Hoe de „Süedreclhl"
getorpedeerd werd.
De Tweede ICarrser ever diers boaiw
der slagkruisers»
fl«
Dramatisch /relaas van den eersten stuurman.
Voor den Raad voor de
Scheepvaart.
Het eerste Nederlandsche schip, dat naai
den bodem van de zee werd gezonden door
een Duitsche torpedo, was naar men
zich zal herinneren de tankboot
„Sliedrecht", groot 5133 ton en onder com
mando van kapitein Boer, van de firma Van
Ommeren hit Rotterdam. Op 24 November
kwamen vijf opvarenden van het schip op
de Hebriden ten Westen van Schotland aan.
Zij moesten in volkomen uitgeputten toe
stand in een ziekenhuis worden opgenomen,
waaruit zij eerst eenige weken geleden
konden worden ontslagen. Per K.L.M. kwa
men zij -in ons land terug. De zesentwintig
andere opvarende lieten het leven
De „Sliedrecht" war geladen met gas-
olie, benzine en petroleum voor Noorwegen.
Het kwam van Abadan in Perzië. In Gi
braltar werd het schip onderzocht door de
Engelschen. Daar werd een verklaring ge
vraagd, nl. om ook de Engelsche controle-
haven Kirkwal aan te loopen. Deze verkla
ring werd gelegaliseerd voor den Nederland-
schen consul. Eenige, dagen later vond de
ramp plaats
Gistermiddag is de zaak behandeld voor
den Raad voor de Scheepvaart. Als getuige
werd gehoord de gei-edde eerste stuurman,
de heer P. Brons.
„IK MOET U TORPEDEEREN".
Getuige vertelde, dat de „Sliedrecht" den
16den November, 's avonds om half negen,
terwijl het nogal wild weer was, door een
duikboot werd aangehouden. De duikboot
kapitein verzocht de papieren te toonen.
Met vier man ging hq in een sloep, om de
papieren naar de duikboot toe te brengen.
„Van dichtbij vroeg men ons, aldus spr., of
we Hollanders waren. We gooiden een
vanglijn uit en reikten de papieren over.
De sloep moesten we afhouden, want de
deining was te sterk. Ik kon niet aan boord
van de duikboot komen.
Na vijf minuten k\yam de commandant
terug aan dek. Hij zeide „Ik zie U gaat naar
Kirkwal, ik moet U torpedeeren.
Ik merkte op, dat we een neutraal schip
waren, met neutrale lading. Ik protesteer
de tevergeefsch. Ik kreeg een half uur tijd,
mits we niet zouden seinen.
Daarop gooide ik de boot los. Van eenigen
afstand riep ik, dat ieder in de booten
moest gaan, omdat het schip werd getorpe
deerd, Ik wist precies den tijd niet, ik meen
de 25 minuten geroeid te hebben. Daarom
kwam ik niet terug aan boord.
Daarop gingen we van het schip weg. Een
tweede boot werd uitgezet met de rest van
de bemanning. Ik koos eerst ligplaats ach
ter het schip. De andere boot verwijderde
zich echter snel met 26 man in Zuidooste
lijke richting. Die kon ik niet inhalen, met
mijn vier man.
Na tien minuten klonk er. een doffe
een ontzettende vuurstraal schoot
naar bovenIk wilde bij het schip blij
ven, omdat het de beste kans was opge
merkt te worden. We meenden zoowel
schip als duikboot te zien, doch later bleken
dit de twee helften van de „Sliedrecht" te
zijn, die onmiddellijk in tweeën was ge
broken.
Den volgenden dag waren we dicht bij
het voorschip. We roeiden er om heen. La
ter voeren we ook naai- het achterschip. De
mogelijkheid bestond, dat er nog menschen
aan boord waren.
Daarenboven wilden we onze inventaris
hebben. Een poging om aan boord te komen,
slaagde evenwel niet. We zagen het schip
steeds meer zinken, 's Avonds om zeven
uur, 17 November, ging het achterschip
naar de diepte.
