Gemeenteraad wan Middelburgs DERDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN DONDERDAG 4 APRIL 1940. No. 80. De Gemeente gaat boeren: gemeentelijke exploitatie van 9500 m: bouwland. Langdurige discussies over het cijfer 7. De Middelburgsche Courant bovenaan! De jaarwedde van den Hermandad blijft hetzelfde. De onbeweegbare brug. Gistermiddag vergaderde de gemeente raad van Middelburg, onder voorzitterschap van den vvnd. burgemeester wethouder W. H. Boasson. Afwezig waren de heer Lambermont en Luyendyk, wegens uitstedigheid. De VOORZ. deelt mede, dat van den burgemeester een schrijven is binnengeko men, waarbij hy bedankt voor de wenschen, welke de Raad den burgemeester heeft doen toekomen voor zjjn herstel. DE KERMIS TE SOUBURG. Van Ged. Staten is de schriftelijke vraag ingekomen of de Raad bezwaar heeft tegen de kermis te Souburg. De heer v. cl. FELTZ geeft te kennen, clat de Chr. Historische en Anti-Revolution- naire fracties hiertegen zyn. Deze fracties zyn principieel tegen „de kermis" en niet alleen tegen de kermis te Middelburg. Spr. weet, dat. de linkerzijde anders denkt over deze kwestie. Spr. gelooft, ech ter, dat het verschil niet zoo heel groot is, althans, dat dit op dit oogenblik niet zoo groot is. Immers, de Raad heeft zelf te kennen gegeven, dat hü in de huidige om standigheden zeker niet een kermis zonder meer goedkeurt. Hoewel spr. iets, buiten de orde gaat, wil hü tevens vragen hoe het staat met de kermis te Middelburg. De heer JERONIMUS: „Daar hebben we het! De heer v. d. FELTZ zou gaarne weten hoe B. en W. thans denken over-het al of niet toestaan van de kermis hier ter plaatse De VOORZ. deelt mede, dat de Raad zelf hierover zyn oordeel nog moet uitspreken. B. en W. zullen in den loop van Mei komen met een voorstel daarover. De betrokken kermis-exploitanten hebben verklaard zich hiermede te vereenigen. Mevr. WEIJL gelooft niet, dat het de be doeling is, dat in den Raad van Middelburg principieele besprekingen worden gevoerd over de kermis te Souburg. Het zal veeleer de bedoeling zijn om na te gaan of er prac- tische bezwaren bestaan. De heeren MONDEEL en JERONIMUS spreken eveneens in dezen geest. Het voorstel van de rechterzüde om be zwaar uit te spreken tegen de wederin stelling van de kermis te Souburg, wordt verworpen met 9 tegen 6 stemmen. ONDERWIJS. B. en W. stellen voor om te benoemen tot tydeiyic leeraar in de oude talen aan het gymnasium drs. H. Bolkestein, welke benoeming geacht wordt te zijn ingegaan op 11 December 1939 en te loopen tot 1 April 1940. Deze maatregel wenschen B. en W. te nemen in verband met het te ver- leenen rükssubsidie, dat alleen verleend wordt als de Raad den leeraar benoemd heeft. De Raad gaat hiermee accoord. Voor benoeming tot onderwijzer aan de U.L.O.-school voor jongens hebben B. en W. de volgende voordracht opgemaakt: 1. H. J. W. Meyer te Doetinchem; 2. H. Hoedemaker te Amersfoort; 3. J. Bier- brauer te Hilversum. De VOORZ. deelt mede, dat de heer Meyer zich niet meer beschikbaar stelt. Er worden 13 stemmen uitgebracht op den hr. Hoedemaker en 2 blanco, zoodat de heer Hoedemaker benoemd wordt. SCHOOLGELDEN GYMNASIUM. B. en W. stellen een wyziging voor in de Verordening op de heffing van schoolgelden voor het Gymnasium. Deze wyziging komt neer op de bepaling, dat leerlingen, voor