Goud in de Wildernis TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN DINSDAG 5 MAART 1940. No. 55. KRONIEK VAN OEN DAG Bezoek bij Hitier. De Duitsche rijkskanselier heeft in de afgeloopen dagen twee mannen ontvangen. De een Sumner Welles was een staatsman, de officieele afgevaardigde van een der machtigste landen der wereld, aan wiens bezoek alle kranten groote aandacht -besteedden. De ander was een geleerde, die thans na een welbesteed leven, woont en werkt in zijn kamer, temidden van wanden met boeken en landkaarten. Op den een zijn in dezen tijd de schijn werpers van de publieke belangstelling ge richt en van „een Amerilcaansch politicus' werd hij „de man, die ons misschien een stap dichter bij den vrede brengt". Aan het bezoek van den ander hebben de groote nieuwsbureaux slechts één regel gewijd: Hitier heeft Sven Hedin ontvangen. Of onze kinderen zich den naam van Sunnier Welles zullen herinneren, zal af hangen van het resultaat van deze Euro- peesche reis. Als Welles niet slaagt in wat allen hopen, dan zal hij weer zijn „een Amerikaansche politicus" en met zoovele politici zal zijn naam wegzinken in den nacht der onbekendheid. Als Sven Hedin niet - slaagt in het doel van zijn bezoek, dan zal nog de weten schap hem na tientallen jaren eeren als een groot geleerde; dan zal nog zijn naam een symbool zijn van moed, kennis en wils kracht. De wereld dankt den Zweedschen geleerde Sven Hedin, de ontsluiting van Midden-Azië. Hedin is enkele weken gele den 75 jaar geworden en de wetenschap heeft hem gehuldigd als een der grootste ontdekkingsreizigers van alle tijden. Zijn 70sten verjaardag vierde Hedin ver van zijn vaderland, in Nanking. Na een reis van anderhalf jaar bracht hjj daar aan de Chineesche regeering verslag uit van zijn expeditie naar Chineesch Turke stan en over de mogelijkheid een modernen autoweg aan te leggen van de Gele Zee door het binnenland naar ChineeschTur- kestan, ter vervanging van den eeuwen ouden karavaanweg. Nadien is Sven Hedin weer naar Europa gekomen. En hij heeft hier niet stil ge zeten. Want deze ontdekkingsreiziger heeft warme belangstelling voor het werelddeel, waarin zijn vaderland ligt. Hij ondernam een ontdekkingsreis door een land in Euro pa, dat in de laatste jaren door nog slechts betrekkelijk weinigen bezocht werd en dat, als verschijnsel zijn interesse had: Hitler- Duitschland. Sven Hedin schreef een boek over het Derde Rijk, over Hitier, diens idealen en werkmethodes. En Hedin zei vele merk waardige dingen van het land, waarin zijn laatste expeditie hem gebracht had. Men weet, dat Hedin geen kamergeleerde is, maar een man van vieesch en bloed, een idealist en een durver. Hij als Zweed en goed vaderlander, heeft steeds in het com munisme een groot gevaar gezien voor Europa. Het is te begrijpen, dat dit reeds dadelijk een gemakkelijke basis was voor gesprekken met den Hitl'er-van-voor-het verbond met Rusland. Hitier gaf tegenover Hedin blijk van zijn afkeer voor het bolsjewisme en wees er nadrukkelijk op, dat Duitschland z.i. het eenige. bolwerk vormde tegen dit gevaar. Nadien echter sloot Hitier het verbond met Rusland, dat nog steeds inniger schijnt te worden. Dit moet voor Sven Hedin wel een zeer groote teleurstelling zijn geweest en in een open brief gaf hij Hitier onlangs den raad terug te keeren van de dwalingen zijns weegs. De Russische aanval op Finland deed de vrees