Goud in de Wildernis
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN DINSDAG 5 MAART 1940.
No. 55.
KRONIEK VAN OEN DAG
Bezoek bij Hitier.
De Duitsche rijkskanselier heeft in de
afgeloopen dagen twee mannen ontvangen.
De een Sumner Welles was een
staatsman, de officieele afgevaardigde van
een der machtigste landen der wereld, aan
wiens bezoek alle kranten groote aandacht
-besteedden. De ander was een geleerde, die
thans na een welbesteed leven, woont en
werkt in zijn kamer, temidden van wanden
met boeken en landkaarten.
Op den een zijn in dezen tijd de schijn
werpers van de publieke belangstelling ge
richt en van „een Amerilcaansch politicus'
werd hij „de man, die ons misschien een
stap dichter bij den vrede brengt".
Aan het bezoek van den ander hebben
de groote nieuwsbureaux slechts één regel
gewijd: Hitier heeft Sven Hedin ontvangen.
Of onze kinderen zich den naam van
Sunnier Welles zullen herinneren, zal af
hangen van het resultaat van deze Euro-
peesche reis. Als Welles niet slaagt in wat
allen hopen, dan zal hij weer zijn „een
Amerikaansche politicus" en met zoovele
politici zal zijn naam wegzinken in den
nacht der onbekendheid.
Als Sven Hedin niet - slaagt in het doel
van zijn bezoek, dan zal nog de weten
schap hem na tientallen jaren eeren als
een groot geleerde; dan zal nog zijn naam
een symbool zijn van moed, kennis en wils
kracht. De wereld dankt den Zweedschen
geleerde Sven Hedin, de ontsluiting van
Midden-Azië. Hedin is enkele weken gele
den 75 jaar geworden en de wetenschap
heeft hem gehuldigd als een der grootste
ontdekkingsreizigers van alle tijden.
Zijn 70sten verjaardag vierde Hedin ver
van zijn vaderland, in Nanking. Na een
reis van anderhalf jaar bracht hjj daar
aan de Chineesche regeering verslag uit
van zijn expeditie naar Chineesch Turke
stan en over de mogelijkheid een modernen
autoweg aan te leggen van de Gele Zee
door het binnenland naar ChineeschTur-
kestan, ter vervanging van den eeuwen
ouden karavaanweg.
Nadien is Sven Hedin weer naar Europa
gekomen. En hij heeft hier niet stil ge
zeten. Want deze ontdekkingsreiziger heeft
warme belangstelling voor het werelddeel,
waarin zijn vaderland ligt. Hij ondernam
een ontdekkingsreis door een land in Euro
pa, dat in de laatste jaren door nog slechts
betrekkelijk weinigen bezocht werd en dat,
als verschijnsel zijn interesse had: Hitler-
Duitschland.
Sven Hedin schreef een boek over het
Derde Rijk, over Hitier, diens idealen en
werkmethodes. En Hedin zei vele merk
waardige dingen van het land, waarin zijn
laatste expeditie hem gebracht had. Men
weet, dat Hedin geen kamergeleerde is,
maar een man van vieesch en bloed, een
idealist en een durver. Hij als Zweed en
goed vaderlander, heeft steeds in het com
munisme een groot gevaar gezien voor
Europa. Het is te begrijpen, dat dit reeds
dadelijk een gemakkelijke basis was voor
gesprekken met den Hitl'er-van-voor-het
verbond met Rusland.
Hitier gaf tegenover Hedin blijk van zijn
afkeer voor het bolsjewisme en wees er
nadrukkelijk op, dat Duitschland z.i. het
eenige. bolwerk vormde tegen dit gevaar.
Nadien echter sloot Hitier het verbond
met Rusland, dat nog steeds inniger schijnt
te worden. Dit moet voor Sven Hedin wel
een zeer groote teleurstelling zijn geweest
en in een open brief gaf hij Hitier onlangs
den raad terug te keeren van de dwalingen
zijns weegs.
De Russische aanval op Finland deed de
vrees van Hedin, dat Rusland de overwel
diging van Scandinavië als een zijner doel
einden had, gedeeltelijk reeds tot werkelijk
heid komen.