Pres.: Wat gebeurde er verder?
Get.: Wat moesten we doen. Ik had geen
1 n. Het weer werd steeds slechter.
Het was ontzettend.
Den derden nacht hadden wij het zeer
slecht: hooge zee, veel wind en water. Mijn
vermoeden is, dat de sloep met 26 man in
dit npodweer is gebleven. Wij hadden het
al vreeseUjk moeilijk. Het was .ontzet
tend
In den middag van den vierden dag werd
het beter weer. De vijfde nacht hadden we
weer storm.
We zijn zes dagen van de zeven doornat
geweest. Op 22 November gingen we zei
len met twee jassen. We orienteerden ons
■op de sterren.
Om 7 uur zagen we helder licht rechtuit.
Het licht naderde. Toen de maan doorbrak,
zag ik flauw land. Den volgenden dag op
nieuw storm, wind en regenvlagen. Ik ging
niet verder om niet op de klippen te blij
ven.
Later zijn we de kop van het land omge-
Een treiler zag ons tenslotte. Het laatste
uur hebben we geroeid tot het einde van
onze krachten. Het was hoogste tijd dat de
treiler kwam. We hadden 280 mijl gezwalkt.
We konden niet meer staan, slechts krui
pen
President: „Hoe lang bent U in het hospi
taal geweest?"
Getuige: Negen wekenOnze beenen
weigerden iederen dienst. Ze waren totaal
doorweekt en gevoelloos.
De inspecteur-generaal van de scheep
vaart, de heer P. S. van 't Haaff herdacht
de 26 slachtoffers, die hun leven hebben ge
laten en hun nagelaten betrekkingen..
De oorzaak van deze ramp is bekend. Tor
pedeering. Spr. zal zich over de aanleiding
van een meening onthouden, omdat be
voegde instanties haar opinie daaromtrent
wel weten kenbaar te maken. Het groot
aantal menschen in de tweede sloep is oor
zaak van het ongeluk geweest. Er moesten
slachtoffers vallen. Den stuurman komt lof
toe voor zijn doorzettingsvermogen en zijn
standvastigheid. Spr. bracht hulde aan al
len, die reddingspogingen hebben onderno
men, zoowel Engelschen als Nederlanders.
De Raad zal later uitspraak doen.
De I 100.000 voor het
Rnsche Roode Kruis,
Versdkeicleinie Tweede Ka -
merledeïi zonden 500.000
willen geven.
Verschenen is het voorloopig verslag
van de Tweede Kamer over het wetsont
werp tot wijziging en verhooging van de
begrooting van buitenlandsche zaken voor
1940 (hulp aan het Finsche Roode Kruis).
Daaraan is het volgende ontleend:
Van verschillende zijden werd betoogd,
dat het uitgetrokken bedrag van 100.000
te laag is. Naar het oordeel van verschei
dene leden dient het op tenminste f 500,000
gebracht te worden.
Verscheidene leden waren van oordeel,
dat niet alleen humanitaire hulp, doch ook
'iiistand aan de actieve verdediging van
Finland verleend dient te worden. Waarom
zal het aangevraagde bedrag ter bechik-
king worden gesteld van het Roode Kruis
en niet van de Finsche regeering?
Eenige leden verklaarden tegen het voor
stel der regeering geen overwegend be
zwaar te hebben. Zij konden het wetsont
werp aanvaarden als hulde voor de dap
perheid, waarmede een klein volk voor zijn
onafhankelijkheid strijdt. Echter wilden zij
zich geheel losmaken van de argumentatie
van de regeering. Zij achtten n.l. het be
roep van den minister op een resolutie van
den Volkenbond zeer bedenkelijk, omdat zij
in het lidmaatschap van dezen bond een
-groot gevaar voor ons land zagen, thans
meer dan ooit. Ook konden zij niet nalaten
op een huns inziens merkwaardige omstan
digheid te wijzen, n.l. dat in de laatste
jaren van Nederlandsche zijde telkenmale
steun is verleend aan die partijen bij een
conflict, die zich keerden tegen Duitsch-
land, Italië en Japan, de landen die het
Anti-Kominternverdrag hebben gesloten.
