Een belangrijke vergadering Handelsbelang van Sproeten komen vroeg in Sprutol. Bij alle Drogisten. „Middelburg niag zijn functie van centrum-plaats niet verliezen", De spaarkas „te slapen gelegd". Gisteravond hield de Vereeniging „Han delsbelang" haar jaarvergadering in ge bouw „Sint-Joris". OPENINGSREDE VAN DEN VOORZITTER. De voorzitter, de heer L. A. Stofkoper opende deze 43ste jaarvergadering met een hartelijk welkomstwoord en herdacht daarop de in het afgeloopen vereenigings- jaar aan de vereeniging ontvallen be- stuurs- en gewone leden. „Betreuren wij grooteniijks het heengaan van ons sympathiek en ijverig bestuurs lid, den heer HoUema, die steeds met ani mo de belangen der vereeniging behartig de, niet minder trof het verscheiden van ons oud-bestuurslid, den heer L. Dekker een bestuurslid dat steeds van warme be langstelling voor onze vereeniging was vervuld. Terwijl nog slechts korten tijd geleden de heer A. F. J. Pieterse aan zijr. gezin en „Handelsbelangen" werd ontno men. Mogen zij in vrede rusten!" De voorzitter vervolgde daarop: „Wederom moet deze jaarvergadering plaats hebben in een pez'iode bijna nog ernstiger en waarvan de toekomst er nog duisterder uitziet dan het vorige jaar. Ieder oogenblïk kunnen de ergste ge beurtenissen zich demonstreeren en wij le ven als 't ware op een vulkaan. Zeker wij zjjn to.t op dit oogenblik nog niet in den oorlog betrokken. Ter zee hebben wü het echter evenals andere neutralen zwaar te verantwoorden. Ons verlies be draagt reeds 25 schepen waarbij 279 neu trale Nederlandsche zeelieden het leven verloren. Dat een dergelijke toestand de zakenwereld ten zeerste beïnvloedt, be hoeft wel geen nader betoog. Nering en handel bevinden zich dan ook in een toe stand van apathie en verwarring. De za ken gadn nog zf het ook tegen de ver drukking in doch allerwege is er ernsti ge vrees voor de naaste toekomst. Sommi ge periodieken schreven aan 't eind van den zomer over een opleving van nering en handel, doch deze opleving, wij weter. het allen, was niet gezond. GEEN GEZONDE OPLEVING. Voor een gezonde, opleving waren de cij fers van het Centraal Bureau voor de Statistiek te verdacht snel oplooper.d. Het was de periode van hamstering waar op ik doel! De weekomzetten der winkelbedrijven in manufacturen, glas en aardewerk en die in huishoudelijke artikelen om maar en kele te noemen waren in September 11. al resp. 5385 hooger dan in de overeen komstige 4 weken van het vorige jaar. De kruidenierszaken toonden in Augustus reeds 23 hooger omzetten dan in de zelfde maand van 1938. Gelukkig is deze „kooplust" geleidelijk geluwd. De winkeliers gingen er dan ook in dief tijd niet op vooruit toen zij hun toch zoo gewaardeerde cliënten met volle tasschen de deur uit zagen gaan. De goederen moes ten of zijn opnieuw tijdig en tegen rede niets of zeer onbelangrijk verhoogd moch ten worden zonder dat de verkoopers wis ten of zij aopnieuw tijdig en tegen rede lijke prijzen wederom zouden kunnen in- koopen. En bovendien het publiek koopt immers toch niet meer dan het noo- dig heeft, zoodat deze drukte voo'r de winkeliers onherroepelijk in een stilleren tijd zou moeten overgaan. Voor de stan ding van onzen winkelstand is het prettig te constateeren dat van prijsopdrijving een enkele poging daartoe uitgezonderd hier geen sprake geweest is. Dat tenslotte eenige prijsverhooging niet lton uitblijven, lag voor de hand en dit werd mede van regeeringszijde oök ingezien. Zooals ik zoo even reeds zeïde vele bedrijven worste len met groote moeilijkheden, terwijl an dere bezig zijn in te teren. EEN SPREKENDE BELANG STELLING. De belangstelling voor de