Thans is hp opnieuw bij Hitier op be
zoek geweest, gisteren, nadat Sumner Wel
les vertrokken was. Terwijl de- heele we
reld zich afvraagt wat Hitier tegen Welles
gezegd heeft, en of er nog een klein kansje
is, dat de vrede gered wordt, dat het sa
mengaan van de West- en de Oost-Euro-
peesche totalitairen niet zal leiden tot nog
meer rampen voor de menschheid, heeft
Hitier een man aangehoord, die hem waar
schijnlijk opnieuw bezworen heeft aan dat
samengaan een einde te maken.
Men kan veronderstellen, dat Hedin den
De tweedrachi bij de
keuring van zaaizaad.
De minister denkt over
invoering van een rijks-
merk.
Op vragen van het Tweede Kamerlid,
den heer Droesen betreffende het keurïngs-
wezen van zaaizaden heeft de minister
van economische zaken als volgt geant
woord.
De oorzaak, dat ook de pogingen van
staatsraad dr, A. A, L, Rutgers om een
heid te brengen in de keuring van zaai
zaad mislukten, moet naar de opvatting
van den minister vooral toegeschreven
worden aan de verschillende zienswijze, die
NAK en BKZ omtrent de zaaizaadkeurin
gen op het oogenblik nog hebben.
Het is den minister bekend, dat in de
zaadwereld tegenstellingen bestaan, al
moeten deze niet overdreven worden.. Bij
de oprichting van den Nederlandsche Al-
gemeenen Keuringsdienst moesten even
eens moeilijkheden overwonnen worden,
teneinde de toen bestaande centrale com
missie, -ingesteld door den georganiseerden
landbouw., en het keuringsinstituut voor
zaaizaden instelling van den handel
tot samenwerking in een keuringsdienst te
brengen. De buitengewpon groote voor-
deelen, door deze samenwerking verkregen,
die zich in het bijzonder nog steeds open
baren in den handel in goedgekeurd poot-
goed, hebben bij ondergeteekende de over
tuiging gevestigd; dat het welbegrepen
eigenbelang van landbouw en hamlel uit
eindelijk zal leiden tot eenheid van inzicht.
Mocht de eenheid over .de geheele. lijn
worden verbroken, tot welke veronderstel
ling op het oogenblik geen aanleiding
aanwezig is, dan zoude dit inderdaad een
groot nadeel voor onze bodemproductie be-
teekenen.
Het ligt thans niet in' het voornemen
van den minister het tot stand komen van
zoodanige wettelijke regelingen te bevorde
ren., waarbij de controle op de- teelt van
zaaizaden en pootgoed in vollen -omvang
verplichtend wordt voorgeschreven, terwijl
daarnaast ook de afdever'mg gereglemen
teerd zoude worden. Veeleer gaan. zijn
gedachten naar een op de wet gebaseerde
regeling, waarbij de gebruikers van zaai
zaad en pootgoed in de gelegenheid wor
den gesteld, zaaizaad en pootgoed te be
trekken, voorzien van 'n rijksmerk, «lat uit
gereikt wordt door een van overheidswege
erkend contrólestation voor zaad en poot
goed, in welks bestuur het daarbij betrok
ken bedrijfsleven in zijn verschillende sclia-
keoringen zitting heeft.
De aansluiting bij dit contrólestation
dient geheel vrijwillig te zijn. Het ligt
voor de hand. dat voor elk product slechts
een station erkend kan worden.
*,Is het vel Sanostol?"
•-Vv
leider van het Duitsche rijk heeft gewezen
op het gebeurde met Estland, Letland en
Litauen, op den dapperen strijd van het
Finsche volk, die op een tragedie schijnt
uit te loopen. Men kan zich voorstellen, dat
Hedin heeft betoogd: „Dat kunt gij toch
niet gewild hebben".
En men kan gerust aannemen, dat Hit-
Ier dit inderdaad niet gewild heeftniet
uit liefde voor Estlanders, Letlanders, Li-
tauers of Finnen, maar wegens het gevaar
voor Duitschland.