Zeer vele andere leden achtten deze re
deneering volstrekt verwerpelijk. Hun
standpunt wordt niet bepaald door de vraag
of een bepaald land al of niet tegen de
Komintern stelling heeft genomen, doch
door overwegingen van menschelijkheid en
naastenliefde, die meer uitgaan naar de
bevolking van een land naarmate dit zwaar
der door een aanval getroffen wordt. Ove
rigens achtten deze leden het merkwaardig,
dat de leden, wier meening zooeven werd
weergegeven, Duitschland nog altijd onder
de bestrijders van de Komintern schijnen
te rangschikken, niettegenstaande het se
dert kort door nauwe banden met Rusland,
het bolwerk van de Komintern, verbon
den is.
Een Deensche eeregave.
De Deensche Rijksdag heeft een we
aangenomen, waarbij aan de nagelaten be
trekkingen van zeelieden l?n visschers, die
tengevolge van oorlogshandelingen om het
leven zijn gekomen, jaarlijks een. eerega
ve van 800 kronen zal worden verstrekt,
terwijl ieder nagelaten kind tot het
achttiende levensjaar 200 kronen zal ont
vangen.
KUNST EN WETENSCHAPPEN.
ZBBÜWSCH GENOOTSCHAP DER
WETENSCHAPPEN.
Dit het leven van den Middelburger
mr. Cornells van Bgnkershoek.
In de gisteravond onder voorzitterschap
van jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford ge
houden vergadering van het Zeéuwsch Ge
nootschap der Wetenschappen hield mr. A.
J. G. C. C. Mes een rede over bovengenoemd
onderwerp.
Mr. Cornelis van Bijnkershoek, werd al
dus de spreker^ in 1673 te Middelburg ge
boren en bezocht het gymnasium aldaar.
Op 16-jarigen leeftijd werd hij als student
in de theologie ingeschreven te Franeker.
Zijn belangstelling ging echter meer naar
de rechtswetenschappen uit, zoodat hij
overging naar de juridische faculteit, Na
zfjn promotie vestigde hij zich als advocaat
te 's-Gravenhage, waar hij een omvangrijke
praktijk opbouwde.
Men kan niet zeggen, dat Van Bijnkers
hoek als advocaat een sterk „saamhoorig-
heidsgevoel" met de collega's toonde. Inte
gendeel, sterk hekelde hij de wantoestan
den, welke in de advocatuur heerschten,
voornamelijk door het rekken der proces
sen. Ook kennis en ontwikkeling der advo
caten genoten zijn lang niet vleiende cri-
tiek.
Hij werd, 31 jaar oud, benoemd in den
Hoogen Raad van HoEand, Zeeland en,
West Friesland, waarbij de uitloving van
„amptsgeld" (lees steekpenningen) naar
oud vaderlandsch gebruik een groote rol
speelde. De benoeming van Van Bijnkers
hoek tot president van het hoogste rechts
college had meer voeten in de aarde, want
deverkiezing hiertoe, welke door de Sta
ten van HoEand en Zeeland gezamenlijk ge
schiedde, gaf aan het grootere HoEand een
stemmensurplus. Hierdoor was 't mogelijk
om in deze functie steeds een Hollander
te benoemen. Toch gelukte het aan de
Zeeuwsche Staten toen HoEand niet onwil
lig bleek om een Zeeuw op het voorzitters
gestoelte te plaatsen, mits Zeeland HoEand
zou helpen aan „herstel van de navale
macht" om van Bijnkershoek lot. president
benoemd te krijgen.
