KRONIEK VAN DEN DAG Heffingen ten Sbelhoeve van Snel leeningfonds 1940 oehefes TAFELZOUTuiïei$e>h Sodm'-FttN.. m%£kews! De Maansteen HET IS GEEN opoe duur bederveu zij BESPARING OMI^goed!metSÜNLIGHTj G GOEDKOPE,SCHERPE); S u 1 ZEPEN TE HOPEN.J? 7 TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN VRIJDAG 5 APRIL 1940. No. 81. Via de neutralen De oorlogvoerenden gaan sfeeds verder in hun eisclien tegen de neutralen. Zoowel de Geallieerden als de Duitschers zijn het niet eens met de neutraliteit, zooals die wordt toegepast in dezen oorlog. De Engel- schen roepen er het hardst hun verontwaar diging over uit. Wellicht zouden de Duit schers even hard roepen als zij in dezelfde omstandigheden waren als de Engelschen, doch voor hen is de toestand thans anders. De Duitschers hebben er belang by, dat de neutralen neutraal blijven, want het is niet waarschijnlijk, dat neutralen, die een andere houding aannemen, de zijde van Duitschland zouden kiezen. Duitschland voert thans nog handel met een aantal neutralen, wier producten over land aan te voeren zijn, of door neutrale territoriale wateren. Berlijn kan niets liever wenschen, dan dat deze toestand zoo blijft, want zoo werkt de blokkade in ieder geval niet voor 100 procent, al zullen de Duitschers de onge makken heusch wel voelen. Deze handel met de neutralen is den Geallieerden echter een doorn in het oog. De Geallieerden zijn nu eenmaal officieel van meening, dat zij niet alleen voor zich zelf vechten, maar ook voor de redding van Europa, net als „den vorigen keer". En zij begrijpen niet, dat de rest van Europa dan niet meewerkt aan die redding door de neutraliteit niet al te „orthodox" op te vatten. De Duitschers strijden al evenmin voor zichzelf alleen, maar beloven en passant Europa te redden van de „plutocratische democratieën", de stille macht van den rijkdom, belichaamd door de Engelsche, en voor de variatie ook wel Joodsch-Engelsche, bankiers. En ook Duitschland zou graag meer be grip willen zien bjj de neutralen, voor hun eigen belangen, zooals Berlijn zich die denkt te behartigen. De neutralen tenslotte wenschen niets liever dan dat de oorlogvoerenden eenig begrip toonen voor de neutraliteit. Zij vra gen geen bevoordeeling, geen partijdigheid; zij vragen alleen maar recht. Zij hebben niet gevraagd om bescherming tegen de dreiging van de Duitsche overheersching en zy zijn nooit naar Berlijn gegaan om te betoogen, dat zij bang waren voor de Engelsche geldmacht. Zij prijzen zich gelukkig in dezen waan zinnigen oorlog neutraal te zijn en zij heb ben geen aspiraties om de wereld te red den, noch volgens de Duitsche, noch vol gens de Engelsche gebruiksaanwijzing. Geen van beide schijnt hun erg aanlokkelijk als zij kijken naar wat er in de laatste jaren in ons werelddeel is gebeurd. En de neutralen laten dat duidelijk ge noeg merken. Bijna dagelijks betoogen zij, dat zij hun eigen gebruiksaanwijzing de beste vinden en geen voorkeur hebben voor een andere, kant en klaar gefabriceerd aan een Londensche of een Berljjnsche schrijf tafel. Nog afgezien van de politieke as pecten van dergelijke aanwijzingen, de neu tralen kunnen van zoo'n schrijftafel niet eten. En ons land in het bijzonder niet. Wij moeten handelen en varen, anders gaan we steeds meer achteruit en komen we voortdurend dichter bij de armoede. De neutralen betoogen en betoogen; zij protesteeren en protesteeren. Maar de oorlogvoerenden hebben tegen woordig heel bijzondere ooren. Ooren met filters en versterkers. De filters laten niets door, dat hun niet aangenaam is en de versterkers doen hun plicht als er geluiden komen, die de betrokken partij welkom zijn. Zoo blijft de stem der neutralen