Vastere stem ml bh g ter beurse» PAARDENFOKKERIJ DE GESCHIEDENIS HERHAALT ZICH Goud in die Wildernis DERDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN ZATERDAG 2 MAART 1940. N®. 53. Financieel economisch weekoverzicht. De banken maken wat betere zaken. Jaarverslag Nederlandsche Ford zeer gunstig. Industrieele productie in Amerika nog dalende. De stemming ter beurze is deze week iets gunstiger geweest dari in de vooraf gaande periode, een verschijnsel waartoe zonder twijfel ook de omstandigheid heeft medegewerkt, dat het koerspeil in het al gemeen laag kan worden genoemd. Als ge volg daarvan zjjn de risico's van het aan- deelenbezit op het oogenblik niet hoog te achten en indien de omstandigheden eeni- germate, verbeteren ziet men dan ook al spoedig een lichte stijging van het koers peil. Het rendement voor de meeste fondsen steekt niet onbelangrijk uit boven dat van obligaties, hoewel ook dit laatste geduren de de achter ons liggende oorlogsmaanden vrij belangrijk is gestegen. Het is nog niet lang geleden, dat men voor prima beleggin gen een rente maakte van 3% terwijl thans de 33% staatsleening een rende ment afwerpt van 4% Bij de aandeelen is het rendement, zooals gezegd, over het algemeen nog hooger. Zoo noleeren aan deelen Twentsche Bank op het oogenblik 92%een koers, die stellig niet hoog kan worden genoemd, ook al houdt men er re kening mede, dat zoo juist een dividend is aangekondigd, dat een vol procent beneden dat van het vorige jaar blijft, nl. 4% te gen 5% Geruimen tijd zijn bankaandee- len weinig gezocht geweest, omdat de ren testand zoo laag was en de verschillende af- deelingen van het bankbedrijf een sterke inkrimping hebben ondergaan. Zoo \yas er op" emissiegebied geruimen tijd zeer wei nig te doen, terwijl ook de eredietver- leening tot een minimum was ingekrompen. In dit laatste is thans wel eenige verbete ring gekomen en de toenemende bedrijvig heid op industrieel gebied hier te lande, vooral met het oog op de productie van oorlogsmateriaal en andere regeeringsbe- stellingen heeft er toe geleid, dat er weder in toenemende mate van bankcrediet ge bruik wordt gemaakt. Hoewel de liquiditeit van tal van ondernemingen vrij behoorlijk is, werd een deel van de vlottende midde len toch vastgelegd in de aanschaffing van nieuwe machines enz. Hierdoor moeten de banken thans nu en dan bijspringen, in tij den van plotseling opkomende geldbehoefte. Daar ook de rentestand hooger is gewor den, maken de banken dus in het algemeen iets betere zaken. Ook met de financiering van de behoeften der Schatkist wordt we derom een redelijke winst gemaakt, terwijl er nog geen jaar geleden voor uitzettingen op korten termijn slechts een rente van een fractie van een procent kon worden ge maakt. Van de verschillende afdeelingen der beurs kwamen enkele industrieele fondsen op hooger niveau, o.a. aandeelen Philips, die van 11314 tot 117 konden verbeteren. Het uitvoercijfer van radio-artikelen over de afgeloopen maand gaf een stijging te zien tegenover December, en wel van 2.544.000 in December tot 2.934.000 in Ja nuari. Weliswaar blijft dit cijfer niet on belangrijk beneden dat van Januari 1939 (3.435.000), maar de oorlogsomstandigheden beinvloedden het bedrijf reeds sinds Sep tember van het vorige jaar. Verder kon Uni lever ruim 1 verbeteren en Aku ca. 214 Toch was het uitvoercijfer van kunst zijde in Januari niet bijster gunstig. Het bleef nl. vrij belangrijk beneden dat van December en bedroeg 706.000 tegen 839.000 in December en 715.000 in Janu ari 1939. Aandeelen Nederlandsche Ford bleven zich vrijwel op hetzelfde niveau bewegen, vermoedelijk, omdat het dividend van 20 onveranderd bleef tegenover het vorige jaar. Toch was het jaarverslag zeer bevre digend. Men is van