verschillende wijzen van credielneming en vooral het „Crisis-Borgstellingsfonds voor den Midden stand" spreekt te dien opzichte voor zich zelf. Inderdaad moeten de credietmogelijk- heden voor den Middenstand tot een ge sloten geheel worden uitgebouwd. Ook de Middenstand moet kunnen beschikken over financieele middelen op langen termijn. Thans wordt de Ned. Middenstandsbank in staat gesteld om aan Middenstanders deze lange credieten te vercshaffen. Ik verwerp de gedachte aldus de heer Stofkoper dat de Middenstand in de toekomst geen bestaansmogelijkheid of bestaansrecht heeft, al zal er zeer zeker voor gevochten moeten worden. De grondslag voor actie en voor organisatie moet zijn collegialiteit en het samengaan van vak- en standgenoo- ten ter behartiging van gezamenlijke belan gen. De Regeering komt den Middenstand in bepaalde gevallen te hulp al woi'dt het diep betreurd, dat nog steeds geen doel treffende maatregelen zijn genomen tegen of voldoende steun van hoogerhand ver leend bij den strijd van den bonafiden handel tegen de verschillende vormen van groot-distributiebedrijven en groot winkelbedrijven en tegen de zich steeds sterker voordoende vormen van coöperatie. Het bestuur van Handelsbelang sluit zich aan en heeft zich steeds aangesloten bij de organen in den lande, die zich op den strijd tegen de concentraties specialiseeren. Wij ondersteunen dan ook het program ma van de drie Nederlandsche Midden- standsbanken, waarvan wü enkele punten le. Tijdelüke stopzetting der uitbreiding van het Grootwinkelbedrüf in afwachting van een blijvende regeling waardoor het vraagstuk der uitbreiding van het grootbedryf en der verdringing van het kleinbedrijf op het terrein van den detail handel in al zyn sociale aspecten recht worde gedaan. 2e. Beperking van den coöperatieven vorm. 3e. Doelmatige organisatie van de ver strekking van lang crediet aan het Klein - bedrijf onder Regeeringsgarantie. 4e. Regeling van den srtaat- en markt- handel. 5e. Afschaffing van de personeele belas ting op bedrijfslokalen. 6e. Verlaging der tarieven voor licht, kracht en water voor bedrijfsdoeleinden. 7e. Tegengaan van de uitvoering door de Overheid van werken in eigen beheer en van het noodeloos uitschakelen van den vakpatroon bü de uitvoering van werken in werkverruiming. Se. Krachtige bevordering van het Vreemdelingenverkeer. Nog dezer dagen verzond het bestuur adressen aan de betrokken Ministers ter betuiging van adhaesie aan de bezwaar schriften door de Kamer van Koophandel verzonden met betrekking tot het uitslui ten van den handel in het disti-ibutiepro- ces. (In casu Landbouwproducten). Niet zonder reden meende het Bestuur der Ka mer, dat indien een dergelijk gebaar van hoogerhand zoo maar zonder meer zou worden geaccepteerd ook andere takken van den handel door uitsluiting of door bevordering van coöperatieve vormen zou den worden getroffen. ACTIVITEIT IN DE NAASTE TOEKOMST. Wij kunnen niet in de toekomst zien. Alleen constateeren wij tot ons groot genoegen, dat de Spoorwegen en de Ver, voor Vreemdelingenverkeer zich beyveren zooveel mogelijk toeristen in het komende seizoen naar onze provincie te trekken, van welke zonder twijfel Middelburg ook haar deel zal ontvangen, terwijl een com binatie van muziek- en andere vereenigin- gen onder de naam „Meco" zich occupeert met de voorbereiding van een feest ter ge legenheid van de viering van het 125-jarig bestaan van het Middelburgsch Muziek korps. Mèer kunnen vvp tot heden er niet van openbaren, doch zeer zeker zullen wij gaarne deze lofwaardige pogingen om wat leven in de brouwerü te brengen steunen omdat èn vreemdelingenverkeer èn der