onver hoord. En het wordt nog erger! Dezelfde En gelsche minister Cross, die j.l. Dinsdag nog betoogde, dat de invoeren van de neutrale buurlanden van Duitschland in den oorlog niet abnormaal gestegen waren, en die daarmee dus de beweringen van eenige zij ner collega's dat deze neutralen Duitsch land „hielpen" volkomen ontzenuwde, komt thans met de enorme mededeeling, dat de Geallieerden Duitschland willen tref fen in zijn economie, door zijn geheelen in- en uitvoer zoo mogelijk af te snijden. Daar toe moeten de neutralen niet langer met Duitschland handelen. Engeland verklaart zich daartegenover vriendelijk bereid zoo veel mogelijk van deze landen te koopen en hun zooveel mogelijk te verkoopen van wat zjj noodig hebben. Duitschland van zijn kant eischt, dat de neutralen hun handel op denzelfden voet voortzetten als vóór den oorlog. Engeland zet zijn eigen kracht bij door te dreigen, dat neutralen, die de Londensche aanwij zingen niet volgen, geen producten meer zullen krijgen uit het Britsehe en het Fran- sche wereldrijk. Bovendien zullen de Ge allieerden naar alle waarschijnlijkheid hoo- gere prijzen bieden voor bepaalde produc ten dan Duitschland. Wat zal er nu gebeuren als Engeland in zijn opzet slaagt en als -Duitschland wer kelijk gebrek krijgt aan het noodigste? Er is weinig fantasie voor noodig om de ver onderstelling op te werpen, dat Duitschland dan wel eens de producten zou kunnen gaan halen, zonder betaling. Het zou bv. een uitval kunnen doen naar het Zuid oosten, naar de petroleum van Roemenië. Daarmee zou dan de veelbesproken uitbrei ding van het oorlogsterrein tot stand ge komen zijn. Intusschen beweert de Brit sehe regeering evenals de Duitsche dat zjj geen uitbreiding van het oorlogs terrein wenscht, ook niet in Zuidoost- Europa. Roemenië en de andere betrokken neutralen zullen zich bovendien wel tweemaal bedenken eer zij -zich economisch geheel richten op een der oorlogvoerenden, in dit geval de Geallieerde partij. Dit zijn de lichtpuntjes in een zeer duistere ge schiedenis. Scherper politietoezicht op de rijwielachterlichtjes. Ook op «le verlichting; van motorrijtuigen zal strenger gelet worden. De minister van justitie heeft aan de procureurs-generaal een schrijven gezon den, waarin er op wordt gewezen, dat de naleving van het voorschrift, dat motor rijtuigen op meer dan twee wielen voorzien moeten zijn van één of twee achterlichten, welke achterwaarts duidelijk zichtbaar voor het achterkomend verkeer, een rood licht uitstralend, te wenschen overlaat. Men ziet auto's, waarvan het achterlicht hetzij niet brandt, hetzij zulk een zwak licht uit straalt, dat het door inhalend verkeer niet tijdig wordt opgemerkt. De minister verzoekt daarom de bevor deren, dat op de naleving van dit voor schrift nauwlettend toezicht wordt uitge oefend. Evenals zulks zal dienen te geschie den ten aanzien van de naleving der bepa lingen betreffende de verboden verblinden de verlichting. Eenzelfde bedragslyn moet worden ge volgd ten opzichte var. het verbod, om over een weg te rijden met een motorrijtuig of een aanhangwagen, die met inbegrip van de lading 3 Vi meter boven den weg reikt. HET ROODE ACHTERLICHT OP RIJWIELEN. Ten aanzien van het voeren van roode achterlichten door wielrijders, is den mi nister de wenschelijkheid gebleken terug te komen op de tot dusver toegelaten tege moetkomende regeling, daar de practijk heeft uitgewezen, dat hoewel deze. regeling Ie sterke meubelmakerslijm VLEKVRIJ GEBRUIKSKLAAR De Tweede Kamer keurt ze g©edL De Tweede Kamer heeft gistermiddag met 75 tegen 5 stemmen het wetsontwerp heffingen ten behoeve van het leeningfonds 1940 aangenomen. Tegen stemden de com