CETA-BEÏEtr«idwa§f@ was
De „bewegingsvrijheid" wan
KRONIEK UW DEN DAG
DejMaansteen
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN WOENSDAG 3 APRIL 1940.
No. 79.
■lil l|||l|l|l 77T1 NIET glad geen voetafdrukken ms&*m
(ïngez. Med->
waeartiegangeric,
Geen ingrijpende beperkingen van militaire zijde
Luchtdoelgeschut voor
bescherming van gemeenten.
Mededeelingen van den
minister aan de Tweede
Kamer.
De groote puzzle.
Ala men aanneemt, dat de buitenlandsche
politiek van Duitschland geheel gericht
wordt op een (overigens nog te voltooien)
stabilisatie van den toestand in ons wereld
deel, met vermijding voorshands van een
groot offensief aan het Westelijk front,
dan staan Engeland en Frankrijk voor een
merkwaardige opgave. Eigenlijk zouden ze
met deze situatie tevreden moeten zijn,
omdat hun opzet bij den aanvang van den
oorlog is geweest Duitchland economisch
„uit te hollen" en het dan militair uit te
putten door een krachtige verdediging te
gen „wanhoopsaanvallen". Het is het beeld,
dat men nog al eens tegen kwam in Brit-
sche militair-deskundige beschouwingen,
waarbij de economische blokkade dan ook
steeds een zeer voorname rol speelde.
Te Londen en Parijs heeft men evenwel
met het huidige aspect van den oorlog géén
vrede, omdat moet worden toegegeven, dat
de economische blokkade niet die graad
van effectiviteit bereikt heeft, welke men
zich had voorgesteld. Men heeft het in dit
verband nogal eens over „lekken" bij de
neutralen, maar het hoofdlek zit natuur
lijk daar, waar men in zekeren zin niet van
een „lek" kan spreken. De combinatie, die
Duitschland in Europa heeft weten te ma
ken, is nu eenmaal anders uitgevallen dan
men zich in de geallieerde beschouwingen
had voorgesteld. Dat is méér dan een „lek".
Het begint er naar uit te zien, dat Duitsch
land, met de hulp van Italië aan den eenen
kant en met die van Rusland aan den an
deren (zelfs wanneer de „driehoek" niet
gesloten mocht raken) een economisch blok
in elkaar smeedt, dat het in staat zal stel
len weliswaar niet luxueus te leven, maar
het dan toch nog geruimen tyd uit te hou
den. De bereidheid en het vermogen van
den gemiddelden Duitscher om zich opoffe
ringen en moeilijkheden te getroosten, ver
lengen de periode, gedurende welke dit mo
gelijk zal zjjn, verder aanmerkelijk.
Natuurlijk komt er een oogenblik, waar
op ook dit niet langer vol te houden zal
zijn. Men kan ook in oorlogstijd tot op
zekere hoogte wel een normaal economisch
verkeer met het omringende buitenland
handhaven, men kan zijn autarkische outil
lage perfectionneeren, maar men kan nooit
verhinderen, dat door de onttrekking aan
de gewone economische werkzaamheid van
een zeer belangrijk deel van het mensche-
lijk en industrieel apparaat op den duur
spanningen ontstaan, welke tot groote ge
varen en tenslotte tot een algeheele inwen
dige verzwakking leiden. Het is net als met
een sterk lichaam, dat door overmatige in
spanning zjjn „stille reserves" opteert en
dan tot verbazing van de omstanders door
een betrekkelijk kleine oorzaak te gronde
gaat of met krachteloosheid wordt gesla
gen.
Evenwel iets soortgelijks geldt, zij het
met inachtneming van eenige belangrijke
verschillen, toch ook voor de geallieerden.
Die verschillen hebben in hoofdzaak be
trekking op de reserves, welke deze landen
nog na den vorigen oorlog hadden overge
houden. Zij kunnen deze nog opteren, voor
dat ze „aan hun eigen lichaam" beginnen.
