CETA-BEÏEtr«idwa§f@ was De „bewegingsvrijheid" wan KRONIEK UW DEN DAG DejMaansteen TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN WOENSDAG 3 APRIL 1940. No. 79. ■lil l|||l|l|l 77T1 NIET glad geen voetafdrukken ms&*m (ïngez. Med-> waeartiegangeric, Geen ingrijpende beperkingen van militaire zijde Luchtdoelgeschut voor bescherming van gemeenten. Mededeelingen van den minister aan de Tweede Kamer. De groote puzzle. Ala men aanneemt, dat de buitenlandsche politiek van Duitschland geheel gericht wordt op een (overigens nog te voltooien) stabilisatie van den toestand in ons wereld deel, met vermijding voorshands van een groot offensief aan het Westelijk front, dan staan Engeland en Frankrijk voor een merkwaardige opgave. Eigenlijk zouden ze met deze situatie tevreden moeten zijn, omdat hun opzet bij den aanvang van den oorlog is geweest Duitchland economisch „uit te hollen" en het dan militair uit te putten door een krachtige verdediging te gen „wanhoopsaanvallen". Het is het beeld, dat men nog al eens tegen kwam in Brit- sche militair-deskundige beschouwingen, waarbij de economische blokkade dan ook steeds een zeer voorname rol speelde. Te Londen en Parijs heeft men evenwel met het huidige aspect van den oorlog géén vrede, omdat moet worden toegegeven, dat de economische blokkade niet die graad van effectiviteit bereikt heeft, welke men zich had voorgesteld. Men heeft het in dit verband nogal eens over „lekken" bij de neutralen, maar het hoofdlek zit natuur lijk daar, waar men in zekeren zin niet van een „lek" kan spreken. De combinatie, die Duitschland in Europa heeft weten te ma ken, is nu eenmaal anders uitgevallen dan men zich in de geallieerde beschouwingen had voorgesteld. Dat is méér dan een „lek". Het begint er naar uit te zien, dat Duitsch land, met de hulp van Italië aan den eenen kant en met die van Rusland aan den an deren (zelfs wanneer de „driehoek" niet gesloten mocht raken) een economisch blok in elkaar smeedt, dat het in staat zal stel len weliswaar niet luxueus te leven, maar het dan toch nog geruimen tyd uit te hou den. De bereidheid en het vermogen van den gemiddelden Duitscher om zich opoffe ringen en moeilijkheden te getroosten, ver lengen de periode, gedurende welke dit mo gelijk zal zjjn, verder aanmerkelijk. Natuurlijk komt er een oogenblik, waar op ook dit niet langer vol te houden zal zijn. Men kan ook in oorlogstijd tot op zekere hoogte wel een normaal economisch verkeer met het omringende buitenland handhaven, men kan zijn autarkische outil lage perfectionneeren, maar men kan nooit verhinderen, dat door de onttrekking aan de gewone economische werkzaamheid van een zeer belangrijk deel van het mensche- lijk en industrieel apparaat op den duur spanningen ontstaan, welke tot groote ge varen en tenslotte tot een algeheele inwen dige verzwakking leiden. Het is net als met een sterk lichaam, dat door overmatige in spanning zjjn „stille reserves" opteert en dan tot verbazing van de omstanders door een betrekkelijk kleine oorzaak te gronde gaat of met krachteloosheid wordt gesla gen. Evenwel iets soortgelijks geldt, zij het met inachtneming van eenige belangrijke verschillen, toch ook voor de geallieerden. Die verschillen hebben in hoofdzaak be trekking op de reserves, welke deze landen nog na den vorigen oorlog hadden overge houden. Zij kunnen deze nog opteren, voor dat ze „aan hun eigen lichaam" beginnen. Maar de wetenschap, dat die reserves als sneeuw voor de zon smelten en het voor uitzicht, dat men na den oorlog als zwaar verarmd land temidden van een in struc tuur wellicht sterk gewijzigde wereld zal staan, is toch geen aanlokkelijk vooruit zicht. Men kan onder deze omstandigheden zich toch niet tot zulk een rustig afwach ten dwingen als men zich had voorgesteld. De gevoelige val van het pond sterling en van den daaraan gekoppelden Franschen frank is feitelijk