van Hedin, dat Rusland de overwel diging van Scandinavië als een zijner doel einden had, gedeeltelijk reeds tot werkelijk heid komen. Thans is hp opnieuw bij Hitier op be zoek geweest, gisteren, nadat Sumner Wel les vertrokken was. Terwijl de- heele we reld zich afvraagt wat Hitier tegen Welles gezegd heeft, en of er nog een klein kansje is, dat de vrede gered wordt, dat het sa mengaan van de West- en de Oost-Euro- peesche totalitairen niet zal leiden tot nog meer rampen voor de menschheid, heeft Hitier een man aangehoord, die hem waar schijnlijk opnieuw bezworen heeft aan dat samengaan een einde te maken. Men kan veronderstellen, dat Hedin den De tweedrachi bij de keuring van zaaizaad. De minister denkt over invoering van een rijks- merk. Op vragen van het Tweede Kamerlid, den heer Droesen betreffende het keurïngs- wezen van zaaizaden heeft de minister van economische zaken als volgt geant woord. De oorzaak, dat ook de pogingen van staatsraad dr, A. A, L, Rutgers om een heid te brengen in de keuring van zaai zaad mislukten, moet naar de opvatting van den minister vooral toegeschreven worden aan de verschillende zienswijze, die NAK en BKZ omtrent de zaaizaadkeurin gen op het oogenblik nog hebben. Het is den minister bekend, dat in de zaadwereld tegenstellingen bestaan, al moeten deze niet overdreven worden.. Bij de oprichting van den Nederlandsche Al- gemeenen Keuringsdienst moesten even eens moeilijkheden overwonnen worden, teneinde de toen bestaande centrale com missie, -ingesteld door den georganiseerden landbouw., en het keuringsinstituut voor zaaizaden instelling van den handel tot samenwerking in een keuringsdienst te brengen. De buitengewpon groote voor- deelen, door deze samenwerking verkregen, die zich in het bijzonder nog steeds open baren in den handel in goedgekeurd poot- goed, hebben bij ondergeteekende de over tuiging gevestigd; dat het welbegrepen eigenbelang van landbouw en hamlel uit eindelijk zal leiden tot eenheid van inzicht. Mocht de eenheid over .de geheele. lijn worden verbroken, tot welke veronderstel ling op het oogenblik geen aanleiding aanwezig is, dan zoude dit inderdaad een groot nadeel voor onze bodemproductie be- teekenen. Het ligt thans niet in' het voornemen van den minister het tot stand komen van zoodanige wettelijke regelingen te bevorde ren., waarbij de controle op de- teelt van zaaizaden en pootgoed in vollen -omvang verplichtend wordt voorgeschreven, terwijl daarnaast ook de afdever'mg gereglemen teerd zoude worden. Veeleer gaan. zijn gedachten naar een op de wet gebaseerde regeling, waarbij de gebruikers van zaai zaad en pootgoed in de gelegenheid wor den gesteld, zaaizaad en pootgoed te be trekken, voorzien van 'n rijksmerk, «lat uit gereikt wordt door een van overheidswege erkend contrólestation voor zaad en poot goed, in welks bestuur het daarbij betrok ken bedrijfsleven in zijn verschillende sclia- keoringen zitting heeft. De aansluiting bij dit contrólestation dient geheel vrijwillig te zijn. Het ligt voor de hand. dat voor elk product slechts een station erkend kan worden. *,Is het vel Sanostol?" •-Vv leider van het Duitsche rijk heeft gewezen op het gebeurde met Estland, Letland en Litauen, op den dapperen strijd van het Finsche volk, die op een tragedie schijnt uit te loopen. Men kan zich voorstellen, dat Hedin heeft betoogd: „Dat kunt gij toch niet gewild hebben". En