wie geen schoolgeld is verschuldigd en wie het gemiddelde der cyfers, waarop zy toegelaten of bevorderd zyn, 7 of meer be draagt, in de vakken, waarvoor boeken en leermiddelen noodig zyn, desgewenscht van gemeentewege de noodige boeken en leer middelen in bruikleen ontvangen. De leerlingen, voor wie 28,50 of minder schoolgeld verschuldigd is en wier gemid delde cyfer 7 is, kunnen van gemeentewege de noodige boeken in bruikleen ontvangen, echter niet de leermiddelen (woordenboe ken, atlassen enz.) In bijzondere omstandig heden kunnen aan leerlingen, die dit cijfer niet halen en overigens hiervoor in de ter men vallen, boeken voor rekening der ge meente worden verstrekt, ook als het ge middelde cyfer beneden de 7 ligt. Deze be palingen zyn niet van toepassing als de bedoelde leerling voor de tweede maal toe latingsexamen heeft gedaan of voor de tweede maal de lessen in dezelfde klasse volgt. B. en W. deelen mede, dat zy deze laatste bepaling niet willen doen gelden in byzon dere omstandigheden, nl. als het doubleeren niet is de schuld van de leerlingen, doch geweten moet worden aan ziekte etc. De heer SCHOT acht het practisch uitge sloten, dat een leerling, die doubleert, in een volgend jaar gemiddeld een 7 haalt, waarmee de heer SULKERS het in het ge heel niet eens is. De heer MONDEEL is het in hoofdzaak eens met den heer Schot. Mevr. WEIJL gelooft, dat in het voorge legde voorstel het gevaar schuilt, dat het sommigen leerlingen wat te gemakkelijk wordt gemaakt. De heer DE BRUIN is het eens met B. en W. wat spr. uitvoerig motiveert, waarby uitkomt, dat wel degelijk het gemiddelde van 7 een zeer goed cyfer is. De heer V. D. FELTZ betoogt, dat het cyfer 7 wordt behaald door 25 a 30 procent der leerlingen. En het is de bedoeling, dat men voor kinderen met bijzondere begaafd heid den weg opent voor een betere toe komst, Men moet er voor waken, dat men geen menschen kweekt, die door hun oplei- .ding in een ander milieu zouden komen dan waaruit zy door geboorte afkomstig zyn, ter wijl zy niet de begaafdheid hebben om zeil hun weg verder te banen. Spr. wyst erop, dat het gymnasium eigenlyk slechts opleidt voor een universitaire loopbaan. Het is ders bv. met de H.B.S., die dadelijk opleidt voor het maatschappelijk leven. De heer PORTHEINE verklaart zich met klem tegen de het laatst door B. en W. aangebrachte wijziging, wijzend op de dik wijls slechte aansluiting van L. O. en Gym nasium. Hier moet een aanvulling komen. Spr. is het ook niet eens met het cijfer 7. De heer MONDEEL wenscht er nogmaals met nadruk op te wijzen, dat 7 een flink hoog cyfer is Het zich al of niet thuis voe len van een leerling in een eventueel ander milieu, is een kwestie van karakter en niet van cyfers. De VOORZITTER zet .nogmaals het standpunt van B. en W. uiteen. De heer V. D. FELTZ heeft er zijn verwondering over uitgesproken, dat B. en W. het advies van curatoren niet hebben gevolgd zonder dit te motiveeren. De VOORZ. zegt, dat de lei dende gedachte van het voorstel is, dat het Gymnasium gelijkgesteld wordt met de H. B.S. Is dan het cijfer 7 dat op de H.B.S. ook wordt aanvaard dan gerechtvaardigd of niet? B. en W. hebben by den rector geïnfor meerd hoeveel leerlingen eventueel thans in aanmerking zouden komen voor de hier bedoelde bepalingen. Het is gebleken na een