Maar de wetenschap, dat die reserves als
sneeuw voor de zon smelten en het voor
uitzicht, dat men na den oorlog als zwaar
verarmd land temidden van een in struc
tuur wellicht sterk gewijzigde wereld zal
staan, is toch geen aanlokkelijk vooruit
zicht. Men kan onder deze omstandigheden
zich toch niet tot zulk een rustig afwach
ten dwingen als men zich had voorgesteld.
De gevoelige val van het pond sterling en
van den daaraan gekoppelden Franschen
frank is feitelijk veel meer weerslag van
die onrust en van het inzicht in een voort
durende innerlijke verzwakking dan van
de technische positie op de wisselmarkt,
welke Engeland nog wel zou kunnen be-
heerschen.
Diezelfde onrust is ook de oorzaak van
een voortdurend zoeken en tasten naar een
vaste richtlijn, welke heenwijst. naar een
oplossing voor het zeker niet eenvoudige
probleem. In ieder geval schijnt men toch
geen heil te zien in een langdurige uitput-
tingspolitiek, wat de Duitscher noemt
„Strategie der Erschöpfung". Ook daarom
al niet, omdat men eerst dén een werke
lijke overspanning van het Duitsche be
drijfsleven te voorschijn kan roepen, wan
neer men Duitschland dwingt tot een snel
verbruik van zijn opgehoopte voorraden
•van allerlei soort en een voortdurende aan
vulling daarvan. Daartoe heeft men even
wel een aangrijpingspunt van noode en
dat is er niet, nog niet tenminste. Natuur
lijk zouden Frankrijk en Engeland een po
ging kunnen wagen, om door den „West-
wall" heen te breken. Het staat vast, dat
dit in elk geval honderdduizenden men-
schenlevens zou kosten en daarom is het
voorloopig al heel weinig waarschijnlijk.
Maar wat dan? vraagt men zich af. Inder
daad, wat dan. Vermoedelijk breekt men
zich daarover te Parijs en Londen dagelijks
het hoofd.
Ook de kleinhandel in tabak zal
onder de vestigingswet vallen.
DE MINISTER HEEFT EEN
SPERTIJD VASTGESTELD.
In de Nederlandsche staatscourant van
gisteren is een beschikking van den mini
ster van economische zaken gepubliceerd
waarbij wordt overgegaan tot het instellen
van een zoogenaamden spertijd op grond
van de vestigingswet kleinbedrijf 1937 voor
den* kleinhandel in tot verbruik bereide ta
bak.
Met ingang van 3 April 1940 is het der
halve verboden een inrichting, bestemd of
mede bestemd voor de uitoefening van de
zen bedrijfstak te vestigen zonder vergun
ning van den minister van economische za
ken.
Deze vergunnnig is evenzeer vereischt
ten aanzien van de uitbreiding van het in
een inrichting uitgeoefende bedrijf met de
uitoefening van dezea bedrijfstak, zoomede
ten aanzien van de voortzetting van den in
een inrichting uitgeoefenden kleinhandel
in tot verbruik bereide tabek, ingeval van
wijziging in de personen van ondernemers
of beheerders.
Onder de uitoefening van den kleinhan
del in tot verbruik bereide tabak wordt
verstaan: het ten verkoop aan het publiek
in voorraad hebben zoomede het aan het
publiek verkoopen van sigaren, sigaretten,
rooktabak, pruimtabak of snuif.
Onder de uitoefening van den kleinhandel
in tot verbruik bereide tabak wordt niet
verstaan het ten verkoop aan het publiek in
voorraad hebben, zoomede het aan het pu
bliek verkoopen van evengenoemde artike
len, voor zoover zulks geschied in hotels,
café's, sociteiten, lunchrooms, rijkscan tines,
militaire tehuizen, theatres, bioscopen,
restauralies en wachtkamers van stations
van de Nederlandsche Spoorwegen en aan
boord van vaartuigen van ondernemingen,
welke personen tegen betaling vervoeren,
onder welke vaartuigen veerbooten zijn be
grepen.