men kan gerust aannemen, dat Hit- Ier dit inderdaad niet gewild heeftniet uit liefde voor Estlanders, Letlanders, Li- tauers of Finnen, maar wegens het gevaar voor Duitschland. Doch een kind kan zien, dat Hitier aan deze samenwerking geen eind zal maken. Dat is de tragiek van het huidige Duitsch land: het heeft zich vastgelegd aan een bondgenoot, dien het in gewone omstan digheden liever kwijt zou willen, maar dien het thans niet kan missen. Het is niet met zekerheid bekend wat Sven Hedin en Hitier, de beroemde geleer de van het kleine neutrale Zweden en de vroegere Oostenrijksche huisschilder, die mede het lot van millioenen in de hand heeft, gisteren hebben besproken. Heeft Sven Hedin echter zijn „waarschuwing" herhaald, dan vreezen wij, dat zijn bezoek tevergeefsch geweest is. Wees maar gerust, kleine meid, Moeder geeft je voortaan alleen nog maar Sanostol: het lékkere levertraanproduct. Want dat heeft niet alleen een frisschen sinaas- appelsmaak, het is ook het eenige 'levertraanproduct, dat zóó'n schat aan vitaminen A, B, C en D bevat. Endaarom neemt het heele gezin Sanostol, de natuurlijke krachtbron. De- „familleverpakklng" van f. 2.75 is voordeelig. Zij bevat 2'A x zooveel als de bekende flacon van f. 1.40. (Ingez. MecL) De Jagers defileerden voor de Koningin. H. M. de Koningin neeft gistermiddag, vergezeld van de hofdame jkvr. Van Tets en den adjudant generaal-majoor jhr. De Jonge van Ellemeet diverse onderdeelen van Haar eerste legerkorps in het West- land Bezocht. Als slot heelt het regiment Jagers voor Hare Majesteit gedefileerd. Commissie van advies Nederl. Akkerbouwcentrale. VOOlï, KOOP, VERKOOP EN DISTRIBUTIE VAN LATE AARD APPELEN. De minister van Economische Zaken heeft ingesteld een commissie, welke het bestuur der Stichting Nederlandsche Ak kerbouwcentrale, gevestigd te 's-Gravenha- ge.- hetzij eigenèr beweging, hetzij op ver zoek van dit bestuur-, zal adviseeren omtrent het nemen van nieuwe maat regelen, zoomede omtrent het" aan brengen van wijzigingen in reeds bestaande maatregelen op liet gebied van den aap koop, den verkoop env-cie distributie van late aardappelen in het binnenland. Tot lid, tevens voorzitter dezer commis sie is benoemd: R. W. Janssen te Roosen daal (N.Br.), en tot elclen zijn benoemd: J. Bekius te Leeuwarden, J. Bouwman te Amsterdam, Tj. Hettema te Beetgum (Fr.). W. de Kroes te Overschie, J,. Mol te Dordrecht en A. Troost te Amsterdam. De spsormage-affaire i@ SeSiiebreek. Marconist voorzag Duitschland van radio-weerberichten. Vijf jaar tegen hem en zijn Buitschen medeplichtige geëischt. Gistermiddag heeft de Rotterdamsche rechtbank de spionnagezaak behandeld van den 47-jarigen marconist P. C. B., die in zijn woning te Schiebroek een zendapparaat had, waarmede hij weer- en bodemberich- ten naar -Duitschland zond. Tevens stond terecht de 35-jarige Duitsche journalist H. Dreves, die B. ertoe had aangezet. HOE HET GING. Verdachte B., die oorspronkelijk een groot pension te Amsterdam dreef, vertoef de in September 1938 te Duseldorp in Duitschland en maakte hier kennis met den Duitschen geheimen inlichtingendienst en werd kort hierop door deze instantie als spion naar Frankrijk gestuurd. Toen zijn taak geëindigd was, keerde hij terug en ont ving het verzoek ergens in de buurt van Rotterdam een kortegolfzendtoestel te plaatsen en door middel hiervan weer- en bodemberichten naar Duitschland te zenden. B. nam dit aan en vestigde zich aan den Molensingel te Schiebroek. Er werd een contract opgemaakt, waarin stond, dat B. per maand 250,— benevens vergoeding van zyn onkosten zou ontvangen en dat hij tweemaal per dag in een bepaalde code zou zenden. Het zendapparaat werd hem op 1. November 1939 van Duitschland uit toege stuurd en B. monteerde bet, geheel alleen, onder den vloer. Op een golflengte van 50 meter zond B. toen dagelijks, nl. 