Doch een kind kan zien, dat Hitier aan
deze samenwerking geen eind zal maken.
Dat is de tragiek van het huidige Duitsch
land: het heeft zich vastgelegd aan een
bondgenoot, dien het in gewone omstan
digheden liever kwijt zou willen, maar dien
het thans niet kan missen.
Het is niet met zekerheid bekend wat
Sven Hedin en Hitier, de beroemde geleer
de van het kleine neutrale Zweden en de
vroegere Oostenrijksche huisschilder, die
mede het lot van millioenen in de hand
heeft, gisteren hebben besproken. Heeft
Sven Hedin echter zijn „waarschuwing"
herhaald, dan vreezen wij, dat zijn bezoek
tevergeefsch geweest is.
Wees maar gerust, kleine meid,
Moeder geeft je voortaan alleen
nog maar Sanostol: het lékkere
levertraanproduct. Want dat heeft
niet alleen een frisschen sinaas-
appelsmaak, het is ook het eenige
'levertraanproduct, dat zóó'n schat
aan vitaminen A, B, C en D bevat.
Endaarom neemt het heele
gezin Sanostol, de natuurlijke
krachtbron. De- „familleverpakklng"
van f. 2.75 is voordeelig. Zij bevat
2'A x zooveel als de bekende flacon
van f. 1.40.
(Ingez. MecL)
De Jagers defileerden voor de
Koningin.
H. M. de Koningin neeft gistermiddag,
vergezeld van de hofdame jkvr. Van Tets
en den adjudant generaal-majoor jhr. De
Jonge van Ellemeet diverse onderdeelen
van Haar eerste legerkorps in het West-
land Bezocht. Als slot heelt het regiment
Jagers voor Hare Majesteit gedefileerd.
Commissie van advies Nederl.
Akkerbouwcentrale.
VOOlï, KOOP, VERKOOP EN
DISTRIBUTIE VAN LATE AARD
APPELEN.
De minister van Economische Zaken
heeft ingesteld een commissie, welke het
bestuur der Stichting Nederlandsche Ak
kerbouwcentrale, gevestigd te 's-Gravenha-
ge.- hetzij eigenèr beweging, hetzij op ver
zoek van dit bestuur-, zal adviseeren
omtrent het nemen van nieuwe maat
regelen, zoomede omtrent het" aan
brengen van wijzigingen in reeds bestaande
maatregelen op liet gebied van den aap
koop, den verkoop env-cie distributie van
late aardappelen in het binnenland.
Tot lid, tevens voorzitter dezer commis
sie is benoemd: R. W. Janssen te Roosen
daal (N.Br.), en tot elclen zijn benoemd:
J. Bekius te Leeuwarden, J. Bouwman te
Amsterdam, Tj. Hettema te Beetgum (Fr.).
W. de Kroes te Overschie, J,. Mol te
Dordrecht en A. Troost te Amsterdam.
De spsormage-affaire i@ SeSiiebreek.
Marconist voorzag Duitschland van
radio-weerberichten.
Vijf jaar tegen hem en zijn
Buitschen medeplichtige
geëischt.
Gistermiddag heeft de Rotterdamsche
rechtbank de spionnagezaak behandeld van
den 47-jarigen marconist P. C. B., die in
zijn woning te Schiebroek een zendapparaat
had, waarmede hij weer- en bodemberich-
ten naar -Duitschland zond. Tevens stond
terecht de 35-jarige Duitsche journalist H.
Dreves, die B. ertoe had aangezet.
HOE HET GING.
Verdachte B., die oorspronkelijk een
groot pension te Amsterdam dreef, vertoef
de in September 1938 te Duseldorp in
Duitschland en maakte hier kennis met den
Duitschen geheimen inlichtingendienst en
werd kort hierop door deze instantie als
spion naar Frankrijk gestuurd. Toen zijn
taak geëindigd was, keerde hij terug en ont
ving het verzoek ergens in de buurt van
Rotterdam een kortegolfzendtoestel te
plaatsen en door middel hiervan weer- en
bodemberichten naar Duitschland te zenden.
