Een belangrijke vergadering
Handelsbelang
van
Sproeten komen vroeg in
Sprutol. Bij alle Drogisten.
„Middelburg niag zijn functie van centrum-plaats
niet verliezen",
De spaarkas „te slapen gelegd".
Gisteravond hield de Vereeniging „Han
delsbelang" haar jaarvergadering in ge
bouw „Sint-Joris".
OPENINGSREDE VAN DEN
VOORZITTER.
De voorzitter, de heer L. A. Stofkoper
opende deze 43ste jaarvergadering met
een hartelijk welkomstwoord en herdacht
daarop de in het afgeloopen vereenigings-
jaar aan de vereeniging ontvallen be-
stuurs- en gewone leden.
„Betreuren wij grooteniijks het heengaan
van ons sympathiek en ijverig bestuurs
lid, den heer HoUema, die steeds met ani
mo de belangen der vereeniging behartig
de, niet minder trof het verscheiden van
ons oud-bestuurslid, den heer L. Dekker
een bestuurslid dat steeds van warme be
langstelling voor onze vereeniging was
vervuld. Terwijl nog slechts korten tijd
geleden de heer A. F. J. Pieterse aan zijr.
gezin en „Handelsbelangen" werd ontno
men. Mogen zij in vrede rusten!"
De voorzitter vervolgde daarop:
„Wederom moet deze jaarvergadering
plaats hebben in een pez'iode bijna nog
ernstiger en waarvan de toekomst er nog
duisterder uitziet dan het vorige jaar.
Ieder oogenblïk kunnen de ergste ge
beurtenissen zich demonstreeren en wij le
ven als 't ware op een vulkaan. Zeker
wij zjjn to.t op dit oogenblik nog niet in
den oorlog betrokken. Ter zee hebben wü
het echter evenals andere neutralen
zwaar te verantwoorden. Ons verlies be
draagt reeds 25 schepen waarbij 279 neu
trale Nederlandsche zeelieden het leven
verloren. Dat een dergelijke toestand de
zakenwereld ten zeerste beïnvloedt, be
hoeft wel geen nader betoog. Nering en
handel bevinden zich dan ook in een toe
stand van apathie en verwarring. De za
ken gadn nog zf het ook tegen de ver
drukking in doch allerwege is er ernsti
ge vrees voor de naaste toekomst. Sommi
ge periodieken schreven aan 't eind van
den zomer over een opleving van nering
en handel, doch deze opleving, wij weter.
het allen, was niet gezond.
GEEN GEZONDE OPLEVING.
Voor een gezonde, opleving waren de cij
fers van het Centraal Bureau voor de
Statistiek te verdacht snel oplooper.d.
Het was de periode van hamstering waar
op ik doel!
De weekomzetten der winkelbedrijven in
manufacturen, glas en aardewerk en die
in huishoudelijke artikelen om maar en
kele te noemen waren in September 11. al
resp. 5385 hooger dan in de overeen
komstige 4 weken van het vorige jaar. De
kruidenierszaken toonden in Augustus
reeds 23 hooger omzetten dan in de
zelfde maand van 1938. Gelukkig is deze
„kooplust" geleidelijk geluwd.
De winkeliers gingen er dan ook in dief
tijd niet op vooruit toen zij hun toch zoo
gewaardeerde cliënten met volle tasschen
de deur uit zagen gaan. De goederen moes
ten of zijn opnieuw tijdig en tegen rede
niets of zeer onbelangrijk verhoogd moch
ten worden zonder dat de verkoopers wis
ten of zij aopnieuw tijdig en tegen rede
lijke prijzen wederom zouden kunnen in-
koopen. En bovendien het publiek
koopt immers toch niet meer dan het noo-
dig heeft, zoodat deze drukte voo'r de
winkeliers onherroepelijk in een stilleren
tijd zou moeten overgaan. Voor de stan
ding van onzen winkelstand is het prettig
te constateeren dat van prijsopdrijving
een enkele poging daartoe uitgezonderd
hier geen sprake geweest is. Dat tenslotte
eenige prijsverhooging niet lton uitblijven,
lag voor de hand en dit werd mede van
regeeringszijde oök ingezien. Zooals ik zoo
even reeds zeïde vele bedrijven worste
len met groote moeilijkheden, terwijl an
dere bezig zijn in te teren.