's morgens en 's avonds omstreeks 7 uur berichten in een afgesproken, steeds wisselende, code over het weer, de bewolking, het zicht, de barometer- en thermometerstand, de bo demgesteldheid enz. Zoo nu en dan ontving B. van den gehei men dienst berichten, dat alles goed over kwam. Ook met de salarieering liep alles vlot. B. werd maandelijks vooruit betaald. Voor de maand November kreeg hij het geld toegezonden. Begin December ontving hij een telegram, onderteekend met „Bom- mer", dat iemand het honorarium over de maand December zou komen brengen. Hier toe moest hij op 11 December in „Lido" te Amsterdam zijn. B. ontmoette hier „Bom- mer", die later de journalist Dreves bleek te zijn. Deze droeg hem het geld af en deel de mede, dat B. ergens een schroefje in het toestel wat vaster moest draaien. Dan zou de ontvangst nog beter worden. Alles ging goed, tot de politie argwaan kreeg en op 21 December een inval deed. Rijksrechercheur F.'C. Grondel en ir. A. C. Melsert, opspo ringsambtenaar van de vadiocontróle der P. T. T., drongen het pand aan den Molensin gel binnen en deden huiszoeking. B. ont kende een zendapparaat in zijn woning te hebben, doch toen de beide heeren een sein- sleutel ontdekten, was het toestel spoedig gevonden. B. vernietigde de geheime in structie, doch kon niet verhinderen, dat een onderdeel van de code in beslag geno men werd. B. werd opgesloten in het huis van bewaring en ontving daar zijn salaris voor Januari benevens 60,onkostenver goeding en nog wat later een koffer met droge batterijen!! Kapitein M. A. Korten, die als getuige werd gehoord, wees op het belang van dc uitgezonden berichten, temeer nu het me teorologisch instituut te De Bilt niet meer werkt. De officier van justitie bracht in zijn re quisitoir rechercheur Grondel een compli ment voor zijn werk. Spr. wees ook op de behoorlijke houding van verd. B.( die heeft bijgedragen aan de ontwarring van de fei ten. Dat de weerberichten in dezen tijd wel zeer belangrijk zijn, bewijst volgens spr. de angstvalligheid, waarmede de belligerenten hun meteorologische berichten als een kost baar bezit bewaren. Dat de berichten be stemd waren voor militaire doeleinden, wist verd. omdat het hem door zijn op drachtgevers was medegedeeld. Als verzach tende omstandigheid voerde spr. aan, dal: B. financieel omhoog zat, doch het feit dat, terwijl de Nederlandsche regeering al het mogelijke doet om de neutraliteit te bewa ren, verd. om een handjevol geld onze onzij digheid in gevaar brengt, is volgens spr. toch wel zeer schandelijk. Verd. is wel niet de eenige, er zijn nog meer zenders in Ne derland, doch die zullen te zijner tijd wel opgespoord worden. Hier moet getoond wor den, hoe het een spion vergaat, onverschil lig voor welke mogendheid hij zijn werk verricht. De officier achtte het ten laste ge legde bewezen en eischte 5 jaar gevangenis straf met aftrek van de voorloopigo hechte- s. Mr. P. Sanders, de verdediger