aanvullend onderzoek op de secretarie naar de financieele omstandigheden da thans slechts 1 leerling in aanmerkin; zou komen, bij gelding van het cyfer 7. De heer V. D. FELTZ blijft er bij, dat 7!4i het geschikste cyfer is. De heer KöGELER is het eens met den heer Portheine wat de slechte aansluiting van het L. O. en Gymnasium betreft. Spr. gelooft, dat men niet kan afgaan op het feit, dat thans slechts een leerling in aan merking komt. Een aanvaarding van het cy fer 7 zou voor de gemeente de consequen tie kunnen hebben, dat er meer leerlingen komen, wier ouders rekenen op dezen steun door de gemeente. De VOORZITTER gelooft, dat dit gevaar denkbeeldig is, waarby spr. er op wijst, dat de Gymnasium-opleiding geen eind-ople- diing is, doch slechts een voorbereiding. Mevr. WEIJL legt er den nadruk op, dat het Gymnasium ook veel nut kan hebben als op zichzelf staande opleiding. Een gemiddeld cijfer van 7 houdt in, dat de betrokken leerling in bepaalde vakken dikwijls belangrijk hoogere cyfers heeft, waarvoor zij of hij dan inderdaad grooten aanleg bezit. Spr. denkt bv. aan talen. De heer v. d. FELTZ: „Of lichamelijke oefening". De heer JERONIMUS: „Of breien mis schien?" DE CRISISPUBLICATIES. In de Raadsvergadering van 12 Januari j.l. werd het voorstel van B. en W. om afwijzend te beschikken op de adressen van het „Dagblad voor Noord-Brabant en Zeeland en van „De Zeeuw", aangehouden. Het betrof hier verzoeken tot plaatsing van de officieele crisis-bekendmakingen in die bladen. B. en W. zouden over deze zaak in nader overleg treden met de Comm. Ven nootschap „De Middelburgsche Courant". Bedoeld overleg heeft op 26 Januari mondeling plaats gehad met den directeur hoofdredacteur, die op zijn oorspronkelijk standpunt moest blijven staan en zich daar bij beriep op de zeer veel grootere publici- teitswaarde van zijn blad boven die der beide andere bladen. Na ampele overweging zijn B. en W. tot de conclusie gekomen, dat de ongewijzigde handhaving van hun voor stel tot het afwijzend beschikken op de genoemde adressen aanbeveling verdient. De heer DE BRUIN betreurt, dat B. en W. hun voorstel zoo weinig motiveeren. Verder gaat het hier over de crisis-publi caties; die „misschien wel eens" geplaatst worden. In aanmerking nemend, dat de publici- teitswaarde van de „Middelburgsche Cou rant" voor Middelburg veel grooter is dan van de beide andere bladen, zou spr. ervoor zijn om de toegestoken hand van de di rectie van dit blad te aanvaarden, in den zin, dat deze 10 cent per regel zal reke nen als de crisispublicaties ook worden ge plaatst in „De Zeeuw" en het „Dagblad voor Noord-Brabant en Zeeland". Spr. wijst er op, dat hij de lezers van deze beide laatste bladen niet zou willen dupeeren, dus in hun blad de mededeelin- gen wel doen publiceeren. De heer v. d. FELTZ is het ermee eens, dat de „Middelburgsche Courant" inderdaad de grootste publiciteitswaarde heeft voor Middelburg. Spr. heeft de moeite genomen om een tiental exemplaren van het „Dag blad voor Noord-Brabant en Zeeland" na te gaan. Spr. is daarbij tot de conclusie ge komen, dat dit blad in het geheel geen „Middelburgsche krant" is. Weth. PAUL gelooft, dat het „Volksblad" veel meer een „Middelburgsche krant" is. De heer v. d. FELTZ: „Het Volksblad" is heelemaal geen „Middelburgsche krant". De VOORZITTER doet