EEN SPREKENDE BELANG
STELLING.
De belangstelling voor de verschillende
wijzen van credielneming en vooral het
„Crisis-Borgstellingsfonds voor den Midden
stand" spreekt te dien opzichte voor zich
zelf. Inderdaad moeten de credietmogelijk-
heden voor den Middenstand tot een ge
sloten geheel worden uitgebouwd. Ook de
Middenstand moet kunnen beschikken over
financieele middelen op langen termijn.
Thans wordt de Ned. Middenstandsbank in
staat gesteld om aan Middenstanders deze
lange credieten te vercshaffen. Ik verwerp
de gedachte aldus de heer Stofkoper
dat de Middenstand in de toekomst geen
bestaansmogelijkheid of bestaansrecht
heeft, al zal er zeer zeker voor gevochten
moeten worden. De grondslag voor actie
en voor organisatie moet zijn collegialiteit
en het samengaan van vak- en standgenoo-
ten ter behartiging van gezamenlijke belan
gen.
De Regeering komt den Middenstand in
bepaalde gevallen te hulp al woi'dt het
diep betreurd, dat nog steeds geen doel
treffende maatregelen zijn genomen tegen
of voldoende steun van hoogerhand ver
leend bij den strijd van den bonafiden
handel tegen de verschillende vormen
van groot-distributiebedrijven en groot
winkelbedrijven en tegen de zich steeds
sterker voordoende vormen van coöperatie.
Het bestuur van Handelsbelang sluit zich
aan en heeft zich steeds aangesloten bij
de organen in den lande, die zich op den
strijd tegen de concentraties specialiseeren.
Wij ondersteunen dan ook het program
ma van de drie Nederlandsche Midden-
standsbanken, waarvan wü enkele punten
le. Tijdelüke stopzetting der uitbreiding
van het Grootwinkelbedrüf in afwachting
van een blijvende regeling waardoor
het vraagstuk der uitbreiding van het
grootbedryf en der verdringing van het
kleinbedrijf op het terrein van den detail
handel in al zyn sociale aspecten recht
worde gedaan.
2e. Beperking van den coöperatieven
vorm.
3e. Doelmatige organisatie van de ver
strekking van lang crediet aan het Klein -
bedrijf onder Regeeringsgarantie.
4e. Regeling van den srtaat- en markt-
handel.
5e. Afschaffing van de personeele belas
ting op bedrijfslokalen.
6e. Verlaging der tarieven voor licht,
kracht en water voor bedrijfsdoeleinden.
7e. Tegengaan van de uitvoering door de
Overheid van werken in eigen beheer en
van het noodeloos uitschakelen van den
vakpatroon bü de uitvoering van werken in
werkverruiming.
Se. Krachtige bevordering van het
Vreemdelingenverkeer.
Nog dezer dagen verzond het bestuur
adressen aan de betrokken Ministers ter
betuiging van adhaesie aan de bezwaar
schriften door de Kamer van Koophandel
verzonden met betrekking tot het uitslui
ten van den handel in het disti-ibutiepro-
ces. (In casu Landbouwproducten). Niet
zonder reden meende het Bestuur der Ka
mer, dat indien een dergelijk gebaar van
hoogerhand zoo maar zonder meer zou
worden geaccepteerd ook andere takken
van den handel door uitsluiting of door
bevordering van coöperatieve vormen zou
den worden getroffen.
ACTIVITEIT IN DE NAASTE
TOEKOMST.
Wij kunnen niet in de toekomst zien.