gelijke concoursen zonder twijfel geld in t laadje der neringdoenden brengt. Tenslotte constateerde de voorzitter met vréugde dat met de distributieregelingen (resp. voorbereidingen) geen moeilükheden worden ondervonden. De heer Stofkoper eindigde zijn ope ningswoord met hét uitspreken van de hoop, dat meer geox-dende tüden van poli tieke en economische vrede spoedig mo gen terugkeeren en met de beste wenschen voor het persoonlijk en zakelyk welzpn der leden 1940. Ik heb gezegd. De secretaris, de heer A. S. de Jonge, brengt het jaarverslag uit, dat wü elders in dit blad uitvoerig weergeven. De voorzitter dankt den heer De Jonge voor zün vele werk en acht zich daarmee de tolk der vergadering, wat uit het ap plaus blükt. INGEKOMEN STUKKEN. „Handelsbelangen" heeft een adres van de „Verkeersactie 1939" aan den minister van waterstaat om te komen tot een ver laging der kosten op de Zeeuwsche veren, ondersteund. De minister heeft in een cir culaire geantwoord, dat voorloopig een ver laging onmogelijk geacht moest worden. Het bestuur blüft nochtans van meening, dat deze veren beschouwd moeten worden als een verlenging van de wegen. Zoo spoe dig dan ook geld beschikbaar komt, hoopt het bestuur, dat de regeering ervoor zal zorgen, dat deze veren kosteloos worden. Het is, zegt de voorzitter, niet meer dan lo gisch, dat de veren bekostigd worden uit het Wegenfonds. DE FINANCIëN. Vervolgens is aan de orde de rekening en verantwoording van den penningmeester. De heer F. B. den Boer brengt verslag uit. Het saldo op 1 Januari 1939 bedroeg 75,90. Aan contributies kwam binnen 850, aan spaarbankrente 16,65, terwijl de vereeniging een vordering heeft op de samenwerkende middenstandsvereenigingen, inzake de verkiezing van leden der Kamer van Koophandel (1939) van 144,27. De uitgaven bedroegen: ontspanning- en le zingavonden 68,88; bodeloon enz. 61; diverse onkosten 70,77; vergaderingen 84,41; donaties en contributies 45; druk werk en advertenties 57,26; secretariaat 100; gezamenlüke actie verkiezing leden K. v. K. 173,04. De rekening sluit alzoo met een totaal aan inkomsten en uitgaven van 1086,82, terwy'1 het saldo op 1 December 1939 426,76 bedroeg. Namens de kascommissie deelt de heer Kleinepier mede, dat de kascommissie, met lof aan den penningmeester, haar goedkeu ring heeft gehecht aan de verantwoording van den penningmeester. Deze wordt dan ook gedéchargeerd. VERKIEZING BESTUURSLEDEN. Er moet voorzien worden in vier be- stuui-svacatures, wegens het periodiek af treden van de heeren Boasson, Deix Boer en Thieme en het overlüden van den heer Hollema. Voor deze laatste vacature stelt het bestuur voor de heeren L. M. Helder of E. J. v. d. Müle. De aftredende bestuursleden worden her benoemd. De heer Vermeulen merkt op, dat tot nogtoe zooveel mogelük soorten van be dreven in het bestuur vertegenwoordigd zün geweest. Aangezien wijlen de heer Hol lema timmerman was, zou spr. het toejui chen als weer een vertegenwoordiger van dat bedrqf werd benoemd. De heer Verdonk merkt op, dat in het bestuur geen enkele vertegenwoordiger van het kruideniersbedrijf zitting heeft en zou het tocli juist achten als hierin verande ring kwam. Spr. zou den heer Kleinepier voor een bestuursfunctie een geschikt per soon vinden. Bü de stemming worden uitgebracht 25 stemmen, waarvan 11 op deix heer Helder en 13 op den heer Kleinepiei', zoodat de heer Kleinepier is gekozen. Op verzoek van den voorzitter, verklaart de heer Kleinepier zün benoeming te aan vaarden, waarop de voorzitter het nieuwe bestuurslid welkom heet in het bestuur en de hoop uitspreekt voor een prettige sa menwerking in het belang van den mid