uitkomen, dat de .Middelburgsche Courant" verreweg de grootste waarde heeft als publiciteitsmid- del. Eigenlyk is deze heele zaak te wijten aan het feit, dat B. en W. buiten hun boek- in casu buiten het contract met de „Middelburgsche Courant" zyn gegaan. De gewone gang van zaken was en is, dat de gemeentelijke publi'catTëS" in dit blad ko men. Dé heer PAUL is het er ook al mee eens, dat wat publiciteitswaarde betreft, de Middelburgsche Coulant bovenaan staat. En als men zich houdt aan het criterium .publiciteitswaarde", komen noch De Zeeuw, noch het Dagblad voor Noord-Bra bant in de tweede plaats, zoo betoogt spr., maar andere bladen. De Raad blykt het dus roerend eens te zijn met B. en W., met de aanvulling, dat enkele leden de heeren De Bruin en v. d. Feltz de mogelijkheid niet willen uitsluiten, dat bijzondere publicaties ook geplaatst worden in de adresseerende bla den, wat meebrengt, dat de Middelburgsche Crt. dan daarvoor een hooger tarief bere kent. Zonder hoofdelijke stemming wordt ten laatste het voorstel van B. en W. aange nomen, met de aanvulling, dat B. en W. in bijzondere omstandigheden vrijheid heb ben te handelen zooals zij het beste achten. GEEN WEDDE-VERHOOGING VAN HET POLITIEPERSO NEEL. Het hoofdbestuur van den Alg. Ned. Po litiebond heeft verzocht de wedderegeling van het politie-personeel te herzien, in ver band met de ingetreden prijsstijging dei- noodzakelijke levensbehoeften. B. en W. wijzen er op, dat er een zeker vei-band bestaat tusschen de salarieering van het gemeentepersoneel en die van het Rijkspersoneel, zulks in dien zin, dat eerst genoemde aan laatstgenoemde is „getoetst". Voor het Rijkspersoneel is geen verhooging vastgesteld, terwijl de regeering vooralsnog ook niet van plan is over te gaan tot een weddeverhooging van het Rijkspersoneel. Daarom adviseeren B. en W. afwijzend op het verzoek te beschikken. Na een korte opmerking van den heer Wondergem, gaat de Raad hiermee z. h. s. accoord. BEGROOTINGSVVIJZIGING 1939. De begrooting der gemeente voor 1939 wordt gewijzigd, zoodat de subsidie voor handelsonderwijs (Hoofdstuk VIII par. 13) wordt gebracht op 17.730, waardoor de raming moet worden verhoogd met een be drag van 3996,29. Aldus wordt besloten. OPSLAGTERREIN VOOR HET GASBEDRIJF. B. en W. stellen voor aan het Gem. Gas bedrijf tot wederopzeggens in gebruik af te staan een terrein aan de Loskade, ter grootte van 26 x 36,6 m voor 0,30 per m per jaar. Het terrein moet in denzelfden staat worden opgeleverd. De Commissie voor de financiën kan zich met het voor stel vereenigen, hoewel één lid het indus trieterrein geschikter achtte voor dit doel. B. en W. wijzen er echter op, dat de Los kade de voorkeur verdient om den kor- teren afstand naar de Gasfabriek. De Raad neemt het voorstel aan. BEGROOTINGSWIJZIGING 1940. Door het in gebruik, geven van den grond aan de Loskade wordt een begrootingswij- ziging noodig. De inkomstenpost „Huur of pacht van landerijen" moet n.l. verhoogd worden met 277,68, terwijl voorgesteld wordt de uitgavenpost „Onderhoud van straten en pleinen" te verhoogen met 900, zynde de kosten voor bestrating van het gedeelte der Loskade, in gebruik gegeven aan het Gasbedrijf. De post „Onvoorziene uitgaven" kan dan verlaagd worden met 622,32, zoodat het totaal Gewone Dienst wordt 277,68. Als gevolg