Tijdens zijn lidmaatschap van den Hoo
gen Raad, heeft Van Bijnkershoek zijn
voornaamste wetenschappelijke prestaties
geleverd.
Uiteraard was hij Romeinsch rechtelijk
georiënteerd, daar destijds het Romein-
sche recht hier te lande als ratio scripta.
de beschreven rede, gold.
Het inheemsche recht werd meestal ver
waarloosd en werd onder den naam
„praktijk" op den achtergrond gedrongen.
Van Bijnkershoek echter, heeft niet alleen
het Romeinsche recht binnen zijn studie
veld betrokken, doch evenzeer het inheem
sche recht. Hierdoor onderscheidde hg
zich van De Groot, die in zgn „Inleidinghe',
althans alleen het accent poogde te leggen
op het inheemsche recht. Van Bgnkershoek
begreep beter, dat beide rechtsstelsels een
geheel vormden voor de samenleving in
zgn tijd.
Van Bünkershoek was, als ieder, een
mensch met goede en kwade eigenschap
pen: een mensch, die bü zijn handelingen
op eigen belang uit was. Hg schroomde
niet om, zoo noodig, scherpe critiek te le
veren. Hg was verdraagzaam en hulpvaar
dig en had in eigen wetenschap .een dus
danige hoogte bereikt, dat hg ook de cri
tiek van den buitenstaander kon verdra
gen en aanvaarden. Het „wg juristen" of
„wij vaklieden in dit of dat", hetgeen ei-
genEjk bedoelt: afweer van critiek van
buiten af, was niet voor Van Bgnkershoek
geschreven.
Zeeland kan trotsch zgn op haar voorma-
ligen president, wiens beeltenis de plaats
voor het gebouw van den Hoogen Raad zoo
volkomen waardig is.
De voorzitter bracht den spreker namens
het gehoor dank voor zgn voordracht.
Aanwinsten vertoond in de vergadering:
een fraaie verzameling schelpen, afkomstig
uit de Perzische Golf, geschonken door
mevrouw FruinButeux te Middelburg;
een oud zgden damescostuum, geschonken
door mevr. de wed. J, v, d. StelKosters
te Utrecht
WERK VAN JAN POORTENAAR.
In Boek- en Kunsthandel Sturm te
Goes, wordt gelgk reeds met enkele woor
den gemeld, een tentoonstelling gehouden
van werken van den kunstenaar Jan
Poortenaar.
Tot dit werk behooren ook enkele boe
ken, als „Rembrandt", een mooie uitgave
met betrouwbare gegevens over het leven
van HoEands grootsten 'schilder en et
ser; en fraaie reproducties van zijn werk;
voorts „Hollandsche etsers van de Gouden
Eeuw", en „Boekkunst en Grafiek beide
eveneen-s degelijke en rgk geïllustreerde
werken. Ook het keurige werkje „Jan
Poortenaar en zijn werk", van R, W, P,
de Vries treffen we er aan. Een uitgave
die een belangwekkend beeld schept van
dezen veelzijdigen kunstenaar.
Als we de stukken Sn olieverf van Jan
Poortenaar beschouwen, treft ons in de
landschappen de goede keuze van het
onderwerp, de mooie kleur, maar daarnaast
een wgze van behandeling die wat decora
tief aandoet, en het werk wat zwaar
maakt. In de portretten missen we dit
massieve',deze zgn gevoeliger uitgewerkt,
doch ze doen teveel aan een fotografie den
ken. De koppen staren teveel, het ver
moeit er lang op te kgken. Ook de stil
levens hebben dat starre en massieve over
zich. Toch treffen we hier een stuk bij
aan, met groote geglazuurde kruik en
vruchten, dat uitstekende kwaliteiten be
zit. Vooral die simpele aarden kruik met
haar rijkdom aan kleur en levende glan
sen is bgzonder goed getroffen.