deze maatschappij nu eenmaal gewend, dat haar dividendpolitiek aan den zeer conservatieven kant blijft. Men heeft dit vooral gedurende de crisis jaren kunnen ervaren, toen de winsten wel iswaar kleiner waren, maar toch altijd ruimschoots voldoende om behoorlijke divi denden te betalen. In dien tijd werden de winsten echter grootendeels gebruikt voor het opbouwen van groote reserves. Nu de uitkeeringen de laatste jaren op een be langrijk hooger niveau zijn gekomen, acht het bestuur het blijkbaar niet noodig orr tot een verdere verhooging van het divi dend over te gaan, ofschoon de winst bijna verdubbeld is. De winst- en verliesrekening geeft weliswaar een winstcijfer aan van 911.134 tegen vorig jaar 779.402 maar dit resultaat werd bereikt, nadat reeds op de winst- en verliesrekening 700.000 was afgetrokken voor de vorming van een be- drijfsreserve, zulks in verband met de logsomstandigheden en de onzekerheid met betrekking tot de te betalen belasting, nu de winstbelasting in de plaats zal treden van de dividend- en tantiemebelasting. Het is dus mogelijk, dat een deel van deze re serve zal moeten worden aangesproken voor de betaling van meer belasting. In ver band met de sterke reserveering en ook door andere oorzaken is de kaspositie van het concern nog weer ruimer dan het vo rige jaar. Bij een kapitaal plus reserve van 4millioen, bedragen de beschikbare mid delen niet minder dan 3,70 millioen. In verband hiermede en tevens met het oog op de verdere versterking van de winstca paciteit lijkt dus een dividend van 20 ook voor het loopende jaar vrijwel verze kerd. Aandeelen Koninklijke zijn in de afgeloo pen week ook eenige procenten gestegen. Wij hoorden dat het buitenlandsch aanbod voor het oogenblik heeft opgehouden, hoe wel men wel rekening houdt met de moge lijkheid, dat dit in de toekomst weer kan worden hervat, nu Engeland zich gereed maakt om een deel van het buitenlandsche fondsenbezit te realiseeren. In cultuuraandeelen was de stemming eveneens vaster, althans voor H.V.A. die ca. 8 verbeterden. Overigens waren suiker- aandeelen vrijwel prijshoudend, daar de af zet van Javasuiker op het oogenblik min of meer stagneert. De reden daarvan is, dat Britsch Indië de beschikking krijgt over de nieuwen oogst en dus voorloopig geen in- voerbehoefte heeft. Ook Japan is als koo- per uit de markt gebleven, naar men zegt, in verband met transfermoeilijkheden. Men verwacht evenwel, dat de afdoeningen van Javasuiker binnen afzienbaren tijd weder zullen worden hervat. Er is trouwens reeds een belangrijk kwantum van den nieuwen oogst voorverkocht. Rubberaandeelen had den een tamelijk vlak verloop en hoewel er in het algemeen goede winsten worden gemaakt, wordt de koersstijging tegenge houden door de verwachting, dat de rub bermaatschappijen in Indië O. W. belasting zullen moeten betalen. In het algemeen mag men verwachten, dat de oorlogswinst, voor' zoover die kan worden vastgesteld voor ca de helft in de Schatkist zal vloeien. De heffing van de O. W. belasting is nl. 35 Over dit gedeelte zal geen vennoot schapsbelasting behoeven te worden be taald. Wel over de resteerende ?5 Houdt men hiermede rekening, dan zal dus de ge middelde heffing van de beide belastingen omstreeks 50 bedragen. Van de gewone winst, die dus niet onder de O. W. belas ting valt moet natuurlijk vennootschapsbe lasting van 25 eveneens worden betaald. Scheepvaartaandeelen waren iets beter gestemd, vooral gedurende de laatste da gen. Hoe onveilig de toestand voor de scheepvaart voor het oogenblik ook is, men overweegt wel, dat zulks reeds in ruime mate in den koers is verdisconteerd, zoodat er nu en dan eenige vraag optreedt. Wij hebben er als meer opgewezen, dat Paket- vaart Mij. weinig last ondervindt van de