munisten, n.s.b. en c.d.u. Bij dit wetsontwerp wordt het bijzondere invoerrecht voor benzine verhoogd, even als het invoerrecht voor benzol. Voorts wordt een heffing van 15 opcenten voor gesteld op de successiebelasting en een hef fing op de tot dusver onbelast gebleven koffie. Tenslotte wordt voorgesteld ver hooging van den suikeraccijns. Een amendement van den heer Van Gel deren c.s. (s.d.), dat beoogde de heffing op koffie een tijdelijk karakter te geven en wel tot 30 April 1941 werd met 54 tegen 24 stemmen verworpen en een over eenkomstig amendement betreffende de verhooging van den suikeraccijns werd door- den minister overgenomen. De geldigheids duur van de wet voor andere heffingen werd beperkt tot 1 Mei 1943. In zijn rede, waarmede minister De Geer de sprekers van Woensdagmiddag beant woordde, zeide hij niet onvoldaan te zyn over de ernstige en zakelijke critiek. Een uitzondering maakte hij voor de heeren De Marchant er d'Ansembourg, Posthuma en De Visser. De verschillende geuite wen schen besprekende, zeide de minister, het te betreuren, dat indertijd het wetsontwerp, dat heffing van inkomens en vermogens van in het buitenland wonende Nederlan- i ders inhield, door de Kamer was verwor- pen met o.m. de r.k. tegen en de s.d. en de c.h. voor. Inderdaad verdient het aan beveling een dergelijk ontwerp nogmaals in te dienem doch dan als duurzame maat regel, ten bate van den normalen dienst. Bij verhooging van de couponbelasting en belastingheffing op andere renten is er eigenlijk sprake van- inkomstenbelasting, doch gecamoufleerd. Een nadeel is, dat hierbij noch met progressie, noch met kin deraftrek, noch met minimumlevensonder- houd rekening kan worden gehouden. Het eenige middel, waaraan in dit verband ge dacht kan worden, achtte de minister toe passing van de couponbelasting op onder- handsche leeningen. Wat de heffing op den suikeraccijns be treft, hier had de minister overwogen de opcenten te vervangen door verhooging van de omzetbelasting op weelde-artikelen van tien op twaalf en een half procent. Voor- 1 o o p i g is dit denkbeeld echter verwor pen. De verhooging van de successiebelas ting zal vermoedelijk de volle vijftien jaren van het bestaan van het leeningfonds, zoo niet langer, van kracht blijven. De heffing ineens is het eerst in 1914 aan de orde gesteld, doch men zag vrij spoedig de nadeelen in. Zjj werd vervangen door drie verdedigingsbelastingen in 1916. Het oogenblik voor iets dergelijks achtte Door WILIvIE COLLINS. Nederlandsche bewerking van A. A. HUMME Jr. 12). Zonder vei-der iets te zeggen, of zelfs maar notitie te nemen van den inspecteur van politie, die haar wilde aanspreken, liep zij, doodsbleek en blijkbaar van gedachten vervuld, de kamer uit om zich naar het terras te begeven. Zjj liep op mijnheer Franklin toe, zonder blijk te geven, dat zij haar neef Godfrey had gezien, die zich hier op terugtrok. Zij voegde mijnheer Franklin heftig eenige woorden toe, die hem blijk baar zeer verbaasden en een oogenblik la ter werd de deur open geworpen en ver scheen juffrouw Rachel, met fonkelende oogen en een hoogroode kleur. Toen de in specteur aanstalten maakte haar aan te spreken, beet zij hem toe: ..Ilc heb u niet gevraagd hier te komen. Ik heb u niet noo dig! Mijn diamant is weg en u, noch iemand anders, zal hem ooit terugvinden!" Met deze woorden trad zij haar slaapver trek binnen en deed voor onzen neus de deur op slot, Penelope, die er het dichtst bü stond, hoorde haar daarop in snikken uitbarsten. Het eene oogenblik in woede ontstoken, het volgende in tranen ik begreep er niets van. Afgaande op haar laatste woor den, vermoedde ik, dat zü diep gebelgd was over het feit, dat wü de