Kies tijdig uw verblijf.
Van militaire zijde schrijft men ons: de
naderende zomer zal in ons land als vacan-
tieseizoen een heel ander beeld vertoonen,
dan in vredestijd. De grenzen mogen dan
al niét gesloten zijn, toch zal de overgroo-
te meerderheid der vacantiegangers naar
alle waarschijnlijkheid reis en verblijf dit
jaar niet uitstrekken tot buiten onze gren
zen. Binnen die grenzen echter kan ieder
zijn vacantiegenot zoeken in het landschap
of de streek van zijn voorkeur, en zal hij
kunnen kiezen tusschen zeekust en vaste
land, tusschen de eilanden in Noord en Zuid,
tusschen bosch en hei, polder- en heuvel
land.
Het is echter onvermijdelijk, dat de mi
litaire activiteit hem hier en daar in zijn
bewegingsvrijheid zal beperken. Toch zullen
deze beperkingen niet van dien aard zjjn,
dat hij een enkele uitzondering daarge
laten er daarom van behoeft af te zien
zijn vacantie in deze of gene plaats door te
brengen. Een enkel schilderachtig wegje
zal hij afgezet vinden, een enkel stuk strand
zal hij niet kunnen betreden, zijn foto-toe-
stel zal hij zeer zeker niet overal vrijelijk
mogen gebruiken, maar deze kleine beper
kingen van zjjn persoonlijke vrijheid moge
hij dan opvatten als zijn deel van de opof
feringen, wellce ieder Nederlander in deze
dagen voor zijn land heeft te aanvaarden,
en als een bewijs van de hooge mate van
paraatheid van een weermacht, die op ieder
eventualiteit is voorbereid.
Van verschillende zijden is reeds de
vraag gesteld, of de militaire autoriteiten
niet een min of meer gedetailleerde opgave
kunnen verstrekken van de plaatsen, die
men op deze gronden beter zou kunnen
vermijden als vacantieoord. Militaire over
wegingen maken dit helaas ondoenlijk,
maar 'een bezwaar behoeft dit in feite voor
niemand op te leveren. Immers de beper
kingen, die de toestand den vacantiegangers
in sommige plaatsen zou kunnen opleggen,
zijn niet zoo ingrijpend, dat publicatie daar
van velen zou afschrikken. Het publiek kan
dan ook geen beter raad gegeven worden
dan deze
Laat uw vacantiegenot door eigen voor
keur voor streek of plaats bepalen en niet
door een wellicht geheel ongemotiveerde
angst, dat ge ergens terecht zult komen,
waar ge geen voet moogt verzetten. Be
denk, dat militaire voorbereidselen ook
daar getroffen zjjn, waar ge deze als leek
allerminst had verwacht, en dat een wei
nig hinderlijk verbod, waaraan ge in de
eene plaats dacht te ontkomen, U juist in
een andere plaats kan treffen.
Kies tijdig Uw verblijf, opdat ge niet op
het laatste oogenblik tot de teleurstellende
conclusie komt, dat nu juist het hotel of
pension, dat ge speciaal hadt uitverkoren,
door de militaire overheid gevorderd is. Dit
kan weliswaar ook later nog gebeuren,
maar tenzij de omstandigheden zich sterk
mochten wijzigen, is de kans daarop gering.
Bedenk bü Uw keuze echter, dat een nor
maal functionneeren van de openbare ver
keersmiddelen in de drukke vacantiemaan-
den juist uit militair oogpunt gezien van
groot belang is.