van deze wijzi gingen wordt dan volgens het voorstel van B. en W. het nadeelig slot van Afdeeling I, hoofdstuk XVI, gebracht op 11.963,68. Aldus wordt besloten. ERFPACHTSVERLENGING GRONDEN LOSKAAI. De N.V. Zeeuwscbe Voeder- en Kunst mesthandel heeft verzocht het erfpachts- recht op de haar in erfpacht gegeven grond aan de Loskaai te verlengen voor den duur van 30 jaar. B. en W. hebben hiertegen geen bezwaar. De canon zal moeten worden gesteld op in totaal 539,40 (1798 x 30 cent). De Raad besluit hiertoe z. h. s., nadat weth. PAUL een kleine formeele wijziging heeft toegelicht. VERHUUR VAN GROND AAN DEN ACHTERSINGEL. De heeren F. C. A. Hoornick Zonen verzoeken een strook grond aan den Ach tersingel in huur te mogen verkrijgen, ter oppervlakte van 140 m, teneinde hun eigen terrein uit te breiden en een breederen in rit daarvoor te verkrygen. Adressanten gaan accoord met den prys van 0,20 per m2, die voor dergelyken grond is vastge steld. B. en W, stellen voor den gevraag- den grond tegen deze voorwaarde te ver huren voor 5 jaar, waarmee de Raad zich vereenigt. NIEUWE BANKEN VOOR DE CHR. BURGERSCHOOL. Het bestuur der Chr. Burgerschool aan de Singelstraat verzoekt gelden beschikbaar te stellen voor de aanschaffing van nieuwe banken voor de leerlingen van het zesde leerjaar. Deze aanvrage de kosten wor den geraamd op 423,80 voldoet aan de wettelijke vereischten, zoodat B. en W. voorstellen dit verzoek in te willigen, waar mee de Raad accoord gaat. PREMIE VERBETERING ARBEIDERSWONINGEN. De heer J. H. Akkerman alhier heeft bij het gemeentebestuur een aanvraag inge diend voor een premie in de kosten van het verbeteren van het huis Heerenstraat 33. Van dergelijke premiën betaalt het Rijk en de gemeente B. en W. meenen, dat er alleszins reden is om mede te wer ken aan een beschikbaarstelling van een premie, welke voor de gemeente maximaal op 68,33 zal komen. Na een korte uiteenzetting door weth. PAUL, neemt de Raad z. h. s. dit voorstel aan. HUURVERLAGING VAN GE MEENTEGROND BIJ NOOR DELIJKEN HAVENDIJK. B. en W. stellen voor aan den heer C. Kristalljn verhuurden gemeentegrond ach ter zyn woning aan den Noordeiyken Ha- In de pas. De buitengewoon dienstplichtigen, die Maandag werden opgeroepen, „ondergingen" terstond de eerste lessen in de elementaire beginselen van de militaire opvoeding. vendyk op zyn verzoek in prys te verlagen van 15 tot 10 cent per m2. Voor deze gronden is geen ander emplooi te vinden, wanneer zij niet in huur worden genomen door de bewoners der daarvoor gelegen woningen. De door den heer Kris- talijn verschuldigde huurprijs zou vermin derd worden van 11,25 tot 7,50. Aldus besluit de Raad. Gemeentelijke exploitatie van grond aan den Na- dorstweg. B. en W. zullen binnenkort aan den Raad voorstellen het terrein aan den Na'dorst- weg, achter de bestaande volkstuintjes, ge deeltelijk en wel ter grootte van S000 m2, te verhuren aan de Ver. „Kweeklust". Voor het dan overblijvende deel 9500 m2 heeft zich als gegadigde aangemeld de heer C. Joosse, die twee jaar achtereen het op deze terreinen groeiende grasgewas van de gemeente kocht. Daar deze grond echter zeer geschikt wordt geacht om daarop voederbieten te verbouwen, stelt de directeur van Gemeen tewerken en van den Reinigingsdienst voor dit terrein in huur te geven aan den