B. nam dit aan en vestigde zich aan den
Molensingel te Schiebroek. Er werd een
contract opgemaakt, waarin stond, dat B.
per maand 250,— benevens vergoeding
van zyn onkosten zou ontvangen en dat hij
tweemaal per dag in een bepaalde code zou
zenden. Het zendapparaat werd hem op 1.
November 1939 van Duitschland uit toege
stuurd en B. monteerde bet, geheel alleen,
onder den vloer. Op een golflengte van 50
meter zond B. toen dagelijks, nl. 's morgens
en 's avonds omstreeks 7 uur berichten in
een afgesproken, steeds wisselende, code
over het weer, de bewolking, het zicht, de
barometer- en thermometerstand, de bo
demgesteldheid enz.
Zoo nu en dan ontving B. van den gehei
men dienst berichten, dat alles goed over
kwam. Ook met de salarieering liep alles
vlot. B. werd maandelijks vooruit betaald.
Voor de maand November kreeg hij het
geld toegezonden. Begin December ontving
hij een telegram, onderteekend met „Bom-
mer", dat iemand het honorarium over de
maand December zou komen brengen. Hier
toe moest hij op 11 December in „Lido" te
Amsterdam zijn. B. ontmoette hier „Bom-
mer", die later de journalist Dreves bleek
te zijn. Deze droeg hem het geld af en deel
de mede, dat B. ergens een schroefje in het
toestel wat vaster moest draaien. Dan zou
de ontvangst nog beter worden. Alles ging
goed, tot de politie argwaan kreeg en op 21
December een inval deed. Rijksrechercheur
F.'C. Grondel en ir. A. C. Melsert, opspo
ringsambtenaar van de vadiocontróle der P.
T. T., drongen het pand aan den Molensin
gel binnen en deden huiszoeking. B. ont
kende een zendapparaat in zijn woning te
hebben, doch toen de beide heeren een sein-
sleutel ontdekten, was het toestel spoedig
gevonden. B. vernietigde de geheime in
structie, doch kon niet verhinderen, dat
een onderdeel van de code in beslag geno
men werd. B. werd opgesloten in het huis
van bewaring en ontving daar zijn salaris
voor Januari benevens 60,onkostenver
goeding en nog wat later een koffer met
droge batterijen!!
Kapitein M. A. Korten, die als getuige
werd gehoord, wees op het belang van dc
uitgezonden berichten, temeer nu het me
teorologisch instituut te De Bilt niet meer
werkt.
De officier van justitie bracht in zijn re
quisitoir rechercheur Grondel een compli
ment voor zijn werk. Spr. wees ook op de
behoorlijke houding van verd. B.( die heeft
bijgedragen aan de ontwarring van de fei
ten. Dat de weerberichten in dezen tijd wel
zeer belangrijk zijn, bewijst volgens spr. de
angstvalligheid, waarmede de belligerenten
hun meteorologische berichten als een kost
baar bezit bewaren. Dat de berichten be
stemd waren voor militaire doeleinden,
wist verd. omdat het hem door zijn op
drachtgevers was medegedeeld. Als verzach
tende omstandigheid voerde spr. aan, dal: B.
financieel omhoog zat, doch het feit dat,
terwijl de Nederlandsche regeering al het
mogelijke doet om de neutraliteit te bewa
ren, verd. om een handjevol geld onze onzij
digheid in gevaar brengt, is volgens spr.
toch wel zeer schandelijk. Verd. is wel niet
de eenige, er zijn nog meer zenders in Ne
derland, doch die zullen te zijner tijd wel
opgespoord worden. Hier moet getoond wor
den, hoe het een spion vergaat, onverschil
lig voor welke mogendheid hij zijn werk
verricht. De officier achtte het ten laste ge
legde bewezen en eischte 5 jaar gevangenis
straf met aftrek van de voorloopigo hechte-
s.