denstand. In de commissie voor het nazien der re kening 1940 worden benoemd de heeren Mennes Roose, en Thielens, die zich bereid verklaren dit werk op zich te nemen. De voorzitter brengt hun dank voor de hierbij te nemen moeite. NIEUWE LEDEN. Als candidaat-leden hebben zich aange meld de C.V. De Middelburgsche Courant, en de heeren J. Wisse, timmerman, Lom bardstraat, J. F. de Coninck, Het Banden huis, Koi'te Noordstraat, J. L. van Wezel van den Bei'g, Schouwburg. Op voorstel van den heer Vermeulen worden deze leden bij acclamatie aange nomen. Excursie. Op het programma van verleden jaar stond een excursie naar de „Bell Telepho ne Cy:". Juist op den dag van vertrek werd dé mobilisatie afgekondigd, zoodat deze ex cursie niet door ging. Het bestuur heeft ook dit jaar deze zaak warm gehouden, doch de fabriek deelde mede, dat een bezoek in groepen thans on- mogelük is. De voorzitter zegt, dat het bestuur noch tans de gedachte aan een uitstapje niet laat varen. Men zal moeite doen om een ge schikt object te vinden in Den Haag of Rotterdam. RONDVRAAG. De heer Vermeulen maakte het dezer da gen mede, dat een pont geheel vol was toen er plotseling een kapitein kwam aan- rüden in het gewone leven dokter die eischte, dat de pont hem nog meenam. Daarop moest een andere auto zijn plaats op de pont afstaan. Spr. vraagt of dit in derdaad moet. De voorzitter wü'st er op, dat Zeeland bezet gebied is en gelooft, dat in het algemeèn aan dergelüke zaken wei nig veranderd kan worden. De heer Vermeulen vraagt of de ver- eeniging geneigd is, als hem zelf eventueel een dergelük geval overkomt, om het in cassobureau der vereeniging een eisch tot schadevergoeding te laten instellen, wat met hilariteit begroet wordt. De voorziter dankt den heer Vermeulen voor de wqze, waarop lijj de aandacht heeft gevestigd op deze nuttige instelling. HULP AAN GEMOBILISEERDE ZAKENLIEDEN. De heer Boasson vraagt of het den voor zitter bekend is of kleine middenstanders, die gemobiliseerd zijn, binnenkort hulp zul len ontvangen. De voorzitter deelt mede, dat inderdaad maatregelen daartoe in voorbereiding zün, vooral met het oog op de noodzakehjkheid om ontevredenheid in de weermacht te voorkomen. Reeds zün 16 Kamers van Koophandel bü dit werk ingeschakeld. De voorzitter deelde mede, dat Donder dagmiddag het bureau van de Kamer van Koophandel te Middelburg deze zaak zal behandelen. De heer Boasson vraagt of er wellicht pogingen in het werk gesteld kunnen wor den om een systeem van ruiling des noods onder dwang in te voeren, zoo dat gemobiliseerden, die moeilük in hun zaak gemist kunnen worden, overgeplaatst worden naar de plaats of de nabijheid van hun plaats van inwoning. Ook dit zal de voorzitter in bespreking brengen. De hr. Van Waegeningh heeft verno men, dat waarschijnlijk dit jaar de kermis in Middelburg niet zal doorgaan. Namens de afdeeling Walcheren van den Bond van Café- en Restauranthouders vraagt spr. of „Handelsbelang" eventueel bereid is zoo noodig haar instemming te betuigen met een request van genoemden bond en den Bond van kex-mis-explitanten, met de strekking de wenschelükheid te be tuigen van het instandhouden der kermis. De voorzitter zegt, dat deze materie niet voetstoots in de vergadering behandeld kan worden. Spr. belooft echter dat het bestuur in dezen diligent zal zijn. Persoonlük is spr. van meening, dat de kermis niet moet worden afgeschaft, maar alvorens hierover tot een uitspraak te komen, zal het bestuur zich moeten beraden. De heer Goedbloed klaagt over de hooge veertarieven voor vrachtauto's. In zijn antwoord wijst de voorzitter er op, dat reeds eenige jaren geleden daar