veel meer weerslag van die onrust en van het inzicht in een voort durende innerlijke verzwakking dan van de technische positie op de wisselmarkt, welke Engeland nog wel zou kunnen be- heerschen. Diezelfde onrust is ook de oorzaak van een voortdurend zoeken en tasten naar een vaste richtlijn, welke heenwijst. naar een oplossing voor het zeker niet eenvoudige probleem. In ieder geval schijnt men toch geen heil te zien in een langdurige uitput- tingspolitiek, wat de Duitscher noemt „Strategie der Erschöpfung". Ook daarom al niet, omdat men eerst dén een werke lijke overspanning van het Duitsche be drijfsleven te voorschijn kan roepen, wan neer men Duitschland dwingt tot een snel verbruik van zijn opgehoopte voorraden •van allerlei soort en een voortdurende aan vulling daarvan. Daartoe heeft men even wel een aangrijpingspunt van noode en dat is er niet, nog niet tenminste. Natuur lijk zouden Frankrijk en Engeland een po ging kunnen wagen, om door den „West- wall" heen te breken. Het staat vast, dat dit in elk geval honderdduizenden men- schenlevens zou kosten en daarom is het voorloopig al heel weinig waarschijnlijk. Maar wat dan? vraagt men zich af. Inder daad, wat dan. Vermoedelijk breekt men zich daarover te Parijs en Londen dagelijks het hoofd. Ook de kleinhandel in tabak zal onder de vestigingswet vallen. DE MINISTER HEEFT EEN SPERTIJD VASTGESTELD. In de Nederlandsche staatscourant van gisteren is een beschikking van den mini ster van economische zaken gepubliceerd waarbij wordt overgegaan tot het instellen van een zoogenaamden spertijd op grond van de vestigingswet kleinbedrijf 1937 voor den* kleinhandel in tot verbruik bereide ta bak. Met ingang van 3 April 1940 is het der halve verboden een inrichting, bestemd of mede bestemd voor de uitoefening van de zen bedrijfstak te vestigen zonder vergun ning van den minister van economische za ken. Deze vergunnnig is evenzeer vereischt ten aanzien van de uitbreiding van het in een inrichting uitgeoefende bedrijf met de uitoefening van dezea bedrijfstak, zoomede ten aanzien van de voortzetting van den in een inrichting uitgeoefenden kleinhandel in tot verbruik bereide tabek, ingeval van wijziging in de personen van ondernemers of beheerders. Onder de uitoefening van den kleinhan del in tot verbruik bereide tabak wordt verstaan: het ten verkoop aan het publiek in voorraad hebben zoomede het aan het publiek verkoopen van sigaren, sigaretten, rooktabak, pruimtabak of snuif. Onder de uitoefening van den kleinhandel in tot verbruik bereide tabak wordt niet verstaan het ten verkoop aan het publiek in voorraad hebben, zoomede het aan het pu bliek verkoopen van evengenoemde artike len, voor zoover zulks geschied in hotels, café's, sociteiten, lunchrooms, rijkscan tines, militaire tehuizen, theatres, bioscopen, restauralies en wachtkamers van stations van de Nederlandsche Spoorwegen en aan boord van vaartuigen van ondernemingen, welke personen tegen betaling vervoeren, onder welke vaartuigen veerbooten zijn be grepen. Kies tijdig uw verblijf. Van militaire zijde schrijft men ons: de naderende zomer zal in ons land als vacan- tieseizoen een heel ander beeld vertoonen, dan in vredestijd. De grenzen mogen dan al niét gesloten zijn, toch zal de overgroo- te meerderheid der vacantiegangers naar alle waarschijnlijkheid reis en verblijf dit jaar niet uitstrekken tot buiten onze gren zen. Binnen die grenzen echter kan ieder zijn vacantiegenot zoeken in het landschap of de streek van zijn voorkeur, en zal hij kunnen kiezen tusschen zeekust en vaste land, tusschen de eilanden in Noord en Zuid, tusschen bosch en hei, polder- en heuvel land. Het is echter onvermijdelijk, dat de mi litaire activiteit hem hier en daar in zijn bewegingsvrijheid zal beperken. Toch zullen deze beperkingen niet van dien aard zjjn, dat hij een enkele uitzondering daarge laten er daarom