Mr. P. Sanders, de verdediger voerde
_xn, dat verd. zeer ideologische motieven
voor zijn daad had. Hü had het financieel
zeer moeilijk en zocht een manier om zijn
schulden af te betalen. Verd. heeft nooit de
opzet gehad art. 21 van de neutraliteitspro-
clamatie te overtreden. Tijdens de uitvaar
diging n.l. op 3 September, bevond hij zich
in Duitschland. Wel wist hij natuurlijk, dat
men er geen geheime zender op na mag hou
den volgens de post- en telegraafwet, doch
hierop staat een maximumstraf van 6
maanden, hetgeen verd. wel wilde riskee-
ren voor zijn honorarium.
Spr. concludeerde tot vrijspraak subs, cle
mentie.
DE ZAAK TEGEN DEN DUIT-
SCHER DREVES.
Den Duitscher Dreves was ten laste ge
legd uitlokking en medeplichtigheid. Deze
man staat in dienst van de Duitsche con-
traspionnage, de zgn. „Abwehr" en fun
geert hierbij a's verbindingsofficier of
koerier tusschen deze instantie en de spion
nen.
Het O.M. wees er op, dat Dreves als
koerier naar Nederland reisde. Spr. achtte
D. schuldig aan uitlokking, omdat hij mid
delen en inlichtingen aan B. had verstrekt,
aan medeplichtigheid omdat hij hem be
hulpzaam is geweest. Spr. wenschte verder
niets te zeggen over het ongewenschte, dat
dergelijke praktijken tusschen onze gren
zen gebeuren, doch het zal geweerd worden,
van welke nationaliteit de daders ook zijn.
Ook tegen D. luidde de eisch vijf jaar ge
vangenisstraf met aftrek van de preven
tieve hechtenis.
Uitspraak op 18 Maart.
Het luchtdrama boven België
De officieele Duitsche ver-
veroEfcsctralctigÉiïgeiii.
Schadevergoeding aange
boden.
In een officieel Belgisch communiqué
wordt verklaard: „De ambassadeur van
Duitschland heeft een bezoek gebracht aan
den Belgischen minister van buitenlandsche
zaken, Spaak, De Duitsche regeering geeft
van het incident van Zaterdag de volgende
lezing: Een Duitsch vliegtuig was uit
Frankrijk teruggekeerd, waar het een aan
tal Engelsche jachtvliegtuigen slag had ge
leverd. De bestuurder gaf er zich geen re
kenschap van, dat hü boven België vloog
(St. Hubert ligt op ongeveer zes minuten
vliegens van de grens). Toen hij een pa
trouille van drie vliegtuigen van Engelsch
type opmerkte, meende hij te doen te heb
ben met vijanden en bond hij den strijd aan.
De rijksregeering betuigt der Belgische
regeering wegens dit incident haar oprecht
leedwezen en geeft de verzekering, dat aan
de bestaande instructies, waarbij het vlie
gen boven neutraal gebied verboden is, met
kracht zal worden herinnerd. De Rijksre
geering is bereid ieder verzoek om schade
vergoeding, dat haar vanwege de Belgische
regeering zal worden gedaan, onverwijld
te onderzoeken en te regelen."
Naar het Engelsch van
O. VANDERBELT Jr.
19).
Met de petroleumkachel wilde het niet
lukken. „Toch nog zoo erg niet, als die
boschbrand", zei ze lachend. En toen het
zwakke vlammetje eindelijk aanbleef en
langzaam rondom de geheele pit kroop,
wenschte Mimi zichzelf hardop geluk met
haar vaardigheid. „Zie je nou wel? Je hebt
het goed gedaan, meid!"
Ze draaide de plaat om, wond de gramo-
phoon weer op en liet de plaat afdraaien.
Daarna zette ze een grooten ketel vol wa
ter, dat ze uit de pomp gehaald had, op de
petroleumkachel. Vervolgens begon ze alles,
wat op windsel of pleister geleek, bij elkaar
te zoeken uit het medicijnkastje, waarin ze
de Blanke Squaw had zien rondscharrelen.
„Niets veel zaaks", pruttelde ze. „Maar
misschien heeft hü wel niet veel noodig...
Ik hoop maar, dat hü niets noodig heeft!
Een plotseling verkillende angst maakte
zich even van haar meester. Doch die zette
ze van zich af.