Alleen constateeren wij tot ons groot
genoegen, dat de Spoorwegen en de Ver,
voor Vreemdelingenverkeer zich beyveren
zooveel mogelijk toeristen in het komende
seizoen naar onze provincie te trekken,
van welke zonder twijfel Middelburg ook
haar deel zal ontvangen, terwijl een com
binatie van muziek- en andere vereenigin-
gen onder de naam „Meco" zich occupeert
met de voorbereiding van een feest ter ge
legenheid van de viering van het 125-jarig
bestaan van het Middelburgsch Muziek
korps.
Mèer kunnen vvp tot heden er niet van
openbaren, doch zeer zeker zullen wij
gaarne deze lofwaardige pogingen om wat
leven in de brouwerü te brengen steunen
omdat èn vreemdelingenverkeer èn der
gelijke concoursen zonder twijfel geld in
t laadje der neringdoenden brengt.
Tenslotte constateerde de voorzitter met
vréugde dat met de distributieregelingen
(resp. voorbereidingen) geen moeilükheden
worden ondervonden.
De heer Stofkoper eindigde zijn ope
ningswoord met hét uitspreken van de
hoop, dat meer geox-dende tüden van poli
tieke en economische vrede spoedig mo
gen terugkeeren en met de beste wenschen
voor het persoonlijk en zakelyk welzpn
der leden 1940.
Ik heb gezegd.
De secretaris, de heer A. S. de Jonge,
brengt het jaarverslag uit, dat wü elders
in dit blad uitvoerig weergeven.
De voorzitter dankt den heer De Jonge
voor zün vele werk en acht zich daarmee
de tolk der vergadering, wat uit het ap
plaus blükt.
INGEKOMEN STUKKEN.
„Handelsbelangen" heeft een adres van
de „Verkeersactie 1939" aan den minister
van waterstaat om te komen tot een ver
laging der kosten op de Zeeuwsche veren,
ondersteund. De minister heeft in een cir
culaire geantwoord, dat voorloopig een ver
laging onmogelijk geacht moest worden.
Het bestuur blüft nochtans van meening,
dat deze veren beschouwd moeten worden
als een verlenging van de wegen. Zoo spoe
dig dan ook geld beschikbaar komt, hoopt
het bestuur, dat de regeering ervoor zal
zorgen, dat deze veren kosteloos worden.
Het is, zegt de voorzitter, niet meer dan lo
gisch, dat de veren bekostigd worden uit
het Wegenfonds.
DE FINANCIëN.
Vervolgens is aan de orde de rekening en
verantwoording van den penningmeester.
De heer F. B. den Boer brengt verslag uit.
Het saldo op 1 Januari 1939 bedroeg
75,90. Aan contributies kwam binnen
850, aan spaarbankrente 16,65, terwijl
de vereeniging een vordering heeft op de
samenwerkende middenstandsvereenigingen,
inzake de verkiezing van leden der Kamer
van Koophandel (1939) van 144,27. De
uitgaven bedroegen: ontspanning- en le
zingavonden 68,88; bodeloon enz. 61;
diverse onkosten 70,77; vergaderingen
84,41; donaties en contributies 45; druk
werk en advertenties 57,26; secretariaat
100; gezamenlüke actie verkiezing leden
K. v. K. 173,04.
De rekening sluit alzoo met een totaal
aan inkomsten en uitgaven van 1086,82,
terwy'1 het saldo op 1 December 1939
426,76 bedroeg.
Namens de kascommissie deelt de heer
Kleinepier mede, dat de kascommissie, met
lof aan den penningmeester, haar goedkeu
ring heeft gehecht aan de verantwoording
van den penningmeester. Deze wordt dan
ook gedéchargeerd.
VERKIEZING BESTUURSLEDEN.