voerde _xn, dat verd. zeer ideologische motieven voor zijn daad had. Hü had het financieel zeer moeilijk en zocht een manier om zijn schulden af te betalen. Verd. heeft nooit de opzet gehad art. 21 van de neutraliteitspro- clamatie te overtreden. Tijdens de uitvaar diging n.l. op 3 September, bevond hij zich in Duitschland. Wel wist hij natuurlijk, dat men er geen geheime zender op na mag hou den volgens de post- en telegraafwet, doch hierop staat een maximumstraf van 6 maanden, hetgeen verd. wel wilde riskee- ren voor zijn honorarium. Spr. concludeerde tot vrijspraak subs, cle mentie. DE ZAAK TEGEN DEN DUIT- SCHER DREVES. Den Duitscher Dreves was ten laste ge legd uitlokking en medeplichtigheid. Deze man staat in dienst van de Duitsche con- traspionnage, de zgn. „Abwehr" en fun geert hierbij a's verbindingsofficier of koerier tusschen deze instantie en de spion nen. Het O.M. wees er op, dat Dreves als koerier naar Nederland reisde. Spr. achtte D. schuldig aan uitlokking, omdat hij mid delen en inlichtingen aan B. had verstrekt, aan medeplichtigheid omdat hij hem be hulpzaam is geweest. Spr. wenschte verder niets te zeggen over het ongewenschte, dat dergelijke praktijken tusschen onze gren zen gebeuren, doch het zal geweerd worden, van welke nationaliteit de daders ook zijn. Ook tegen D. luidde de eisch vijf jaar ge vangenisstraf met aftrek van de preven tieve hechtenis. Uitspraak op 18 Maart. Het luchtdrama boven België De officieele Duitsche ver- veroEfcsctralctigÉiïgeiii. Schadevergoeding aange boden. In een officieel Belgisch communiqué wordt verklaard: „De ambassadeur van Duitschland heeft een bezoek gebracht aan den Belgischen minister van buitenlandsche zaken, Spaak, De Duitsche regeering geeft van het incident van Zaterdag de volgende lezing: Een Duitsch vliegtuig was uit Frankrijk teruggekeerd, waar het een aan tal Engelsche jachtvliegtuigen slag had ge leverd. De bestuurder gaf er zich geen re kenschap van, dat hü boven België vloog (St. Hubert ligt op ongeveer zes minuten vliegens van de grens). Toen hij een pa trouille van drie vliegtuigen van Engelsch type opmerkte, meende hij te doen te heb ben met vijanden en bond hij den strijd aan. De rijksregeering betuigt der Belgische regeering wegens dit incident haar oprecht leedwezen en geeft de verzekering, dat aan de bestaande instructies, waarbij het vlie gen boven neutraal gebied verboden is, met kracht zal worden herinnerd. De Rijksre geering is bereid ieder verzoek om schade vergoeding, dat haar vanwege de Belgische regeering zal worden gedaan, onverwijld te onderzoeken en te regelen." Naar het Engelsch van O. VANDERBELT Jr. 19). Met de petroleumkachel wilde het niet lukken. „Toch nog zoo erg niet, als die boschbrand", zei ze lachend. En toen het zwakke vlammetje eindelijk aanbleef en langzaam rondom de geheele pit kroop, wenschte Mimi zichzelf hardop geluk met haar vaardigheid. „Zie je nou wel? Je hebt het goed gedaan, meid!" Ze draaide de plaat om, wond de gramo- phoon weer op en liet de plaat afdraaien. Daarna zette ze een grooten ketel vol wa ter, dat ze uit de pomp gehaald had, op de petroleumkachel. Vervolgens begon ze alles, wat op windsel of pleister geleek, bij elkaar te zoeken uit het medicijnkastje, waarin ze de Blanke Squaw had zien rondscharrelen. „Niets veel zaaks", pruttelde ze. „Maar misschien heeft hü wel niet veel noodig... Ik hoop