Réi-" nigingsdienst, temeer waar door eigen ver bouw voor den dienst een bezuiniging is te bereiken van 150 a 200 per jaar. Aangezien de grond voor den eersten keer moet worden bebouwd, stellen B. en W. voor den prys voor het eerste jaar te be palen op té cent per m2, terwijl daarna de huurprijs ware te stellen op 1,4 et. per m2, evenals dat voor de volkstuintjes het geval is. De Commissie van bijstand kan zich met dit voorstel vereenigen. De heer KöGELER is ook lid van deze commissie, doch is niet aanwezig geweest bij de bespreking van dit onderwerp. Nu doet zich het geval voor, dat dit niet-aan- wezig geweest zijnde lid juist tegen het voorstel is. Spr. motiveert dit uitvoerig. Boeren is een vak, waarvan de kunde iemand maar niet aanwaait. Bovendien is dit vak zeer riskant. Spr. gelooft, dat de gemeente zich niet moet bégeven op den weg van het experiment. BOEREN EN ACHTERUIT- BOEREN Ook de heer JERONIMUS, die het rap port van den landbouwdeskundige niet overvloeiend vindt van duidelijkheid, is te gen het „boeren" door de gemeente. De gemeente zou wel eens zoo betoogt spr. achteruit kunnen boeren. Weth. PAUL bekijkt deze zaak van het standpunt, dat men moet komen tot de op lossing, die het voordeeligst is voor de gemeente. En dan meent spr. mede op het rapport van den landbouwdeskundige dat er een flink voordeel voor de ge meente in zit als de Reinigingsdienst dezen grond exploiteert. Hierbij wyst spr. er op, dat de landbouwdeskundige zooals spr. uit zyn woorden heeft opgemaakt zeker geen voorstander is van gemeentelijke grondexploitatie. Spr. haalt aan, dat de prijs van voeder bieten in de laatste jaren is gestegen van 6,50 tot 9 per 100 kilo. Bovendien zal de Reinigingsdienst vele kosten uitsparen, bv. een groot deel van de vervoerskosten en de onderdekkingskosten. B. en W. wil len thans den grond in gebruik geven aan den Reinigingsdienst voor den duur van één jaar voor 150. De heer KöGELER kan zich vereenigen met het voorstel, nu dit geldt voor 1 jaar. De heeren MONDEEL en JERONIMUS maken nog een opmerking. De heer Jero- nimus vraagt of de Pachtkamer geen be zwaar zal maken. Weth, PAUL betoogt, dat het een kwestie is van broek- en vestzak en dat het hier geen verpachting betreft, doch slechts in gebruik geven. Zonder hoofdelijke stemming neemt de Raad daarop het voorstel aan. VERHUUR WEILAND. De heer N. Davidse heeft verzocht de 6000 m2 weiland aan den Vlissingschen Sin gel achter het nieuwe kantoorgebouw der P.Z.E.M. opnieuw te mogen huren. B. en W. hebben hiertegen geen bezwaar, evenmin als de Commissie van bijstand. Voorgesteld wordt nu om te besluiten tol verhuring van 1 Mei tot 30 November 1940 tegen 40 den hoop, berekend naar 6 per maand voor de eerste 6 maanden en 4 voor de zevende maand. Aldus wordt besloten. RONDVRAAG. By de rondvraag spx-eekt de heer DE BRUIN er zijn spijt over uit, dat het strookje gras aan de Heerengracht wordt afgeheind met een betonnen afrastering. Spr. had gehoopt, dat de nieuwe wet houder van Gemeentewerken in deze zaak een ander spoor zou volgen dan zijn voor ganger. Weth. PAUL: „Hy valt dus niet mee." De heer DE BRUIN: „Hy valt me in dit opzicht niet mee". Weth. PAUL wyst er op, dat de afras tering slechts zeer laag is en dat de kos ten eveneens zeer laag zijn. DE LANGEVIELEBINNENBRUG. De heer JERONIMUS vraagt of