„Vanavond is mjjn avond en dan kan er
niets verkeerds gebeuren!" zei ze vol zelf
vertrouwen.
Doch weer ondervond Mimi de vreemde
gewaarwording van begluurd te worden Ze
keerde zich om, niet omdat ze verwachtte,
dat er iemand door het raam zou staan
kijken, maar toch met het gevoel, dat het
haar niet verwonderen zou, wanneer dit
het geval mocht blijken. Doch de zwarte
vensters weerspiegelden alleen de kaars
vlammetjes en daarachter was niets dan
dichte duisternis.
„Zie je nu, domme meid!" riep ze lachend.
„Er is niemand! Kom, Mimi, lieveling, krüg
nu geen zenuwstuipjes.'" Maar omdat ze
voelde, dat haar zenuwen tot 't uiterste ge
spannen waren en liet er veel van had, dat
ze werkelijk een zenuwaanval zou krijgen,
zette Mimi de vroolükste en lawaaierigste
dansmuziek op, die ze maar vinden kon.
Daarna begon ze een pot soep op te war
men. „Misschien heb je wel wat te eten
noodig!" zei ze tegen zichzelf.
Ze had nauwelijks enkele lepels ervan
gegeten, toen het gejank van een der
groote poolhonden de nachtelüke stilte ver
brak. De anderen volgden. Mimi zat vei*-
stüfd met den lepel halverwege haar mond.
Het scheen haar, of er geen einde kwam
aan dat afschuwelijke gehuil. Eindelük,
toen het in janken en blaffen overging,
voelde ze zich wat opgelucht. „Ze zullen
honger hebben. Dat is alles!"
Die opluchting was zoo groot, dat haar
opgeruimde stemming grootendeels terug
keerde. Ze nam een leege houtmand, ging
onbevreesd de varanda op, vulde de mand
boordevol uit de kist met gedroogde visch,
die Jim daar had staan en liep de duister
nis in. „Ja, ja, ik kom al!" riep ze, toen
ze den kennel naderde. Het blaffen en grom
men klonk zoo valsch, dat haar in gedach
ten schoot, wat Jim eens gezegd had, dat
je die honden, als ze eten kregen, met een
knuppel uit elkaar moest slaan, om te zor
gen, dat elk zijn deel kreeg, zonder dat
ze elkaar doodbeten.
Mimi was dapper maar zoo dapper voel
de ze zich toch niet. In plaats van dan ook
de zware deur, die tot den kennel toegang
De menschen zijn meestal oprecht
wanneer zij het over anderen hebben.
gaf, te openen, klom ze tegen de buitenste
palissade op en begon de visschen stuk voor
stuk binnen de omheining' te gooien. Het
was grappig en Mimi moest plotseling aan
een voetbalwedstrijd denken. De maan was
opgekomen en in dat licht, kon ze de zilver-
gz-ijze honden in troepen van de eene zijde
der omheining naar cle andere zien stuiven.
„Hup, Chicago!" moedigde zij ze aan,
„Hu, Michigan!"
Op haar terugweg naar de hut neuriede
ze weer:
Eüaeüa....„
om mü heen
ligt kalm de zee
Maar nu de honden verzadigd en stil wa
ren geworden, scheen de nacht haar byna
té stil toe. Zelfs de vogels sliepen en de
wind was na het opgaan der maan gaan
liggen. Mimi liep door tot vlak voor de
veranda, bleef daar staan en luisterde. „Is
hier iemand?" vroeg ze luid. Maar alleen
het krassen van de gramophoonnaald gaf
haar antwoord. „Die heb ik niet afgezet!"
dacht ze schuldig verlegen. „En het was
nog wel mü'n laatste naald ook!" Ze haastte
eerst de deur stevig achter zich dicht.
zich om het toestel af ze zetten maar sloot
„Waarom zou Jim er toch geen slot op ge
maakt hebben?" vroeg ze zich af.
Mimi speelde snel achtereen verschillende
wüsjes af. Ze probeerde het Engelsche
volkslied mee te zingen, maar gaf het hal
verwege op. „Dat is nog lastiger dan de
Yankee Doodle" bromde ze. „Zou Jim geen
nieuwere platen hebben?"