maar, dat hü niets noodig heeft! Een plotseling verkillende angst maakte zich even van haar meester. Doch die zette ze van zich af. „Vanavond is mjjn avond en dan kan er niets verkeerds gebeuren!" zei ze vol zelf vertrouwen. Doch weer ondervond Mimi de vreemde gewaarwording van begluurd te worden Ze keerde zich om, niet omdat ze verwachtte, dat er iemand door het raam zou staan kijken, maar toch met het gevoel, dat het haar niet verwonderen zou, wanneer dit het geval mocht blijken. Doch de zwarte vensters weerspiegelden alleen de kaars vlammetjes en daarachter was niets dan dichte duisternis. „Zie je nu, domme meid!" riep ze lachend. „Er is niemand! Kom, Mimi, lieveling, krüg nu geen zenuwstuipjes.'" Maar omdat ze voelde, dat haar zenuwen tot 't uiterste ge spannen waren en liet er veel van had, dat ze werkelijk een zenuwaanval zou krijgen, zette Mimi de vroolükste en lawaaierigste dansmuziek op, die ze maar vinden kon. Daarna begon ze een pot soep op te war men. „Misschien heb je wel wat te eten noodig!" zei ze tegen zichzelf. Ze had nauwelijks enkele lepels ervan gegeten, toen het gejank van een der groote poolhonden de nachtelüke stilte ver brak. De anderen volgden. Mimi zat vei*- stüfd met den lepel halverwege haar mond. Het scheen haar, of er geen einde kwam aan dat afschuwelijke gehuil. Eindelük, toen het in janken en blaffen overging, voelde ze zich wat opgelucht. „Ze zullen honger hebben. Dat is alles!" Die opluchting was zoo groot, dat haar opgeruimde stemming grootendeels terug keerde. Ze nam een leege houtmand, ging onbevreesd de varanda op, vulde de mand boordevol uit de kist met gedroogde visch, die Jim daar had staan en liep de duister nis in. „Ja, ja, ik kom al!" riep ze, toen ze den kennel naderde. Het blaffen en grom men klonk zoo valsch, dat haar in gedach ten schoot, wat Jim eens gezegd had, dat je die honden, als ze eten kregen, met een knuppel uit elkaar moest slaan, om te zor gen, dat elk zijn deel kreeg, zonder dat ze elkaar doodbeten. Mimi was dapper maar zoo dapper voel de ze zich toch niet. In plaats van dan ook de zware deur, die tot den kennel toegang De menschen zijn meestal oprecht wanneer zij het over anderen hebben. gaf, te openen, klom ze tegen de buitenste palissade op en begon de visschen stuk voor stuk binnen de omheining' te gooien. Het was grappig en Mimi moest plotseling aan een voetbalwedstrijd denken. De maan was opgekomen en in dat licht, kon ze de zilver- gz-ijze honden in troepen van de eene zijde der omheining naar cle andere zien stuiven. „Hup, Chicago!" moedigde zij ze aan, „Hu, Michigan!" Op haar terugweg naar de hut neuriede ze weer: Eüaeüa....„ om mü heen ligt kalm de zee Maar nu de honden verzadigd en stil wa ren geworden, scheen de nacht haar byna té stil toe. Zelfs de vogels sliepen en de wind was na het opgaan der maan gaan liggen. Mimi liep door tot vlak voor de veranda, bleef daar staan en luisterde. „Is hier iemand?" vroeg ze luid. Maar alleen het krassen van de gramophoonnaald gaf haar antwoord. „Die heb ik niet afgezet!" dacht ze schuldig verlegen. „En het was nog wel mü'n laatste naald ook!" Ze haastte eerst de deur stevig achter zich dicht. zich om het toestel af ze zetten maar sloot „Waarom zou Jim er toch geen slot op ge maakt hebben?" vroeg ze zich af. Mimi speelde snel achtereen verschillende wüsjes af. Ze probeerde het Engelsche volkslied mee te zingen, maar