Er moet voorzien worden in vier be-
stuui-svacatures, wegens het periodiek af
treden van de heeren Boasson, Deix Boer
en Thieme en het overlüden van den heer
Hollema. Voor deze laatste vacature stelt
het bestuur voor de heeren L. M. Helder
of E. J. v. d. Müle.
De aftredende bestuursleden worden her
benoemd.
De heer Vermeulen merkt op, dat tot
nogtoe zooveel mogelük soorten van be
dreven in het bestuur vertegenwoordigd
zün geweest. Aangezien wijlen de heer Hol
lema timmerman was, zou spr. het toejui
chen als weer een vertegenwoordiger van
dat bedrqf werd benoemd.
De heer Verdonk merkt op, dat in het
bestuur geen enkele vertegenwoordiger van
het kruideniersbedrijf zitting heeft en zou
het tocli juist achten als hierin verande
ring kwam. Spr. zou den heer Kleinepier
voor een bestuursfunctie een geschikt per
soon vinden.
Bü de stemming worden uitgebracht 25
stemmen, waarvan 11 op deix heer Helder
en 13 op den heer Kleinepiei', zoodat de
heer Kleinepier is gekozen.
Op verzoek van den voorzitter, verklaart
de heer Kleinepier zün benoeming te aan
vaarden, waarop de voorzitter het nieuwe
bestuurslid welkom heet in het bestuur en
de hoop uitspreekt voor een prettige sa
menwerking in het belang van den mid
denstand.
In de commissie voor het nazien der re
kening 1940 worden benoemd de heeren
Mennes Roose, en Thielens, die zich bereid
verklaren dit werk op zich te nemen. De
voorzitter brengt hun dank voor de hierbij
te nemen moeite.
NIEUWE LEDEN.
Als candidaat-leden hebben zich aange
meld de C.V. De Middelburgsche Courant,
en de heeren J. Wisse, timmerman, Lom
bardstraat, J. F. de Coninck, Het Banden
huis, Koi'te Noordstraat, J. L. van Wezel
van den Bei'g, Schouwburg.
Op voorstel van den heer Vermeulen
worden deze leden bij acclamatie aange
nomen.
Excursie.
Op het programma van verleden jaar
stond een excursie naar de „Bell Telepho
ne Cy:". Juist op den dag van vertrek werd
dé mobilisatie afgekondigd, zoodat deze ex
cursie niet door ging.
Het bestuur heeft ook dit jaar deze zaak
warm gehouden, doch de fabriek deelde
mede, dat een bezoek in groepen thans on-
mogelük is.
De voorzitter zegt, dat het bestuur noch
tans de gedachte aan een uitstapje niet laat
varen. Men zal moeite doen om een ge
schikt object te vinden in Den Haag of
Rotterdam.
RONDVRAAG.
De heer Vermeulen maakte het dezer da
gen mede, dat een pont geheel vol was
toen er plotseling een kapitein kwam aan-
rüden in het gewone leven dokter
die eischte, dat de pont hem nog meenam.
Daarop moest een andere auto zijn plaats
op de pont afstaan. Spr. vraagt of dit in
derdaad moet. De voorzitter wü'st er op,
dat Zeeland bezet gebied is en gelooft, dat
in het algemeèn aan dergelüke zaken wei
nig veranderd kan worden.
De heer Vermeulen vraagt of de ver-
eeniging geneigd is, als hem zelf eventueel
een dergelük geval overkomt, om het in
cassobureau der vereeniging een eisch tot
schadevergoeding te laten instellen, wat
met hilariteit begroet wordt.
De voorziter dankt den heer Vermeulen
voor de wqze, waarop lijj de aandacht heeft
gevestigd op deze nuttige instelling.
HULP AAN GEMOBILISEERDE
ZAKENLIEDEN.
De heer Boasson vraagt of het den voor
zitter bekend is of kleine middenstanders,
die gemobiliseerd zijn, binnenkort hulp zul
len ontvangen.