politie in de zaak hadden gemoeid en dat de verbouwereerd heid van mijnheer Franklin, op het terras, veroorzaakt was, doordat zij zich in dien geest tegen hem, die de politie had geroe pen, had uitgelaten. Als dit vermoeden juist was, waaróm zou z'ü dan bezwaar heb ben tegen de aanwezigheid, van hen, die den verloren diamant zouden kunnen opsporen, en hoe zou zü in 's hemelsnaam kunnen we ten, dat de Maansteen nooit meer terecht zou komen? Er bleef den inspecteur nu niets anders over dan de bedienden één voor één te on- vragen, doch dit bracht evenmin eenig licht in de zaak, daar geen van allen een nadere verklaring kon geven. Hü had hier op een onderhoud met lady Verinder, waar- bü ik tegenwoordig was, waarbij hü als zijn meening uitte, dat de diamant door een der huisgenooten was gestolen, en vervol gens om toestemming verzocht de bedien denkamers te doorzoeken. Lady Verinder weigerde echter haar personeel deze ver nedering te doen ondergaan, waarop de in specteur een buiging maakte en mü een blik toewierp, alsof hü wilde zeggen: „Waarom word ik geroepen, als ik op alle manieren word gedwarsboomd?" Als hoofd van het personeel, voelde ik, dat wij geen gebruik mochten maken van de edelmoe digheid van onze meesteres en zei daarom: „Wü danken u voor uw vértrouwen, lady Verinder, maar wij verzoeken u, ons toe te staan, hierbij onze volle medewerking te verleenen, door onze sleutels te overhandi gen. Wanneer Gabriel Betteredge het voor beeld geeft", zei ik tot den inspecteur, „zul len de anderen volgen; dat weet ik zeker. Om te beginnen hier zün mün sleutels". Mjjn meesteres greep mün hand en dank te mü met tranen in de oogen, hetgeen het verlangen bjj mij deed opkomen inspecteur Seegrave 'n pak slaag te geven. Zooals ik verwacht had, volgden de be dienden, hoewel morrend, mün voorbeeld, daar zij wel inzagen, dat dit onder deze om- De deugd zou nooit zoo ver gaan als de ij delheid haar niet vaak terzijde stond. standigheden het beste was. Ofschoon alle kasten en koffers overhoop werden gehaald, werd de diamant niet gevonden en inspec teur Seegrave begaf zich hierop naar mijn kamer, om te overleggen wat hem nu te doen stond. Hü was met zijn mannen nu eenige uren bezig geweest en geen stap ver der gekomen. Ik liet hem met zijn gedach ten alleen en begaf fny' naar mijnheer Franklin, die mij bü zich in de bibliotheek had laten roepen. Toen ik mün hand naar de deurknop uitstak, werd deze tot mün verbazing geopend door Rosanna Spear man, die de kamer verliet. Nadat er 's mor gens stof was afgenomen, had geen der ka mermeisjes meer iets in dat vertrek te ma ken en ik verweet Rosanna, dat zü tegen de regels van het huis had gehandeld. „Mijnheer Blake had een van zün ringen boven laten liggen", verdedigde zij zich, „en ik ging naar de bibliotheek om hem dien te geven". Zij verwijderde zich hierop met een hoogroode kleur en een brutale hoofdbeweging, hetgeen ik toeschreef aan- het feit, dat zij min of meer uit haar even wicht was gebracht door hetgeen dien mor gen was voorgevallen. Ik vond mijnheer Franklin aan de schrijf tafel bezig. Zoodra ik binnen kwam vroeg hü mü om een vervoermiddel naar het sta tion. „Gaat u naar Londen, münheer?" vroeg ik. „Ik wil naar Londen telegrafeeren", ver klaarde hij. „Ik heb mijn tante er van over tuigd, dat wü iemand moeten hebben die slimmer is dan inspecteur Seegrave en zjj vindt het goed dat ik een telegram aan ten aanzien van te goeder trouw zünde overtreders zeer voldeed, deze regeling ten gevolge had, dat een deel der wielrüders hiervan misbruik maakte. Het gevolg is, dat het aantal wielryders, in het bijzonder in de groote steden, dat zich na zonsondergang bü den weg