over een actie gevoerd is, welke echter werd getorpedeerd door de beurtschippers, die nadeel duchtten voor hun bedrüf. Ook deze zaak heeft echter de aandacht van het bestuur. Jan Dwarskieker op zin proatstoel. In de kanttêekenienge bie Ezra 7 27 staet: „eens menschen vaderlant ofte ge- boorteplaetse is als een acker, daer hy in geplant, encle be wortelt is". Daerom is van self verbannienge as 'n uutwortelienge, waedeur as 't waere 'n mensch in butelan- de moe verkwiene. Wè staet dat butenge- woon mooi en dudelük beschreve in sallem 137. Dat voelde ook Hooft, toen 'n in z'n Bato zö andoenelük dichtte over die ver sufte schaere die gieng: „Met sorgh, met rouw met anxt belaén Schoorvoetend wt haer vaderlandt". Ml volle instemmienge Peter in den Gijsbrecht va lie me dan ook Amstel nae: „De liefde tot zün land is ieder [aengeboren". Mè daerom juust is 'n landverraoier in d' óogen van aole weldienkende menschen zöo'n ontaerd wezen. Daerom zien z'in z'n misdaed 'n tegennaturelük kwaed en daer om öor je noe mi vee instemmienge zeie: „Op lanverraed moch de doodstraf stae". Noe is t'er daerom toch nog-verschil in de maete van 't kwaed en 'k wille wè zeie, da 'k de verachtelükste lanverraoiers die gene vinde, die 't allêenigt mè doe om vuul gewins wille, waemee da 'k vanself niks gezeid toe verschóonienge vaix d' andere, öor. Is 't nie ieselük om te dienken, dat er bienae aoltied bloed an da geld kleeft? Lae- te me toch ope, da zwaere straffen da söort misdaedigers zü doen t'rugschrikke en dat 't de verschillende peliesies in saemenwer- rekienge en mi gröote oplettendeid luklte mag om zö gauw meugelük den lesten lan- verraoier te pakken te kriegen, op gevaer af dan, dat er wel is 'n onangenaem abbuus deu de peliesie gemaekt zou kunnen öore. 't Stae bie mien vast, dat 'n echte Neder lander dat nie kwaelijk zè neme, mè daer- uut liever zè wille begriepe, dat de peliesie êel waekzaem is. Mè wat zou 't nog vee êerelijker weze, as die misdaedige menschen is toet inkeer mochte ltomme en dat ulder gezond verstand en ulder menschel ijk ge voel en daebie niet te vergeten ulder dank- baereid tegenover 't vaoderland ulder ver der zouwe weerouwe om ons goeie vrieë Nederland in 't verderf t' ellepe storten. Och, of toch is aole Nederlanders, riek en erm, oud en joenk, waere, zöoas zö omme de bie 175 jaer gelee 'n Franschman ze zag. Ie schreef: „Het woord Vaderland, dit zoo treffend woord, zooveel omvattend, zoo geliefd in dit vrüe land, staat daar in aller harten gegrift, is daar in ieders mond, wordt alom herhaald, en door alle schrüvers met kracht geschilderd. Boven al les weerklinkt het, zoowel op feesten als in gevechten, zoowel bü volksspelen als bü de behandeling van zaken. In openhjke büeen- komsten verrukt en vereenigt het de me nigte; en van de huisgezinnen maakt het de vreugde uit en het geluk. Het is de kreet van den staat; geen andere is er meer ge ëerd". (De Oude Tüd. 1870). 'k E flee weke d' affertentie geleze in de kranten, waerin joengers gevroge wiere om as soldaot in dienst te gaen bie 't leger in d' Oost. Vanself 'k tusschen de regels geleze, da me gröotsch kunne weze op dat leger. Lichaemelijk en gêestelük en zedelük staen de soldaoten daer op peil, wan noe wier wir an de nieuwe as vöorwaerde ge steld, da ze flienk en oppassend moete weze. Mè dat leste wier nog is wa scherreper en dudelüker gezeid deu bewiezen van zeer goed gedrag t' eischen. Zöo me dan in d' Óóst 'n leger, waerop vertrouwd kan öore, van (om 't is op 'n ouwerwessche manniere te zeien) dae zit „nex'f en fermi- teyt" in. En die noe net as ik al 'n bitje op jaeren gekomme bin, die kun 't zeker nie laete om d'er is an te dienken, wa voo slampampers d'er vroeger vö kloniaol nae d' Oöst gien- ge. 