De voorzitter deelt mede, dat inderdaad
maatregelen daartoe in voorbereiding zün,
vooral met het oog op de noodzakehjkheid
om ontevredenheid in de weermacht te
voorkomen.
Reeds zün 16 Kamers van Koophandel bü
dit werk ingeschakeld.
De voorzitter deelde mede, dat Donder
dagmiddag het bureau van de Kamer van
Koophandel te Middelburg deze zaak zal
behandelen.
De heer Boasson vraagt of er wellicht
pogingen in het werk gesteld kunnen wor
den om een systeem van ruiling des
noods onder dwang in te voeren, zoo
dat gemobiliseerden, die moeilük in hun
zaak gemist kunnen worden, overgeplaatst
worden naar de plaats of de nabijheid van
hun plaats van inwoning.
Ook dit zal de voorzitter in bespreking
brengen.
De hr. Van Waegeningh heeft verno
men, dat waarschijnlijk dit jaar de kermis
in Middelburg niet zal doorgaan.
Namens de afdeeling Walcheren van den
Bond van Café- en Restauranthouders
vraagt spr. of „Handelsbelang" eventueel
bereid is zoo noodig haar instemming te
betuigen met een request van genoemden
bond en den Bond van kex-mis-explitanten,
met de strekking de wenschelükheid te be
tuigen van het instandhouden der kermis.
De voorzitter zegt, dat deze materie niet
voetstoots in de vergadering behandeld kan
worden. Spr. belooft echter dat het bestuur
in dezen diligent zal zijn. Persoonlük is spr.
van meening, dat de kermis niet moet
worden afgeschaft, maar alvorens hierover
tot een uitspraak te komen, zal het bestuur
zich moeten beraden.
De heer Goedbloed klaagt over de hooge
veertarieven voor vrachtauto's.
In zijn antwoord wijst de voorzitter er
op, dat reeds eenige jaren geleden daar
over een actie gevoerd is, welke echter
werd getorpedeerd door de beurtschippers,
die nadeel duchtten voor hun bedrüf. Ook
deze zaak heeft echter de aandacht van het
bestuur.
Jan Dwarskieker op zin
proatstoel.
In de kanttêekenienge bie Ezra 7 27
staet: „eens menschen vaderlant ofte ge-
boorteplaetse is als een acker, daer hy in
geplant, encle be wortelt is". Daerom is van
self verbannienge as 'n uutwortelienge,
waedeur as 't waere 'n mensch in butelan-
de moe verkwiene. Wè staet dat butenge-
woon mooi en dudelük beschreve in sallem
137. Dat voelde ook Hooft, toen 'n in z'n
Bato zö andoenelük dichtte over die ver
sufte schaere die gieng:
„Met sorgh, met rouw met anxt belaén
Schoorvoetend wt haer vaderlandt".
Ml volle instemmienge
Peter in den Gijsbrecht va
lie me dan ook
Amstel nae:
„De liefde tot zün land is ieder
[aengeboren".
Mè daerom juust is 'n landverraoier in
d' óogen van aole weldienkende menschen
zöo'n ontaerd wezen. Daerom zien z'in z'n
misdaed 'n tegennaturelük kwaed en daer
om öor je noe mi vee instemmienge zeie:
„Op lanverraed moch de doodstraf stae".
Noe is t'er daerom toch nog-verschil in de
maete van 't kwaed en 'k wille wè zeie,
da 'k de verachtelükste lanverraoiers die
gene vinde, die 't allêenigt mè doe om vuul
gewins wille, waemee da 'k vanself niks
gezeid toe verschóonienge vaix d' andere,
öor. Is 't nie ieselük om te dienken, dat er
bienae aoltied bloed an da geld kleeft? Lae-
te me toch ope, da zwaere straffen da söort
misdaedigers zü doen t'rugschrikke en dat
't de verschillende peliesies in saemenwer-
rekienge en mi gröote oplettendeid luklte
mag om zö gauw meugelük den lesten lan-
verraoier te pakken te kriegen, op gevaer
af dan, dat er wel is 'n onangenaem abbuus
deu de peliesie gemaekt zou kunnen öore.