bevindt zonder voorzien te zijn van een rood uit stralend achterlicht, nog vrü aanzienlijk is. Gelet op de verkeersveiligheid, moet dit als een ongewenschte toestand worden be schouwd. Mede wordt als een bezwaar tegen be doelde regeling aangevoerd, dat dit tege moetkomende optreden op den duur het politiegezag niet ten goede zou komen. In verband hiermede heeft de minister thans bepaald, dat in den vervolge ook dan verbaliseerend moet worden opgetreden, indien de in overtreding zijnde wielrijder ter plaatse van aanhouding en binnen kor ten tijd er niet in slaagt het achterlicht in behoorlijk brandenden toestand te brengen. EEN VERVALSCHTE ENGELSCHE KRANT, Het Fransche nieuwsagentschap Havas seint uit Stockholm: De Duitsche propagan- dadiensten hebben te Stockholm een ver- valschte editie van het Engelsche blad „Evening Standard" uitgegeven, dat vol stond met lasterlijke artikelen over Enge land. ENGELSCHE SOLDATEN GEÏNTERNEERD IN BELGIë. Belga meldt uit Doornik, dat vier Engel sche soldaten, die gisteren de Belgische grens overgekomen waren, zijn geïnter neerd. de heer De Geer nog niet aangebroken. Als de oorlog lang duurt, zal men hiertoe tusschentijds moeten komen en als hü kor ter duurt na afloop. Daarom had de mi nister geen bezwaar tegen de verlangde tüdelijkheid der nu voorgestelde heffingen; in dat verband gevoelde hü het meest voor een termün van drie jaren. Tenslotte verklaarde de minister, dat het verlangde breedopgezette debat over de te volgen financieringspolitiek der buitenge wone uitgaven bij de behandeling der rijks- begrooting of bij interpellatie kan ge schieden. Bü de replieken diende de heer De Vis ser (comm.) een motie in, waarbij de Ka mer als haar oordeel uitspreekt, dat hef fingen ten behoeve van het leeningfonds 1940 dienen plaats te hebben op het draag krachtige deel der bevolking en de regee ring verzoekt, maatregelen te doen voor bereiden om te komen tot extra progres sieve heffingen op de vermogens boven 30.000 en op de inkomens boven 8000 per jaar. Deze motie was mede-ondertee kend door den heer Effendi (comm.) en werd gesteund door den heer Van Houten (c.d.u.). Daar de ondersteuning onvoldoen de was, kwam zij niet in behandeling. Het begrootingsontwerp van het leening fonds 1940 voor het loopende jaar werd na een kort debat, waarbü de heeren Wage- mijn vader zend. Hij kent den hoofdcom missaris van politie en die zal wel iemand weten, die dit raadsel voor ons kan oplos sen. En over raadsels gesproken, ik denk dat Rosanna Spearman óf niet heelemaal wijs is, óf dat ze meer van de verdwijning van den Maansteen afweet. Ze kwam hier met een ring, dien ik in mijn slaapkamer had laten liggen en nadat ik haar had be dankt, wachtte ik, dat ze weer zou gaan. Maar ze bleef aan de andere zijde van de tafel staan, waarbij ze m\j op een eigenaar dige manier aankeek half angstig, half familiair ik begreep er werkelyk niets van „Een eigenaardig geval met dien dia mant, münheer", zei ze opeens. „Ja", zei ik, in afwachting van wat ze verder zou zeg gen, en weet je, Betteredge, ik geloof be slist, dat ze niet goed wjjs is. Ze zei: „Ze zullen den diamant nooit vinden, is 't niet zoo, münheer? Neen, en er evenmin achter komen, wie hem heeft weggenomen, dat weet ik zeker". Ze knikte me warempel met een vriendelük glimlachje toe, maar vóór ik tüd had haar te vragen wat ze eigenlük bedoelde, hoorden wü je voetstap pen en ging ze haastig weg, zeker bang om hier gevonden te worden. Wat heeft het te beduiden?" Ik kon er niet toe besluiten hem over haar verleden in te lichten, want het zou bij hem het vermoeden wekken, dat zü die dievegge was, en verondersteld, dat zij de schuldige was, begreep ik