belemmeringen van de vaart en deze aan deelen zijn dan ook wederom met 6 ge stegen tot 192. Uit Amerika luiden de berichten nog niet bepaald opwekkend. Weliswaar werd er melding gemaakt van een lichte stijging de staalorders, maar de productie is eerder verder ingekrompen. Ook de algemeene in dustrieele productie is nog altijd dalende. Goede winsten maken intusschen de vlieg tuigfabrieken. Zoo werd er melding ge maakt van het winstcijfer van de Lockheed Aircraft, dat neerkomt op 4.05 per aan deel. Ten opzichte van verleden jaar betee- kent dit een stijging van niet minder dan 610 De American Rolling Mills maakte een winst van 4.01 millioen tegen een net toverlies van 1.30 millioen het vorige jaar. Men ziet dus, dat de financieele re sultaten over het algemeen nog zeer bevre digend zijn. Hieronder volgt een overzicht van liet koersverloop in de afgeloopen week. 4 Nederland 1940 100%, 100 4 Nederland 1940 II, 97%, 95%, 95 96% (niet officieel) Koloniale Bank 161%, 163%, 162, 163 Unilever 90%, 92%, 92 Philips 113%, 115%, 113%, 117%, 117 Kon. Petroleum 244%, 242%, 251, 250% Amsterdam Rubber 188, 189% Deli Bat. Rubber 150%, 152%, 149% H.V.A. 385, 393 Deli Batavia Mij. 124, 124%, 121 Senembah 136%, 133%, 134% Deli Mjj. 179% 178, 178% OPLEVING IN DEN HENGSTENHANDEL. (Van onzen deskundigen medewerker). Men wordt het ook dezer dagen weder gewaar, dat de barré winter niet aanlok kelijk is geweest om groote reizen te ma ken, vandaar dat sinds de najaarskeurin gen zoo goed als geen hengsten werden verkocht. Dezer dagen is hierin echter een wel zeer radicale verandering ten goede gekomen, en heeft zich een zeer levendi- gen handel in hengsten ontwikkeld, waar van de symptomen reeds op de centrale keuring te Goes duidelijk merkbaar waren. Naar wij vernemen zijn de navolgende hengsten verkocht: Lianus K 1911. van H. Kerckhaert te Breda, aan Jos F. de Waal te Ossenisse; Clairon van de Een dracht K 1918. van Kerckhaert en De Maat te Stoppeldijk, aan H.V. „Wieringer- meer"; Marnix d'Ahea 86010, van A. X. Aernaudts te Sluis, naar Numansdorp; Siegfried 86887, van Alph. Mangnus te Boschkapelle, aan Simon Brouwer te Heenvliet; Dudok 87542, van A. J. v. d. MeulenBecu e.a te IJzendijke, aan D. J. den Hartog Jager te Herveld en H. Herm- sen te Nijmegen; Erik 89671, van F. D' Hoore te Sluis, aan Gebrs. de Bruin te 's- Gravendeel; Jasper 89879, van P. J. J. v. d. Voorde te Walsoorder aan de wed. H. Bonte te Koewacht; Jan van Schenge 88008, van Kerckhaert en De Maat, aan Gebrs. Blom te "Herwijnen (Geld.); Dra gon van Princes 86099, van S van Hoeve Fzn. te Axel, aan II. Frieling te Baflo (Gron.); Leon van Eva K 1928, van Jos. F. de Waal te Ossenisse, aan wed G. Je- ronimus te Hoedekenskerke; Elegant van Veldzicht K 1868, van Joh. de Feijter te Schoondijke, aan G. v. d. Meijde te Oos- terwjjtwerd't Zandt (Gron Clairon van Ilerseur K 1819, van Gebrs. Daelman Jzns. te Westdorpe, naar Noord-Brabant; Walter van het Paviljoen K 1893, van P. J. de Milliano e.a. te Oostburg, aan A. van Bergen te Zevenhuizen; Avenir van Anthonia Hoeve K 1796. van Kebckhaerdt en De Maat, aan Gebrs. Smits en Kluif - hooft te Strijen; Artist van de Spaansche Zee K 1785, van C. van Oeveren "te Nieu- werkerk, aan Gebrs. De Jong te Alphen; Albion K 1730, van H.V. „Eendracht" te Groede, aan Jac. Langebeke te Heinkens- zand; Clairon van Hooghuis K 1789, van R. Bulthuis te Den I-Ioorn-Leens, aan HV. „Eendracht" te Groede; Dragon S9S87, van J. Missu te Zaamslag, geruild tegen Her- seur van Zaamslag K 1838, van W. Peters te Echt (Limb.); Lion S3190, van Gebrs van Campen te Graauw, aan Gebrs. David te Sluiskil—1Terneuzen, en Floran K 1803. Duizenden Australiërs komen naar Europa, @m aan de zijde der Geallieerden te vechten, (Van onzen