Vergeet niet, dat een samendrommen van
tienduizenden vacantiegangers in enkele
plaatsen, waar de leek meent geheel vrij
te zyn in zijn bewegingen, het verkeer in
groote gebieden overbelasten en wellicht
zelfs ontwrichten kan, tot schade van onze
defensieve paraatheid. Het plan-Goudriaan
tot spreiding van de vacanties beoogt hier
aan tegemoet te komen door de stroomen
vacantiegangers niet allen in den zelfden
tjjd door Nederland te laten trekken. Het
publiek zelf kan hier echter ook medehel
pen, door naast deze spreiding in den t ij d
ook een spreiding in p 1 a a t s te bewerk
stelligen. Verspreidt uw vacanties daarom
over het geheele land, zooals ge vroeger
deedt, zonder Uw keuze te laten beinvioe-
den door de vrees voor eventueele militaire
maatregelen, en wanneer ge dan toch ge
dwongen mocht zijn een miniem deel van
Uw bewegingsvrijheid op te geven, bedenk
dan hoe gering dit offer is, in vergelijking
met de offers, die van anderen worden ge
vraagd. De soldaat op zijn post, die Uw auto
aanhoudt of Uw wandeling onderbreekt,
heeft na zjjn dienst bewegingsvrijheid
van het middag tot het avondappel, gij
echter hebt gedurende een heele vacantie
ieder uur van den dag bewegingsvrijheid.
In een nota naar aanleiding van het ver
slag der Tweede Kamer betreffende het
wetsontwerp tot verhooging van de defen-
siebegrooting 1939 zegt de minister o.m.,
dat hij met voldoening heeft kennis geno
men van de opmerking van verscheidene
leden, dat in de onderhavige gevallen in
het algemeen geen bezwaar kan worden
gemaakt, dat tot zeer belangrijke aanschaf
fingen is overgegaan voordat de volksver
tegenwoordiging aan de desbetreffende uit
gaven haar goedkeuring heeft gehecht, wyl
moet worden aangenomen, dat het lands
belang onmiddellijk handelen eischte. De
minister zegt verder, dat een bedrag van
300.000 voor kabelvernieuwing voor Hr.
Ms. „Sumatra" niet hoog moet worden
genoemd. Ook al zal de kruiser in hoofd
zaak voor opleidingdoeleinden worden ge
bezigd, dan nog blijft een goed functionnee-
rende vuurleidinginstallatie, alsmede be
trouwbaarheid voor de middelen tot bevels
overbrenging, noodzakelijk Alleen het ka
belmateriaal kost 83.617.
Inderdaad moet worden aangenomen, dat,
mede als gevolg van de ingetreden prijsstij
ging van materialen, de som van 800.000
voor de nieuwe mijnenvegers niet toerei
kend zal zijn om daaruit ook de volledige
uitrusting van dit schip te bekostigen. Bij
de vaststelling van dit bedrag was ook nog
niet bekend of, en, zoo ja, wat van den
inventaris van het verloren gegane schip
zou kunnen worden geborgen. Hiervan is
echter moeten worden afgezien.
Thans is evenwel nog niet met juistheid
te bepalen hoeveel de overschrijding zal
bedragen.
Het luchtdoelgeschut, bestemd voor de
bescherming van gemeenten, kan worden
onderscheiden in dat van het kaliber van
2 cm en in het kaliber van 3,7 tot 4 cm.
Rekening houdende met de tot stand ge
komen overeenkomsten mag er op worden
gerekend, dat nagenoeg alle thans bestelde
luchtdoelvuurmonden van het kaliber 2 cm
met de bijbehoorende munitie vóór 1 Oc
tober a.s. zullen zijn geleverd.
Voor wat de luchtdoelvuurmonden %:an
het kaliber 3,7 of 4 cm betreft, zegt de
minister dat nog steeds krachtige pogingen
in het werk zijn gesteld om de beschikking
te krijgen over een grooter aantal van deze
vuurmonden.
(Ingez. Med.)
Een ernstig Nederlandsch
vertoog te Berlijn.
Met betrekking tot de
vliegtuigaanvallen op
Nederlandsche visch-
treilers.
De regeeringspersdienst meldt:
Met betrekking tot de vliegtuigaanvallen
op Nederlandsche vischtreilers, n.l. de „Pro-
tinus", de „Vikingbank" IJ: 183 en de „I.S.