Ze zocht alle kasten door. En in een vond
haai' hand in donker weer iets, dat haar
bekend voorkwameen flesch. Ze haalde
die te voorschijn „Brandy! Net wat de dok-
voorgeschreven heeft!" riep ze uit. trok
de kruk eraf en zag met welbehagen, dat
de flesch nog half vol was. Ze schonk een
waterglas halfvol en dronk het leeg. „Heel
■at beter voor me dan die soep! Die is
bovendien koud geworden. Van dat oogen
blik kreeg de avond voor Mimi nog meer
kleur. Het viel haar gemakkelüker, zich
voor te stellen, hoe gelukkig ze toch wel
was, te vergeten, dat Jim wellicht in gevaar
verkeerde, de stilte op het eiland niet meer
zoo dreigend te hooren en het donker daar
buiten niet meer zoo angstwekkend te vin
den.
Mimi nam nu en dan een hartigen teug,
en wijdde zich dan weer met ijver aan baar
huishoudelüke taak. Ze voelde zich krach
tig, opgewekt, degelijk en optimistisch ge
stemd. Nu wist ze, hoe de vrouwen van cle
oude pioniers zich gevoeld hadden als ze in
haar blokhutten hard zwoegden om alles
klaar en gezellig te hebben tegen den tijd-
dat haar mannen thuiskwamen. Ongelukki
gerwijze kookte de ketel water net over op
het oogenblik, dat Mimi op die gedachte
gekomen was, omdat ze er niet naai" geke
ken had. En het overstroomende water
doofde de petroleumvlam, zoodat. de witte,
benauwde damp zich door heel de hut ver
spreidde. Maar omdat Mimi juist de plaat
met „Je krijgt nog rook in je oogen" op
gezet had, vond ze dat ongelukje net van
pas komen en zette de plaat nog eens op.
Daarop zette ze de deur der hut wagenwijd
open, om frissche lucht te kry gen.
Het was tien uur, toen Mimi die blok
hutdeur op Lone Island openzette. Om tien
uur gingen Mimi's tantes Lucy en Amy in
het groote huis aan het Ontario Meer naar
bed. Ze gingen geregeld om dien rijd naar
bed, niet omdat ze moe waxen, maar om
dat er toch niets gebeurde, waarvoor ze nog
later zouden opblijven.
Tante Amy legde netjes haarzijden cor-
ifc over een stoel en zei: „Ik maak me toch
wel ongerust over Mimi. We hebben nog
niets van haar gehoord. Zelfs al verklaart
Robbie, dat ze daar veilig en wel met dien
jongen man, dien hij zoo graag lijden mag.
missieposten bezoekt, dan zeg ik toch maar
dat het. onnatuurlijk is en dat ik me be
zorgd maak".
,Ik niet!" kwetterde tante Lucy onder
het vastknoopen van het hooge halsboordje
van haar zijden nachtjapon. „Ik benijd Mi
mi! Heusch, dat is zoo, Amy! Je hoeft me
daarom niet zoo over je bril heen aan te
kijken. Mimi is een hard, slechtopgevoed.
verwend nestoch, doe nou maar niet,
of jü ie gechoqueerd voeltjü bent nu
toch wel oud genoeg, om de dingen bü d'r
m te hooren noemen. Ja, jouw lieve
Mimi is een verwend nest, maar toch lykt
ze meer dan een van ons allen op Robbie.
En hij was de eenige man in de heele fa
milie, die het tot iets gebracht heeft!"
Lucy trok een züden netje over haar weer
barstige witte krullen en wreef haar ge
zicht met ci'ême in. „Maak je dus over
Mimi maar niet ongerust", herhaalde ze.
haar zuster een glas warme melk gevend.
„Zü komt wel terecht, wat er ook met haar
gebeurt!"
„Dat is het juist!" jammerde Amy, recht
op in bed met een triest gezicht naar haar
glas melk kijkend. „Ik houd van Mimi en
ik zou niet graag zien, dat haar iets over
kwam".
(Wordt vervolgd.)