B. en W. niet zyn vooruitgeloopen op de beslis sing van den Raad aangaande de Lange- vielebinnenbrug. De heer PORTHEINE vraagt of het niet het best zou zyn om tegelijkertijd met deze brugreparatie ook de trottoirs in de Lange- viele in orde te brengen. Weth. PAUL antwoordt, dat dit laatste om technische redenen niet mogelijk was. Echter hopen B. en W., dat alle werkzaam heden vóór het drukke seizoen geheel ge reed zyn. De brugreparatie zal ongeveer 4 weken duren. De concessie van de trammaat- schappij geeft aan, dat deze maatschappij de kosten moet dragen. Dit is er althans uit te lezen, omdat de huidige reparatie uitsluitend gebeurt in het belang van de tram. Spr. gelooft, dat de gemeente hierin sterk staat. Er worden zware ijzeren bal ken gelegd op de plaats, waar de rails lig gen. De heer JERONIMUS: „Beweegbaar?" Weth. PAUL: „Niet beweegbaar". De heer JERONIMUS, met nadruk: „Ah, juist!" Weth. PAUL: Maar de brug was in den laatsten tijd toch al heel weinig beweeg baar. (Hilariteit.) En deze voorziening is slechts tijdelijk. Ik kom hier nader op terug. De heer KÖGELER had gaarne gezien, dat de reparaties aan de brug in een ver sneld tempo zouden worden uitgevoerd. Thans wordt het verkeer sterk gestremd. Spr. wijst er op, dat, als de trammaatschap pij zelf reparaties moet laten uitvoeren, er dan ook dag en nacht gewerkt wordt. En dan gaat het alleen om het belang van de tram, terwijl het nu gaat om het belang van al het verkeer. Spr. heeft opgemerkt, dat aan de brug alleen wordt gewerkt in de gewone werktijden en zou hierin gaarne verandering gebracht zien. De heer DEN HOLLANDER voelt niet voor continuwerk hier en wijst op de kos ten, die in dat geval zeker sterk zouden stygen. De heer KöGELER acht dit geen be zwaar, nu het gaat om werkelijk groote belangen. Weth. PAUL is ook niet geestdriftig voor langere werktijden. Dit brengt de moeilijk heid mede, dat de eene ploeg moet begin nen waar de andere is opgehouden en dat is in dit geval niet toe te juichen, omdat een bepaald werk steeds beter door den zelfde kan worden voortgezet. De heer KöGELER acht continu-arbeid niet noodzakelijk, maar zou de werktijden toch willen zien uitgebreid. Weth. PAUL: „Dus U geeft dit aan B. en W. in overweging?" De heer KöGELER antwoordt hierop be vestigend en weth. PAUL trekt een beden kelijk gezicht. De heer SULKERS vraagt of de wet houder van Gemeentewerken eens zyn aan dacht wil wijden aan het weggedeelte tus schen de Punt en de Kleine Werfstraat, wat weth. Paul toezegt. De heer DEN HOLLANDER heeft opge merkt, dat er in den laatsten tijd talrijke veranderingen zijn aangebracht in verschil lende schuilkelders, waaruit volgens spr. wel duidelijk blykt, dat het eerste ontwerp niet heeft voldaan. De VOORZ. vestigt er de aandacht op, dat by den bouw van de schuilkelders eigenlyk geen enkele leidraad beschikbaar was. In de practyk blijken nu de voor- en nadeelen van de verschillende systemen. Naar aanleiding van een andere opmer king van den heer DEN HOLLANDER, zegt weth. PAUL, dat het gemeentelijke terrein aan de Werfstraat zoo spoedig mo gelijk in orde wordt gemaakt en verkocht. Er hebben zich reeds gegadigden aange meld en B. en W. hebben goede hoop op een flinken prys. Hierna sluit de voorzitter de vergadering.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 9