van behoeft af te zien zijn vacantie in deze of gene plaats door te brengen. Een enkel schilderachtig wegje zal hij afgezet vinden, een enkel stuk strand zal hij niet kunnen betreden, zijn foto-toe- stel zal hij zeer zeker niet overal vrijelijk mogen gebruiken, maar deze kleine beper kingen van zjjn persoonlijke vrijheid moge hij dan opvatten als zijn deel van de opof feringen, wellce ieder Nederlander in deze dagen voor zijn land heeft te aanvaarden, en als een bewijs van de hooge mate van paraatheid van een weermacht, die op ieder eventualiteit is voorbereid. Van verschillende zijden is reeds de vraag gesteld, of de militaire autoriteiten niet een min of meer gedetailleerde opgave kunnen verstrekken van de plaatsen, die men op deze gronden beter zou kunnen vermijden als vacantieoord. Militaire over wegingen maken dit helaas ondoenlijk, maar 'een bezwaar behoeft dit in feite voor niemand op te leveren. Immers de beper kingen, die de toestand den vacantiegangers in sommige plaatsen zou kunnen opleggen, zijn niet zoo ingrijpend, dat publicatie daar van velen zou afschrikken. Het publiek kan dan ook geen beter raad gegeven worden dan deze Laat uw vacantiegenot door eigen voor keur voor streek of plaats bepalen en niet door een wellicht geheel ongemotiveerde angst, dat ge ergens terecht zult komen, waar ge geen voet moogt verzetten. Be denk, dat militaire voorbereidselen ook daar getroffen zjjn, waar ge deze als leek allerminst had verwacht, en dat een wei nig hinderlijk verbod, waaraan ge in de eene plaats dacht te ontkomen, U juist in een andere plaats kan treffen. Kies tijdig Uw verblijf, opdat ge niet op het laatste oogenblik tot de teleurstellende conclusie komt, dat nu juist het hotel of pension, dat ge speciaal hadt uitverkoren, door de militaire overheid gevorderd is. Dit kan weliswaar ook later nog gebeuren, maar tenzij de omstandigheden zich sterk mochten wijzigen, is de kans daarop gering. Bedenk bü Uw keuze echter, dat een nor maal functionneeren van de openbare ver keersmiddelen in de drukke vacantiemaan- den juist uit militair oogpunt gezien van groot belang is. Vergeet niet, dat een samendrommen van tienduizenden vacantiegangers in enkele plaatsen, waar de leek meent geheel vrij te zyn in zijn bewegingen, het verkeer in groote gebieden overbelasten en wellicht zelfs ontwrichten kan, tot schade van onze defensieve paraatheid. Het plan-Goudriaan tot spreiding van de vacanties beoogt hier aan tegemoet te komen door de stroomen vacantiegangers niet allen in den zelfden tjjd door Nederland te laten trekken. Het publiek zelf kan hier echter ook medehel pen, door naast deze spreiding in den t ij d ook een spreiding in p 1 a a t s te bewerk stelligen. Verspreidt uw vacanties daarom over het geheele land, zooals ge vroeger deedt, zonder Uw keuze te laten beinvioe- den door de vrees voor eventueele militaire maatregelen, en wanneer ge dan toch ge dwongen mocht zijn een miniem deel van Uw bewegingsvrijheid op te geven, bedenk dan hoe gering dit offer is, in vergelijking met de offers, die van anderen worden ge vraagd. De soldaat op zijn post, die Uw auto aanhoudt of Uw wandeling onderbreekt, heeft na zjjn dienst bewegingsvrijheid van het middag tot het avondappel, gij echter hebt gedurende een heele vacantie ieder uur van den dag bewegingsvrijheid. In een nota naar aanleiding van het ver slag der Tweede Kamer betreffende het wetsontwerp tot verhooging van de defen- siebegrooting 1939 zegt de minister o.m., dat hij met voldoening heeft kennis geno men van de opmerking van verscheidene leden, dat in de onderhavige gevallen in het algemeen geen bezwaar kan worden gemaakt, dat tot zeer belangrijke aanschaf fingen is overgegaan voordat de volksver tegenwoordiging aan de desbetreffende uit gaven haar goedkeuring heeft gehecht, wyl moet worden aangenomen, dat het lands belang onmiddellijk handelen