correspondent) PARIJS, eind Februari. Australiërs hebben den naam van gast vrij te zjjn, met een gemoedelijk en joviaal karakter, en afgaande op de indrukken welke de vertegenwoordiger der Australi sche regeering te Parijs bij mij opwekt, on derschrijf ik deze uitspraak gaarne ten volle; de eenvoudige, sportieve vijftiger, te genover wien ik mij bevind, hier in zijn groote werkkamer in de nabijheid van de Opéra, is inderdaad de gemoedelijkheid zelve, en is aanstonds bereid mij te woord te staan. Niettemin bevindt Luitenant C. H. Voss zich reeds 27 jaar in Frankrijk, en is naar zijn eigen zeggen, welhaast evenzeer Franschman als Australiër; oud-strijder en piloot uit den wereld-oorlog en gehuwd met een Frangaise, beschouwt deze in we zen typische Australiër „la belle France" inderdaad als zijn tweede vaderland; en overigens: zijn oudste zoon, eveneens ge trouwd met een Fransche vrouw, even eens piloot in deze stormdagen, dient op zijn beurt de zaak der vrijheid., bij de Royal Air Force, „ergens in Frankrijk" De geschiedenis herhaalt zich „Bij alle verschil tussehen de twee oor logen zoo zegt luitenant Voss, kan men in derdaad, in menig opzicht, spreken van een herhaling van den gang van zaken „Hoe ging dat destijds toe met de Aus traliërs, kunt U mij niet iets vertellen uit dien tijd? Op welk moment vertrokken de Australische hulptroepen in die dagen, en welke rol speelden ze?" „Het eerste contingent vrijwilligers, toen tertijd. vertrok op den eersten November 1914 uit Australië en arriveerde den vijf den December in Egypte; enkele maanden later ontscheepten deze Anzacs Austra lian New Zealand Army Corps zich aan de Dardanellen (25 April 19)5), om na ver loop van tijd opnieuw naar Egypte terug te keeren ter verdediging van het Suez- kanaal, en om kort daarop de campagne te beginnen, in Mesopotamia. In het jaar daarop, in 1916, vertrok op nieuw een contingent van vijf divisies uit Australië, met bestemming ditmaal naar Frankrijk; ze leverden spoedig slag bij Flembaix, Pozières en Thieval, terwijl in Maart 1917 deze keurtroepen van zich de den spreken bij Péronne, Lagincourt, Wjjt- schaete en Passchendaelehet aantal Aus tralische vrijwilligers in dat jaar, op Fran- schen bodem, bedroeg 350.000. De groote overwinning der Australiërs voltrok zich in Maart 1918, toen, ten over staan van den Duitschen opmarsch, onze troepen een tegenaanval inzetten bij Vil- lers-Bretonneux en er den vijand gedeci deerd versloegen; |iet herinneringsmonu ment te Villers-Bretonneux werd, in bijzijn van Koning George VI. ingewijd in Juli 1938. Op het tijdstip dat de wapenstilstand werd gesloten, bevonden er zich 400.000 Australische vrijwilligers in Frankrijk, waarvan 330.000 rechtstreeks uit hun va derland waren gekomen. Helaas keerden velen daar niet weer; het Australische le ger verloor in de jaren 1915—1918 63 000 i aan dooden en 167.000 man aan ge wonden, zoodat de grootste helft van mijn landeenooten buiten gevecht werd ge steld." •an H. J. Aernaudts te Sluis, naar Gel derland. Wij hoorden dat nog meerdere hengsten zijn verkocht, en dat er thans schot in zit, blijkt wel uit bovenvermelde opgaaf, terwijl de prijzen zeer bevredigend schijnen te zijn. Wie thans nog een hengst moet aankoo- pen, raden wij aan niet te lang de kat uit den boom te kijken, daar het anders wel eens geld kan kosten, terwijl ook de besten er uit gaan. „Mijn Australische vriend Frank verze kerde mij zoojuist, dat de Australiërs tot de beste imperiale troepen worden gere kend, en derhalve steeds als stoottroepen fungeeren; één Australiër, zoo zegt hij, staat namelijk gelijk met twee vijanden... Ik vrees echter dat Franky wel een beetje last heeft gehad van chauv.nisme..." Oud-strijder luitenant-piloot Voss glim lacht. En toch