't Stae bie mien vast, dat 'n echte Neder
lander dat nie kwaelijk zè neme, mè daer-
uut liever zè wille begriepe, dat de peliesie
êel waekzaem is. Mè wat zou 't nog vee
êerelijker weze, as die misdaedige menschen
is toet inkeer mochte ltomme en dat ulder
gezond verstand en ulder menschel ijk ge
voel en daebie niet te vergeten ulder dank-
baereid tegenover 't vaoderland ulder ver
der zouwe weerouwe om ons goeie vrieë
Nederland in 't verderf t' ellepe storten.
Och, of toch is aole Nederlanders, riek en
erm, oud en joenk, waere, zöoas zö omme
de bie 175 jaer gelee 'n Franschman ze zag.
Ie schreef: „Het woord Vaderland,
dit zoo treffend woord, zooveel omvattend,
zoo geliefd in dit vrüe land, staat daar in
aller harten gegrift, is daar in ieders
mond, wordt alom herhaald, en door alle
schrüvers met kracht geschilderd. Boven al
les weerklinkt het, zoowel op feesten als in
gevechten, zoowel bü volksspelen als bü de
behandeling van zaken. In openhjke büeen-
komsten verrukt en vereenigt het de me
nigte; en van de huisgezinnen maakt het de
vreugde uit en het geluk. Het is de kreet
van den staat; geen andere is er meer ge
ëerd". (De Oude Tüd. 1870).
'k E flee weke d' affertentie geleze in de
kranten, waerin joengers gevroge wiere
om as soldaot in dienst te gaen bie 't leger
in d' Oost. Vanself 'k tusschen de regels
geleze, da me gröotsch kunne weze op dat
leger. Lichaemelijk en gêestelük en zedelük
staen de soldaoten daer op peil, wan noe
wier wir an de nieuwe as vöorwaerde ge
steld, da ze flienk en oppassend moete weze.
Mè dat leste wier nog is wa scherreper en
dudelüker gezeid deu bewiezen van zeer
goed gedrag t' eischen. Zöo me
dan in d' Óóst 'n leger, waerop vertrouwd
kan öore, van (om 't is op 'n ouwerwessche
manniere te zeien) dae zit „nex'f en fermi-
teyt" in.
En die noe net as ik al 'n bitje op jaeren
gekomme bin, die kun 't zeker nie laete om
d'er is an te dienken, wa voo slampampers
d'er vroeger vö kloniaol nae d' Oöst gien-
ge. 'k Zè ze nie aolemaele over één kam
schêre, nie graog, wan 'k ken er één, die
uut liefde vö z'n moeder teikende: z'n an-
geld ielp eur uut er nood. En 't scheen wè,
dè z'n moeder in 't verre Oostienje aoltied
bie 'm was: ie diende z'n tied uut zonder 'n
menute straf, 'k E vee êerbied vö zöo 'n
kloniaol. En zeker, dae waere d'r nog wè
mêer, öor, dae niks op an te merreken was,
mè, 't waere gröote uuzonderiengen. 't
Mêerendêel wou nie deuge, ze waere toe
knaegend verdriet vor ulder vaoder en moe
der, toe schanflekken van ulder fermielje.
En ze schaemde ulder eige nie om in 'n
korten tied, voordè ze weggienge, nog 't
gröoste dêel van ulder angeld te verbras
sen. En noe waere d'r wè, die toet inkeer
kwaeme en die opklomme, mer ook dat
waere uuzonderiengen. 't Mêerendêel gieng
reddeloos ten onder, sommigste zeker nog
wè schielüker, as da z' ier gebleve waere.
En 'n even gröote veranderlenge ebbe
wulder zien komme bie de matrozen.
