vragen wat ze
eigenlük bedoelde, hoorden wü je voetstap
pen en ging ze haastig weg, zeker bang
om hier gevonden te worden. Wat heeft
het te beduiden?"
Ik kon er niet toe besluiten hem over
haar verleden in te lichten, want het zou
bij hem het vermoeden wekken, dat zü die
dievegge was, en verondersteld, dat zij de
schuldige was, begreep ik evenmin, waar
om zü mijnheer Franklin deelgenoot van
haar geheim zou maken.
„Het zal het beste zün", zei ik, „als ik
eens met uw tante over het meisje spreek.
Zij stelt veel belang in Rosanna Spearman
en misschien heeft zü zich alleen maar een
beetje dwaas en vrijpostig aangesteld".
Münheer Franklin scheen gerustgesteld
door deze verklaring van haar gedrag. Hij
stak het telegram in zijn zak en ik begaf
(Ingez. Med.J
Monument ter eere van
Duitschland gesloopt.
Door de Russen ®p het
eiland Hangoe.
Het Italiaansche blad „Telegrafo" meldt,
dat de Russen te Hangoe een monument
ter eere van Duitschland hebben gesloopt.
Dit monument herinnerde aan de ontsche
ping der troepen van Von der Goeltz, die
in 1918 de Finnen tegen Rusland bijston
den. De Telegrafo schry'ft: „De Duitsch-
Russische betrekkingen kunnen zeer wel
uitstekend zijn, wij willen daaraan niet
twijfelen, doch het gebaar der Russen, die
onmiddelbjk na hun aankomst het monu
ment ter herdenking van de Duitsche ex
peditie sloopen, is waarlijk niet beminne-
lük."
EEN GIFT VAN DEN NEGUS.
Havas meldt uit Londen: Ex-keizer Haile
Selassie van Abessynië heeft twee massief
zilveren schalen, ingelegd met Abessinische
en Britsehe gouden en zilveren munten,
aangeboden voor een verkoop ten bate van
het Roode Kruis, georganiseerd door den
burgemeester van Londen. Ex-keizerin
Menen schonk een gouden filigram hand-
tasch, vervaardigd door de smeden van het
keizerlijk paleis te Addis Abeba.
FRANSCHE GEÏNTERNEERDEN
ONTSNAPT.
Uit Luxemburg wordt gemeldt, dat twee
Fransche officieren, die Dinsdag gewond
waren geraakt bij de noodlanding van hun
vliegtuig te Niederfeulen, gisteren uit het
ziekenhuis te Ettelbruck, waar zü ter ver
pleging waren opgenomen, zijn ontsnapt.
naar (a.r.) en De Marchant et d'Ansem
bourg (n.s.b.) het woord voerden en de
minister repliceerde, zonder hoofdelüke
stemming aanvaard met eerstgenoemden
spreker tegen. Eveneens zonder hoofdelijke
stemming vereenigde de Kamer zich met
de begrooting van liet werkloosheidssub-
sidiefonds voor dit jaar.
EN NOOIT ZEEP VAN ONBEKENDE HERKOMST
(Ingez. Med.)
mij hierop naar de stallen om de sjees te
laten inspannen. In het voorbijgaan ging ik
even de eetkamer voor het personeel bin
nen, waar allen, behalve Rosanna, reeds aan
tafel zaten. By navraag hoorde ik, dat zy
plotseling onwel was geworden en naar
haar kamer was gegaan om wat te gaan
liggen, hetgeen ik zeer vreemd vond, daar
zij er een oogenblik tevoren zoo goed had
uitgezien.
De dag liep ten einde. Juffrouw Rachel
bleef op haar kamer en nadat mijnheer
Franklin zijn telegram had afgezonden,
bleef ons niets anders over, dan het resul
taat hiervan af te wachten.
Den volgenden morgen, Vrydag, hoorden
wij wat nieuws. De loopjongen van den bak
ker vertelde namelijk, dat liy Rosanna
Spearman, haar gezicfit bijna verborgen in
een omslagdoek, den vorigen middag op het
voetpad over de heide was tegengekomen.
Het leek mü onwaarschijnlijk, dat iemand
zich omtrent de identiteit van Rosanna
Spearman zou kunnen vergissen, daar zü
door haar hoogeri schouder duidelijk te
herkennen was, maar het moest wel een
vergissing zijn, aangezien zü den heelen
Donderdagmiddag ziek op haar kamer had
gelegen.
Het tweede nieuwtje kwam van den
postbode Dokter Candy was den avond van
den verjaardag in zijn open rütuig doornat
geregend en lag nu met koorts te bed. Het
speet ons allen erg dit te hooren en mijn
heer Franklin betreurde dit vooral in ver
band met juffrouw Rachel, daar hij vrees
de, dat zij door de nerveuse spanning,
waarin zij zich sedert het verdwijnen van
den Maansteen bevond, spoedig medische
hulp zou noodig hebben.
(Wordt vervolgd).