zit er veel waarheid in die woorden; luister naar wat Captain Liddell Hart zegt in zijn boek Defence of Britain: „tijdens den laatsten oorlog bestonden de stoottroepen van het Britsche leger, op alle slagvelden, dikwijls uit Australiërs, en het is noodzakelijk hierbij de nagedachtenis te eeren van Generaal Monash, die destijds d.t schitterende leger commandeerde." „En Uw landgenooten van heden zijn voornemens deze reputatie te handhaven?" „Wel, met het voorbeeld van hun voor gangers voor oogen, hebben zich momen teel reeds duizenden leden van het Austra lische vliegercorps in Engeland ontscheept; ze staan onder bevel van Colonel Delarue, in wiens naam overigens reeds zijn afstam ming is vervat. Ik geef U de verzekering, dat onder de bekwame leiding van dezen oudstrijder uit den Wereldoorlog, onze man nen met verbetenheid zullen vechten." „En met betrekking tot het huidige ex peditie-leger, kunt U mij hier mogelijk eenige cijfers verstrekken?" „U zult begrijpen, dat in dit opzicht van confidenties geen sprake kan zijn; noch de juiste sterkte, noch de data van vertrek en aankomst van het Australische leger, kan ik U om voor de hand liggende redenen noemen. De leiding van het Australische korps berust bij Luitenant-Generaal Sir Thomas Blarney; Sir Blarney is een zeer populair en energiek soldaat; tijdens den wereldoorlog maakte hij deel uit van den Staf van den toenmaligen bevelhebber: Sir John Monash, en deed, hij van zich spreken bij de veldslagen aan de Somme." Het gesprek komt dan nogmaals op de aviatiek, waaraan de heer Voss zijn hart heeft verpand. Hij vertelt me van de Royal Air Force, en van de verscheidene Austra liërs die reeds den heldendood stierven tij dens luchtgevechten. „Zij stierven voor de vrijheid, aldus be sluit mijn zegsman, niet slechts voor de vrijheid van Europa, maar voor d'e van de geheele wereld; em het is ter verdediging van die vrijheid eveneens, dat op dit mo ment het Fransche en het Britsche rijk nog slechts één geheel vormen. Het is hierdoor dat de overwinning volkomen zeker is: de ontzagliike materiëele kracht der Gealli eerden, de macht van hun vliegwezen welke ik van het hoogste belang acht voor het beëindigen der vijandelijkheden ge voegd bij hun beheersching der zeeën, zul len uiteindelijk de beslissing brengen." (Tot zoover deze uiteenzetting van den Australischen vertegenwoordiger te Parijs. Zooals bekend zijn inmiddels Australische e)i Nieuw-^eelandsche troepen aangeko men in de Suez-kanaal-zóne en in Pales tina. Red.). JONGSTE BEDIENDE VERDUISTERDE 500.—. Woensdagmiddag moest de zestienjarige jongste bediende van een effectenkantoor te Amsterdam tweeduizend gulden van een bank halen. Toen de jongen het geld had geïncasseerd en het later nog eens natel de, was hij in de meening dat men hem 2500.had uitbetaald. Hij besloot de vijf honderd gulden, welke hp teveel had ont vangen, zelf te houden. Later bleek ech ter, dat de jongen verkeerd geteld had. Hij had inderdaad het juiste bedrag en niet vijfhonderd gulden teveel ontvangen. Daar hij verzekerde niet meer dan hetgeen hij meebracht te hebben gekregen, stelde de politie een nader onderzoek in. Bij fouil leering vond men het tekort op hem. Naar het Engelsch van O. VANDERBELT Jï. 17). Jim keek op haar neer en stond verbaasd over de teedere uitdrukking, die op haar gelaat verschenen was. En hij dacht bij zichzelf, dat hij, zelfs al zat er goud in dit nol, toch nog liever de gouden haren van Mimi zou hebben, als Mimi maar zoo lief en aardig was, als ze er nu uitzag. Hij stond op en zei: „Kom, Mimi, in elk geval is on ze tocht belangwekkend genoeg geweest. Laten we nu maar afdalen en voor wat eten zorgen. Als we daarmee klaar zijn, zal ik nog wel eens gaan rondkijken". Ze zochten een