In zgn etsen is Jan Poortenaar op zijn
best. Het schgnt, dat hg in deze veel meer
los komt van de materie. In al die etsen
's ietSj dat den toeschouwer dadeli.i'
boeiten hem dan steeds meer schoonheid
doet ontdekken. Er is iets in die etsen
dat aan de etsen van Rembrandt doet den
ken, door de keuze der onderwerpen, de
lichtverdeeling, en vooral ook door de
sfeer, de stemming die men dadelijk' on
dergaat. We denken bv. aan „Londonbrid-
ge", „Akker", e.a. Dat is knap en goed
werk, waarmede Jan Poortenaar zich een
eigen en voorname plaats zal verwérven
tusschen onze bekende Hollandsche etsers
Sturm's Kunstzaal is vrg toegangelgk.
Het kost niets er naar binnen te stappen.
Laat elke kunstliefhebber die stap dus
eens wagen. Men zal er geen spgt van
hebben
MARTEEN BEVERSLUIS OVER:
„Het ontstaan en verstaan van
het boek".
De boekenweek, die thans in geheel Ne
derland gehouden wordt en die de aan
dacht wil vestigen op het boek in den meest
uitgebreiden zin des woords, bergt in zich
zoowel commercieele als cultureele waar
den. Het is duidelgk dat dit cultureele ele
ment op den voorgrond staat, althans moet
staan, wil de propaganda voor het boek en
voor de literatuur in het algemeen niet aan
waardigheid inboeten.
Dat zulks ook begrepen wordt door de
organisatoren van de boekenweek is een
bemoedigend teeken. De tentoonstelling die
deze week gehouden wordt in hotel Verse-
put door den boekhandel Dhuy is de eene
kant. Wg schreven er reeds uitvoerig over.
Maar daarnaast werd nu gisteravond in de
ze tentoonstellingszaal de andere zgde met
nadruk naar voren gebracht door de lezing
die Martien Beversluis uit Veere daar hield
over: „Het ontstaan en verstaan van het
boek".
De heer W. de Jong leidde den spreker in
met de woorden dat hg, en zeker ook de vele
aanwezigen, met eenige nieuwsgierigheid
over het ontstaan van het boek gaarne in
gelicht wil worden, omdat men zich daar
in 't algemeen niet in verdiept.
De heer Beversluis vertelde daarop zijn
toehoorders niet hoe de technische zgde,
dus het zetten, drukken, en wat daar nog
meer bij behoort, in elkaar zit doch hij
sprak over de conceptie van het manuscript,
van den geestelgken achtergrond die den
kunstenaar inspireert tot het scheppen van
een roman of een gedicht. Hij ging daarbg
de bronnen na waaruit de dichter put, de
bronnen die men inspiratie, geestdrift of
hartstocht kan noemen, doch die hij als be
genadiging ziet. Alle andere etiketten zgn
„Activiteit van patrouilles". Een traditioneele simpele mededeeling in de
legerberichten van het Westelijk front. Wat dit in werkelijkheid beteekent,
toont bovenstaande foto. Manschappen probecren een prikkeldraadversperring
te passeeren.
De Indische begroeting
aangenomen.
De Tweede Kamer heeft gister de be
handeling van de Indische begrooting voor
1940 beëindigd en de begrooting aangeno
men.
Bg de hoofdstukken Oorlog en Marine
behandelden aEe sprekers het aangekondig
de voornemen der regeering om den bouw
van drie slagkruisers te bevorderen en uit
ten verschillende wenschen te dien aan
zien, doch de minister kon niets nieuws zeg
gen. De heer Bajetto Jr.k.) bepleitte
aanschaffing van luchtkruisers en zeide het
met den minister eens te zijn, dat inheem-
che militie niet gewenscht is. De nat.-soci-
alistische spreker de heer De Mar-
chant et d'A nsembourg hield
een uitvoerig betoog, waarin de politieke
partgen en de heeren Welter en Colgn
aansprakelgk worden gesteld voor de af
braak van onze weermacht. Naar zgn oor
deel is het besluit tot den bouw van slag
kruisers veel te laat genomen. De heer
Stokvis (s.d.) toonde zich voorstander
van inheemsche miEtie en vroeg een dui
delijke toelichting bij het ontwerp, waarbg
de bouw der slagkruisers zal worden voor
gesteld. De communistische afgevaardigde
de heer De Visser verklaarde zich te
genstander van de slagkruisers, daar de
vlootuitbreiding het oorlogsgevaar voor
ons land vergroot. De anti-revolutionaire
de vermeden bekentenis dat het een schep
ping Gods is.