eischte. De minister zegt verder, dat een bedrag van 300.000 voor kabelvernieuwing voor Hr. Ms. „Sumatra" niet hoog moet worden genoemd. Ook al zal de kruiser in hoofd zaak voor opleidingdoeleinden worden ge bezigd, dan nog blijft een goed functionnee- rende vuurleidinginstallatie, alsmede be trouwbaarheid voor de middelen tot bevels overbrenging, noodzakelijk Alleen het ka belmateriaal kost 83.617. Inderdaad moet worden aangenomen, dat, mede als gevolg van de ingetreden prijsstij ging van materialen, de som van 800.000 voor de nieuwe mijnenvegers niet toerei kend zal zijn om daaruit ook de volledige uitrusting van dit schip te bekostigen. Bij de vaststelling van dit bedrag was ook nog niet bekend of, en, zoo ja, wat van den inventaris van het verloren gegane schip zou kunnen worden geborgen. Hiervan is echter moeten worden afgezien. Thans is evenwel nog niet met juistheid te bepalen hoeveel de overschrijding zal bedragen. Het luchtdoelgeschut, bestemd voor de bescherming van gemeenten, kan worden onderscheiden in dat van het kaliber van 2 cm en in het kaliber van 3,7 tot 4 cm. Rekening houdende met de tot stand ge komen overeenkomsten mag er op worden gerekend, dat nagenoeg alle thans bestelde luchtdoelvuurmonden van het kaliber 2 cm met de bijbehoorende munitie vóór 1 Oc tober a.s. zullen zijn geleverd. Voor wat de luchtdoelvuurmonden %:an het kaliber 3,7 of 4 cm betreft, zegt de minister dat nog steeds krachtige pogingen in het werk zijn gesteld om de beschikking te krijgen over een grooter aantal van deze vuurmonden. (Ingez. Med.) Een ernstig Nederlandsch vertoog te Berlijn. Met betrekking tot de vliegtuigaanvallen op Nederlandsche visch- treilers. De regeeringspersdienst meldt: Met betrekking tot de vliegtuigaanvallen op Nederlandsche vischtreilers, n.l. de „Pro- tinus", de „Vikingbank" IJ: 183 en de „I.S. Groen" IJ 130, heeft Hare Majesteit's ge zant te Berlijn opdracht, gekregen een ern stig vertoog tot de Duitsche regeering te richten waarin tegen deze beschietingen met den meesten nadruk opgekomen wordt, met name tegen de volstrekt ontoelaatbare gewelddaad jegens de „Protinus". Het of- ficieele onderzoek naar den bü daglicht in volle zee geschieden aanval op dit schip heeft toch bevestigd dat terwijl de treiler van talrijke duidelijke Nederlandsche na- tionaliteitskenmerken was voorzien, onder meer aan de bovenzijde met de kleuren van de Nederlandsche vlag was beschilderd, een Gedeeltelijke demobilisatie in Finland. De Finsche militaire autoriteiten hebben gistermiddag medegedeeld, dat een begin zal worden gemaakt met de demobilisatie van vier lichtingen, die gedurende den oor log dienst hebben gedaan. AMERIKAANSCHE VRIJWILLIGERS IN FRANKRIJK. Vandaag komen in Frankrijk de eerste vrijwilligers aan van de „American Field service". De eerste groep bestaat uit 17 ge studeerde jongelui, die de kosten van over tocht en uitrusting zelf betaald hebben. Duitsch vliegtuig het heeft gebombardeerd en beschoten, als gevolg waarvan de kapi tein. en een schepeling aanstonds zijn ge dood, het vaartuig tot zinken is gebracht en van de in de sloep rédding zoekende opvarenden 2 door uitputting zijn gestor ven. De Nederlandsche regeering verzoekt maatregelen tegen de schuldigen en be houdt zich een eisch tot schadevergoeding voor. Nieuw Duitsch Messerschmitt-vliegtuig. Uit Berlijn wordt gemeld, dat een nieuwe Messerschmidt-gevechtsvliegtuig is gereed gekomen. In de Duitsche pers wordt veel aandacht daaraan besteed. De nieuwe ma chine heeft den typenaam „Jaguar" gekre gen. Het tweemotorige toestel is reeds met succes door prof. Messerschmitt boven de Noordzee in dienst gesteld. Het is voorzien van verscheidene lichte en zware machine geweren, heeft een bemanning van vier koppen en is bestemd voor de actie op grooten afstand. Twaalf Duitsche deserteurs in Luxemburg geïnterneerd. Het dagblad Luxembourg