'k Zè ze nie aolemaele over één kam schêre, nie graog, wan 'k ken er één, die uut liefde vö z'n moeder teikende: z'n an- geld ielp eur uut er nood. En 't scheen wè, dè z'n moeder in 't verre Oostienje aoltied bie 'm was: ie diende z'n tied uut zonder 'n menute straf, 'k E vee êerbied vö zöo 'n kloniaol. En zeker, dae waere d'r nog wè mêer, öor, dae niks op an te merreken was, mè, 't waere gröote uuzonderiengen. 't Mêerendêel wou nie deuge, ze waere toe knaegend verdriet vor ulder vaoder en moe der, toe schanflekken van ulder fermielje. En ze schaemde ulder eige nie om in 'n korten tied, voordè ze weggienge, nog 't gröoste dêel van ulder angeld te verbras sen. En noe waere d'r wè, die toet inkeer kwaeme en die opklomme, mer ook dat waere uuzonderiengen. 't Mêerendêel gieng reddeloos ten onder, sommigste zeker nog wè schielüker, as da z' ier gebleve waere. En 'n even gröote veranderlenge ebbe wulder zien komme bie de matrozen. G'loof mè, dè ze tegenwöordig uut 't groot antal, dè graog nae 't oorlogsschip wil, de beste uut de beste zoeke, öor. 't Is daëvo in aole opzichten 'n straffe keurienge. En deur 'n scherp onderzoek nae de gedraegiengen van ulder naeste fermielje öort er ook ge- zurgd, dè z' allêenigt diegene kriege, die van vreemde smetten vrie bin. En bliekt 't, da ze bie 't annemen van sommigste as ma troos 'n abbuus g'aod dan leie die d'er gauw uut, öor. Noe dè Jan Rap gin kanse mir eit om op 't öorelogsschip te kommen en Jan Saolie vanself nog minder, noe is 't nie moeilük mêer om Janmaot op te kwêeken toe Jan Kordaot, dè 's te zeien: bekwaem, rap en sterk en taoi, g' oorzaem uu plichsbesef, trouw en önverschrokke uut eigen overtu- gienge. En wat öorde je vroeger, as 'n ankom- mende joen mè nie deuge wou? 't Was gauw: ,,'t Is 'n goeien vö 't öorelogsschip. En jae, as zöo 'n aop dan toch mè niks wou, dan gaf de vaoder z'n toestemmienge. Meestenties wou de moeder dan êest nog nie, mè t' enden raed moch z' ook wè toe- gee. Dae waere d'r toen mer ienkelde, die nae 't schip gienge in d' ope om voruut te kommen en waervan dat mi reden ver wacht öore. Ml arde straffen brochte ze bie 't mêerendêel de schrik d'r wè zöo in, dat 't an böord ordentelük toegieng; mè wat bienae aol de matrözen toen waere, dè kwam wè toet openbaerienge, as z' an wal in ienkelde daegen 'n boel geld versmoste. G'loof mè, dat in da veraeltje: „Hoe boots man Klabberdos en de sergeant-schrüver om een erfenis gingen" die twêe nae 't le ven getêekend bin. Laete me blie weze, dè me noe i kunne weze op Janmaot. Mit dè me noe deze weke Goeien Vriedag wi 'k toch vor 'n aordigeid ier is vertelle, dè z' in den ouwen tied in Middelburg de gewoonte aode om op dien dag uut de ge vangene, die van 'n zwaere misdaed be- klaegd waere, d'r één vrie te laeten. Die moch vanself belove, dat 'n verder z'n eige aoltied ordentelyk zou anstelle. Mè noe weet 'k nog 'n voobeeld van één, die vriege- Iaete wier op 'n êel biezondere vöorwaerde. „Dionys de knape van den scerprechter mr. pieter Lamy had een force (geweld) ge pleegd tegen een landman". Noe zaete z' in Bergen op Zoom net stik verlege om 'n beul. Z' aode dan ook an d' êeren van 't staduus in Middelburg gevroge, of die d'r geen vor ulder wiste. Noe wouwe die „myn heere de marcgrave" en den drost van Bergen graog is 'n plezier doe en daerom wier Dionys „deur gratie gerelaxeert op condicie ende belofte van te gaen dienen als scerprechter in faveur van Justicie" in Bergen op Zöom. Mè die gewoonte is den 17den April 1582 vö goed in Middelburg afgeschaft. De vao- ders