G'loof mè, dè ze tegenwöordig uut 't groot
antal, dè graog nae 't oorlogsschip wil, de
beste uut de beste zoeke, öor. 't Is daëvo in
aole opzichten 'n straffe keurienge. En deur
'n scherp onderzoek nae de gedraegiengen
van ulder naeste fermielje öort er ook ge-
zurgd, dè z' allêenigt diegene kriege, die
van vreemde smetten vrie bin. En bliekt 't,
da ze bie 't annemen van sommigste as ma
troos 'n abbuus g'aod dan leie die d'er
gauw uut, öor.
Noe dè Jan Rap gin kanse mir eit om op
't öorelogsschip te kommen en Jan Saolie
vanself nog minder, noe is 't nie moeilük
mêer om Janmaot op te kwêeken toe Jan
Kordaot, dè 's te zeien: bekwaem, rap en
sterk en taoi, g' oorzaem uu plichsbesef,
trouw en önverschrokke uut eigen overtu-
gienge.
En wat öorde je vroeger, as 'n ankom-
mende joen mè nie deuge wou? 't Was
gauw: ,,'t Is 'n goeien vö 't öorelogsschip.
En jae, as zöo 'n aop dan toch mè niks
wou, dan gaf de vaoder z'n toestemmienge.
Meestenties wou de moeder dan êest nog
nie, mè t' enden raed moch z' ook wè toe-
gee. Dae waere d'r toen mer ienkelde, die
nae 't schip gienge in d' ope om voruut te
kommen en waervan dat mi reden ver
wacht öore. Ml arde straffen brochte ze
bie 't mêerendêel de schrik d'r wè zöo in,
dat 't an böord ordentelük toegieng; mè
wat bienae aol de matrözen toen waere, dè
kwam wè toet openbaerienge, as z' an wal
in ienkelde daegen 'n boel geld versmoste.
G'loof mè, dat in da veraeltje: „Hoe boots
man Klabberdos en de sergeant-schrüver
om een erfenis gingen" die twêe nae 't le
ven getêekend bin.
Laete me blie weze, dè me noe i
kunne weze op Janmaot.
Mit dè me noe deze weke Goeien Vriedag
wi 'k toch vor 'n aordigeid ier is vertelle,
dè z' in den ouwen tied in Middelburg de
gewoonte aode om op dien dag uut de ge
vangene, die van 'n zwaere misdaed be-
klaegd waere, d'r één vrie te laeten. Die
moch vanself belove, dat 'n verder z'n eige
aoltied ordentelyk zou anstelle. Mè noe
weet 'k nog 'n voobeeld van één, die vriege-
Iaete wier op 'n êel biezondere vöorwaerde.
„Dionys de knape van den scerprechter mr.
pieter Lamy had een force (geweld) ge
pleegd tegen een landman". Noe zaete z' in
Bergen op Zoom net stik verlege om 'n
beul. Z' aode dan ook an d' êeren van 't
staduus in Middelburg gevroge, of die d'r
geen vor ulder wiste. Noe wouwe die „myn
heere de marcgrave" en den drost van
Bergen graog is 'n plezier doe en daerom
wier Dionys „deur gratie gerelaxeert op
condicie ende belofte van te gaen dienen
als scerprechter in faveur van Justicie" in
Bergen op Zöom.
Mè die gewoonte is den 17den April 1582
vö goed in Middelburg afgeschaft. De vao-
ders van de gevangene (wulder zouwe zeie:
de regenten) aode gevroge, of de baljuw d'r
wêer êen vrie meugde laete. Mè nêe, öor,
d' êeren beslote, dat men verder „alsulcke
coustume niet en sal onderhouden maer
Recht ende Justitie doen tallen tijden".
In Vlaenderen bestoeng die gewoonte al
in de 12e eeuw. In Iperen wier d'er nog één
vriegelaete in 1595. Bie onze buren êette
zöo 'n vriegelaete misdaediger: 'n „Goevrij-
dag-kind".