plekje op, waar ze het graf op de heuvelhelling niet konden zien. Jim leerde Mimi hoe zo een ongevaarlijk vuurtje aanleggen en hoe ze beslag moest maken, voor nouthakkerspannekoeken. En terwijl ze bezig was met bakken, ging hij zitten visschen en had binnen enkele minu ten meer forellen beet, dan ze konden op eten. Als het hier al geen goudmijn is, dan is het toch een zilvermijntje!" riep hij, zpn vangst omhooghoudend. „Zoo'n goed plekje om te visschen heb ik nog nooit gevon den". „Dan moest je, al was het alleen daar voor, hier een „claim" vestigen", riep Mi mi lachend en terwijl ze gezellig zaten te eten zei ze opeens: „Je moest dit plekje in elk geval in bezit zien te krijgen, Jim". „Waarvoor?" vroeg hij met opgetrokken wenkbrauwen. „Doe het nu maar alleen, omdat ik het je vraag", drong ze aan, trachtend haar stem schertsend te doen klinken. „En noem het dan naar mij. 't Is 'n „mislukking" net als ik". Ze had het druk met haar pan nekoeken in de pan om te keeren en durfde Jirn niet aankijken. En toch had ze hem wel willen toeschreeuwen: „Neem dit plek je in bezit, Jim, omdat ik hier ben gaan voelen, hoe lief ik je heb! Ik heb je ief, Jim, ik heb je zoo lief! Och, wat ben ik toch een domkop geweest!" Haar afgewende gezicht en de hoog- roode kleur op het gedeelte van haar wang, dat hij nog zien kon, waarschuwden Jim. Was het tooneelspel? Hoorde het bij het spelletje, dat ze nu de laatste twee dagen aldoor al gespeeld had? Als hij zich nu liet verteederen en haar ver-telde, dat ze geen mislukking, maar een schat was, zou ze hem dan niet uitlachen? Mimi Jamieson weet haar man altijd te pakken te krijgen, net als de Bereden Politie? Dat had hij haar eens hooren zeggen. Houd je dus bedaard, Jim! Hij stond glimlachend op. „Uitstekend, jonge dame, ik zal een „claim" indienen voor de Mimi-Mijn. Bak je nog een stuk of vier pannekoeken voor me? Je bent. als pannekoekenbakster, in elk geval géén mis lukking!" Mimi kreeg tranen in de oogen, toen ze vet in de koekepan deed. „Maar wat ver wachtte ik nu eigenlijk?" vroeg ze zichzelf af. „Wat kan ik ooit van Jim verwachten? Ik heb alles gedaan, wat ik maar kon, om zijn minachting te wekken". Ze deed beslag in de pan. Doch Jirn zou zijn tweede portie pannekoeken niet krijgen. En Mimi zou geen tijd hebben, ze te bakken. Want. toen •Tim aan de opening van het hol kwam, na dat hij de noodige merkpaaltjes in den grond geslagen hadr keek hij over de rivier- heen. En wat hij zag, deed hem een Het leven kan zoo stralend zijn als een diamant maar is altijd broos als een vensterruit. schreeuw van schrik geven. Want tgeen den baluwen hemel zag hij witte wolken omhoogstijgen, het zekere teeken, dat daar onder een helsch vuur aan het woeden was. „Brand. Mimi!" riep hij. „Boschbrand! Gauw! Gooi alles in de schuit!" Hij daalde roekeloos snel omlaag. „Er is boschbrand tussehen ons en Lone Island in en het vuur komt snel dezen kant uit. Als we midden op de rivier blijven, kunnen we er nog mis schien wel doorheen komen". „Waarom moeten we er doorheen?" vroeg ze. „Waarom kunnen we niet stroomop waarts gaan?" „Daar heb jij geen verstand van!" ant woordde hij, terwijl hij hun vuurtje met zand doofde. „Ze zullen mij en mijn vlieg tuig hard noodig hebben. Hier in deze stre ken zijn we allen brandweerlui". Toen de ankers waren opgehaald en de lompe schuit midden op stroom lag, ver kondigde een naargeestig gesputter van den motor, dat er iets niet in orde was en even later stond de machine stil. Jim riep Mimi toe, dat ze goed koers moest houden, ging haastig naar de scheepskist, en haalde daaruit een ding te voorschijn, dat Mimi nog nooit gezien had. Het was een stroom- zeil. „We hebben den wind pal tegen", ver klaarde hjj haar, „maar we hebben den stroom