van de gevangene (wulder zouwe zeie: de regenten) aode gevroge, of de baljuw d'r wêer êen vrie meugde laete. Mè nêe, öor, d' êeren beslote, dat men verder „alsulcke coustume niet en sal onderhouden maer Recht ende Justitie doen tallen tijden". In Vlaenderen bestoeng die gewoonte al in de 12e eeuw. In Iperen wier d'er nog één vriegelaete in 1595. Bie onze buren êette zöo 'n vriegelaete misdaediger: 'n „Goevrij- dag-kind". Jan Dwarskieker. „MIDDELBURG MOET CENTRUM BLIJVEN." De heer Doets heeft van jongsaf ge hoord, dat Middelburg een centrumplaats is. Spr. heeft echter op reis in de pro vincie bemerkt, dat Middelburg bezig is deze functie van centrumplaats langzaam te verliezen. Dit is het geval zoowel wat betreft Noord- en Zuid-Beveland, als Zeeuwsch- Vlaanderen. Wat dit laatste deel der provincie be treft, gelooft spr., dat de reiskosten dikwüls een bezwaar zün en spr. vraagt of daaraan niets gedaan kan worden. Allereerst is noo dig 'n flinke propaganda voor Middelburg. Verder zou een reductie op de kosten van de veren naar Zeeuwsch-Vlaanderen zeer toe te juichen zün. De voorzitter zegt over deze zaak ook reeds herhaaldelijk zqn gedachten te heb ben laten gaan. Spr. persoonlük zou veel voelen voor het systeem, dat bü de Jaar beurs wordt toegepast, wat er op zou neer komen, dat koopers, die hun reisbiljet toon den, in Middelburgsche zaken een zekere reductie zouden genieten. Spr. heeft over deze gedachte al eens bestuursleden van andere organisaties gepolst, doch deze bleken er weinig voor te voelen, terwül een dergelüke actie toch de gêheele stad en den geheelen middenstand zou moeten- interesseeren. In ieder geval moet al het mogelüke gedaan worden, om Middelburg zün functie van centrum-plaats te laten handhaven, en, zoo er verlies mocht zün, dit terug te winnen. De voorzitter verheugt zich, dat de kwes tie uit de leden aan de orde is gesteld, en zegt toe, dat het bestuur deze belangrijke materie in den breede zal bestudeeren. DE SPAARKAS IS „TE SLAPEN GELEGD". Vervolgens gaat men over in besloten vergadering ter behandeling van het be stuursvoorstel om te besluiten tot gelei- delüke liquidatie van de spaarkas der ver eeniging. Dit bestuursvoorstel is gekomen naar aanleiding van het in de vorige ver gadering behandelde rapport van de com missie voor de spaarkas. het voorjaar, koop tijdig een pot RECHTSZAKEN GEZINSINKOMSTEN VERZWEGEN. Tot twee maanden gevangenisstraf had de Rechtbank te Middelburg C. K. aldaar veroordeeld, een vonnis waarvan hü Woens dag in hooger beroep kwam bü het Haag- sche Gerechtshof. Hü had steunfraude ge pleegd, door de gezinsinkomsten niet naar waarheid op te geven. Maar gisteren liet K. verstek gaan en de proc. generaal deel de mede dat hq een schrijven had ontvan gen, waarin verdachte vertelde dat hü do reiskosten naar Den Haag te hoog vond. En ook de echtgenoote van verdachte had een brief geschreven waarin zü armoede de schuld gaf van het gebeurde. „Steunfraude gebeurt nooit uit weelde", zoo merkte dc proc. generaal op. Er is heel wat geschre ven en gesproken over de straf die daar voor moet worden opgelegd; volgens den een voorwaardelük, omdat de feiten onder normale omstandigheden niet gepleëgd zou den worden, de ander onvoorwaardelük, omdat men anders niet op de opgaven aan kan. De proc. generaal was de laatst bedoelde meening toegedaan, en daarom eischté hij bevestiging van het vonnis der rechtbank. Het Plof zal over 14 dagen uitspraak doen- Op voorstel van het bestuur werd beslo ten de Spaarkas „te slapen te leggen" d.w.z., dat'de verkoop van de zegels wordt gestaakt.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 10