Spr. behandelde eerst het ontstaan van
proza, dat steeds een gegeven moet hebben
en dat ontstaat in de verbeelding van den
schrgver.
Iedere schrijver heeit zijn eigen wijze
van werken doch altijd is het proces een
wonder. Het is een kristalisatieproces rond
om bepaalde figuren, die logisch opge
bouwd moeten zgn. Daarnaast moet dan
aandacht geschonken worden aan het ka
rakter, de intrige en de overgangen die het
werk in een harmonisch en verantwoord
geheel moeten brengen. Het groeiproces
hangt soms samen met onbenullige dage-
lgksehe dingen, waarvan spr. enkele voor
beelden gaf. In dit aEes is geen toeval,
maar de leiding Gods aldus spr.
Een schrgver werkt ook onafhankelijk
van de tgdsomstandigheden en zgn mede
leven met zgn romanfiguren toont aan, dat
er nog andere krachten werkzaam zijn dan
het verstand alleen.
Poëzie ontstaat anders dan proza. Hier is
geen sprake van een actief ingrgpen. Hei
groeit uit de stilte en spr. kenschetst het
als een openbaring waarin het wonder van
het rhythme, dat in de gansche schepping
aanwezig is, ontstaat. De dichter nu kan
dit rhythme vasthouden en uitbeelden;
zgn taak is dus: het opvangen en weerge
ven. Hg" is het instrument dat bespeelt
wordt. Doch niet altijd zgn het verheven
inspiraties. Ook de hartstochtelyke, ja zelfs
de bezetene verlangens kunnen daarin
weerklinken. Daarbij komt natuurigk ook
het beheerschen van de taal en het kennen
van het rgm die evenwel geen schabionen
mogen worden. In laatste instantie ziet spr.
de inspiratie voor de poëzie als een inbla
zing des Heiligen Geestes.
Spr. ging vervolgens na hoe men een
boek of een gedicht verstaat. Of liever hoe
men het verstaan moet. Want velen zien in
een boek alleen verstrooiing of stichting,
waarin men verlangt te zien gebeuren wat
men zelf als bevredigend ziet. Men neemt
de kunst niet ernstig en laat de schrgvers
verkommeren wat spr. een grove ondank
baarheid noemt. Op lager niveau staande
literatuur doet over het algemeen opgeld.
Velen ontgaat de heimelijke schoonheid der
taal. Daarom moet men leeren lezen en op
letten en de moraal zien te ontdekken. Lees
liever weinig, maar goed, zegt spr.
De verkoop bewgst dat poëzie heel weinig
gelezen wordt. Het is ook minder gemak-
kelgk te begrgpen omdat het 't samenpran-
gen der emoties is dat in een gedicht tot
uiting komt. I-Iet is mogelijk dat poëzie
verstaa'n wordt, zooals spr. gebleken is in
den tgd dat hij voor de radio sprak. Doch
diezelfde radio, en ook de pers, vergiftigt
de volksgeest, in dit opzicht, terwijl even
eens het onderwgs tekort schiet.
In -ieder mensch schuilt een dichter. Het
gaat alleen om de oefening de taal des
dichters te verstaan en spr. is gaarne be
spreker de heer Duymaer van
Twist stemde wel met de plannen in en
drong op spoed aan. Hg vroeg geEjktydig
indiening van het ontwerp bg de Staten-
Generaal en den Volksraad. De tweede r.k.
spreker, de heer Van Poll, drong aan
de meest nauwkeurige en volledige toelich
ting bg het betreffende ontwerp te geven,
terwgi de laatste spreker, de heer Van
Kempen (Eb.) eveneens op spoed aan
drong.
