PAASCHKLOKKEN BEIEREN Het feest van bezinning en barmhartigheid De boodschap van Paschen voor dezen tijd Viering van het feest der Opstanding in het oude Byzantium. punten, uit te putten. De jongelingen ui het dorp zwerven dan in de omgeving er maken zooveel mogelijk lawaai om d boschdemonen te verdrijven; welk spek takel tevens bedoeld is om de zwijgzaam heid van de meisjes op de proef te stellen. Het volksgeloof wil voorts dat de dauw van den Paaschmorgen zegenbrengend is. De Opstanding van Christus is door alle eeuwen heen voor de kunstenaars van alle Christelijke landen een onderwerp ge weest, dat zij met liefde hebben behan deld. Hetgeen begrijpelijk is, omdat zij, die zelf door hun kunstenaarschap min of meer deelachtig zijn aan het Goddelijke, scheppende mysterie, de boodschap van Paschen het duidelijkst hebben verstaan. Zij hebben, elk op eigen wijze, het lijden Het mysterie van Paschen in de kunst Reeds meer dan negentien eeuwen achtereen is het voor de menschheid Paschen geworden. Paschen, het plechtige feest, waarop men de Opstanding van Christus herdenkt, Paschen in meer heidenschen zin, tevens de viering van den blijden intocht van het warmere jaargetijde, de Lente. Weer is het ditmaal Paschen geworden, vieren wij 't feest van ontluikend leven en van de schoonste beloften in een verscheurd Europa. Wellicht stemt het Paaschfeest thans meer dan ooit de menschen tot bezinning, tot verdraag zaamheid, tot wederzijdsch begrip. Juist tijden van haat en tweedracht zijn uitermate geschikt om ons de boodschap van Paschen te doen verstaan. van den Christus uitgebeeld, rijn Kruis dood op Goeden Vrijdag, zijn Opstanding met Paschen, ten slotte de Uitstorting van den Heiligen Geest, die wij gedenken met Pinks teren. Blijven wij even stilstaan bij dit onder werp, dan kunnen wij direct twee groote groepen van kunstenaars onderscheiden, die dit Paaschwonder hebben uitgebeeld. De eersten hebben het accent gelegd op het lichamelijke; de tweeden hebben vooral de geestelijke Opstanding van Christus op den voorgrond gesteld. Natuurlijk bepaalt de geaardheid van den kunstenaar hoe hij dif wonder wil uitbeelden. Sedert Dürer en nog tot in onzen tijd zien wij beide richtingen door diverse kun stenaars beoefenen. De groote Dürer schijnt zich in dit opzicht niet te willen vastleg gen. Want terwijl enkele houtsneden uit 1511 de meer lichamelijke Opstanding ac- centueeren, kan men andere werken van dezen grootmeester uitleggen in een tegen gestelde richting. Zoo is bijvoorbeeld het stuk, waar de Christus zegevierend uit het graf opstijgt, een typisch voorbeeld van het eerste genre. Daarentegen kan men uit een ander werk van den meester „Christus verschijnt aan zijn Moeder" opmaken, dat Dürer hier de geestelijke Opstanding heeft willen uitbeelden. Hoezeer de verschijning van den Heiland op zichzelf ook aandoet als bovennatuurlijk, zijn verzoek aan Tho mas „Leg Uwe handen op mijne wonden", kan ongetwijfeld aangevoerd worden als een bewijs voor de lichamelijke Opstan ding. Ook Martin Schongauer uit de vijftiende eeuw, schijnt een voorstander van de eer ste richting te zijn geweest. Want zijn werk vertoont ons hoe Christus met het vaandel der overwinning uit het graf opstijgt, waarvan de deksteen door een engel ter zijde geschoven is. Zeer interessant blijft natuurlijk de vraag vanwaar ontvingen de kunstenaars de inspiratie voor dergelijk hooggestemd werk Hebben zij wellicht hun gegevens geput uit de in de tiende eeuw in zwang gekomen en later zoo' geliefde Paasch- spelen Het aantal van deze spelen wordt door de onderzoekers tegenwoordig op ten minste twee honderd geschat, waar-van het „Quem-quaeritis het bekendste was. In ieder geval hadden hier de kunstenaars ge legenheid te over om de gedragingen van den speler, aan wien de rol van den Ver losser was toevertrouwd, nauwkeurig te bestudeeren. Maar het is ook zeer goed mogelijk dat deze Paaschspelen zich heb ben ontwikkeld uit de liturgieën, welke bij de godsdienstoefeningen werden gezongen, want het klagend roepen van de Heilige Vrouwen „Wie wentelt ons den steen weg van de