gaf het hal verwege op. „Dat is nog lastiger dan de Yankee Doodle" bromde ze. „Zou Jim geen nieuwere platen hebben?" Ze zocht alle kasten door. En in een vond haai' hand in donker weer iets, dat haar bekend voorkwameen flesch. Ze haalde die te voorschijn „Brandy! Net wat de dok- voorgeschreven heeft!" riep ze uit. trok de kruk eraf en zag met welbehagen, dat de flesch nog half vol was. Ze schonk een waterglas halfvol en dronk het leeg. „Heel ■at beter voor me dan die soep! Die is bovendien koud geworden. Van dat oogen blik kreeg de avond voor Mimi nog meer kleur. Het viel haar gemakkelüker, zich voor te stellen, hoe gelukkig ze toch wel was, te vergeten, dat Jim wellicht in gevaar verkeerde, de stilte op het eiland niet meer zoo dreigend te hooren en het donker daar buiten niet meer zoo angstwekkend te vin den. Mimi nam nu en dan een hartigen teug, en wijdde zich dan weer met ijver aan baar huishoudelüke taak. Ze voelde zich krach tig, opgewekt, degelijk en optimistisch ge stemd. Nu wist ze, hoe de vrouwen van cle oude pioniers zich gevoeld hadden als ze in haar blokhutten hard zwoegden om alles klaar en gezellig te hebben tegen den tijd- dat haar mannen thuiskwamen. Ongelukki gerwijze kookte de ketel water net over op het oogenblik, dat Mimi op die gedachte gekomen was, omdat ze er niet naai" geke ken had. En het overstroomende water doofde de petroleumvlam, zoodat. de witte, benauwde damp zich door heel de hut ver spreidde. Maar omdat Mimi juist de plaat met „Je krijgt nog rook in je oogen" op gezet had, vond ze dat ongelukje net van pas komen en zette de plaat nog eens op. Daarop zette ze de deur der hut wagenwijd open, om frissche lucht te kry gen. Het was tien uur, toen Mimi die blok hutdeur op Lone Island openzette. Om tien uur gingen Mimi's tantes Lucy en Amy in het groote huis aan het Ontario Meer naar bed. Ze gingen geregeld om dien rijd naar bed, niet omdat ze moe waxen, maar om dat er toch niets gebeurde, waarvoor ze nog later zouden opblijven. Tante Amy legde netjes haarzijden cor- ifc over een stoel en zei: „Ik maak me toch wel ongerust over Mimi. We hebben nog niets van haar gehoord. Zelfs al verklaart Robbie, dat ze daar veilig en wel met dien jongen man, dien hij zoo graag lijden mag. missieposten bezoekt, dan zeg ik toch maar dat het. onnatuurlijk is en dat ik me be zorgd maak". ,Ik niet!" kwetterde tante Lucy onder het vastknoopen van het hooge halsboordje van haar zijden nachtjapon. „Ik benijd Mi mi! Heusch, dat is zoo, Amy! Je hoeft me daarom niet zoo over je bril heen aan te kijken. Mimi is een hard, slechtopgevoed. verwend nestoch, doe nou maar niet, of jü ie gechoqueerd voeltjü bent nu toch wel oud genoeg, om de dingen bü d'r m te hooren noemen. Ja, jouw lieve Mimi is een verwend nest, maar toch lykt ze meer dan een van ons allen op Robbie. En hij was de eenige man in de heele fa milie, die het tot iets gebracht heeft!" Lucy trok een züden netje over haar weer barstige witte krullen en wreef haar ge zicht met ci'ême in. „Maak je dus over Mimi maar niet ongerust", herhaalde ze. haar zuster een glas warme melk gevend. „Zü komt wel terecht, wat er ook met haar gebeurt!" „Dat is het juist!" jammerde Amy, recht op in bed met een triest gezicht naar haar glas melk kijkend. „Ik houd van Mimi en ik zou niet graag zien, dat haar iets over kwam". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 5