Groen" IJ 130, heeft Hare Majesteit's ge
zant te Berlijn opdracht, gekregen een ern
stig vertoog tot de Duitsche regeering te
richten waarin tegen deze beschietingen
met den meesten nadruk opgekomen wordt,
met name tegen de volstrekt ontoelaatbare
gewelddaad jegens de „Protinus". Het of-
ficieele onderzoek naar den bü daglicht in
volle zee geschieden aanval op dit schip
heeft toch bevestigd dat terwijl de treiler
van talrijke duidelijke Nederlandsche na-
tionaliteitskenmerken was voorzien, onder
meer aan de bovenzijde met de kleuren van
de Nederlandsche vlag was beschilderd, een
Gedeeltelijke demobilisatie
in Finland.
De Finsche militaire autoriteiten hebben
gistermiddag medegedeeld, dat een begin
zal worden gemaakt met de demobilisatie
van vier lichtingen, die gedurende den oor
log dienst hebben gedaan.
AMERIKAANSCHE VRIJWILLIGERS IN
FRANKRIJK.
Vandaag komen in Frankrijk de eerste
vrijwilligers aan van de „American Field
service". De eerste groep bestaat uit 17 ge
studeerde jongelui, die de kosten van over
tocht en uitrusting zelf betaald hebben.
Duitsch vliegtuig het heeft gebombardeerd
en beschoten, als gevolg waarvan de kapi
tein. en een schepeling aanstonds zijn ge
dood, het vaartuig tot zinken is gebracht
en van de in de sloep rédding zoekende
opvarenden 2 door uitputting zijn gestor
ven.
De Nederlandsche regeering verzoekt
maatregelen tegen de schuldigen en be
houdt zich een eisch tot schadevergoeding
voor.
Nieuw Duitsch
Messerschmitt-vliegtuig.
Uit Berlijn wordt gemeld, dat een nieuwe
Messerschmidt-gevechtsvliegtuig is gereed
gekomen. In de Duitsche pers wordt veel
aandacht daaraan besteed. De nieuwe ma
chine heeft den typenaam „Jaguar" gekre
gen. Het tweemotorige toestel is reeds met
succes door prof. Messerschmitt boven de
Noordzee in dienst gesteld. Het is voorzien
van verscheidene lichte en zware machine
geweren, heeft een bemanning van vier
koppen en is bestemd voor de actie op
grooten afstand.
Twaalf Duitsche deserteurs in
Luxemburg geïnterneerd.
Het dagblad Luxembourg schrijft, dat een
Duitsche deserteur de grens is overgeko
men, nadat hij zwemmende de Moezel was
overgestoken. Hij heeft zich onder bescher
ming der gendarmerie gesteld. Het zou een
Oostenrijksche student in de geneeskunde
zijn. In het geheel zijn thans twaalf Duitsche
deserteurs in Luxemburg geïnterneerd.
Door WELKIE COLLINS.
Nederlandsche bewerking van
A. A. HUMME Jr.
10).
Mijnheer Murthwaite nam de sigaar uit
zjjn mond en leunde tegen een boom. „Mijn
heer Betteredge", begon hij, „die drie In
diërs zijn net zoo min goochelaars als u of
ik."
Dit was een nieuwe verrassing. Ik vroeg
hem natuurlijk, of hij die menschen al eer
der ontmoet had.
„Nooit", antwoordde hij, „maar ik weet
wat Indische goocheltoeren zyn. Wat u
vanavond gezien heeft, is er een zielige na
bootsing van. Tenzij ik mij, na jarenlange
ervaring, toch nog zou vergissen, zijn die
drie mannen Brahmanen van hooge kaste.
Ik beschuldigde hen er van, dat zij zich ver
momd hadden. Zij hebben tweemaal in
breuk gemaakt op de voorschriften van
hun kaste, namelijk door zich over zee te
begeven en zicli als goochelaars te ver
mommen.
Een stilte viel na deze woorden, waarna
mijnheer Franklin den ontdekkingsreiziger
mededeelde, wat hij mü bij het Beefzand
verteld had. „Wat dunkt u hiervan?" be
sloot hij zijn relaas.