grafdeur is reeds het begin van een Paascbspel. Wellicht hebben de kunstenaars ook ge put uit hun diepste gevoelens. Dit stand punt zou de opvatting van de geestelijke Opstandiirg wezenlijk ondersteunen. Tot de kunstenaars, die deze laatste richting op overtuigende wijze vertegenwoordigen, moet in ieder geval gerekend worden Matthias Grünewald, waarmede wij deze korte beschouwing willen besluiten, omdat de ruimte uiteraard niet toelaat uitvoerig te zijn. Zijn schilderij „Opstanding van Christus" is te indrukwekkender omdat de gestalte van den Verlosser zich min of meer oplost in de aureool, die van de gestalte uitgaat. Onwillekeurig herinnert men zich de woorden van een door God begenadigd dichter De nacht vergaat wat beweegt daar [in het graf De dood verbleekt het groote uur [is aangebroken. De zon rijst op uit haar graf Mijn Heiland, die den levensvaan draagt. Zijn deze verzen uit de negentiende eeuw niet geheel in overeenstemming met dat gedeelte uit den „Heiland", waarin staat te lezen „Gelukzalig stond het Vredeskind van God op en ging den lichten weg. Voor waarts schreed het stralende zonnelicht." Ofschoon de grond gedachte van alle vol keren in de zooge naamde „Stille Week", welke aan Paschen vooraf gaat, dezelfde is, viert een ieder het feest op zijn eigen wijze. Het valt ons echter niet altijd even even gemakkelijk om dergelijke vreemde gebruike in overeenstemming te brengen met onze eigen ideeën. Paaschviering in j het legemcoordige I Istanboel In bepaalde streken gcu de meisjes in den nac voor Paschen naar beek, om zegenbrenger water te scheppen. Zij m gen geen woord spreke daar het water ande zijn kracht z Beeldhouwwerk van Michel Angela in de Kapel van het paleis der Medici's te Florence. Opstanding van Christus. Voorbeeld van de sterk vistieele voorstelling welke de kunstenaar van dit mysterieus gebeuren had. In onze harten en in de natuur is het weer Paschen geworden. Duidelijk zicht- baar viert de natuur in de weken rond Paschen haar feest van de Opstanding. Het jonge leven schiet op uit zaad, uit stam, uit wortel, uit bron, uit het ei. In stralen- den zonneschijn en met de gulheid van de Lente stort de hemel den zegen van den groei uit over de aarde. Daarom is Paschen niet alleen het Opstandingsfeest sedert Christus, maar feitelijk sedert oeroude tijden. De Lente heeft den Winter, meestal in oude geschriften voorgesteld als den „Dood", verdreven. Zij hult de natuur in bruidstooi. Aan dien heidenschen inslag van het Paaschfeest herinneren ons vooral de sym bolen, welke thans nog in zwang zijn, als Paascheieren, Paaschhazen, Paaschlam- meren, Paaschwater, Paaschvuur. Maar nergens zoo duidelijk als in het ei doet het jonge leven zich gelden. De schaal breekt open en het goudgele kuiken huppelt pie pend rond. Waarschijnlijk hebben reeds onze verre voorvaderen van vele eeuwen her de door priesteressen verborgen Ostara-eieren (Ostara is de heidensche godin van het licht) gezocht en hebben zij dezelfde spelen beoefend, die men ook nu nog allerwegen op het platteland aantreft. Denken wij slechts aan het eierwerpen, aan het eierenloopen, aan het eierenschui- ven. De eierendans wordt nog steeds uit gevoerd en nog altijd bekampt men elkaar der traditie getrouw wie het hardste ei heeft. Volgens het oude volksgeloof be vat het Paaschei de kiemen van gezond heid, en kracht. Vandaar dat de boer al vorens hij zijn land ging bewerken, eerst een Paaschei ingroef en daarover het zijn ploeg de eerste voren trok. Dat beschermde hem tegen blikseminslag en vele andere onheilen. Ergens anders huldigt men weer de meening, dat een boerenknecht, die bij het eiereneten op Paschen niet ten minste een half dozijn verwerken kan, ook niet voor zijn werk deugt. Naief is de volksoverleve ring als zou de haas, ter gelegenheid van Paschen veranderen in .een eierenleggend dier. Overal bespeurt men op Paschen de levenwekkende kracht van de zon. In oude verhalen kan men nog lezen van getuige nissen, als zou men de zon van vreugde drie maal hebben zien opspringen op den Paaschmorgen. Vreugde over de gedaante verwisseling van de