schrijft, dat een Duitsche deserteur de grens is overgeko men, nadat hij zwemmende de Moezel was overgestoken. Hij heeft zich onder bescher ming der gendarmerie gesteld. Het zou een Oostenrijksche student in de geneeskunde zijn. In het geheel zijn thans twaalf Duitsche deserteurs in Luxemburg geïnterneerd. Door WELKIE COLLINS. Nederlandsche bewerking van A. A. HUMME Jr. 10). Mijnheer Murthwaite nam de sigaar uit zjjn mond en leunde tegen een boom. „Mijn heer Betteredge", begon hij, „die drie In diërs zijn net zoo min goochelaars als u of ik." Dit was een nieuwe verrassing. Ik vroeg hem natuurlijk, of hij die menschen al eer der ontmoet had. „Nooit", antwoordde hij, „maar ik weet wat Indische goocheltoeren zyn. Wat u vanavond gezien heeft, is er een zielige na bootsing van. Tenzij ik mij, na jarenlange ervaring, toch nog zou vergissen, zijn die drie mannen Brahmanen van hooge kaste. Ik beschuldigde hen er van, dat zij zich ver momd hadden. Zij hebben tweemaal in breuk gemaakt op de voorschriften van hun kaste, namelijk door zich over zee te begeven en zicli als goochelaars te ver mommen. Een stilte viel na deze woorden, waarna mijnheer Franklin den ontdekkingsreiziger mededeelde, wat hij mü bij het Beefzand verteld had. „Wat dunkt u hiervan?" be sloot hij zijn relaas. „Ik zou zeggen, dat u aan grooter ge varen bloot gesteld bent geweest, dan ik heb moeten zien" antwoordde mijnheer ooit gedurende mijn reizen onder de oogen Murthwaite, „en dat wil heusch wat zeg gen." „Is het werkelijk zoo ernstig?" vroeg mijnheer Franklin verbaasd. „Naar mijn meening, na hetgeen u mij verteld heeft, is het de bedoeling van die menschen den Maansteen weer op zijn plaats, in het voorhoofd van liet afgods beeld terug te brengen en dat is tevens de reden, waarom zü hun kaste hebben op geofferd. Geduldig als katten zullen zij hun kans afwachten en die. desnoods met de wreedheid van tÜÊers> benutten." Mijnheer Franklin wendde zich thans tot mij. „Er blyft ons dan niets anders over ■dan lady Verinder in te lichten. Wij zullen haar morgen alles vertellen." „Maar wat moeten wij vannacht doen?" vroeg ik. „Veronderstel dat zij terugko men?" Mijnheer Murthwaite antwoordde, voor mijnheer Franklin iets kon zeggen. „Die kerels zullen het "iet wagen, van nacht terug te komen", zei hij. „Zij nemen nooit den korsten weg naar hun doel, ze ker niet in dit geval, waar de kleinste ver gissing hun plan zou kunnen doen misluk ken." Na besloten te hebben, voor alle zeker heid de honden los telaten, keerden wij naar het huis terug van waaruit het geluid van pianospel tot ons doordrong. De hemel was intusschen geheel bewolkt en toen de rijtuigen voorreden, om de gas ten naar huis te brengen, barstte de bui los. HOOFDSTUK X. Nadat de laatste gast vertrokken was, begaf ik mij naar de eetkamer, waar Sa muel mijn plaats aan de dientafel had in genomen en nu voor de brandy en soda zorgde. Mijn meesteres en juffrouw Rachel kwamen uit de zitkamer, gevolgd door de beide heeren. Mijnheer Godfrey nam een brandy-sooda, doch mijnheer Franklin scheen zoo vermoeid dat hij nergens trelc in had. De strijd om het hereiken der volle individueele persoonsontwikkeling kan geen menschenkind door eenig stelsel van opvoeding hoe voortreffe lijk ook, worden bespaard. Lady Verinder wenschte hen goeden nacht en keek nogmaals doordringend naar haar broeders geschenk, dat op het kleed van haar dochter schitterde. „Rachel", vroeg zij. „waar ben je van plan je diamant' vannacht op te bergen?" „O", zei Rachel onverschillig, „op mijn toilettafel, bij mijn andere bijouterieën." Zij bedacht echter, dat zy een mooi In disch kastje had en besloot den steen daar in te leggen. „Maar er zit geen slot op dat kastje", •merkte, haar moeder op. „Goede hemel, mama!" riep juffrouw Rachel uit, „Dit is toch geen hotel. We hebben immers geen dieven in huis!" Haar moeder gaf hier