„Ik zou zeggen, dat u aan grooter ge
varen bloot gesteld bent geweest, dan ik
heb moeten zien" antwoordde mijnheer
ooit gedurende mijn reizen onder de oogen
Murthwaite, „en dat wil heusch wat zeg
gen."
„Is het werkelijk zoo ernstig?" vroeg
mijnheer Franklin verbaasd.
„Naar mijn meening, na hetgeen u mij
verteld heeft, is het de bedoeling van die
menschen den Maansteen weer op zijn
plaats, in het voorhoofd van liet afgods
beeld terug te brengen en dat is tevens
de reden, waarom zü hun kaste hebben op
geofferd. Geduldig als katten zullen zij hun
kans afwachten en die. desnoods met de
wreedheid van tÜÊers> benutten."
Mijnheer Franklin wendde zich thans tot
mij. „Er blyft ons dan niets anders over
■dan lady Verinder in te lichten. Wij zullen
haar morgen alles vertellen."
„Maar wat moeten wij vannacht doen?"
vroeg ik. „Veronderstel dat zij terugko
men?"
Mijnheer Murthwaite antwoordde, voor
mijnheer Franklin iets kon zeggen.
„Die kerels zullen het "iet wagen, van
nacht terug te komen", zei hij. „Zij nemen
nooit den korsten weg naar hun doel, ze
ker niet in dit geval, waar de kleinste ver
gissing hun plan zou kunnen doen misluk
ken."
Na besloten te hebben, voor alle zeker
heid de honden los telaten, keerden wij
naar het huis terug van waaruit het geluid
van pianospel tot ons doordrong.
De hemel was intusschen geheel bewolkt
en toen de rijtuigen voorreden, om de gas
ten naar huis te brengen, barstte de bui los.
HOOFDSTUK X.
Nadat de laatste gast vertrokken was,
begaf ik mij naar de eetkamer, waar Sa
muel mijn plaats aan de dientafel had in
genomen en nu voor de brandy en soda
zorgde. Mijn meesteres en juffrouw Rachel
kwamen uit de zitkamer, gevolgd door de
beide heeren. Mijnheer Godfrey nam een
brandy-sooda, doch mijnheer Franklin
scheen zoo vermoeid dat hij nergens trelc
in had.
De strijd om het hereiken der volle
individueele persoonsontwikkeling
kan geen menschenkind door eenig
stelsel van opvoeding hoe voortreffe
lijk ook, worden bespaard.
Lady Verinder wenschte hen goeden
nacht en keek nogmaals doordringend naar
haar broeders geschenk, dat op het kleed
van haar dochter schitterde.
„Rachel", vroeg zij. „waar ben je van
plan je diamant' vannacht op te bergen?"
„O", zei Rachel onverschillig, „op mijn
toilettafel, bij mijn andere bijouterieën."
Zij bedacht echter, dat zy een mooi In
disch kastje had en besloot den steen daar
in te leggen.
„Maar er zit geen slot op dat kastje",
•merkte, haar moeder op.
„Goede hemel, mama!" riep juffrouw
Rachel uit, „Dit is toch geen hotel. We
hebben immers geen dieven in huis!"
Haar moeder gaf hier geen antwoord op
en verliet de kamer, waarop jufrouw Ra
chel haar voorbeeld volgde, na de heeren
met een handdruk een goeden nacht te
hebben toegewenscht. Ik zag in den spiegel,
dat zü. voor mynheer Franklin staande,
het hangertje, dat hij haar gegeven had,
uit haé\r boezem te voorschijn haalde en
hem dat met een beteekenisvollen glim
lach liet zien.
Toen zü de kamer verlaten had, zei mijn
heer Franklin, die nogal eens van mee
ning veranderde: „Betteredge ik geloof, dat
ik de waarschuwing van mijnheer Murth
waite te ernstig heb opgevat e" dat hij
ons maar wat op de mouw heeft willen
spelden. Ben je werkelijk van plan de hon
den los te laten?'