natuur, die van dor en grauw in korten tijd groen wordt. In bosch en veld ontluiken de bladknóppen en de bloemen; gras en kruiden schieten ziender- oogen op uit den grond. En men stookt het zoogenaamde Paaschvuur om al wat aan den Winter herinnert, te verbranden, om de natuur te zuiveren en te reinigen. In den donkeren nacht dansen de jongeren er om heen met fakkels. Beekjes en rivieren hebben de banden In het heilige Byzantium, dat tegenwoor dig volgens Turksch voorschrift Istanboel heet, komen den Zaterdagavond voor Paschen, ongeveer een uur voor midder nacht, groote menschenmenigten op de been. Iedereen trekt naar de Grieksche kerken, welke bij geen andere gelegenheid in het jaar zoo weelderig stralen van licht. De Orthodoxe kerk viert haar plechtigste feest volgens een ceremonieel, dat sedert eeuwen verstard en onaangetast is. En allen, die komen en beslag leggen op de laatste zit- en staanplaatsen, voeren met zich mede een groote waskaars. Dat is zoo het voorschrift. Beurtzangen weerklinken in de kerk, zonder eenige onderbreking. Melodieën ruischen af en aan als een on rustig golvenspel, zoodat het oor van den vreemdeling zich er slechts langzaam aan kan gewennen. Van den troon, die opge richt is aan de eene zijde, gaat de stoet priesters in hun kostbare gewaden, die schitteren, alsof ze bestonden uit puur goud en edèlsteenen den weg naar het altaar, dat volledig verborgen is opgesteld, zoodat geen oningewijde het kan zien. Het koor zet nieuwe gezangen in. Het hoogte punt brengt echter eerst het slaan van het middernachtelijk uur. Dan heft men het alles medesleepend Opstandingsgezang aan. En eex-st wanneer de laatste verzen van dit Paaschlied zijn gezongen, breekt de algemeene feestvreugde onder het volk los. Hoogepriester, die met zijn drie, dor-r een. koord bijeengehouden, brandende kaarsen den geloovigen het Paaschlicht brengt. Reeds heeft een dozijn menschen de kaars aangestoken en dan branden na eenigen tijd de kaarsen in de geheele kerkruimte, want de een geeft het vuur door aan den ander. Het geknal van donderbussen en ander- vuurwerk verontrust de omgeving, men klapt in de handen, vreugdekreten worden over en weer gewisseld. Elke minuut neemt het lawaai ür hevigheid toe. Met moeite slechts kunnen de priesters zich een weg banen door de menigte. Een ver schrikkelijk gedrang begint. De geweldige menschenmenigte verdringt zich voor den Maar het is niet alleen zaak het vuur te bemachtigen, men moet het ook behou den naar huis brengen, want hiervan han gen de eerstvolgende twaalf maanden ge zondheid en geluk van de huisgenooten af. Daarom moet het vlammetje zeer zorg vuldig beschermd worden, opdat niet een ruwe nachtelijke windvlaag het vuur dooft. Want dat zou een slecht voorteeken zijn. Nog geruimen tijd beweegt zich de men- schenstoet door de straten van Istanboel, want het duurt soms uren voor men zijn huis heeft bereikt. Instanboel heeft voor deze plechtigheid zelfs een speciale kerk, welke „Phanar" genoemd wordt. In deze kerk heeft de groote gebeurtenis enkele uren later plaats, namelijk in den voor middag van den eersten Paaschzondag. van den Winter geslaakt en zijn aange zwollen tot krachtige stroomen. Dit wate bevat in den Paaschnacht den zegen voor schoonheid en gezondheid. Daarom gaan op vele plaatsen nog thans de meisjes zwij gend naar het Paaschwater om er op be paalde, door de traditie voorgeschrever Deze kerk met haar speciaal ceremonieel is wereldberoemd. Waar ter wereld een Grieksch-Katholiek ook geboren mag zijn, wanneer hij zich gebonden voelt door de dogma's van zijn kerk, zal hij ten minste eenmaal in zijn leven naar de Phanarkerk gaan, waar de dienst geleid wordt door den Patriarch zelf. Maar tot den Paaschdienst in de „Phanar" hebben slechts genoodig- den toegang. Dezen worden dan later dooi den Patriarch in zijn privévertrekken ont vangen, waar hij hun zijn zegen geeft en tevens ieder van zijn gasten enkele ge kleurde Paascheieren als geschenk over handigt. Opstanding van Christusnaar een houtsnede van Martin Schongauer.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 3