evenmin, waar om zü mijnheer Franklin deelgenoot van haar geheim zou maken. „Het zal het beste zün", zei ik, „als ik eens met uw tante over het meisje spreek. Zij stelt veel belang in Rosanna Spearman en misschien heeft zü zich alleen maar een beetje dwaas en vrijpostig aangesteld". Münheer Franklin scheen gerustgesteld door deze verklaring van haar gedrag. Hij stak het telegram in zijn zak en ik begaf (Ingez. Med.J Monument ter eere van Duitschland gesloopt. Door de Russen ®p het eiland Hangoe. Het Italiaansche blad „Telegrafo" meldt, dat de Russen te Hangoe een monument ter eere van Duitschland hebben gesloopt. Dit monument herinnerde aan de ontsche ping der troepen van Von der Goeltz, die in 1918 de Finnen tegen Rusland bijston den. De Telegrafo schry'ft: „De Duitsch- Russische betrekkingen kunnen zeer wel uitstekend zijn, wij willen daaraan niet twijfelen, doch het gebaar der Russen, die onmiddelbjk na hun aankomst het monu ment ter herdenking van de Duitsche ex peditie sloopen, is waarlijk niet beminne- lük." EEN GIFT VAN DEN NEGUS. Havas meldt uit Londen: Ex-keizer Haile Selassie van Abessynië heeft twee massief zilveren schalen, ingelegd met Abessinische en Britsehe gouden en zilveren munten, aangeboden voor een verkoop ten bate van het Roode Kruis, georganiseerd door den burgemeester van Londen. Ex-keizerin Menen schonk een gouden filigram hand- tasch, vervaardigd door de smeden van het keizerlijk paleis te Addis Abeba. FRANSCHE GEÏNTERNEERDEN ONTSNAPT. Uit Luxemburg wordt gemeldt, dat twee Fransche officieren, die Dinsdag gewond waren geraakt bij de noodlanding van hun vliegtuig te Niederfeulen, gisteren uit het ziekenhuis te Ettelbruck, waar zü ter ver pleging waren opgenomen, zijn ontsnapt. naar (a.r.) en De Marchant et d'Ansem bourg (n.s.b.) het woord voerden en de minister repliceerde, zonder hoofdelüke stemming aanvaard met eerstgenoemden spreker tegen. Eveneens zonder hoofdelijke stemming vereenigde de Kamer zich met de begrooting van liet werkloosheidssub- sidiefonds voor dit jaar. EN NOOIT ZEEP VAN ONBEKENDE HERKOMST (Ingez. Med.) mij hierop naar de stallen om de sjees te laten inspannen. In het voorbijgaan ging ik even de eetkamer voor het personeel bin nen, waar allen, behalve Rosanna, reeds aan tafel zaten. By navraag hoorde ik, dat zy plotseling onwel was geworden en naar haar kamer was gegaan om wat te gaan liggen, hetgeen ik zeer vreemd vond, daar zij er een oogenblik tevoren zoo goed had uitgezien. De dag liep ten einde. Juffrouw Rachel bleef op haar kamer en nadat mijnheer Franklin zijn telegram had afgezonden, bleef ons niets anders over, dan het resul taat hiervan af te wachten. Den volgenden morgen, Vrydag, hoorden wij wat nieuws. De loopjongen van den bak ker vertelde namelijk, dat liy Rosanna Spearman, haar gezicfit bijna verborgen in een omslagdoek, den vorigen middag op het voetpad over de heide was tegengekomen. Het leek mü onwaarschijnlijk, dat iemand zich omtrent de identiteit van Rosanna Spearman zou kunnen vergissen, daar zü door haar hoogeri schouder duidelijk te herkennen was, maar het moest wel een vergissing zijn, aangezien zü den heelen Donderdagmiddag ziek op haar kamer had gelegen. Het tweede nieuwtje kwam van den postbode Dokter Candy was den avond van den verjaardag in zijn open rütuig doornat geregend en lag nu met koorts te bed. Het speet ons allen erg dit te hooren en mijn heer Franklin betreurde dit vooral in ver band met juffrouw Rachel, daar hij vrees de, dat zij door de nerveuse spanning, waarin zij zich sedert het verdwijnen van den Maansteen bevond, spoedig medische hulp zou noodig hebben. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 5