„Zeker", antwoordde ik. „Ze kunnen dan
vrij rondsnuffelen en zullen ons waar
schuwen, als ze onraad bespeuren."
„Goed" zei hij. We zullen morgen wel
zien, wat ons te doen staat. Ik voel er niets
voor mijn tante noodeloos ongerust te ma
ken. Wel te rusten."
Hij zag er zoo bleek en vermoeid uit,
toen hij mij toeknikte, dat ik hem aan
raadde een glas brandy met water te ne
men, waar mijnheer Geofrey mee instemde.
Mijr.hcev Franklin weigerde echter, nam
een kandelaar en verliet het vertrek, ge
volgd door zijn neef, wiens kamer naast
de zy-ie lag. Toen hij echter de trap op was,
riep hij mij toe, toch maar een glas brandy
met water voor hem boven te brengen, dus
hü was blijkbaar weer eens van inzicht
veranderd of was bezweken voor den aan
drang van mynheer Godfrey.
Toen ik aan zijn wenseh had voldaan, liet
ik de honden los en sloot zorgvuldig alle
toegangen tot het huis.
Het was reeds na middernacht, toen ik
eindelijk myn vermoeide oude botten in
bed kon uitstrekken.
Ik ontwaakte den volgenden morgen on
half acht. Het was een prachtige morgen
en terwijl het acht uur slorg en ik juist
naar Luiten wilde gaan, om de honden
weer vast te leggen, hoorde ik hdastig
stappen echter mij aankomen.
Het was Penelope. „Vader!" riep zy uit.
„Kom dadelijk boven! De diamant is ver
dwenen
„Je bent niet wijs," zei ik ongeloovig.
„Hij is weg en niemand weet hoe hy ver
dwenen is," herhaalde Penelope. „Kom toch
boven!"
Zij trok mij met zich mede naar het
boudoir van haar meesteres dat door een
deur met haar slaapkamer verbonden was.
Op den drempel stond juffrouw Rachel,
bijna even wit als de peignoir, die zy aan
had. De deurtjes van het Indische kastje
stonden wijd open en een der laden was
geheel uitgetrokken. „Kijk" zei Penelope,
op het kastje wijzend. ..Ik heb zelf gezien,
dat juffrouw Rachel den diamant in het
laatje deed."
„Is dat zoo, jufrouw?" vroeg ik.
„De diamant Is weg," antwoordde zij met
onherkenbare stem, waarop zij zich in haar
slaapkamer terugtrok en de deur op slot
deed.
Voordat wij wisten, wat ons nu te doen
stond, kwam lady Verinder binnen, die mijn
stem in haar dochters boudoir had ge
hoord en zich had afgevraagd, wat er was
gebeurd. Het bericht van het verdwijnen
van den diamant scheen haar te verlam
men. Na eenige oogenblikken herstelde zij
zich en beval haar dochter de deur te ope
nen, waarop zij binnentrad.
Het nieuws ging als een loopend vuurtje
door het geheele huis. Mynheer Godfrey
was sprakeloos en kon niets anders doen
dan zyn handen in een hulpeloos gebaar
opheffen, tervvyl mijnheer Franklin. die
voor het eerst sinds langen tüd weer eens
goed geslapen scheen te hebben, pas na het
drinken van een kop koffie tot logisch den
ken in staat was.
Hij liet aile bedienden by zich komen %n
gai order alle deuren en ramen gesloten
te houden, met uitzondering van de buiten
deur, die ik reeds geopend had. Daarna
stelde hij zijn neef voor, te onderzoeken of
de diamant misschien achter het kastje of
onder de tafel, waar het kastje op stond,
kon zyn gevallen. Daar dit niets opleverde
en Penelope ook niets meer wist te vertel
len, dan zij mij gedaan had, besloten zij hun
nicht om verder'inlichtingen te verzoeken.
(Wordt vervolgd).