geen antwoord op en verliet de kamer, waarop jufrouw Ra chel haar voorbeeld volgde, na de heeren met een handdruk een goeden nacht te hebben toegewenscht. Ik zag in den spiegel, dat zü. voor mynheer Franklin staande, het hangertje, dat hij haar gegeven had, uit haé\r boezem te voorschijn haalde en hem dat met een beteekenisvollen glim lach liet zien. Toen zü de kamer verlaten had, zei mijn heer Franklin, die nogal eens van mee ning veranderde: „Betteredge ik geloof, dat ik de waarschuwing van mijnheer Murth waite te ernstig heb opgevat e" dat hij ons maar wat op de mouw heeft willen spelden. Ben je werkelijk van plan de hon den los te laten?' „Zeker", antwoordde ik. „Ze kunnen dan vrij rondsnuffelen en zullen ons waar schuwen, als ze onraad bespeuren." „Goed" zei hij. We zullen morgen wel zien, wat ons te doen staat. Ik voel er niets voor mijn tante noodeloos ongerust te ma ken. Wel te rusten." Hij zag er zoo bleek en vermoeid uit, toen hij mij toeknikte, dat ik hem aan raadde een glas brandy met water te ne men, waar mijnheer Geofrey mee instemde. Mijr.hcev Franklin weigerde echter, nam een kandelaar en verliet het vertrek, ge volgd door zijn neef, wiens kamer naast de zy-ie lag. Toen hij echter de trap op was, riep hij mij toe, toch maar een glas brandy met water voor hem boven te brengen, dus hü was blijkbaar weer eens van inzicht veranderd of was bezweken voor den aan drang van mynheer Godfrey. Toen ik aan zijn wenseh had voldaan, liet ik de honden los en sloot zorgvuldig alle toegangen tot het huis. Het was reeds na middernacht, toen ik eindelijk myn vermoeide oude botten in bed kon uitstrekken. Ik ontwaakte den volgenden morgen on half acht. Het was een prachtige morgen en terwijl het acht uur slorg en ik juist naar Luiten wilde gaan, om de honden weer vast te leggen, hoorde ik hdastig stappen echter mij aankomen. Het was Penelope. „Vader!" riep zy uit. „Kom dadelijk boven! De diamant is ver dwenen „Je bent niet wijs," zei ik ongeloovig. „Hij is weg en niemand weet hoe hy ver dwenen is," herhaalde Penelope. „Kom toch boven!" Zij trok mij met zich mede naar het boudoir van haar meesteres dat door een deur met haar slaapkamer verbonden was. Op den drempel stond juffrouw Rachel, bijna even wit als de peignoir, die zy aan had. De deurtjes van het Indische kastje stonden wijd open en een der laden was geheel uitgetrokken. „Kijk" zei Penelope, op het kastje wijzend. ..Ik heb zelf gezien, dat juffrouw Rachel den diamant in het laatje deed." „Is dat zoo, jufrouw?" vroeg ik. „De diamant Is weg," antwoordde zij met onherkenbare stem, waarop zij zich in haar slaapkamer terugtrok en de deur op slot deed. Voordat wij wisten, wat ons nu te doen stond, kwam lady Verinder binnen, die mijn stem in haar dochters boudoir had ge hoord en zich had afgevraagd, wat er was gebeurd. Het bericht van het verdwijnen van den diamant scheen haar te verlam men. Na eenige oogenblikken herstelde zij zich en beval haar dochter de deur te ope nen, waarop zij binnentrad. Het nieuws ging als een loopend vuurtje door het geheele huis. Mynheer Godfrey was sprakeloos en kon niets anders doen dan zyn handen in een hulpeloos gebaar opheffen, tervvyl mijnheer Franklin. die voor het eerst sinds langen tüd weer eens goed geslapen scheen te hebben, pas na het drinken van een kop koffie tot logisch den ken in staat was. Hij liet aile bedienden by zich komen %n gai order alle deuren en ramen gesloten te houden, met uitzondering van de buiten deur, die ik reeds geopend had. Daarna stelde hij zijn neef voor, te onderzoeken of de diamant misschien achter het kastje of onder de tafel, waar het kastje op stond, kon zyn gevallen. Daar dit niets opleverde en Penelope ook niets meer wist te vertel len, dan zij mij gedaan had, besloten zij hun nicht om verder'inlichtingen te verzoeken. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 3