Jan Dwarskieker.
„MIDDELBURG MOET
CENTRUM BLIJVEN."
De heer Doets heeft van jongsaf ge
hoord, dat Middelburg een centrumplaats
is. Spr. heeft echter op reis in de pro
vincie bemerkt, dat Middelburg bezig is
deze functie van centrumplaats langzaam
te verliezen.
Dit is het geval zoowel wat betreft
Noord- en Zuid-Beveland, als Zeeuwsch-
Vlaanderen.
Wat dit laatste deel der provincie be
treft, gelooft spr., dat de reiskosten dikwüls
een bezwaar zün en spr. vraagt of daaraan
niets gedaan kan worden. Allereerst is noo
dig 'n flinke propaganda voor Middelburg.
Verder zou een reductie op de kosten van
de veren naar Zeeuwsch-Vlaanderen zeer
toe te juichen zün.
De voorzitter zegt over deze zaak ook
reeds herhaaldelijk zqn gedachten te heb
ben laten gaan. Spr. persoonlük zou veel
voelen voor het systeem, dat bü de Jaar
beurs wordt toegepast, wat er op zou neer
komen, dat koopers, die hun reisbiljet toon
den, in Middelburgsche zaken een zekere
reductie zouden genieten. Spr. heeft over
deze gedachte al eens bestuursleden van
andere organisaties gepolst, doch deze
bleken er weinig voor te voelen, terwül
een dergelüke actie toch de gêheele stad
en den geheelen middenstand zou moeten-
interesseeren. In ieder geval moet al het
mogelüke gedaan worden, om Middelburg
zün functie van centrum-plaats te laten
handhaven, en, zoo er verlies mocht zün,
dit terug te winnen.
De voorzitter verheugt zich, dat de kwes
tie uit de leden aan de orde is gesteld, en
zegt toe, dat het bestuur deze belangrijke
materie in den breede zal bestudeeren.
DE SPAARKAS IS „TE SLAPEN
GELEGD".
Vervolgens gaat men over in besloten
vergadering ter behandeling van het be
stuursvoorstel om te besluiten tot gelei-
delüke liquidatie van de spaarkas der ver
eeniging. Dit bestuursvoorstel is gekomen
naar aanleiding van het in de vorige ver
gadering behandelde rapport van de com
missie voor de spaarkas.
het voorjaar, koop tijdig een pot
RECHTSZAKEN
GEZINSINKOMSTEN VERZWEGEN.
Tot twee maanden gevangenisstraf had
de Rechtbank te Middelburg C. K. aldaar
veroordeeld, een vonnis waarvan hü Woens
dag in hooger beroep kwam bü het Haag-
sche Gerechtshof. Hü had steunfraude ge
pleegd, door de gezinsinkomsten niet naar
waarheid op te geven. Maar gisteren liet
K. verstek gaan en de proc. generaal deel
de mede dat hq een schrijven had ontvan
gen, waarin verdachte vertelde dat hü do
reiskosten naar Den Haag te hoog vond. En
ook de echtgenoote van verdachte had een
brief geschreven waarin zü armoede de
schuld gaf van het gebeurde. „Steunfraude
gebeurt nooit uit weelde", zoo merkte dc
proc. generaal op. Er is heel wat geschre
ven en gesproken over de straf die daar
voor moet worden opgelegd; volgens den
een voorwaardelük, omdat de feiten onder
normale omstandigheden niet gepleëgd zou
den worden, de ander onvoorwaardelük,
omdat men anders niet op de opgaven aan
kan.
De proc. generaal was de laatst bedoelde
meening toegedaan, en daarom eischté hij
bevestiging van het vonnis der rechtbank.
Het Plof zal over 14 dagen uitspraak doen-
Op voorstel van het bestuur werd beslo
ten de Spaarkas „te slapen te leggen"
d.w.z., dat'de verkoop van de zegels wordt
gestaakt.