mee. Elephantine is te log om te la- veeren, dus hebben we niets aan een fok Maar hiermee zal het wel lukken". Hjj rolde een groote lap zeildoek uit, ver zwaarde die met stukken steen aan de bei de hoeken, bond het eene eind aan de lage reeling ongeveer middenscheeps vast en liet het geheele geval over boord zakken. Daarna bracht hij de lijn, die aan den an deren hoek van het zeil zat, naar den over kant van de schuit en maakte die daar ook aan de reeling vast. Zoo hing het stuk zeil verticaal in het water omlaag onder de schouw en diende aldus in het stroomende water als een zeil, dat de schuit met bijna dezelfde snelheid, als de stroom zelf had, meesleurde. Elephantine voer nu vrij vlug over de zilveren wateroppervlakte door 't goudgroene licht van den laten namiddag. Mimi zou de onzagwekkende schoonheid van die reis, waarop ze dood, teleurstelling en het plotselinge bewustzijn van haar lief de en ellende achter zich liet en een onge kend gevaar tegemoet voer, nooit vergeten. Terwijl ze voorop den boeg stond en haar riem hanteerde, was het haar. of het leven stilstond, opdat zij dit oogenblik toch maar in volle intensiteit zou kunnen beleven. In heel haar verleden had ze nimmer iets der gelijks ondervonden, en in de toekomst zou wel nooit iets de angstige opgewondenheid van dit moment kunnen evenaren. Haar stadsleven, met zijn weelde en vroo- lijkheid, was mïllioenen mijlen ver weg. De wateren van Palm Beach en Miami hadden niets met dit water hier gemeen. En ten slotte en dat was het meest tragische en eenig belangrijke geen man ter wereld was zoo als Jim! En hij was, wat haar be trof, millioenen mijlen van haar verwijderd. Ze keerde zich om en glimlachte. Als ze hem alleen maar zag, voelde ze zich minder eenzaamen des te ellendiger. „Let opwielingen!" riep Jim waar schuwend. En weer nam Elephantine de witschuimende stroomversnellingen als een kranige, maar waggelende oude dame. Mi mi was nu niet meer angstig. Met stevig, wjjd geplante voeten, hanteerde ze haar riem als een bekwame rivierschipper. „Dat ging hard!" riep Jim, toen ze voor uitgleden in rustiger water. „Dat heb je uitstekend gedaan!" „Dank je", schreeuwde Mimi terug. Maar meteen hield ze den adem in. Want de schouw was een bocht van den hoogen rot- sigen oever omgevaren en voor haar uit zag ze roodgloeiende struiken van 't bosch In angstig schreeuwende zwermen vlogen de vogels over haar hoofd heenin doods angst renden allerlei dieren langs de oevers of sprongen wild in het water, om bun ge schroeide flanken af te koelen Mimi zag elanden, rendieren, lynxen, konijnen, vrien den en vi.janden dooreen, vluchten uit holen, die niet langer veilige schuilplaatsen waren. Brandende takken vielen gevaarlijk dicht bij de schijnbaar voortkruipende schuit in het water. Jim hield zooveel mogelijk koers op het midden van den stroom en wrikte krachtig met zijn riem om de vaart te ver- grooten en zoo spoedig mogelijk op het meer te komen, waar de veiligheid zooveel grooter was. Het gebrul der vlammen langs den oever der rivier geleek op het ronken van duizenden vliegtuigmotoren en het bruischen der stroomversnellingen van hon derden rivieren. Mimi keek scherp uit naar brandende takken. Ze trachtte niet te den ken, maar te handelen. Ze moest er niet aan denken, dat Jim zich daarin zou wa gen, om die hel te bestrijdenzelfs niet van uit de lucht. Hoe laag zou hij daarvoor niet moeten vliegen? Als die verraderlijke wind eens een brandenden tak ver genoeg omhoog slingerde om zijn vleugels Neen, ze moest er niet aan denken! Ze moest handelen! Daar was een tak... daar nog eendaar een konijn, dat zich zwemmende trachtte te reddenArm dier! De rook was verblindend en verstik kend. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 9