Daarop kreeg minister W e 11 e r het
woord. De regeering heeft reeds erkend,
dat deze zaak spoedeischend is, aldus de
minister. De minister betoogde, dat miEtie
uit een miEioenenvolk als in Indië onmo-
gelgk is.
Deze hoofdstukken der begrooting wer
den zonder hoofdeEjke stemming aangeno
men met de communisten en christen-de
mocraten tegen. De overige hoofdstukken
der begrooting werden zonder stemming en
zonder debat aanvaard.
De Kamer maakte vervolgens een aan
vang met de behandeling van de Surinaam-
sche begrooting voor 1940.
100 boete wegens foefleedUgibg
van minister De Geer.
Wegens beleediging van minister-presi
dent De Geer is de heer C. van Geelkerken
die, sprekende op een N.S.B.-vergadering
over het nieuwe kabinet op 16 Augustus
(den dag na het optreden van dat kabinet),
in den Dierenuin te 's-Gravenhage den mi
nister-president betiteld had als „oude leu
genaar" op 5 December j.l. door de Haag-
sche rechtbank tot 50 boete subs. 50 da
gen hechtenis veroordeeld. De officier van
justitie had 200 plus een voorwaardeEjke
gevangenisstraf van twee maanden geëischt.
De advocaat-generaal bg het Haagsche
gerechtshof eisehte het door den officier
van justitie ingestelde hooger beroep, verhoo
ging van de opgelegde straf tot 200 plus
een voorwaardeEjke gevangenisstraf van
twee maanden met drie jaar proeftgd.
Het Hof legde gisteren den heer Van
Geelkerken een geldboete van 100 subs.
50 dagen hechtenis op.
Hü stierf voor zijn land.
Gisteren is het stoffelgk overschot van
den Belgischen vliegerluitenant Henrard,
die door een Duïtsch vliegtuig was neerge
schoten boven België, ter aarde besteld.
Namens den koning legde kolonel De Woel-
mont een krans op het graf. Ook werden
kransen van het ministerie van landsverde
diging en van den Duitschen ambassadeur
opgemerkt. Talrg'ke militaire en civiele
autoriteiten volgden het stoffelgk over
schot, terwijl vliegtuigen boven de stoet
'logen. Namens den Koning legde de minis-
er van landsverdediging het ridderkruis
an de Orde van Leopold op de kist.
reid zoo daar belangstelling voor bestaat,
een cursus te houden ter behandeling van
de poëzie.
De heer Beversluis noemde verschillende
boeken op die zgns inziens tot een beter
verstaan van de taal en de literatuur in het
algemeen kunnen leiden en wees er op dat
men het boek moet leeren zien als een ge
nadegave die ons beter dient te maken,
waarna lig eindigde met hel voorlezen van
het gedicht „Scheppingsdrang".
Na de pauze droeg de heer Beversluis
enkele gedichten voor uit eigen werk
uit de verschülende perioden van zgn dich
terschap waarbij hg evenwel de uit z'n so-
cialistischen tijd dateerende werken voor
bij ging daar hg die nu niet meer voor zgn
rekening kon nemen, evenals verschillende
anti-oorlogliederen.
Door een warm aplaus toonden .de toe
hoorders op dezen geslaagden avond hun
dankbaarheid voor hetgeen de heer Bever
sluis zoowel in zijn lozing als in zgn voor
dracht had genoden.
Bij genoegzame deelname zal MAR
TIEN BEVERSLUIS een cursus geven.
Dames en heeren die zich daarvoor
willen opgeven wenden zich tot Mevr.
De JongBikker, Lange Burg 28, Mid
delburg.
(Ingez. Med.)